6 patiëntenverhaal ”PAH hoort bij mij, het is een stukje van mij” De diagnose pulmonale hypertensie heeft een slechte prognose. Maar Ellis blijft positief. “Mijn zusje is twintig jaar geleden overleden aan pulmonale arteriële hypertensie. We wisten dat het deze ziekte was, alleen wisten we toen nog niet dat het familiair was. Ik kreeg het achttien jaar later en voor zover je van geluk kan spreken, was dat mijn geluk. Want er zijn nu wel medicijnen die er toen niet waren. “Het is deze maand twee jaar en zeven maanden geleden dat ik met PAH werd gediagnosticeerd, precies de tijd die mijn zusje na de diagnose nog geleefd heeft. Als ik kijk wat ik nog doe, dan begrijp je welke vooruitgang er is geboekt.” Ellis heeft de familiaire vorm van pulmonale arteriële hypertensie (PAH). Door het overlijden van haar zusje was ze wel op haar hoede. Ze was bekend met het gemuteerde gen en kwam eens in de drie jaar voor controle bij de cardioloog. Met aanhoudende vermoeidheid klopte ze bij haar huisarts aan. In overeenstemming besloten ze de controle bij de cardioloog eerder te plannen. Uit het onderzoek kwam aanvankelijk niets. Ellis: “Ik verzon ook uitvluchten waarom ik me moe voelde. Maar daar werd ik niet beter van en vanwege mijn achtergrond kwam ik bij dr. Boonstra in het PH-expertisecentrum VUmc terecht. Hij bevestigde mijn vermoeden.” Energiemanagement Het leven van Ellis is sinds die tijd uiteraard enorm veranderd. Aanvankelijk merkte ze dat ze sneller moe werd, dat haar conditie achteruitging en dat krachtsinspanning naar mijn lichaam luister. Ik ben ook beter gaan letten op mijn gewicht. Sommige dingen kan ik niet meer alleen doen, dan moet ik om hulp vragen. Eigenlijk zit dat niet in mijn aard en toch is het beter om het wel te doen. Als ik goed voor mezelf zorg, dan schep ik in mijn beleving gunstigere door mijn ziekte een diepere betekenis heeft gekregen. PAH hoort bij mij, het is een stukje van mij geworden. En ondanks mijn kwetsbare gezondheid wil ik toch vanuit positiviteit naar de mogelijkheden in mijn leven kijken.” Medicijnen steeds lastiger werd. Dagelijkse dingen als traplopen of fietsen lukten steeds minder goed. “Nu moet ik alles in mijn eigen tempo doen. Als ik ’s morgens te enthousiast aan de gang ga, dan geeft mijn lichaam aan dat ik moet pauzeren. Energiemanagement is het credo. Ik ben sneller vermoeid, dus is het nog belangrijker dan voorheen dat ik omstandigheden.” Door het UWV is Ellis 100% arbeidsongeschikt verklaard. “Daarmee verdwenen de kleur en franje uit mijn leven. Een psychische worsteling. Daar moet je echt je weg in vinden. Ik geef nu kleur aan mijn leven door iets te doen wat er toe doet, iets betekenen voor een ander. Je kunt best stellen dat mijn leven Ellis gebruikt orale medicatie (pillen) om de symptomen te verlichten. Maar wat ze precies slikt, weet ze niet. “Ik doe mee aan een studie waarbij gekeken wordt of twee medicijnen elkaar aanvullen. Ik krijg in ieder geval één werkend medicijn met daarnaast óf een ander werkend medicijn óf een placebo. Meedoen aan zo’n studie is belangrijk. Het onderzoek moet door, want de ziekte stopt niet bij mij.” In het begin had Ellis wel last van bijwerkingen, wat wel een vermoeden van het gebruikte middel gaf. “Wat ik ook slik, ik heb er in ieder geval baat bij. Daarbij wil ik graag vanuit positiviteit naar de mogelijkheden in mijn leven kijken. Ik ben ook heel blij met de begeleiding in het PH-expertisecentrum. De betrokkenheid van specialisten en andere mensen in zo’n team is een groot goed.” Auteur: Cor Dol expertinterview Innovaties in aanpak PH Er is onlangs een innovatieve studie naar pulmonale hypertensie afgerond. Er zijn ook andere innovaties. Welke innovaties ziet u in therapieën voor pulmonale hypertensie? “Er is een aantal nieuwe middelen dat de bloeddoorstroming van de longen verbetert. Met deze middelen hopen we de patiënt nog krachtiger en beter te kunnen behandelen. De meest krachtige medicatie voor PAH, is tevens de meest belastende sterk werken. Zo ver zijn we nog niet, maar dit wordt wel onderzocht. Een vroege herkenning van de ziekte is in dat kader ook van cruciaal belang, omdat je dan vroeger in het ziekteproces kan behandelen en daarmee de overlevingskansen mogelijk bevordert. De behandeling van verschillende onderliggende de operatietechnieken voor aangeboren hartafwijkingen steeds beter. We hopen de vormen van pulmonale hypertensie die voortvloeien uit aangeboren hartafwijkingen in de toekomst minder tegen te komen.” Welke studies lopen op dit moment in het kader van pulmonale hypertensie? “Er zijn studies met de huidige middelen om te zien of het indicatiegebied verruimd kan worden. Met relatief nieuwe middelen die op de markt zijn of gaan komen proberen we niet alleen patiënten met pulmonale arteriële hypertensie te behandelen, maar wellicht ook patiënten met bijvoorbeeld longembolieën of linkszijdige hartproblemen.” In Nederland zijn PH-expertisecentra ingesteld. Ziet u dat de bundeling van krachten op nationaal niveau iets teweegbrengt? Dr. Marco Post is cardioloog en verbonden aan het St. Antonius Ziekenhuis Utrecht/Nieuwegein. voor de patiënt, omdat het een continue infuustherapie betreft. Uiteindelijk hoop je echter tabletten te vinden die net zo ziektebeelden, die geassocieerd zijn met PAH, zoals sclerodermie, is eveneens aan onderzoek onderhevig. Daarnaast worden “Absoluut. We zijn onder meer verenigd in de Pulmonale Hypertensie Werkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Longziekten (NVALT). In deze multidisciplinaire werkgroep wordt ervaring gedeeld en wetenschappelijk onderzoek besproken. De werkgroep maakt zich sterk om alle behandelingsmogelijkheden van PH te optimaliseren door discussie aan te gaan met diverse partijen. We hebben vrij recent een landelijke P(A)H database geïmplementeerd, genaamd PulmoCor. Er is een stuurgroep opgericht die samenhangt met het ICIN om dat voor elkaar te krijgen. Inmiddels is een database operationeel en het merendeel van de PH-centra neemt daaraan al deel. Met de database proberen we alle patiënten uniform te registeren en op te volgen.” Ook biedt het de mogelijkheid om wetenschappelijke en klinische data data met elkaar te delen. Is de volgende stap om te kijken hoe PH beter in kaart gebracht kan worden? “Inderdaad, en ook om bijvoorbeeld onderzoeksprojecten te starten, hoewel dat nog toekomstmuziek is. We hopen dat de opzet van PulmoCor op den duur leidt tot een uniforme benadering van de PHpatiënten en wellicht kan leiden tot een wetenschappelijke output of het opstellen van kwaliteitsparameters. Dat zal de kwaliteit van de zorg voor PH-patiënten zeker verbeteren. Voor Nederland is dat een heel bijzondere ontwikkeling.”
© Copyright 2024 ExpyDoc