inhoud Jacqueline Bernheimprijs - Fonds pour la chirurgie cardiaque

Ons Hart
driemaandelijks nr 40 • januari 2014 • Depotkantoor Luik X • P 401039
Fonds voor hartChirurgie
vooruitgang door onderzoek
inhoud
Jacqueline Bernheimprijs:
Rechterhartinsufficiëntie
3
Portret van vorsers : de laureaten van de Bernheimprijs
7
Met je hart op reis
9
Deze voedingsmiddelen die "spreken" cholesterol
13
Dankzij uw steun
15
EDito
D o s s i e r
bernheimprijs
Beste lezersvrienden en -vriendinnen,
Tijdens het Congres van de Belgische Vereniging voor
Cardiologie op 30 januari 2014 werd de prijs van ons
Fonds voor Hartchirurgie, de Jacqueline Bernheimprijs,
uitgereikt.
Dit jaar werden de twee zusjes Céline en Laurence
Dewachter gelauwerd. Ter bevordering van het
onderzoek hadden zij hun wetenschappelijke knowhow
samengebundeld.
Dankzij hun werk zult u het belang van het rechterhart
in de bloedsomloop beter kunnen begrijpen.
Wij willen allemaal graag reizen: professor Robert
Naeije doceert fysiologie en hij legt ons uit welke voorzorgsmaatregelen een hartpatiënt kan nemen op reis !
Ter voortzetting van het onderzoek hopen wij op uw
steun te mogen rekenen.
Professor Jean-Louis Leclerc,
Gedelegeerd bestuurder
Onze publicaties
verkrijgbaar op aanvraag (ook in het
Frans)
• Collectie “Uw hart, een levenspartner”
Het cardiovasculair risico (2006)
Cholesterol (2006)
Diabetes mellitus (2007)
Hypertensie (2011)
• Speciale nummers
Chronisch hartfalen
• Driemaandelijks tijdschrift ’Ons Hart’
Bernheimprijs beloont onderzoek
over rechterhartinsufficiëntie
E
Hoofdredacteur:
Jean-Louis Leclerc
Hebben aan dit nummer meegewerkt:
Dr. Pierre Stenier, Simone Bronitz (Upsilon), Nicolas
Guggenbühl, Prof. Robert Naeije, Prof. Jean-Louis Leclerc
De artikelen verbinden uitsluitend de auteurs. De teksten
uitgegeven door het Fonds voor Hartchirurgie mogen slechts
worden gereproduceerd na voorafgaande schriftelijke
toestemming van de vzw, mits vermelding van bron, adres en
datum.
Grafische vormgeving:
Eliane Fourré
Vertaling
Atoutexte, Dr Sertyn.
Fotoverantwoording Fotolia:
Nomad Soul (p.9), Kurhan (p.12), russelig10 (p.12), toey19863
(p.13), DjiggiBodgi.com (p.15), Maksim Samasiuk (omslag).
Distributie / verspreiding
Maria Franco Diaz
met de steun van
giving sense to media
Fonds voor Hartchirurgie vzw
Tenbosstraat 11
1000 Brussel
T. 02 644 35 44
F. 02 640 33 02
[email protected]
Raad van Bestuur
Prof. Georges Primo, Voorzitter
Dhr Freddy Berger, Penningmeester
Prof. Jean-Louis Leclerc, Gedelegeerd bestuurder
Dhr Etienne Heilporn
Dhr Philippe Van Halteren
Prof. Pierre Wauthy
Jacqueline Bernheim
1938-1944
De Jacqueline Bernheimprijs
draagt de naam
van een 6-jarig meisje
dat slachtoffer werd
van het nazisme en
op 25 mei 1944
in Auschwitz
werd omgebracht.
Dankzij deze Prijs
treedt zij uit de schaduw
der vergetelheid
en wordt een jonge
Belgische onderzoeker
in de schijnwerpers gezet.
De Prijs werd dankzij
een legaat van haar moeder,
Olga Bernheim,
ingesteld door het Fonds
voor Hartchirurgie en voor
het eerst in 1998
toegekend.
lk jaar beloont de Jacqueline
Bernheimprijs onderzoek in het
domein van de cardiologie en de cardiale chirurgie. Voor het jaar 2013 ging de
prijs naar de dokters Céline en Laurence
Dewachter voor hun onderzoek over rechterventrikelinsufficiëntie dat de steun
genoot van het Fonds voor Hartchirurgie.
Beide laureaten deden onderzoek in het
kader van het laboratorium voor fysiologie en fysiopathologie van de Faculteit
Geneeskunde van de Université Libre de
Bruxelles.
Volgens een raming van de Europese Vereniging
voor Cardiologie aan de hand van gegevens uit
51 landen (met meer dan 900 miljoen inwoners),
worden tekens van hartinsufficiëntie gezien bij
meer dan 10 % van de bevolking ouder dan 70
jaar en bij meer dan 20 % na 80 jaar. Het onderzoek beloond door de Bernheimprijs situeert
zich dus in het kader van een waar publiek
gezondheidsprobleem.
Vooraleer hierover te spreken met de twee laureaten, vatten we de betrokken pathologie even
bondig samen.
Bloedsomloop in een notendop
De bloedsomloop heeft als belangrijkste taak
het transport van zuurstofrijk bloed uit de
longen naar alle cellen van het lichaam, en
vervolgens de terugkeer van zuurstofarm en
koolzuurrijk bloed naar de longen. Deze functie
wordt waargenomen door de hartspier, die als
pomp fungeert.
Elke hartslag komt overeen met een ‘hartcyclus’, die bestaat uit een contractiefase van
de hartspier met expulsie van bloed (systole)
en een relaxatiefase met een nieuwe vulling
van het hart (diastole), juist vóór de volgende
contractie. Het bloed afkomstig van diverse
organen wordt via het veneuze systeem en de
rechtervoorkamer tijdens elke systole uitgestoten door de rechterventrikel in de pulmonale arteriële bloedsomloop die naar de longen
gaat waar het van zuurstof wordt voorzien en
ontdaan wordt van koolstofdioxide. Vervolgens
gaat de bloedstroom naar de linkervoorkamer
en de linkerventrikel en volgt er een ejectiefase
via de systemische arteriële bloedstroom naar
de perifere organen, met afgifte van zuurstof
en voedingstoffen. Dankzij deze opeenvolgende fasen kan het hart zijn pompfunctie
uitvoeren. Elke dag pompt het hart ongeveer
8.000 liter bloed dankzij ongeveer 100.000
hartslagen. Het is dan ook gemakkelijk te
begrijpen waarom het hart in goede toestand
moet verkeren om zulk een aanzienlijke taak te
verrichten.
Hartkleppen zijn anatomische structuren die
de verschillende hartholten van elkaar schei3
Ons Hart 40 • januari 2014 •
Figuur 1: A. Bloedsomloop
FIGUUR 2
den. Ze verhinderen reflux tijdens de vullings- en ledigingsfasen, bij elke hartslag.
Pulmonale bloedsomloop
Het bloed passeert de
longen, geeft koolstofdioxide af en neemt
zuurstof op.
Er zijn vier hartkleppen: de tricuspidalisklep scheidt de
rechtervoorkamer van de rechterkamer, de pulmonalisklep scheidt de rechterventrikel van de arteria pulmonalis, de mitralisklep scheidt de linkervoorkamer van de
linkerventrikel en de aortaklep scheidt de linkerventrikel
van de aorta.
Longen
Longcapillairen
Het rechterhart
stuwt zuurstofarm bloed
naar de longen.
Rechtervoorkamer
Hart
Het linkerhart
stuwt zuurstofLinkerrijk bloed naar
voorkamer
de algemene
bloedsomloop.
Linkerventrikel
Dit schema toont de verschillen tussen de linkerventrikel (LV) waarvan
de spierwand dikker is, omdat ze een
grotere weerstand moet overwinnen
(bloed stuwen in alle perifere weefsels
en organen), en de rechterventrikel
(RV), die dunner is, met als enige taak
het bloed naar de longen te sturen.
B. Hartkleppen
Rechterventrikel
aorta
longklep
longslagader
Arteriën
aortaklep
Bloedsomloop
Het bloed voedt de weefsels en organen met zuurstof en voedingsstoffen.
Venen
mitralisklep
Capillair weefsel
tricuspidalisklep
Weefsels en
organen
Cellen
Het hart is een spier die autonoom werkt, met andere
woorden genereert het zelf elektrische impulsen vanuit
een groep cellen gelegen in de rechtervoorkamer, een
soort elektrische centrale die de ‘sinusknoop’ vormt. De
aldus geproduceerde stroom circuleert door een reeks
geleidingsvezels, waardoor synchrone samentrekking
van de hartspiervezels optreedt.
Wat is hartinsufficiëntie?
Hartinsufficiëntie treedt op wanneer het hart niet langer
voldoende kracht kan opbrengen om het bloed in de arteriën te stuwen of wanneer het zich minder goed met bloed
vult omdat het stijf is geworden of gedilateerd. Elke hartcontractie is dan bijgevolg minder efficiënt. Het hart heeft
meer tijd nodig om in de arteriën te passeren en heeft
de neiging om zich op te hopen in de venen. Gewoonlijk
treft hartinsufficiëntie één van beide ventrikels, de rechter of de linker. In sommige gevallen zijn beide ventrikels
aangetast.
Linkerhartinsufficiëntie is de meest frequente vorm. Vocht
stapelt zich in een eerste stap op in de longen, wat leidt tot
duidelijke ademhalingsproblemen (kortademigheid, fluitende ademhaling, enz.) en in een tweede stap, wanneer
er zich secundaire rechterhartinsufficiëntie ontwikkelt, in
andere organen, wat onder meer leidt tot het verschijnen
van gezwollen enkels en benen. Jarenlang niet of slecht
behandelde systemische arteriële hypertensie en coronaire aandoeningen (verzwakt hart door angoraanvallen
of hartinfarcten) zijn hiervan de belangrijkste oorzaken.
Mogelijke complicaties
Die variëren volgens de gezondheidstoestand van de patiënt, de leeftijd, de oorzaak van de hartinsufficiëntie en de
ernst ervan. Niet behandelde hartinsufficiëntie kan snel
leiden tot ernstige complicaties. Vocht stapelt zich op in
de longen en bemoeilijkt de ademhaling. Het risico van
aritmie en hartstilstand neemt toe. Wanneer er zich een
bloedklonter vormt in de venen, kan die loskomen en de
arteria pulmonalis obstrueren (longembolie), een soms
dodelijke complicatie. Tenslotte kan bij gebrek aan behandeling hartinsufficiëntie vitale organen zoals de lever en
de nieren aantasten.
We hadden de kans om twee laureaten van de
Bernheimprijs te ontmoeten en hen enkele vragen te stel-
4
• Ons Hart 40 • januari 2014
len over hun onderzoek.
Ons Hart. Een goed begrip van de werking van
het hart in normale en pathologische situatie lijkt
essentieel om een ziek hart te herkennen, ook
wanneer de disfunctie miniem is, en dit zo vroeg
mogelijk. Is het hierover dat uw onderzoek gaat?
Dr. Céline Dewachter. Ons onderzoek spitst zich toe
op de werking van de rechterventrikel. De rol van de
rechterventrikel werd lange tijd als verwaarloosbaar
ingeschat, als een gewone passieve verbinding tussen
de systemische veneuze bloedsomloop en de pulmonale
arteriële bloedsomloop. Sommige vorsers hebben op de
rechterventrikel experimenteel letsels toegepast en zijn
zelfs beginnen twijfelen over het nut van zijn samentrekkingsfunctie. In feite weten we nu, dankzij een beter begrip
van de cardiovasculaire fysiologie, dat de rechterventrikel
een vooraanstaande rol speelt bij het behoud van de pulmonale bloedsomloop, dankzij snelle flux en lage druk. De
rechterventrikel heeft dan een ook een sterk verschillende
anatomie ten opzichte van de linkerventrikel die bloed
moet sturen naar gans het lichaam en daarvoor een sterke
weerstand moet overbruggen. De musculaire wand van de
linkerventrikel is dan ook duidelijk dikker dan die van de
rechterventrikel. Dit legt uit dat de rechterventrikel sneller
‘voorbijgestreefd’ is wanneer ze een toename van de toestromende bloedsomloop moet overbruggen, dus die van
de pulmonale arteriële bloedsomloop, vermits zijn belangrijkste rol erin bestaat bloed naar de longen te sturen met
als doel zuurstofopname en afgifte van koolstofdioxide.
O.H. Is de fysiologie van de rechterventrikel dan
verschillend van die van de linkerventrikel?
Dr. Laurence Dewachter. Inderdaad, en daarom wordt
hierover speciaal onderzoek verricht. Toch moeten we
vermelden dat er een grote onderlinge afhankelijkheid
bestaat tussen beide ventrikels, vandaar het feit dat
geïsoleerd falen van één enkele ventrikel zeldzaam is,
want falen van de ene leidt meestal tot disfunctie van de
andere.
Rechterinsufficiëntie betekent dus dat er geen voldoende
debiet meer is voor een goede hemodynamica, en dat
kan de vitale prognose aantasten. Dit treedt meestal op
secundair aan pulmonale hypertensie. Die dan weer vaak
het gevolg is van linkerhartinsufficiëntie, of een longembolie, of een zeldzame aandoening zoals arteriële pulmonale hypertensie, of meer frequente longaandoeningen
zoals COPD of emfyseem. Pulmonale hypertensie secundair aan deze pathologische situaties uit zich als een toename van de weerstand tegen de ejectie van bloed, groter
dan de contractiele kracht van de rechterventrikel, met
functionele insufficiëntie als gevolg. Zo gezien lijkt alles
vrij simpel. Maar dat is onjuist, want er rest nog heel veel
5
Ons Hart 40 • januari 2014 •
P or t re t
te ontdekken over rechterventrikelinsufficiëntie, dus het
onderwerp van ons onderzoek, des temeer dat de huidige
behandelingen gebruikt bij de behandeling van (arteriële)
pulmonale hypertensie vaak onbevredigend zijn.
O.H. Hoe hebt u het probleem dan aangepakt?
Dr. C.D. We hebben twee experimentele modellen
gebruikt om na te bootsen wat er gebeurt bij rechterventrikelinsufficiëntie. Het eerste is een model van persisterende rechterventrikeldeficiëntie als gevolg van acute
overload veroorzaakt door een tijdelijke constrictie van
de arteria pulmonalis bij de hond, die leidt tot een plotse
toename van de weerstand bij expulsie van het bloed voor
de rechterventrikel en een acute functionele insufficiëntie. In het tweede experimentele model wordt het rechterventrikelfalen veroorzaakt door het verbinden van een
systemische arterie en de pulmonale arterie bij biggetjes,
dat leidt tot pulmonale arteriële hypertensie en dus een
overload aan werk voor de rechterventrikel. Zes maanden
na het instellen van deze verbinding is er eveneens een
situatie van rechterventrikelinsufficiëntie die in dit tweede
model chronisch is.
Dankzij deze experimentele modellen konden we overgaan tot complexe metingen in verband met de ventriculaire-arteriële koppeling, waarvan het concept als volgt
kan samengevat worden: de interactie tussen ventrikel en
vasculair systeem is een belangrijke determinant voor de
prestaties van de beschouwde ventrikel. Evaluatie van het
ventriculaire/arteriële koppel dankzij meting van de ventriculaire elasticiteit op het einde van een contractie als
weerspiegeling van de arteriële contractiliteit en ‘elastantie’, als index voor postload van de ventrikel globaal vergelijkbaar met weerstand, laat toe die interactie te meten via
de berekening van hun verhouding. De elastantie wordt
gedefinieerd als de verhouding van de drukvariatie op de
volumevariatie in een omgeving met een min of meer elastische wand (in dit geval de rechterventrikel) waarop die
drukvariatie zich uitoefent.
O.H. Zonder al teveel in te gaan op de technische
details die het kader van dit onderzoek zouden
overtreffen, kunt u ons de conclusies samenvatten waartoe u gekomen bent op het einde van uw
onderzoek?
Dr. L.D. Dankzij dit werk hebben we kunnen bijdragen
tot een beter begrip van de mechanismen verantwoordelijk voor aantasting van de werking van de rechterventrikel ingeval van falen. We hebben bijvoorbeeld kunnen
aantonen dat er een activering is van de inflammatie en
van geprogrammeerde celdood (apoptose), en dit voor
de twee experimentele modellen, waarbij het ene acute
rechterventrikelinsufficiëntie simuleert (bij de hond),
het andere chronische rechterventikelinsufficiëntie (bij
6
• Ons Hart 40 • januari 2014
biggetjes). Dit bevestigt de idee dat er gelijkaardige biologische anomalieën bestaan zowel bij acute als chronische hartinsufficiëntie, en dat de metingen gedaan
in het kader van het concept van ventriculaire/arteriële
koppeling een goede indicator zijn van de rechterventrikelfunctie. Anderzijds hebben we kunnen aantonen
dat toediening van epoprostenol (een medicament dat
momenteel gebruikt wordt bij de behandeling van patiënten met pulmonale arteriële hypertensie) geassocieerd
is met een vermindering van geprogrammeerde celdood
(apoptose) van hartcellen en inflammatoire verschijnselen
gezien ingeval van acuut rechterventrikelfalen en dat dit
dus zou kunnen bijdragen tot het verbeteren van de toestand van patiënten met pulmonale arteriële hypertensie.
We noteren hierbij dat wanneer men spreekt over pulmonale arteriële hypertensie, het niet gaat om de arteriële
hypertensie zoals we die dagelijks tegenkomen (“Dokter,
kunt u even mijn bloeddruk nemen aub?”). Pulmonale
arteriële hypertensie situeert zich, zoals de naam doet
vermoeden, in de longarteriën. Die verbinden het rechterhart met de longen. Het bloed dat uit de periferie van
het lichaam komt langs het veneuze systeem gaat naar
de longen, waar koolstofdioxide, een eindproduct van het
celmetabolisme in de weefsels, wordt afgescheiden. Er
wordt tegelijk terug zuurstof opgenomen.
We hopen beide experimentele modellen te kunnen
gebruiken om ons onderzoek voort te zetten over enerzijds de mechanismen verantwoordelijk voor het ontstaan
van rechterventrikelfalen en anderzijds de evaluatie op de
hartspier van andere medicamenten gebruikt voor pulmonale arteriële hypertensie, in de hoop zo nieuwe therapeutische wegen te openen.
Dr. Pierre Stenier
Beroep, onderzoekers :
Dokters Céline en Laurence Dewachter
Foto
van links naar rechts:
Dr. Céline Dewachter,
Pr. Jean-Louis Leclerc
en Dr. Laurence
Dewachter
Ons Hart: het gaat hier eigenlijk om
twee dames vorsers, en wel om twee
zusters, die de Bernheimprijs kregen
om een gemeenschappelijk onderzoek,
iets wat dus niet vaak voorkomt! En dus
stellen we dadelijk de vraag: hoe kwamen jullie tot dit gemeenschappelijke
parcours?
Laurence Dewachter : Vader en grootvader waren arts, en dus zijn we opgegroeid in een omgeving waar gezondheidsproblemen centraal
stonden. Dat had zeker een invloed op de oriëntering van onze universitaire studies. Céline
(mijn jongste zus) koos voor geneeskunde. Ikzelf heb lang aan geneeskunde gedacht, maar
koos uiteindelijk voor de farmacie wegens het
strikte en experimentele aspect dat me toen al
boeide. Ik heb één jaar in de apotheek gestaan
en heb een goede herinnering aan de contacten
met de patiënten, maar heel snel had ik nood
aan een intellectueel meer verrijkende activiteit.
In 2003 ontmoette ik professor Robert Naeije
die me voorstelde een doctoraatsthesis te maken in samenwerking met een internationaal
vermaarde ploeg in het domein van pulmonale
hypertensie, namelijk de ploeg van professor
Serge Adnot en Dr. Saadia Eddahibi van het INSERM op de site van het Hôpital Henri Mondor
te Créteil in Frankrijk. Een opportuniteit die ik
dadelijk heb aanvaard en die een sleuteletappe
bleek te zijn in mijn parcours.
O.H. In vergelijking met de apotheek zal
dat wel een hele verandering geweest
zijn?
Laurence D. De lessen chemie en biochemie en
de vele praktische oefeningen die daarmee gepaard gingen tijdens mijn studies in de farmacie
bleken een heel goede voorbereiding voor mijn
onderzoekswerk in een labo, maar de verandering ten opzichte van de apotheek was totaal,
en dat was eigenlijk wat ik nastreefde. Na drie
jaar in het INSERM in de onderzoekseenheid
van professor Serge Adnot keerde ik terug naar
België en ging werken in het Laboratorium voor
Fysiologie van professor Robert Naeije aan de
Faculteit Geneeskunde van de Université Libre
de Bruxelles. Daar werkte ik verder aan mijn
7
Ons Hart 40 • januari 2014 •
UW GEZONDHEID
doctoraatsthesis in de biomedische en farmaceutische wetenschappen die ik uiteindelijk in 2009 verdedigde. Daarna kreeg
ik postdoctorale mandaten, eerst in een farmaceutische firma
en vervolgens aan het FNRS. Dat liet me toe mijn onderzoeksactiviteiten voort te zetten in het domein van de pulmonale
hypertensie en het rechterventrikelfalen, in het laboratorium
van professor Robert Naeije. In samenwerking met de Kliniek
voor Pulmonale Hypertensie onder leiding van Dr. Jean-Luc
Vachiéry, transponeerde ik naar Brussel wat ik in het INSERM
geleerd had. Daar vergaarden we pulmonale stalen tijdens de
transplantatie van patiënten met pulmonale hypertensie en
maakten hiermee vasculaire celculturen. Zo bestudeerden we
de mechanismen die instaan voor de ontwikkeling van deze
aandoening.
de samenwerking met de Kliniek voor Pulmonale Hypertensie
geleid door Dr. Jean-Luc Vachiéry waar ik de gelegenheid heb
gehad rechterhartkatheterisaties op patiënten uit te voeren,
heb ik beslist met te heroriënteren naar een specialisatie in
de cardiologie. Ik wens namelijk een professionele activiteit
uit te bouwen met zowel klinische praktijk, onderzoek en
onderwijs. Elk van die activiteiten moet bijdragen tot mijn algemene kennis en leiden tot nieuw onderzoek om de opvang
van de patiënten te verbeteren. Dit is zogenaamd translationeel onderzoek, want er is een link tussen het labo enerzijds
en het bed van de patiënt anderzijds, en ook omgekeerd.
O.H. En voor U, Céline, sta ons toe u bij uw voornaam
te noemen om u te onderscheiden van uw zus... uw
parcours was een weinig verschillend?
Laurence D. In internationale congressen staan we stilaan bekend als « The Sisters »! We zijn dus heel vaak samen voor ons
werk. Ons parcours en onze complementaire opleidingen zijn
een belangrijke troef voor ons translationeel onderzoek. Ik
hou me vooral bezig met het luik moleculaire en cellulaire biologie. Céline richt dan weer ons onderzoek op fysiologische
en klinische aspecten. Die praktijkgerichte aanpak behoedt
ons tegen studiewerk dat te academisch en ver van de medische realiteit zou zijn. Wij wensen de experimentele modellen ontwikkeld in het laboratorium te gebruiken om medicamenten te testen die misschien in de humane kliniek kunnen
worden gebruikt, in het bijzonder bij pulmonale (arteriële)
hypertensie, een situatie waarin de therapeutische middelen
nog beperkt zijn.
Céline D. Ik koos van meet af aan om geneeskunde te studeren. Mijn eerste contacten met het onderwijs in de fysiologie
en de onderzoeksactiviteiten in een laboratorium kwamen er
na een vraag van professor Robert Naeije tijdens mijn derde
kandidatuur om student-assistente te worden voor het geven van praktische oefeningen fysiologie en fysiopathologie
aan geneeskundestudenten. Dit werd een heel bijzondere
ervaring, waaraan die ik twee jaar spendeerde. En dus heel
natuurlijk kwam mijn vraag om op het einde van mijn studies geneeskunde een proefschrift te maken. Hierdoor kon
ik ongeveer zes maanden blijven in het Laboratorium voor
Fysiologie en Fysiopathologie van professor Robert Naeije.
Dit onderzoek had als thema de studie van de activering van
apoptose, dus de geprogrammeerde celdood of ‘cellulaire
zelfmoord’, onder meer in een model van persisterend acuut
rechterventrikelfalen wegens tijdelijke pulmonale hypertensie. Mijn diploma geneeskunde dateert uit 2006, en nadien
begon ik een specialisatie in anesthesie-reanimatie.
Na een jaar vorming in de kliniek, had ik de gelegenheid in
de ploeg te komen van professor Robert Naeije, eerst dankzij een beurs van de Fondation Erasme en vervolgens dankzij
een mandaat Aspirant FNRS waardoor ik onder de vorm van
een doctoraatsthesis in medische wetenschappen het onderzoekswerk kon voortzetten dat ik begonnen was tijdens
mijn proefschrift. Daar zag ik ook mijn zus Laurence terug,
die zopas terug was van het INSERM en dus al werkte in het
domein van de pulmonale hypertensie. Op dat ogenblik kwamen door een ongelooflijk toeval onze wegens samen. Een
héél gelukkig toeval! Laurence hielp me de biologische technieken meesteren die ze tijdens haar parcours geleerd had
en ik leidde haar doorheen de fysiologie en de meer klinische
aspecten. Verleden jaar verdedigde ik mijn doctoraatsthesis
in de medische wetenschappen en het is dat werk dat ons de
Bernheimprijs opleverde, en wel voor ons gemeenschappelijk
werk. Om samen verder te kunnen vorsen en als gevolg van
8
• Ons Hart 40 • januari 2014
O.H. Twee zussen die een belangrijke prijs krijgen om
gemeenschappelijk onderzoek, dat is niet banaal! We
vermoeden dat jullie het goed met elkaar vinden?
Céline D. Mijn zus vergeet te zeggen dat die intellectuele
complementariteit in ons werk berust op een uitstekende verhouding op affectief vlak, iets wat niet steeds het geval is in
eenzelfde familie. In deze context geven we grif toe dat de
Bernheimprijs een heel bijzonder vreugdemoment was. 
Dr. Pierre Stenier
Journalist
Lees het volledige interview van de dokters Dewachter op onze
website www.hart-chirurgie-cardiaque.org in de rubriek "Portretten van vorsers"
van theorie tot
praktijk
Met je hart op reis
R
eizen is nog nooit zo simpel geweest, en
haast iedereen doet het. Terwijl u dit artikel leest, vertoeven 500.000 personen
ergens in het luchtruim in één of ander vliegtuig.
In 2011 waren er ongeveer 30 miljoen commerciële vluchten, goed voor 2,8 miljard passagiers.
Dit cijfer wordt geschat op 3,3 miljard voor 2014.
Zo krijgen we de indruk dat elk jaar ongeveer de
helft van het mensdom... vliegt! Deze tendens
keert wellicht niet meer om. Er zijn 200 miljoen
commerciële vluchten voorzien per jaar voor
2020, dus 380 vluchten per minuut! Statistieken
over lange afstandsverplaatsingen met de auto,
de trein of de boot zijn even indrukwekkend. De
Wereldorganisatie voor Toerisme meldt dat er in
2013 ongeveer 1,1 miljard toeristen in het buitenland waren, goed voor een stijging van 5% ten
opzichte van 2012. Een bijkomende groei is voorzien van 4 à 4,5 % in 2014.
Is dat allemaal goed voor de gezondheid? Is er een
cardiaal risico? Kan je ziek zijn en toch reizen? Het
antwoord op deze vragen vindt u in dit artikel dat
in drie opeenvolgende nummers van Ons Hart zal
worden gepubliceerd (maart, juni, september).
1. Cardiaal risico bij reizen
Een lange reis gaat gepaard met emoties, vermoeidheid en
inspanningen. Ook al is het moderne transport vaak comfortabel, toch kan je dit vergelijken met de stress die het
lichaam ondervindt wanneer je opnieuw begint te sporten.
Er is dus een cardiaal risico aan gebonden. Kan een medisch
onderzoek dit risico verkleinen?
Vóór de leeftijd van 35 jaar zijn fysieke inspanningen geassocieerd met zeldzame gevallen van plotse dood veroorzaakt door congenitale anomalieën zoals hypertrofische
cardiomyopathie (abnormaal gezwollen hartspier), rechterventrikelcardiomyopathie (structurele anomalie van de
rechterventrikel) of het lange Q-T-syndroom (hartgeleidingstoornis). Diagnose is mogelijk via echocardiografie
of elektrocardiografie, maar de zeldzaamheid van deze
aandoeningen maakt detectie via systematische preventieprogramma’s haast onmogelijk. Zo is het rendement van
echocardiografie voor de diagnose van asymptomatische
hypertrofische cardiomyopathie één positief resultaat voor
200.000 negatieve. Anders is de situatie met alarmsymptomen, zoals malaise bij inspanning, ongewone kortademigheid of bewustzijnsverlies. In een dergelijk geval zijn een
medische raadpleging met klinisch onderzoek, elektrocardiogram en, ingeval van twijfel, een echocardiografie duidelijk gewettigd.
Na de leeftijd van 35 jaar is coronair lijden de eerste oorzaak
van een cardiaal accident bij inspanning of emotie. Deze aandoening wordt veroorzaakt door sclerose van de coronaire
arteriën, die vernauwen en zelfs obstrueren, met pijn in de
borst, angina pectoris, of zelfs hartinfarct in ernstige gevallen. Risicofactoren voor coronaropathie zijn sedentair leven,
overgewicht, mannelijk geslacht, tabak, stress op het werk
of thuis, hypercholesterolemie, diabetes en arteriële hypertensie. Deze risicofactoren zijn frequent, maar asymptoma9
Ons Hart 40 • januari 2014 •
Fig. 1
Tabel 1. Vragenlijst vóór wie op reis wenst te gaan
1. Heeft uw arts weet van enig cardiaal probleem?
2. Hebt u pijn in de borst bij inspanning?
3. Hebt u in de afgelopen maand pijn of ongemak in de borst gevoeld?
4. Hebt u evenwichtstoornissen, hebt u het bewustzijn verloren of was u duizelig?
5. Bent u snel buiten adem?
6.Hebt u last van bot- of gewrichtsproblemen die kunnen verergeren door fysieke activiteit?
7. Neemt u medicamenten voor uw hart of voor uw bloeddruk?
8. Lijdt u aan diabetes?
9. Heeft uw arts weet van een respiratoir probleem?
10.Is er volgens u een andere reden die u zou kunnen aanzetten om niet met verlof te gaan?
11. Bent u ouder dan 70 jaar?
Inspannings ECG op rolmat (ECG).
Het inspanningstracé wijst op
ST-daling, suggestief voor de
diagnose van angina pectoris
Fig. 2
Inspanningsrevalidatie onder medische
supervisie na een myocard-infarct.
Rust
Een medisch onderzoek is aangeraden indien een of meerdere vragen positief worden beantwoord.
S-T daling
PR-interval
tische coronaropathie is te zeldzaam en de niet invasieve
onderzoeken onvoldoende doeltreffend. Het rendement
van systematische screening zou dus een niet realistische
winsten/batenverhouding hebben. Het eerste keuze nietinvasief onderzoek voor de diagnose van coronaropathie
is inspanningsechocardiografie. Maar dit onderzoek zou
slechts positief zijn in één geval op 10.000. Het rendement
van dit onderzoek neemt echter aanzienlijk toe bij personen
die een thoracaal zwaartegevoel of pijn in de borst hebben,
pijn in de kaken of de linkerarm bij inspanning of emotie, en
die cardiovasculaire risicofactoren vertonen. Vandaar het
nut van een cardiologisch onderzoek in aanwezigheid van
symptomen die doen denken aan coronaropathie en/of risicofactoren bij een patiënt ouder dan 35 jaar. Het preventief
medisch onderzoek kan gebeuren op basis van een vragenlijst (zie boven) die aan de patiënt wordt overhandigd.
Indien uw arts na het klinische onderzoek en elektrocardiografie onderzoek in rust coronaropathie vermoedt, ondergaat u best een inspanningselektrocardiogram. Dit onderzoek is positief indien de inspanning zorgt voor ongemak,
zwaartegevoel in de borst, of pijn in de borst met uitstraling naar de kaken of de linkerarm met anomalieën op het
ECG waarvan de meest frequente een ST-daling is.
Onrust vóór de reis kan onbewust in verband staan met
een min of meer ernstige onderliggende coronaropathie.
Ingeval van twijfel is een inspanningselektrocardiografie
aangewezen. Indien de geplande reis lang duurt, vermoeiend is en fysieke inspanning vergt, kan het aangewezen zijn op zijn minst een inspanningsproef met elektrocardiografie uit te voeren bij mannen ouder dan 45
10
• Ons Hart 40 • januari 2014
Inspanning
QT-interval
jaar of bij vrouwen ouder dan 55 jaar met twee of meer
cardiovasculaire risicofactoren.
Dit onderzoek zal liefst kaderen is een ruimer medisch
onderzoek om informatie te krijgen over specifieke hygiënische en preventieve maatregelen voor het bezochte
gebied.
worden goed verdragen, en ook verplaatsingen met de
trein of de auto, tot 2500 m hoogte.
Coronaire angioplastiek, waarmee coronaire arteriën
terug permeabel worden gemaakt tijdens een hartkatheterisatie, is verenigbaar met het snel hernemen van
fysieke activiteit.
2. Voorgeschiedenis met cardiale problemen
Geopereerde hartpatiënten
Symptomen van een cardiale aandoening zoals pijn in
de borst, kortademigheid en oedeem zetten niet aan om
te reizen. Ernstig zieke hartpatiënten of patiënten met
onstabiele pathologie riskeren niet grif verplaatsingen
die kunnen leiden tot ongemak en symptomen. Maar er
zijn patiënten met weinig of geen symptomen die nog
steeds zin hebben om te reizen. Wat dan? Laten we even
de voornaamste cardiale contra-indicaties om te reizen
op een rijtje zetten. Er zijn er bijna geen, en zelden zijn
ze absoluut.
Inspanningen worden afgeraden de eerste 6 maanden
na een cardiale ingreep indien er een sternotomie heeft
plaatsgevonden (dit is het openen van de thorax via een
insnede in het sternum). Zonder sternotomie is hervatting van een normale activiteit meestal mogelijk, maar dit
hangt af van de ingreep en is dus te bespreken tijdens een
raadpleging met de hartchirurg.
Myocardinfarct
Stress en fysieke inspanningen die verschillen van een
readaptatieprogramma onder supervisie zijn afgeraden de
eerste 6 maanden na een myocardinfarct of chirurgie voor
coronaire revascularisatie (fig. 2).
Angina pectoris
Angina pectoris wordt vaak goed gecontroleerd met een
medische en/of chirurgische behandeling. Toch is een
bezoekje bij de cardioloog geraden om zich hiervan te
vergewissen. De grootste voorzichtigheid is geboden bij
elke omstandigheid die symptomen uitlokt, zoals fysieke
inspanning, hoogte, koude of wind. Vliegtuigreizen
Pulmonale hypertensie
Pulmonale hypertensie is een abnormale toename van de
arteriële pulmonale druk. Dit komt zelden geïsoleerd voor. Er
is dan sprake van ‘pulmonale arteriële hypertensie’. Ze kan
diverse cardiale en longaandoeningen compliceren, zoals linkerhartfalen of chronische bronchitis. Het meten van de pulmonale arteriële druk is niet mogelijk via een bloeddrukmeter
aangezien de pulmonale arteriën zich in de thorax bevinden.
De diagnose van pulmonale arteriële hypertensie vergt een
hartkatheterisatie, maar deze aandoening kan opgespoord
of ingeschat worden via echocardiografie. Hoogte of een
vliegtuigreis kunnen pulmonale hypertensie verergeren, als
gevolg van de vermindering van zuurstofvoorziening die leidt
tot constrictie van de longvaten. In een vliegtuig wordt de
luchtdruk aangepast aan een hoogte van ongeveer 2400 m.
Toch verdragen de meeste patiënten met pulmonale hypertensie goed een vliegtuigreis, zelfs zonder zuurstofsupplementen. Voor een reis met de auto of per trein wordt hen
echter de raad gegeven niet hoger te gaan dan 2500 à 3000
m en geen inspanningen te leveren op die hoogte.
Systemische arteriële hypertensie
Arteriële hypertensie is een abnormale toename van de
bloeddruk in systemische arteriën. Meestal is ze asymptomatisch (dat willen zeggen dat de patiënten dit niet voelen).
Dit is een frequente aandoening. Ongeveer 10 à 15 % van
de bevolking lijdt aan arteriële hypertensie. Arteriële hypertensie wordt gemeten met een bloeddrukmeter, meestal ter
hoogte van de arteria brachialis (arm) of de arteria radialis
(pols).
De bloeddruk wordt gedefinieerd aan de hand van twee
cijfers die overeenkomen met de maximale of ‘systolische’
bloeddruk en de minimale of ‘diastolische’ druk. De diagnose van arteriële hypertensie berust op het driemaal
meten na 10 minuten rust in lighouding. Cijfers van › 140
mmHg voor de systolische en › 90 mmHg voor de diastolische druk zijn positief.
Soms is de bloeddruk hoog bij de arts en normaal in het
alledaagse leven. Dit heet dan ‘witteboordhypertensie’.
De toename van de bloeddruk is het gevolg van stress op
de raadpleging en is niet abnormaal. Dit betreft ongeveer
één vierde van de patiënten met een diagnose van hypertensie. Soms is de bloeddruk te hoog in het alledaagse
leven, maar normaal bij de arts. Die ‘verborgen’ hypertensie, alsook de witteboordhypertensie, vergen een objec11
Ons Hart 40 • januari 2014 •
UW GEZONDHEID
van theorie tot
praktijk
Deze voedingsmiddelen
die "spreken" cholesterol
Fig. 3 tieve meting door het registreren van de arteBloeddrukmeting
door plaatsing van
een manchet om
de arm (links) of de
pols (rechts) bij een
hypertensiepatiënt
riële druk gedurende 24 uur. Monitoring van de
druk gedurende 24 uur brengt een zekerheidsdiagnose. Dit is heel nuttig voor het aanpassen
van de behandeling die vaak een combinatie
van meerdere medicamenten vergt.
Arteriële hypertensie is een belangrijke risicofactor voor hartinfarct, CVA en hartdecompensatie. De arteriële hypertensie moet behandeld
worden als de bloeddrukwaarden hoger liggen
dan 160/95 mmHg in afwezigheid van een
andere risicofactor of complicaties, en 140/80
mmHg bij diabetespatiënten en/of na een CVA.
Normalisatie van de bloeddruk via een medicamenteuze behandeling laat toe het cardiovasculaire risico te reduceren tot dat van een
populatie met een normale bloeddruk. Het is
verkieslijk geen reis aan te vatten zonder optimale controle van de bloeddruk.
Harttransplantaties
Harttransplantatiepatiënten kunnen reizen mits
strikte medische opvolging, inachtnemen van
de immunosuppressieve behandeling en een
goede hygiëne. Immuun gedeprimeerde patiënten zijn gevoelig voor infecties en moeten zich
dus hoeden voor insectenbeten (vliegenraam,
anti muggenlotion, aangepaste kledij…), contact met wilde dieren, slecht gereinigde voedingstoffen of keukengerei, en omstandigheden
12
• Ons Hart 40 • januari 2014
waarin persoonlijke hygiëne niet gegarandeerd
is. Harttransplantatiepatiënten passen zich
langzaam aan aan ‘dynamische’ inspanningen (wandelen, lopen, zwemmen…) en verdragen moeilijk inspanningen tegen weerstand
(gewichten heffen bijvoorbeeld).
Sportief reizen
Behoudens zeldzame gevallen beoefenen
de meeste cardiovasculaire patiënten een of
andere fysieke inspanning. Sport wordt zelfs
beschouwd als een adjuvante therapie van
arteriële hypertensie. Patiënten die een hartoperatie ondergingen en hartdecompensatiepatiënten genieten revalidatieprogramma’s
met fysieke training. Sport en reizen, maar
zonder te overdrijven in vergelijking tot de
fysieke inspanningen van het gewone dagelijkse leven, is dus toegestaan en wordt zelfs
aangeraden. 
Dr. Robert Naeije,
Consultant Dienst Cardiologie,
Universitair Hospitaal Erasmus, Brussel
In het volgende nummer van Ons Hart bespreekt
Professor Robert Naeije nog andere medische
problemen in verband met het reizen.
D
eze verlagen niet zomaar het cholesterolgehalte! De verwijzing naar een effect
op het cholesterolgehalte wordt voortaan
beschouwd als een gezondheidsclaim en moet
beantwoorden aan welbepaalde criteria, die zijn
vastgelegd in de Europese reglementering.
Voeding is van invloed op het cholesterolgehalte in het
bloed, met name vanwege de voedingskenmerken die
eigen zijn aan bepaalde voedingsmiddelen. Maar om te
beweren dat een voedingsproduct effect heeft op het
cholesterolgehalte, moet het aan welbepaalde criteria
voldoen vereist door de Europese reglementering op
gezondheidsclaims. Het feit dat een voedingsproduct
geen cholesterol bevat is, in tegenstelling tot wat men
enkele jaren geleden dacht, niet meer een criterium dat
in aanmerking wordt genomen om te zeggen dat een
voedingsproduct het cholesterolgehalte doet dalen. Het
organisme zal zijn eigen cholesterolaanmaak gaan aanpassen afhankelijk van de hoeveelheid cholesterol aangevoerd door het genuttigde voedsel. Echter, andere
voedingsbestanddelen kunnen ervoor zorgen dat er
een wijziging plaatsvindt in het cholesterolgehalte, in
opwaartse of neerwaartse richting, en kunnen zelfs
inwerken op de « goede » en/of « slechte » cholesterol
(respectievelijk HDL en LDL). Dit geldt met name voor verzadigde vetten (dierlijk vet, palmolie…), die ervoor zorgen
dat het cholesterolgehalte stijgt, terwijl de onverzadigde
vetten (de meeste plantaardige vetten en producten die
dit soort vetten bevatten evenals noten en granen) juist
het omgekeerde effect hebben. Het is overigens om die
reden dat sommige voedingsmiddelen zoals schaal- en
schelpdieren, niet meer afgeraden worden, aangezien
hun laag gehalte aan verzadigde vetten een compensatie
vormen voor hun hoog cholesterolgehalte.
Minder verzadigde en meer onverzadigde
Eén van de criteria om het effect van een voedingsproduct op het cholesterolgehalte te evoceren, heeft betrekking op de aard van de lipiden of vetten die het bevat.
Doordat een voedingsproduct minder verzadigde vetten
bevat, of meer onverzadigde vetten van ten minste 30 %,
kan worden gezegd dat het « bijdraagt tot de handhaving
van een normaal cholesterolgehalte ». Opgelet, het gaat
daarom nog niet om een voedingsproduct dat het cholesterolgehalte op zich verlaagt, maar het geldt eerder ter vergelijking voor hetzelfde voedingsproduct dat niet minder
verzadigde vetten en/of meer onverzadigde vetten bevat.
We mogen dus niet datgene uit het oog verliezen waar
het feitelijk om draait: namelijk de som van alle vetten in
onze voeding en niet zozeer de kenmerken van het een of
andere afzonderlijke voedingsproduct. Bovendien treedt
er in bepaalde voedingsproducten geen verandering op
in het vetprofiel, terwijl ze anderzijds wel van nature interessante eigenschappen bevatten. Dit geldt voor noten,
hazelnoten, amandelen e.d. … die van nature rijk zijn aan
onverzadigde vetten en bekend staan als uitstekend voor
de gezondheid van ons hart en onze bloedvaten. Of nog
olijfolie, één van de hoofdingrediënten van de mediterrane keuken, gebruikt voor zowel het op smaak brengen
als voor het bakken.
Omega-6 en omega-3
Al bezit olijfolie talrijke troeven, toch kenmerkt olijfolie
13
Ons Hart 40 • januari 2014 •
n i euws
zich niet speciaal door een effect op het cholesterolgehalte.
Daarenboven bevat olijfolie maar zeer weinig omega-3, een
onmisbare vetstof die elders moet worden gezocht, zoals
in koolzaadolie, noten en vis. Sommige oliën of producten
op basis van oliën (zonnebloem, maïs) zijn, wat betreft verlaging van het cholesterolgehalte, doeltreffender dan olijfolie. Echter, antioxidanten die vooral worden aangetroffen
in eerste kwaliteit olijfolie, kunnen er prat op gaan LDL-cholesterol te beschermen tegen oxidatie, wat gunstig is voor
de gezondheid van onze bloedvaten.
Vezels en fytosterolen
Voedingsvezels vormen een grote familie van bestanddelen
die terug te vinden zijn in planten en hebben niet allemaal
dezelfde eigenschappen. Sommige, zoals tarwezemelen
(volkorenbrood, volle rijst) zijn vooral doeltreffend voor een
gemakkelijke spijsvertering. Weer andere, zoals betaglucanen die worden aangetroffen in haver, hebben een erkend
- alhoewel matig - effect op het cholesterolgehalte. Havervlokken kunnen dus in deze zin een claim gebruiken met
betrekking tot cholesterol. Hetzelfde geldt voor de pectine
van vruchten (appelen…), maar men zou heel wat appelen
moeten eten, wil het enig effect van betekenis hebben.
Sommige voedingsmiddelen zijn verrijkt met fytosterolen of
fytostanolen om daarmee een verlagend effect uit te oefenen op het cholesterolgehalte. Deze fytosterolen zijn op de
een of andere manier de plantaardige tegenhanger van dierlijke cholesterol. Ze wedijveren met cholesterol tijdens de
opname in de darmen. Ze worden van nature aangetroffen
in granen, peuldragers en niet-geraffineerde oliën, maar in
onvoldoende hoeveelheden om tot een aanzienlijke daling
van het cholesterolgehalte te leiden. De voedingsstoffen
verrijkt met sterolen/stanolen (zoals sommige margarinesoorten en gegiste melk (karnemelk) kunnen het cholesterolgehalte met ongeveer 10% doen dalen.
Chinese noedels
met avocado en
gemarineerde zalmblokje
Voor 4 personen
D
ankzij uw steun draagt het Fonds bij tot de vooruitgang
van de medische en chirurgische cardiologie en biedt het
financiering voor onderzoek.
Ingrediënten
• 250 g Chinese eiernoedels
• 400 g zalmfilet
• 2 avocado’s
• Jus van een halve citroen
• 1 bosje waterkers
• 3 eetlepels sojasaus
• 1 eetlepel fish-sauce
Dankzij het toegenomen aantal legaten zijn onze inkomsten
aanzienlijk gestegen. De omvang van de giften is constant met
evenwel een unieke en uitzonderlijke gift, als aanvulling. Onze
financiële producten nemen toe.
Bereidingswijze
• Snijd de zalm in blokjes en leg ze voor de marinade in een mengsel van sojasaus en fish-sauce.
• Snijd de avocado’s in tweeën en maak met
behulp van een speciale bolletjeslepel wat
avocadobolletjes. Voeg het citroensap toe om te
vermijden dat ze zwart worden.
• Was de waterkers eerst zorgvuldig met wat azijnwater en daarna met schoon water, laat uitleken
en maak de blaadjes los.
• Kook de noedels door de instructies te volgen.
Laat de noedels uitlekken, leg ze in de pan
samen met de zalmblokjes, de bolletjes avocado
en de blaadjes waterkers.
• Houd de pan gedurende 1 minuut op het vuur
onder voortdurend roeren en dien daarna op.
Globale visie
Suggestie
Al zijn de claims betreffende het cholesterolgehalte voortaan omkaderd door de Europese reglementering, toch mag
geen enkel voedingsproduct met etikettering van dit soort
claims worden beschouwd als een unieke remedie voor een
te hoog cholesterolgehalte. Deze voedingsmiddelen vervangen immers niet de principes van een gezonde voeding voor
hart en bloedvaten, d.w.z. een eetpatroon met voldoende
groente en fruit, volgranen, vis, plantaardige olie en minder
dierlijke vetten, zoetigheden, snacks en kant-en-klaar
maaltijden. Integendeel, hun effect op cholesterol versterkt
alleen nog maar een gezonde en evenwichtige voeding. En
laten we daarbij niet vergeten dat ook lichaamsbeweging
belangrijk is, want enerzijds werkt dit goede cholesterol in
de hand en anderzijds draagt dit bij aan gewichtscontrole,
iets wat het handhaven van een normaal cholesterolgehalte
alleen maar ten goede komt! 
Nicolas Guggenbühl
U kunt de zalm ook vervangen door tonijn en
waterkers door postelein of rucola.
Voedingsdeskundige
www.topicgezondheid.be
14
• Ons Hart 40 • januari 2014
Dankzij uw steun in 2013
Naar wens van onze Raad van Bestuur blijven de uitgaven
onder controle en wijken niet af van de inflatie en de kosten
van levensonderhoud. Onder de talrijke voorstellen die ons
wetenschappelijk Comité binnenkreeg, heeft het de meest
veelbelovende onderzoeksprojecten geselecteerd. Hiervoor is
een provisie van 350.000 € vrijgemaakt voor een eerste fase als
ondersteuning van het onderzoek. Dit alles is het resultaat van
de vrijgevigheid en trouw van onze donateurs.
Hierbij willen wij hen dan ook hartelijk danken!
1.418.000
inkomsten in €
Donaties
486.000
Legaten
869.200
Financiële inkomsten
63.000
uitgaven in €
616.360
Fondsenwerving
70.570
Preventie en information
93.500
Steun aan wetenschappelijk onderzoek
Administratie
372.000
80.290
Verschil inkomsten/uitgaven
(reserve voor toekomstig onderzoek)
801.640
Voor een samenvatting van ons jaarverslag (balans en resultatenrekening), raadpleeg onze website www.hart-chirurgie-cardiaque.org .
inkomsten
Financiële inkomsten 4 %
Donaties
34 %
Legaten
62 %
uitgaven
Administratie
6 %
Fondsenwerving
5 %
Preventie
en informatie
7 %
Uitgesteld
onderzoek
56 %
Onderzoek
26 %
Voedingssamenstelling per portie
• Energie kcal/ kJ
• Vetstoffen
• Verzadigde vetzuren
• Koolhydraten
• Suikers
• Eiwitten
• Vezels
597/2510
33,3 g
9,2 g
46 g
3g
28,5 g
4,9 g
Wat betreft voedzaamheid
Dit is een volwaardig gerecht dat wordt
gekenmerkt door de kwaliteit van de vetstoffen:
de enkelvoudig, onverzadigde vetten van avocado
en de waardevolle omega-3-vetzuren van zalm.
Onze nieuwe website is on-line
U wordt een overzicht geboden van veelbelovende wetenschappelijke onderzoeksprojecten, onder leiding van de meest vooraanstaande onderzoekers
van ons land en gefinancierd dankzij uw giften! Vertel anderen over de recente vooruitgang die het cardiovasculair onderzoek heeft geboekt in België:
www.hart-chirurgie-cardiaque.org
15
Ons Hart 40 • januari 2014 •
Om vooruitgang te boeken, kan het onderzoek niet zonder u!
S
inds zijn oprichting in 1980, was de eerste activiteit van het Fonds voor Hartchirurgie de steun aan het
onderzoek ter verbetering van de kennis en de behandeling van aangeboren hartafwijkingen, verworven
kransslagaderaandoeningen, klepaandoeningen, hartritmestoornissen en hartfalen.… Ondanks grote vooruitgang, blijft er toch nog veel te doen. Artsen en onderzoekers staan voor nieuwe uitdagingen, die voortdurend
vragen om aanzienlijke middelen en ruime steun aan het Fonds.
U kunt
het Fonds steunen
door
>e
en gift te doen, via een storting of een doorlopende betalingsopdracht op IBANrekeningnummer
BE15 3100 3335 2730
BIC: bbrubebb
w gift is fiscaal aftrekbaar*
U
> een legaat
Steun aan onze acties d.m.v. een donatie kan voordelig zijn voor uw erfgenamen. Uw notaris kan u
kosteloos inlichten over de te volgen procedure.
> Ambassadeurschap
Spreek uw relaties aan over de acties van het
Fonds, signaleer de activiteiten van het Fonds bij
belangrijke evenementen (verjaardag, huwelijk, geboorte, overlijden, …) en suggereer aan uw naasten
een gift ten gunste van het Fonds te doen.
Welke formule u ook kiest,
wij zijn u uiterst dankbaar!
* Om recht te geven op een belastingsverlaging
Het Fonds voor Hartchirurgie
onderschrijft
de
Ethische Code van de VEF.
Dit houdt in dat donatoren,
medewerkers en personeelsleden tenminste één keer per
jaar op de hoogte worden
gebracht hoe de verworven
fondsen werden aangewend.
van 45% van het geschonken bedrag, moeten
giften voortaan minstens 40 € per kalenderjaar
bedragen. Een fiscaal attest wordt u in maart van
het volgende jaar toegestuurd.
Voor meer inlichtingen
02 644 35 44
[email protected]
In ons volgende nummer: aanleiding van het artikel "Met je hart op reis"
Verantwoordelijke uitgever: Prof. Jean-Louis Le Clerc, Tenbosstraat 11, 1000 Brussel