Verslag 1e fysieke overlegtafel 24-4-2014

Verslag 1e Fysieke overlegtafel BOV
Datum: 24 april 2014
Tijd: 9:30-12:30 uur
Locatie: Wijkgebouw D’n Uitwijk, Wal
154, 5501 HP Veldhoven
Aanwezigen:
-
Jeroen Zegveld (Bizob, voorzitter)
Miriam Hoefmans (Bizob)
Inge Scherpenzeel (gemeente Best)
Marlène van Leuken (gemeente Oirschot)
Coen van Hoorn (gemeente Veldhoven)
Joey de Graaf (gemeente Veldhoven, notulist)
-
Puck van Bon (Lumens Groep)
Edwin van Helvoort (Cello)
Yvonne den Exter (SWZ)
Kees Brugmans (WSD)
Hans van de Lem (cliëntvertegenwoordiger)
Jo Gloudemans (Labyrint Zorg en Werk)
Bart in ’t Groen (GGzE)
Guus Janssen (Amarant Groep)
Jan van Hoof (Severinus)
Caroline Schipper (Lunet zorg)
Bart Beerens (RSZK)
Judith van de Belt (Stimulans)
Arnold Vosters (Joris Zorg)
Stijn Smulders (Wilton’s Hof)
Lisette van Druenen (Archipel)
Annet van Straaten (Zuidzorg – Thuisbegeleiding)
1. Opening en mededelingen
Jeroen Zegveld opent de overlegtafel.
Hij geeft aan dat deze overlegtafels als doel hebben met inbreng van iedereen tot een
overeenkomst te komen en dat daarbij de kwaliteit geborgd wordt.
De vraag aan de zorgaanbieders om de basisovereenkomst te tekenen en te versturen
naar Bizob.
2. Voorstelronde, introductie en verwachtingen omtrent het proces
Het inkoopteam van de BOV gemeenten, bestaande uit de medewerkers van Bizob en
de ambtenaren van de drie gemeenten stellen zich voor. Vervolgens stellen de
aanwezige organisaties en de clientvertegenwoorders zich voor.
Daarbij geeft iedereen de verwachtingen aan van de komende overlegtafels, hieronder
een aantal genoemde verwachtingen:
- Open, transparant en kansen benutten
- Meer efficiënt organiseren
- Een bijdrage leveren door expertise
- Constructieve samenwerking
- In een krimpende markt een goed product neerzetten
- Laagdrempeligheid is belangrijk
- De opdracht die er ligt, goed uitvoeren
- Dit regelen met minder bureaucratie
- Actief meewerken om burgers in hun eigen kracht te laten
- Specialistisch waar noodzakelijk
- Op een goede manier de eigen belangen bij elkaar brengen
- Nieuwe manieren van samenwerken zoeken
- Innovatief zijn
- Een ‘zachte landing’ verzorgen voor mensen waarvoor de regeling verandert
- Zorgen dat de burger er zo min mogelijk van merkt
- Over de grenzen van de eigen organisatie durven kijken
3. Toelichting op samenwerking / aanpak BOV-gemeenten
Door: Inge Scherpenzeel
Er is sprake van samenwerking tussen de gemeente Best, Oirschot en Veldhoven op
het Sociaal Domein breed, waaronder de decentralisatie van AWBZ naar WMO en
binnen het organiseren van de toegang.
Het zijn wel echt drie verschillende gemeenten, met ieder een eigen aanpak. Niet
zoals bijvoorbeeld bij de Kempen-gemeenten als één samenwerkingsverband (en één
uitvoeringsorganisatie).
De inkoop voor WMO wordt gezamenlijk gedaan en met betrekking tot de toegang
zullen de drie gemeenten gezamenlijk een specialistenteam opzetten.
Reacties vanuit de zorgaanbieders op de samenwerking tussen de drie gemeenten:
- Wat is het verschil met de samenwerking tussen andere gemeenten in de
regio? Antwoord: De verschillen zitten voornamelijk in het voorliggende veld,
maar niet in de 2e lijn, waarvoor we hier aan tafel zitten.
- Er worden vanuit de zorgaanbieders en welzijnsinstellingen zorgen geuit over
de te vormen wijkteams en de lijn van wijkteam naar specialistenteam. We
gaan daarin uit van de hulpvraag. Bij de WIJteams in Eindhoven komt naar
voren hoe complex problematiek soms is en de teams hebben daar een
toestroom aan nieuwe klanten gekregen waardoor ze over lopen met werk.
Voor professionals is het vaak een zoektocht. Er zullen hier snel heldere
procedures voor moeten komen. Er kan gebruik gemaakt worden van het feit
dat andere gemeenten hier al eerder mee begonnen zijn, de BOV gemeenten
kunnen daarvan leren. Per 1 januari 2015 moeten we ervoor zorgen dat de
wijkteams in Best, Veldhoven en Oirschot ook klaar zijn voor de nieuwe
klanten.
4. Bespreekpunten overlegtafels
Inge Scherpenzeel: Uitleg per bespreekpunt voor de komende overlegtafels:
•
Eigen kracht: oplossingen in eerste instantie bij burger en netwerk, collectief
waar kan, individueel waar moet, innovatie. Welke ideeën en goede
voorbeelden zijn er, waar liggen de kansen, wat is er anders te organiseren
met behulp van het voorliggende veld en eigen kracht en wat niet? Welke
kansen liggen er in het combineren van doelgroepen?
• Vernieuwing bijvoorbeeld in dagbestedingsactiviteiten: Hoe kunnen cliënten
met hun dagbestedingsactiviteiten iets ‘terug doen’ voor de samenleving (bijv.
verstandelijk gehandicapten die als dagbesteding boodschappen doen voor
ouderen), hoe kunnen de activiteiten zichtbaar worden gemaakt.
• Hulpvraag centraal: hoe kunnen we ervoor zorgen dat inderdaad de
hulpvraag en niet het aanbod centraal staat. En hoe kunnen we ervoor zorgen
dat cliënten weten waaruit ze kunnen kiezen en een goede, meest passende
keuze kunnen maken.
• Bekostiging: we gaan geen volume afspraken maken en willen sturen op de
resultaten die met de cliënt behaald worden. Welke bekostigingsmethodiek ligt
dan voor de hand? En wat zijn dan de kansen van vormen als
persoonsvolgende bekostiging?
• Kwaliteit: binnen de AWBZ gelden er allerlei kwaliteitseisen waaraan
zorgaanbieders moeten voldoen. Binnen de Wmo zijn de gemeenten vrij om te
bepalen welke kwaliteitsindicatoren worden gebruikt. Hoe zouden we de
kwaliteit het beste kunnen borgen nu we de vrijheid hebben hier zelf keuzes in
te maken. Garanderen certificaten zoals HKZ daadwerkelijk de kwaliteit of zijn
er ook andere manieren? Kwaliteit gaat niet in alleen organisatorische eisen
(HKZ) maar ook productspecifieke (groepsgrootte, opleidingsniveau) en
procesresultaat (doorstroom naar groep, trapje stijgen op de participatieladder,
gelijk blijven op ZRM).
• Toegang: gemeenten
(of wijkteam) maken
met de
cliënt een
ondersteuningsplan waarin staat welke resultaten de cliënt wil bereiken en
welke ondersteuning hiervoor nodig is. Vervolgens wordt deze ondersteuning
‘ingevlogen’. Een vraagteken hierbij is wie bepaalt hoe de ondersteuning er
exact uit komt te zien. Wordt dit al volledig in het ondersteuningsplan
beschreven of gaat de cliënt hiervoor bijv. in gesprek met de aanbieder waar
hij zijn ondersteuning wil afnemen. Hoe regelen we dit het beste? Volgt deels
ook uit keuze voor bekostiging bijv. resultaatgericht.
• Vervoer en voeding: bij een indicatie voor dagbesteding zit nu standaard een
indicatie voor vervoer. Dit is mogelijk niet altijd nodig. Ook hierbij geldt dat we
mogelijk meer gebruik kunnen maken van eigen kracht. Welke ideeën zijn
hiervoor. Verder wordt dit vervoer nu door elke zorgaanbieder geregeld. Is dit
wenselijk of zouden we naar een meer collectieve oplossing (vergelijkbaar met
Taxbus) moeten. En in welke gevallen gaan we vervoer vergoeden. Duidelijk is
in elk geval dat we zoveel mogelijk inzetten op dagbesteding in de eigen
gemeente.
• Kortdurend verblijf: voor welke doelgroepen moeten we dit mogelijk maken.
Is hier ook ruimte voor innovatie?
• Afstemming met ander vormen van ondersteuning, o.a. Jeugd (overgang
18- naar 18+) en participatie (beschut werk): Bespreekpunten: hoe zorgen we
•
•
voor een goede overgang vanuit Jeugdwet naar de Wmo. En kunnen we slimme
combinaties maken tussen (arbeidsmatige) dagbesteding en beschut werk.
Verantwoording: Hierbij gaat het om info aan de hand waarvan de gemeente
kan bepalen of de aanbieder voldoet aan de eisen/resultaatafspraken die
gemaakt zijn en info om aan te tonen dat de gecontracteerde dienst/het
afgesproken resultaat daadwerkelijk is geleverd zodat de gemeente de
rechtmatigheid van haar uitgaven kan aantonen. Welke afspraken maken we
hierover?
Producten/diensten: Als we gaan voor resultaatgerichte financiering, wat
zijn dan de producten/diensten/arrangementen?
In deze volgorde wil het inkoopteam graag de onderwerpen aan bod laten komen. Wat
mist er nog voor de zorgaanbieders, welzijnsinstellingen cliëntvertegenwoordigers?
• Communicatie: Op welke manier de burgers geïnformeerd gaan worden. Dit
wordt als een apart bespreekpunt toegevoegd
• Cliëntenparticipatie: En dan niet alleen van de eigen organisatie. Dit zal als
rode draad door alle bespreekpunten lopen.
• Samenwerking organisaties: Het gaat hier om onder andere het uitwisselen
van voorzieningen. Dit zal als rode draad door alle bespreekpunten lopen.
(Daarnaast zal Jo Gloudemans (Labyrint) in de volgende overlegtafel een initiatief uit
Sint-Oedenrode presenteren.)
De zorgaanbieders geven aan dat er nog concreetheid mist met betrekking tot de
beschrijving van producten. Worden er verschillende producten beschreven of één
product begeleiding? Hier moet nog een keuze in gemaakt worden door de gemeenten
en dat zal snel moeten gebeuren. De volgende overlegtafel zal hier meer richting aan
gegeven worden. Daarnaast is er de vraag of er een overzicht is van de producten
waar het precies om gaat.
De mix tussen transitie en transformatie is lastig. Transformatie zal daarom ook in de
bespreekpunten alsmaar terug moeten komen.
5. Toelichting huidige situatie (door aanbieders)
Waar hebben de aanbieders nu ‘last van’? (En waar liggen dus de kansen?). Dit is een
start voor de eerste ‘huiswerkopdracht’. Hieronder de punten die zorgaanbieders
noemen.
De zorgaanbieders noemen als eerste punt de bureaucratie, het verminderen van de
administratieve lasten is een kans. Er moet nu het een en ander geregistreerd,
gefactureerd en verantwoord worden en daar zijn verschillende systemen voor. Daar
gaat veel tijd in zitten en het is daardoor niet altijd erg efficiënt. Daarnaast zorgt dat
ook nog eens vaak voor wat onrust in de organisatie of bij de klanten.
Klanttevredenheidssystemen zijn vaak geen goede afspiegeling. Dat moet daarom in
dit punt ook meegenomen worden.
Als tweede punt wordt door de zorgaanbieders de producten als kans aangedragen. Er
moet meer vraaggericht gewerkt worden en als er echt vraaggericht gewerkt wordt,
komt er een ander aanbod. Er zal daarom eerst in kaart moeten worden gebracht
welke producten er zijn en voor wie, om vervolgens te kunnen kijken welk aanbod je
zou willen. Daarbij alternatieve vormen van zorg in overweging nemen. We zullen
verder gaan investeren om de klanten zo goed mogelijk te helpen, daar hoort ook bij
het verbeteren van de mantelzorg.
De opmerking wordt gemaakt dat door de bezuinigingen er professionals wellicht
werkloos raken, waardoor het de gemeente meer bijstand zou kunnen kosten. De
gemeente Eindhoven is bezig hier een oplossing voor te zoeken. Daar zouden we het
in deze overleggen ook over kunnen hebben.
Een laatste punt is dat het goed zou zijn als de organisaties met elkaar tot een goed
aanbod kunnen komen: samenwerking. Door in deze overleggen van elkaar te horen /
leren, kan er meer samenwerking groeien. Openheid om met elkaar uit te wisselen is
daarbij van belang. Zo kan het aanbod efficiënter ingericht worden. De samenwerking
tussen organisaties en het gezamenlijk creëren van voorzieningen is dus een kans.
Vanuit deze punten zal een huiswerkopdracht voor de volgende overlegtafel
worden geformuleerd door het inkoopteam en deze wordt rondgestuurd.
Daarnaast zal het inkoopteam zelf met een aantal zaken aan de slag gaan, die tijdens
dit overleg aan bod zijn gekomen.
6. Sluiting en rondvraag
(Lisette van Druenen is bij de volgende overlegtafel op vakantie, dus daarom e-mails
ook naar: [email protected] )
Jeroen Zegveld bedankt iedereen voor zijn of haar aanwezigheid en sluit de
vergadering.