Prettige contractbesprekingen Zorgvisie - C

TERECHT
Juridische adviezen
en opinie
ZAKEN OP ORDE
COLUMN
De draai van Ab
Prettige
contractbesprekingen
Illustratie: Pluisproducties
O
ud-VWS-minister Ab Klink en
huidige directeur van zorgverzekeraar
VGZ maakt een opmerkelijke draai in
NRC van 3 mei 2014, pagina E2. Hij
heeft de moed om te zeggen dat hij van mening is
veranderd: ‘Winst uitkeren in de zorg geeft te veel
risico’s’. Hulde en tevens een ferme boodschap
aan menig gezondheidseconoom. De zorg is dus
geen platte vrije markt. Klink geeft het voorbeeld
van de ‘gedreven kno-arts’ dokter Oei, die
‘terughoudend omgaat met het plaatsen van
buisjes bij kinderen’. Het stelsel geeft de verkeerde omzetprikkels; die staan haaks op de kwaliteit
van zorg en maken de zorg vooral duurder. Ook
de samenwerking – overleg tussen artsen – wordt
door het bestaande stelsel niet beloond, alleen de
‘platte verrichting’.
Eindelijk een wijs geluid. Wat zou het heerlijk zijn
als we tegen kerst niet meer overspoeld worden
door reclamespotjes van zorgverzekeraars. Maar
nog mooier, dat zorgverzekeraars weer luisteren
naar dokters die hun eed – ‘ik dien het belang van
de patiënt’ – serieus nemen, die niet creatief
declareren. Hulde ook voor deze dokters.
Eindelijk keert het vertrouwen in vakmensen
terug. Vakmensen die onder tuchtrecht
staan en die je aan hun eed mag
houden.
Ernst Hulst
Ik schreef ooit eens dat medische
is universitair
docent gezondethiek de sleutel naar goede en
heidsrecht bij het
doelmatige zorg is. Een dokter mag
instituut Beleid
niet overbehandelen, dat zweert hij
en Management
in zijn eed. Controle daarop
Gezondheidsgebeurt of moet gebeuren in
zorg, Erasmus
universiteit
collegiale visitaties waarbij de
Inspectie voor de Gezondheidszorg
(IGZ) een oogje in het zeil houdt. En bij
onraad vraagt zo’n visitatiecommissie of de raad
van bestuur van een ziekenhuis de IGZ een kijkje
te komen nemen. IGZ mag onder voorwaarden
ongevraagd in dossiers kijken.
Wat zou het fijn zijn als ons zorgverzekeringsstelsel weer de goede dokter beloont met vertrouwen
en geen oren hebben naar platte marktprikkels
en het vullen van portemonnees.
(Ernst Hulst)
D
e Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) publiceerde
recentelijk haar Good
Contracting Practices 2014
naar aanleiding van aanhoudende
klachten over en knelpunten in het
contracteerproces. Het document is
bedoeld als ‘handreiking’ voor
zorgaanbieders in de eerste lijn en
zorgverzekeraars bij het contracteerproces. Maar is het dat ook?
Net als in de eerste versie uit 2010 zijn
de good contracting practices
verdeeld in drie thema’s: zorginkoop,
transparantie en timing. Er zijn vier
nieuwe ‘practices’ opgenomen. Deze
zijn allemaal gericht op aanpassing
van gedrag van de zorgverzekeraar,
niet dat van de zorgaanbieder.
Alle goede bedoelingen ten spijt,
zorgaanbieders in de eerste lijn
hebben niets aan deze ‘regels’. Ze zijn
niet afdwingbaar en vormen geen
basis voor handhaving door de NZa. Helder is dat er nog steeds hardnekkige knelpunten zijn in de onderhandelingen. Dat wil zeggen, voor zover
er onderhandeld wordt door
zorgverzekeraars met zorgaanbieders. Het College van Beroep voor het
Bedrijfsleven heeft immers op 1
oktober 2013 geconcludeerd dat het
doen van een ‘niet-onderhandelbaar’
aanbod door een zorgverzekeraar aan
een of meer zorgaanbieders in
beginsel toelaatbaar is. De NZa
onderzoekt een klacht hierover niet
en hoeft dat ook niet te doen. Dus,
hoezo ‘good contracting practices’?
Zorgaanbieders in de eerste lijn
worden genoodzaakt zich samen te
pakken in groepen om überhaupt
contact te krijgen en aan de onderhandeltafel te komen. Bij collectief
onderhandelen met zorgverzekeraars
door concurrerende zorgaanbieders
spelen echter de mededingingsrechtelijke grenzen een rol. Zonder
degelijk advies over deze spelregels is
collectief onderhandelen niet
raadzaam. Zorgaanbieders die hun
good contracting practices-recht
willen halen, kunnen alleen bij de
rechter terecht. Die moet dan het
contracteren door de zorgverzekeraar
toetsen aan de redelijkheid en
billijkheid. En dan ben je zo weer een
paar maanden of, worst case, jaren
verder. Je moet als groep, laat staan
als individuele eerstelijns zorgaanbieder, over een lange adem beschikken.
Het is wenselijk dat de volgende
versie van de GCP wel ‘afdwingbaar’
wordt. Met window dressing is
niemand gebaat.
Claudia bruins, advocaat
C-law Advocaten
juni 2014 ZORGVISIE MAGAZINE 6
15