opinie en debat Lokale zorgcentra. Samen goede zorg bieden Sinds het afscheid van het ziekenfondsstelsel en de invoering van het private stelsel in 2006 is de zorg flink opgeschud. Deze dynamiek zal zeker nog enige jaren aanhouden totdat ook de AWBZ geheel is hervormd en het stelsel in rustiger water is gekomen en voor de zorgaanbieders duidelijk is welke plaats zij in het stelsel in zullen nemen. Het huidige kabinet Rutte schudt de zorgsector nog verder op door een belangrijke coördinerende en uitvoerende taak neer te leggen bij gemeenten. Door de plannen van het kabinet vormen diverse regelingen op lokaal niveau op zijn minst een interessante uitdaging voor gemeentebesturen. Te denken valt aan de participatiewet, de wmo, de jeugdwet, etc. Bij deze activiteiten op lokaal niveau komt ook de rol van zorgverzekeraars om de hoek kijken. Op welke wijze kunnen gemeentebesturen deze forse uitdaging zodanig oppakken dat patiënten niet de dupe worden van de vele verschuivingen? Een deel van de oplossing is het realiseren van een optimale samenwerking tussen verschillende zorgaanbieders. Deze samenwerking komt momenteel in toenemende mate tot uiting in de oprichting van lokale zorgcentra. Realiseren van breed zorgaanbod De huidige indeling van de zorg bestaat uit: eerstelijns- en tweedelijnszorg. Eerstelijnszorg is de zorg die buiten het ziekenhuis wordt uitgevoerd door huisartsen, apothekers, huidtherapeuten, logopedisten, etc. De tweedelijnszorg is de zorg die binnen de muren van een instelling zoals een ziekenhuis wordt uitgevoerd door specialisten. De plannen van verzekeraars en overheid voorzien in een ontwikkeling waarbij op lokaal/regionaal niveau gezondheidszorgvoorzieningen ontstaan voor circa 10.000-15.000 inwoners waar men terecht kan voor alle niet complexe planbare zorg. De basiszorg geeft onderdak aan huisarts, apotheek, psycholoog en paramedici, zoals huidtherapie, verloskunde, logopedie, etc. Dit vereist uiteraard een goede samenwerking tussen diverse disciplines. Ook de wijkverpleegkundige speelt daarbij een belangrijke rol. Lokale zorgcentra Her en der in het land zijn al lokale zorgcentra in wijken gevestigd waar diverse zorgaanbieders in de eerste lijn met elkaar samenwerken. Zo is gezondheidscentrum Korte Akkeren in Gouda gevestigd in een voormalige rk-kerk. Met respect voor de vroegere religieuze functie van het gebouw is voor de bewoners in de wijk een laagdrempelige faciliteit neergezet, waarbij door hechte samenwerking tussen huisartsen, apotheker en verschillende paramedische zorgaanbieders patiënten snel en 20 | Bestuursforum s mei 2014 door Sabine Uitslag en Ton Sels Drs. S. Uitslag is voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten NVH en voormalig lid van de Tweede Kamer. Drs. T. Sels is secretaris van de NVH en voormalig raadslid in Schiedam. adequaat doorverwezen kunnen worden. De regie voor deze vorm van zorg ligt bij de huisarts. Het concept van Korte Akkeren is dat het gebouw ook daadwerkelijk een wijkfunctie heeft waar je overdag kunt binnenlopen en even kunt gaan zitten voor een kop koffie of een praatje met andere wijkbewoners. Het heeft ook duidelijk een sociale functie. Voor lokale zorgcentra zijn diverse rechtsvormen mogelijk. De betrokken zorgaanbieders kunnen de samenwerking in een stichting borgen. Indien er sprake is van mede-eigendom van het pand wordt ook wel een vereniging van eigenaren opgericht. Ook is de coöperatieve vereniging een goed passend juridisch vehikel. Diverse lokale zorgcentra hebben bewust gekozen voor deze coöperatieve samenwerking. Een nieuwe optie die in dit kader zou kunnen worden benut door de samenwerkende zorgaanbieders is de Wet BI-Zones, ofwel bedrijveninvesteringszones. De aanvankelijke experimenten wet BI-Zones worden momenteel omgezet naar een definitieve wet die 1 januari 2015 in werking zou moeten treden. Ondernemers in een BI-Zone investeren gezamenlijk in de bedrijfsomgeving. Bij voldoende draagvlak zijn alle betrokken ondernemers verplicht mee te betalen. Zorgaanbieders zijn ook ondernemers Zorgaanbieders staan voor het bieden van de beste zorg voor patiënten vanuit hun vakbekwaamheid. Vaak wordt de zorg geboden vanuit een eigen praktijk, bijvoorbeeld voor huidtherapie of logopedie. Daarmee zijn zorgaanbieders ook ondernemers die de zorg die zij verrichten vergoed krijgen van de zorgverzekeraar op basis van een overeenkomst. Zonder overeenkomst geen vergoeding door de zorgverzekeraar. Onderdeel van de overeenkomst is een pakket van kwaliteitscriteria waar zorgaanbieders aan moeten voldoen. Soms werpen zorgverzekeraars, wellicht onbedoeld, belemmeringen op voor samenwerking tussen zorgondernemers. Want wat te doen als de zorgverzekeraar in de overeenkomst heeft staan dat de patiënt niet binnen twee uur door een andere zorgaanbieder mag worden behandeld? Dit is staand beleid. Enerzijds voor de patiënt onprettig, omdat deze op een andere dag voor een aanvullende behandeling moet terugkomen. Anderzijds belemmert het de samenwerking tussen zorgaanbieders. Een patiënt die voor nazorg bij de huisarts komt na een OPINIE EN DEBAT ter griffie door Nettie Engels Foto: NVH Klein dilemma, simpele oplossing borstbesparende operatie mag niet direct door naar een huidtherapeut voor de noodzakelijk lymfebehandeling. Zorgaanbieders lopen helaas nog tegen te veel van dit soort regels aan. Voordelen voor de patiënt Een goed functionerend lokaal zorgcentrum betekent voor een patiënt dat de noodzakelijke eerstelijnszorg optimaal geboden wordt in de eigen wijk. Met name voor de groeiende groep ouderen die zorg nodig heeft, is het aangenaam een palet van zorgaanbieders op loopafstand te hebben. Bovendien is het mogelijk andere functies te koppelen aan de activiteiten in het zorgcentrum. Te denken valt aan cursussen voor ouderen of jongeren, overleg tussen organisaties die in de wijk actief zijn, zoals mantelzorg. Ook kan gedacht worden aan combinatie met andere voorzieningen, zoals een bibliotheek of kinderopvang. Heel belangrijk is ook de snelle doorverwijsmogelijkheid of medische afstemming. Een zorgaanbieder die een mogelijk medisch probleem constateert, kan dat snel en adequaat aanpakken door de huisarts in het centrum er even bij te roepen voor consultatie. Geschikte locaties In de afgelopen jaren zijn veel bedrijfs- en andere gebouwen leeg komen te staan waardoor de leefbaarheid in een dorp of wijk in gedrang is gekomen. Ook de bezuinigingen op het welzijnswerk heeft zijn tol gevraagd. Voor gemeenten en vastgoedeigenaren is de ontwikkeling van lokale zorgcentra zonder meer goed nieuws. Het biedt de mogelijkheid weer sociale functies in de wijk te (her)introduceren en daarmee ook een nieuwe economische functie toe te voegen. Naar menselijke maat Wat heel sterk spreekt in het voordeel van lokale zorgcentra is de mogelijkheid van terugkeer naar de menselijke maat waar goede eerstelijnszorg in de buurt wordt geboden. Laat dit artikel de aanzet zijn voor een vervolgdiscussie binnen de cda-Bestuurdersvereniging om raadsleden en wethouders te inspireren om in hun eigen gemeente hiermee aan de slag te gaan. s Reageren? Grote kop in de krant! Mooi artikel. Beetje opgeklopt misschien. Maar ook verontrustend. Of een kans? Alle reden om hier iets mee te doen. Je bent niet voor niets volksvertegenwoordiger en je hebt niet voor niets een agenderende rol. Dus je pakt je mobiele device, typt je schriftelijke vragen in het format en drukt op de zendknop. Simpel toch? Of misschien niet. Want wacht even... moet je niet eerst de feiten checken? Je politieke punt nog wat aanscherpen? Wanneer hebben we het hier ook alweer over gehad in de commissie? Of staat er iets aan te komen omen op de lange termijn agenda? Ach, je kunt ook gewoon opnemen in je vragenlijst: Hoe zit dit precies? En hoe gaat dat in de praktijk? Welke regels gelden hier? Hoe vaak en waar wordt daarover gerapporteerd? Etc. En vervolgens stel je de vraag of het college een mening heeft over deze kwestie. Zal toch wel zo zijn neem je aan. Oproepen tot actie dan maar? Maar in welke vorm en krijg je daar de handen voor op elkaar? Dus maar beter eerst even de bevriende volksvertegenwoordigers bellen? Je wilt ze tenslotte niet voor de voeten lopen. Maar je wilt wel het onderwerp claimen. De conceptvragen nog maar even rond via de mail dan? Maar ja, voor je het weet moet je dan detail x, y en z ook nog even noemen als de woordvoerder van de fractie die je vaker heeft gesteund dat graag wil. Of je krijgt te horen dat het college hier al mee bezig is en dat de vragen eigenlijk niet opportuun zijn. Wat dan? Tsja, dilemma. Dan maar een mondelinge vraag stellen in de eerstvolgende vergadering? Met het risico dat een andere partij wel schriftelijke vragen stelt in de tussentijd. Of de journalist bellen die het artikel heeft opgesteld? Misschien zit er een vervolgartikel in en kun je een quote kwijt dat je je zorgen maakt? Of een persbericht laten uitgaan? Kun je je achterban in ieder geval laten zien dat je er werk van gaat maken. Ach wat, liever eerst je dilemma aan de griffie voorleggen. Wat feiten laten checken, uitzoeken wat het beste moment is en een advies vragen over welk instrument passend is met het oog op het doel dat je wilt bereiken. Simpel? Ja, eigenlijk wel. s Reageren? Bestuursforum s mei 2014 | 21
© Copyright 2025 ExpyDoc