Economische Vooruitzichten Update •• •• •• •• December 2014 Kelderende olieprijzen steunen groei en drukken inflatie Positieve groei eurozone in Q3 VS blijft groeimotor wereldeconomie Japans ‘Abenomics’-beleid onder druk Europese conjunctuur vermijdt nieuwe dip De meest recente conjunctuurindicatoren wijzen, op de Japanse na, op een verbetering van de wereldwijde conjunctuurcyclus. Enkele maanden was er de vrees dat in het bijzonder de eurozone opnieuw in een recessie zou belanden. Toch groeide in het derde kwartaal het reële bbp in de eurozone met 0,2%. Het was geruststellend dat ook de Duitse economie licht groeide met 0,1%, ondanks de recente dalende trend van de toonaangevende Ifo-indicator. Ook de Franse economie herwon wat dynamiek en groeide met 0,3%. Anderzijds was de krimp van het Italiaanse reële bbp met 0,1% een ontgoocheling. De Italiaanse economie kwam daardoor opnieuw in een recessie terecht en onderstreepte daarmee nogmaals haar structureel groeiprobleem. Het frustrerend trage groeitempo van de eurozone zal de komende kwartalen en doorheen 2015 allicht wat aantrekken. Een belangrijke bijdrage daarvoor zal geleverd worden door de geleidelijke verdere verbetering van de wereldconjunctuur buiten de eurozone. Zo groeit de VS-economie op dit ogenblik sneller dan haar potentieel tempo, waardoor de werkloosheidsgraad daalt naar een peil dat niet meer ver van volledige werkgelegenheid verwijderd is. In het derde kwartaal bedroeg de Amerikaanse economische groei 0,9%, na 1,1% in het tweede kwartaal. In Europa behoort dan weer het VK tot de snelst groeiende economieën, met een groei van 0,7% in het derde kwartaal, nadat ze al met 0,9% groeide in het tweede kwartaal. Zorgenkind Japan Afgezien van de eurozone is de enige grote economie die op dit moment zorgen baart, Japan. Ondanks het feit dat de jongste sentimentsindicatoren, zoals dat van het producentenvertrouwen in de verwerkende nijverheid, recent weer licht aan het verbeteren waren, herstelt de Japanse conjunctuur veel moeizamer dan verwacht van de btw-verhoging van april. Eind oktober trok de Japanse centrale bank al aan de alarmbel en halveerde Onze webstek www.kbceconomics.be houdt u op de hoogte van alle analyses en vooruitzichten van de KBC-economisten. zij haar groeivooruitzichten voor het fiscale jaar 2014. Bovendien breidde ze haar programma van ‘kwantitatieve en kwalitatieve versoepeling’ uit omdat ze vreesde haar inflatiedoelstelling van 2% tegen april 2015 niet te zullen halen. Wanneer we geen rekening houden met de effecten van de btw-verhoging van april, bedraagt de inflatie op dit ogenblik slechts 1%, precies de helft van de inflatiedoelstelling. De krimp van de Japanse economie in het derde kwartaal (-0,4%) bevestigde die vrees van de centrale bank. Net zoals in 1997 duwde de poging van de Japanse regering om werk te maken van het saneren van de overheidsfinanciën door een btw-verhoging de Japanse economie in een recessie. De omstandigheden zijn weliswaar niet helemaal vergelijkbaar (in 1997 brak er ook een algemene Aziatische economische crisis uit), maar het geeft wel aan dat het doen slagen van het beleid van ‘Abenomics’ een werk zal worden van lange adem. Het feit dat in het derde kwartaal de groei van de particuliere consumptie een positieve groeibijdrage leverde (naast de netto-uitvoer) laat ons Voor vragen i.v.m. de inhoud van deze publicatie kunt u terecht bij: Dieter Guffens (32) (0)2 429.62.87 E-mail: [email protected] Verantwoordelijke uitgever: Johan Van Gompel, Havenlaan 2, B-1080 Brussel Correspondentieadres & abonnementenbeheer: KBC Groep NV, GCE, Havenlaan 2, 1080 Brussel, E-mail: [email protected] Deze publicatie komt tot stand op de Chief Economist Department van KBC Groep. Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies conform de Wet van 6 april 1995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan. 1 Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 14 november 2014, tenzij anders vermeld. De beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 17 november 2014. Economische Vooruitzichten alvast hopen dat de recessie van korte duur zal zijn. Dalende olieprijs als positieve aanbodschok… Afgezien van het relatief gunstige groeiklimaat in vooral de VS en het VK, zal de groei in de eurozone ook steun vinden van de forse daling van de grondstofprijzen in het algemeen, en van de olieprijs in het bijzonder. Sinds midden juli daalde de prijs van een vat Brentolie in USD met maar liefst 33%. Die daling zal allicht duurzaam zijn. Ze verhoogt het reële beschikbare inkomen, wat de groei van de private consumptie aanzwengelt, en verlaagt de energiefactuur van ondernemingen. …maar lage inflatie heeft meerdere oorzaken De lage inflatie blijft een opmerkelijk wereldwijd fenomeen. In alle grote economieën blijft ze duidelijk onder de beleidsdoelstelling van de centrale bank. Dat is zo in de VS (1,7%), het VK (1,2%), Japan (1% zonder het btw-effect) en in het bijzonder in de eurozone (0,4%). Naast de dalende energieprijzen zijn hiervoor echter nog een aantal andere oorzaken. Ten eerste blijft de overcapaciteit groot, vooral in de eurozone. De hoge werkloosheidsgraad stagneert daar al vier Update opeenvolgende maanden op 11,5%. Ten tweede zijn de structurele hervormingen in een groot aantal eurolanden nog aan de gang. Het doorvoeren van een ‘interne devaluatie’, zonder de mogelijkheid van een wisselkoersaanpassing, leidt onvermijdelijk tot zelfs een negatieve inflatie in een aantal landen indien de gemiddelde inflatie in de muntunie maar 0,4% bedraagt. Ten derde blijven de loonstijgingen in de VS en het VK bijzonder matig, ondanks het feit dat de arbeidsmarkt in beide economieën stilaan de volledige werkgelegenheid benadert. Dat kan het gevolg zijn van een onderschatting van het echte arbeidsaanbod. Misschien ligt ook de loonzettingsmacht van werknemers nu structureel lager dan in het verleden. Sommige economen stellen inderdaad dat het verband tussen de werkloosheidsgraad en loonstijgingen een stuk zwakker is geworden (een vervlakking van de ‘Phillipscurve’, in het economische jargon). Ook andere nieuwe theorieën zoals die van de ‘latente loondeflatie’ (‘pent-up deflation’) van Fed-voorzitster Yellen proberen het fenomeen te vatten. Ten slotte zijn er nog de verlagingen van gereglementeerde prijzen, zoals die van nutsvoorzieningen. Die factor speelt vooral een rol in een aantal CentraalEuropese economieën. We verwachten dat de inflatie lang- Olieprijs keldert sinds midden juni zaam maar zeker weer zal normaliseren. Gereglementeerde prijzen kan men niet blijven verlagen en de krappere arbeidsmarkt in de VS en het VK zal vroeg of laat tot substantiëlere loonstijgingen leiden. Ook in de eurozone zal de arbeidsmarkt allicht haar verbeterende trend voortzetten. De verwachte verdere verzwakking van de euro zal ook bijdragen tot een bodemvorming onder de inflatie in de eurozone. Beperkt opwaarts rentepotentieel De nog altijd kwetsbare groei- en inflatieomgeving zorgde er de voorbije maand voor dat de obligatierentes wereldwijd stabiliseerden of zelfs nog lichtjes daalden. De aangekondigde bijkomende stimulering door de Japanse centrale bank en de hoop op extra maatregelen door de ECB speelden hierbij ook een rol. Vermits nu stilaan de meeste van deze factoren in het huidige rentepeil vertaald zijn, verwachten we dat de obligatierentes stabiliseren en geleidelijk aan beginnen te stijgen in lijn met de onderliggende conjunctuurontwikkeling. Dat zal vooral vanuit de Amerikaanse arbeidsmarkt worden gevoed en leiden tot een oplopend renteverschil met Duitse overheidsobligaties. Dieter Guffens [email protected] Japanse economie sukkelt opnieuw in recessie (prijs per vat Brentolie) (groeibijdragen in %) 20 120 15 110 10 100 5 0 90 -5 80 -10 70 -15 60 jan-2014 maart-14 in USD in EUR 2 mei-14 juli-14 sep-14 nov-14 -20 2009 10 11 Private consumptie Overheidsconsumptie Investeringen 12 13 Netto-uitvoer Voorraden Reële bbp-groei 14 Economische Vooruitzichten Grafieken Economische activiteit in OESO Vertrouwen G4 (kwartaalwijziging op jaarbasis in %) (standaardafwijking van het LT-gemiddelde) 6 8 4 6 2 0 0 -2 -2 -4 -4 0 -1 -2 -6 -6 -8 -8 1 4 2 -10 2008 2 -3 -10 09 10 11 12 13 14 Bbp (reëel, linkse schaal) Voorlopende indicator (rechtse schaal) -12 -4 2008 09 10 11 12 13 14 Ondernemers Consumenten Inflatie Grondstoffenprijzen (consumptieprijsindex, jaarwijziging in %) (januari 2008=100) 6 150 5 125 4 3 100 2 1 75 0 -1 50 -2 -3 2008 09 10 11 12 VS Eurozone 13 25 2008 14 OESO 09 5 4 4 3 3 2 2 1 1 Obligatierente (10-jaar) Beleidsrente 11 12 13 14 13 14 (in %) 5 10 12 Renteverloop eurozone (in %) 09 11 Olie (brent, dollar per vat) Industriële metalen (Economist) Landbouw en voeding (S&P GSCI) Renteverloop VS 0 2008 10 13 14 0 2008 09 10 11 12 Duitse obligatierente (10-jaar) Beleidsrente 3 Economische Vooruitzichten Reële bbp-groei 2014 VS Eurozone België Duitsland Ierland VK Zweden Noorwegen Zwitserland Slowakije Polen Tsjechië Hongarije Bulgarije Rusland Turkije Japan China Australië NIeuw-Zeeland Canada 2,3 0,8 1,0 1,5 5,0 3,0 1,9 2,0 1,4 2,4 2,9 2,4 3,2 1,3 0,4 3,1 0,5 7,4 3,0 3,4 2,4 2015 3,2 1,3 1,4 1,6 3,5 2,6 2,7 2,2 1,8 2,5 3,1 2,0 2,1 2,0 -0,8 3,5 1,3 7,0 2,8 2,6 2,7 Tabellen Inflatie 2014 1,7 0,4 0,4 1,0 0,5 1,5 0,0 2,0 0,4 0,3 0,2 0,4 -0,1 -0,9 8,0 9,2 3,0 2,3 2,7 1,5 2,0 Beleidsrentes 2015 2,0 1,0 0,8 1,2 1,0 1,6 0,8 1,9 0,9 0,8 1,0 1,5 1,6 1,0 8,0 7,3 1,7 2,9 2,5 2,1 2,0 14-11-2014 VS Eurozone VK Zweden Noorwegen Zwitserland Polen Tsjechië Hongarije Roemenië Rusland Turkije Japan China Australië Nieuw-Zeeland Canada 0,25 0,05 0,50 0,00 1,50 0,13 2,00 0,05 2,10 2,75 9,50 8,25 0,10 6,00 2,50 3,50 1,00 +3m +6m 0,25 0,05 0,50 0,00 1,50 0,13 1,50 0,05 2,10 2,50 9,50 8,25 0,10 6,00 2,50 3,50 1,00 0,25 0,05 0,75 0,00 1,50 0,13 1,50 0,05 2,10 2,50 9,50 8,25 0,10 6,00 2,50 3,75 1,00 Wisselkoersen 14-11-2014 4 +3m +6m 1,25 1,24 1,23 1,20 GBP per EUR SEK per EUR NOK per EUR CHF per EUR PLN per EUR CZK per EUR HUF per EUR RON per EUR BGN per EUR RUB per EUR TRY per EUR JPY per EUR RMB per USD USD per AUD USD per NZD CAD per USD 0,79 9,24 8,45 1,20 4,23 27,64 305,77 4,42 1,96 58,89 2,79 144,98 6,13 0,87 0,79 1,14 0,78 9,20 8,25 1,22 4,18 27,80 309,00 4,42 1,96 59,52 2,85 145,08 6,12 0,88 0,78 1,14 0,77 9,10 8,15 1,23 4,14 27,50 312,00 4,42 1,96 59,66 2,83 146,37 6,11 0,87 0,77 1,15 0,75 9,00 8,00 1,25 4,10 27,20 315,00 4,42 1,96 58,80 2,76 144,00 6,10 0,85 0,76 1,16 0,50 0,05 1,00 0,00 1,50 0,13 1,50 0,05 2,10 2,50 9,00 8,25 0,10 6,00 3,00 4,00 1,25 Tienjaarsrentes +12m USD per EUR +12m 14-11-2014 VS Duitsland België Ierland VK Zweden Noorwegen Zwitserland Slowakije Polen Tsjechië Hongarije Bulgarije Rusland Turkije Japan China Australië Nieuw-Zeeland Canada 2,34 0,79 1,07 1,60 2,14 1,14 2,01 0,37 1,41 2,60 0,81 3,79 3,65 10,27 8,43 0,48 3,62 3,34 4,11 2,04 +3m +6m 2,50 1,00 1,30 1,60 2,40 1,40 2,25 0,70 1,70 2,50 1,00 4,00 3,70 9,50 9,50 0,60 3,80 3,50 4,60 2,20 2,75 1,15 1,45 1,65 2,70 1,60 2,50 0,95 1,85 2,50 1,15 4,15 3,75 9,00 9,60 0,70 3,80 3,75 4,85 2,45 +12m 3,00 1,30 1,60 1,75 3,00 1,80 2,70 1,10 1,90 2,60 1,40 4,30 3,80 8,50 9,60 0,90 3,80 4,00 5,10 2,70
© Copyright 2024 ExpyDoc