Economische Vooruitzichten Wereldeconomie

Economische
Vooruitzichten Wereldeconomie
Juli 2014
De wereldeconomie ontwaakt uit zijn winterslaap. De Amerikaanse
arbeidsmarkt creëerde voor de vierde maand op rij meer dan
200.000 nieuwe banen, het Britse producentenvertrouwen blijft
hoge toppen scheren, terwijl de werkloosheid in de eurozone
langzaam maar zeker afneemt. In Japan lijkt de dip na de btwverhoging in april van tijdelijke aard te zijn. Om de oncomfortabel
lage inflatie in de eurozone op te krikken, nam de ECB in juni
nieuwe stimuleringsmaatregelen. Als gevolg hiervan zullen we
allicht nog een tijdlang in een omgeving van lage rentes leven.
• Amerikaanse arbeidsmarkt gaat voort op haar elan
• Te lage inflatie vooral een fenomeen van de eurozone
• ECB lanceert nieuw grootschalig stimuleringspakket
• Bank of England verhoogt allicht als eerste grote centrale
bank haar beleidsrente
• Japanse economie verteert btw-verhoging
• Onzekerheid in opkomende economieën voorlopig opnieuw
naar de achtergrond
Algemeen perspectief
Azië - Latijns-Amerika
Economische omgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Japan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
• Wereldconjunctuur ontwaakt uit winterslaap
• Het ‘drie pijlen’-beleid werpt vruchten af
China . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Amerika
• Op zoek naar een zachte landing
Verenigde Staten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
• Amerikaanse economie trekt aan, maar vertoont nog
zwakheden
Ontluikende markten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
• Gevaar voor instabiliteit komt van binnenlandse ontwikkelingen
Tabellen
Europa
Eurozone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Groei - Inflatie - Rentes en Wisselkoersen . . . . . . 13
• Trage groei en te lage inflatie zetten ECB aan tot actie
Verenigd Koninkrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
• Eurosceptisch VK jaagt ‘groei-beker’ na
Centraal-Europa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
• Matig EU-enthousiasme ondanks opklarende conjunctuurhemel
Onze publicaties zijn online beschikbaar, via
www.kbceconomics.be.
U kunt ze ook gratis ontvangen per e-mail. Surf
naar www.kbceconomics.be en registreer uw
gegevens.
Verantwoordelijke uitgever: Dieter Guffens, Havenlaan 2, B-1080 Brussel, (32) (0)2 429.62.87
([email protected])
Correspondentieadres & abonnementenbeheer: KBC Groep NV, GCE, Havenlaan 2, 1080 Brussel,
E-mail: [email protected]
Deze publicatie komt tot stand op de afdeling Economic Research van KBC Groep. Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit
zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie
zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies conform de Wet van 6
april 1995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.
Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 12 juni 2014, tenzij anders vermeld. De
1
beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 12 juni 2014.
Economische Vooruitzichten
Algemeen perspectief
Economische omgeving
Wereldconjunctuur ontwaakt uit winterslaap
De meest recente conjunctuurindicatoren wijzen erop dat de wereldconjunctuur het zwakke eerste kwartaal
achter zich heeft gelaten. De krimp van
het reële Amerikaanse bbp (met 1%
kwartaal-op-kwartaal en op jaarbasis)
hoort allicht definitief tot het verleden. Het Amerikaanse producentenvertrouwen steeg in mei verder, terwijl
ook in China het sentiment opnieuw
verbeterde. In Japan zagen we na de
vertrouwensinzinking in april als gevolg
van de btw-verhoging in mei opnieuw
een lichte herleving. In Europa daalde
het producentenvertrouwen licht. In het
VK ligt dat echter nog altijd op een zeer
hoog peil, terwijl ook in de eurozone de
opwaartse trend ongebroken is.
maar zeker wordt dit ook in de opwaartse loonontwikkeling zichtbaar. De jaarstijging van de gemiddelde uurlonen
bedroeg in mei 2,1%.
munten van opkomende economieën
sinds het begin van dit jaar spelen mee,
samen met het recent hernomen depreciatiebeleid van de Chinese overheid.
Uitgedrukt in euro daalden daardoor de
invoerprijzen en bijgevolg de inflatie.
Zelfs in het deflatieland bij uitstek,
Japan, bedroeg de inflatie in april 3,4%.
Dat had weliswaar voor een stuk met
de btw-verhoging van april te maken,
maar ook in maart bedroeg de inflatie al
1,6%. In het VK, ten slotte, is de inflatie
weliswaar licht aan het dalen, maar ligt
zij met 1,8% dicht bij de beleidsdoelstelling van de Bank of England van 2%.
Naar een normale inflatie?
Tegen deze achtergrond blijft de wereldwijde inflatie nog altijd laag. Dat is echter in toenemende mate een fenomeen
van de eurozone. In de VS bedraagt
de inflatie nu 2%, wat overeenstemt
met de inflatiedoelstelling van de Fed.
De ontwikkeling op de Amerikaanse
arbeidsmarkt is daar wellicht niet vreemd
aan. In mei kwamen er in de VS voor de
vierde maand op rij per saldo meer dan
200.000 nieuwe banen bij en bedroeg
de werkloosheidsgraad 6,3%. Langzaam
ECB grijpt opnieuw in
Inflatie eurozone blijft
zorgenkind
De ECB kon niet voorbij gaan aan het
feit dat volgens haar eigen verwachtingen de inflatie in de eurozone nog
geruime tijd onder haar doelstelling zal
blijven. Bovendien baren de uiterst trage
groei van de geldhoeveelheid in de reële
economie en de negatieve groei van de
kredietverlening haar zorgen.
Met een inflatie van slechts 0,5% in
mei wordt de eurozone meer en meer
een uitzondering. Volgens de ECB was
die lage inflatie de voorbije twee jaar in
een eerste fase vooral het gevolg van de
daling van de energie- en grondstofprijzen. Nu vooral de energieprijzen uitgedrukt in Amerikaanse dollar zich hebben
gestabiliseerd, wordt vooral het effect
van de versteviging van de wisselkoers
van de euro ten opzichte van de munten van de belangrijkste handelspartners
merkbaar. Dat was onder meer het geval
ten opzichte van de Amerikaanse dollar,
maar ook de depreciatie van een aantal
Daarom besliste de ECB op 5 juni over
een bijkomend pakket van monetaire
stimuleringen. Om de te lage inflatie te
bestrijden verlaagde ze haar beleidsrente
tot 0,15%. Naar eigen zeggen is dat
het einde van de klassieke renteverlagingscyclus. Om de transmissie van het
monetair beleid naar de kredietverlening
te stimuleren, nam de ECB de historische
stap om haar depositorente voor banken
negatief te maken. Dat moet banken
ertoe aanzetten hun liquiditeiten uit
te lenen in plaats van ze bij de ECB te
parkeren. Of die maatregel in de praktijk
echter zal werken zoals gepland, valt
Wereldconjunctuur laat groeipauze achter zich
Lage inflatie eurozone vreemde eend in de bijt
(wereldwijd producentenvertrouwen verwerkende nijverheid, standaardafwijking
van LT-gemiddelde)
2
(jaarwijziging consumptieprijzen, in %)
6
5
1
4
0
3
2
-1
1
-2
0
-3
-4
2005
-1
06
07
08
09
10
11
12
13
14
-2
2010
11
Eurozone
VK
2
12
13
Japan
VS
14
Reële bbp-groei
2013
2014
2015
2,2
2,2
3,0
Noord-Amerika
1,9
2,0
3,0
Latijns-Amerika
2,8
2,6
3,1
0,6
1,7
2,1
Amerika
Europa
Eurozone
Centraal-Europa
-0,4
1,2
1,7
1,3
2,6
3,0
5,3
5,5
5,5
Japan
1,5
1,4
1,3
Azië excl. Japan
6,0
6,2
6,2
China
7,7
7,5
7,0
India
4,4
Azië
Wereld
3,0
Olieprijs (Brent per vat in USD, einde jaar)
110
Aankoop
overheidsobligaties
(nog) brug te ver
Samen met enkele technische maatregelen kan dit
nieuwe beleidspakket de
3,4
3,8
liquiditeit in de eurozone
met meer dan 500 miljard
100
95
euro verhogen. Met dit
pakket heeft de ECB nu
zowat alles uit haar kast gehaald wat
erin zat. De grootschalige aankoop van
overheidsobligaties, zoals de Fed, de
Bank of England en de Bank of Japan
doen of hebben gedaan, is politiek
in de eurozone niet haalbaar. En de
Europese markt voor op kredieten gebaseerde obligaties, die de ECB wel als een
geschikt alternatief beschouwt, is op dit
moment nog veel te beperkt in omvang.
5,4
nog af te wachten. Een tweede belangrijke maatregel om de kredietverlening
in de eurozone aan te zwengelen, is
een reeks van zogenoemde TLTRO’s. Die
komen neer op liquiditeitsinjecties aan
Europese banken met een zeer lange
looptijd (vier jaar), op voorwaarde dat
ze gebruikt worden voor kredietverleningen aan de Europese niet-financiële
private sector. Dat programma herinnert
ons aan het Funding for Lending Scheme
van de Bank of England, dat in de
praktijk niet zoveel succes had. Veel zal
afhangen van de appetijt van eurozone-banken
voor bijkomende liquiditeiten waaraan bovendien nog voorwaarden
verbonden zijn, en van de
vraag naar kredieten door
Europese bedrijven.
6,4
(Amerikaanse dollar per euro)
15
1,5
10
1,45
5
1,4
0
1,35
-5
1,3
-10
1,25
-15
1,2
in USD
in EUR
Jul-13
Okt-13
Jan-14
Die verwachting kan al in het najaar
ontstaan. We zien inderdaad een toenemende divergentie in het monetaire
beleid van de belangrijke centrale banken. Terwijl de Bank of England als
eerste en daarna allicht de Fed haar rentebeleid zullen verstrakken, zet de Bank
of Japan haar expansief beleid voort
en versoepelde de ECB begin juni haar
beleid nog extra. De grote uitdaging
voor de ECB bestaat er dus in om de
Europese obligatierentes zoveel mogelijk
uit het zog van de Amerikaanse te houden wanneer het Fed-beleid definitief de
stap naar normalisatie zet.
Appreciërende trend van de euro weldra gekeerd?
(prijs per vat Brentolie, jaarwijziging in %)
Apr-13
In anticipatie op de ECB-beslissing daalden de Duitse obligatierentes en de renteverschillen tussen obligaties van EMUoverheden. Ook de euro verloor wat aan
waarde ten opzichte van de Amerikaanse
dollar. Vermits de nieuwe maatregelen in
grote lijnen overeenkwamen met de
marktverwachtingen, daalde de euro
niet verder. Voor een merkbare verzwakking van de euro blijft het allicht wachten op concrete tekenen van een eerste
renteverhoging door de Fed.
Dieter Guffens
[email protected]
[email protected]
Desinflatoir effect olieprijzen achter de rug
-20
Jan-2013
Gebrekkige internationale
beleidscoördinatie
1,15
2010
Apr-14
11
12
13
14
3
Economische Vooruitzichten
Amerika
Verenigde Staten
Amerikaanse economie trekt aan, maar vertoont
nog zwakheden
De Amerikaanse economische groei
stelde teleur in het eerste kwartaal van
2014. De contractie van het reële bbp
kwam echter niet geheel onverwacht.
Alle vingers wijzen in de richting van het
barre winterweer gedurende de eerste
maanden van 2014. De economie zet
ondanks dit tijdelijke dipje haar herstel
gestaag voort. De vraag is of dit herstel
wel zo robuust is als algemeen wordt
verondersteld. De huizenmarkt blijft bijvoorbeeld achterop hinken.
Winter deelt slagen uit
Volgens verwachting heeft het strenge
winterweer via zijn impact op de investeringen zijn sporen nagelaten op het
Amerikaanse economische herstel. Ook
de zwakke internationale conjunctuur
in het eerste kwartaal had via de nettouitvoer een negatieve impact op de economische groei. De Amerikaanse consument is zoals gewoonlijk de sterkhouder
van de binnenlandse vraag. In hun eentje
droegen de gezinsuitgaven 2,1% bij aan
de geannualiseerde kwartaalgroei van
het bbp. De terugval in de investeringen, de export en de voorraden, deed
dat economische groeicijfer uiteindelijk
dalen tot -1,0%.
De dip in de economische groei was
slechts tijdelijk. De voorraadcyclus heeft,
mede door het winterweer, sterk gewogen op de groei. Door de sterke afbouw
van de voorraden in het eerste kwartaal, zal de productie in het tweede
kwartaal versnellen omdat bedrijven hun
voorraden opnieuw zullen opbouwen.
Bovendien herleeft het vertrouwen in
de verwerkende nijverheid en de dienstensector. Andere indicatoren voor bijvoorbeeld de industriële productie, de
kleinhandelsverkopen en het consumentenvertrouwen wijzen er ook op dat het
met de Amerikaanse economie opnieuw
de goede richting uitgaat.
Inflatiecijfer dicht bij
streefcijfer prijsstabiliteit
Een zwakke inflatoire omgeving is niet
langer een probleem van de Amerikaanse
economie. De CPI-index (consumptieprijsindex) steeg in april 2014 jaar-opjaar met 2%. In februari 2014 bedroeg
die stijging nog maar 1,1%. Ook de kerninflatie loopt geleidelijk op. Daarmee valt
de inflatie in de Verenigde Staten vrijwel
samen met de beleidsdefinitie van de
Fed van prijsstabiliteit.
De Fed ziet voorlopig echter nog geen
redenen om haar monetaire beleid vervroegd te normaliseren. De Amerikaanse
Winter duwt Amerikaanse groei onder nul
centrale bank concentreert zich in haar
definitie van prijsstabiliteit op de PCEprijsindex (personal consumption expenditures). De jaar-op-jaarwijziging van de
PCE-index ligt nog een eindje onder de
inflatie op basis van de CPI-index, maar
vertoont eveneens een stijgende trend.
De PCE-inflatie kan echter de kaap van
2% wel eens sneller halen dan de Fed
verwacht.
Amerikaanse arbeidsmarkt
krapper dan gedacht?
De Amerikaanse arbeidsmarkt legde
gedurende de voorbije maanden immers
bijzonder sterke rapporten voor. De werkloosheidsgraad viel terug tot 6,3%, maar
liefst 0,2 procentpunt onder de oorspronkelijk gedefinieerde drempel van de Fed
om over een renteverhoging beginnen
na te denken. Toch is dat voor de Fed
vooralsnog onvoldoende reden om de
normalisering van haar monetaire beleid
te vervroegen. Volgens Fed-voorzitster
Yellen liggen de niveaus van langdurige
werkloosheid en het aandeel van werknemers die deeltijds werken om economische redenen nog steeds hoger dan voor
de recessie. Bovendien is er nog steeds
geen merkbare opwaartse loondruk.
De verdere afname van de reeds histo-
Vertrouwen in Amerikaanse verwerkende nijverheid en
dienstensector herleeft
(geannualiseerde groeibijdragen, in %)
(50 = neutraal)
5
65
4
60
3
55
2
1
50
0
45
-1
40
-2
35
-3
-4
2012
Private consumptie
Overheidsconsumptie
Investeringen
4
2013
2014
Netto-uitvoer
Voorraden
Reële bbp-groei
30
2007
08
09
Verwerkende nijverheid
Dienstensector
10
11
12
13
14
Vooruitzichten VS
2013
2014
2015
Reële bbp-groei
1,9
2,0
3,0
Inflatie
1,5
1,7
2,0
12-06-2014
+3m
+6m
+12m
Beleidsrente
0,25
0,25
0,25
0,25
Tienjaarsrente
2,65
2,80
3,20
3,60
USD per EUR
1,35
1,35
1,30
1,25
risch lage participatiegraad pleit echter tegen Yellens argumentatie. Lange
tijd veronderstelde de Fed dat, met de
verbetering van de economie, de participatie op de arbeidsmarkt weer zou
toenemen door de terugkeer van ontmoedigde werknemers. Die terugkeer
blijft voorlopig uit. Een studie van de
Federal Reserve Bank van Philadelphia
stelt dat de daling in de participatiegraad
wel eens meer structureel van aard zou
kunnen zijn dan gedacht. De afname van
de participatiegraad als gevolg van ontmoedigde werkzoekenden vond voornamelijk tijdens de Grote Recessie plaats.
De daling in de activiteitsgraad na 2009
is dan weer vooral te wijten aan mensen
die met pensioen gingen. Die daling
van de participatiegraad van de afgelopen jaren is dus eerder structureel dan
cyclisch. Dat betekent dat de arbeidsmarkt wel eens krapper zou kunnen zijn
dan de Fed denkt, waardoor ze haar monetaire
beleid misschien vroeger
zou moeten normaliseren
dan gepland.
Huizenmarkt blijft
achterop hinken
Niettemin pleiten een
aantal
conjunctuurindicatoren nog altijd voor de slechts
zeer geleidelijke afbouw van het monetaire stimuleringsprogramma. De huizenmarkt blijft ondermaats presteren.
Hoewel recente indicatoren - zoals de
huizenverkoop en het aantal toegekende
bouwvergunningen - in april stegen,
blijft het vertrouwen in de bouwsector
in het slop zitten. Het optimisme in de
sector blijft laag door de gestegen rente,
strengere kredietvoorwaarden, hogere
huizenprijzen en een beperkte beschikbaarheid van bouwgrond.
Een sterke huizenmarkt is een goede
indicator voor de robuustheid van de
nationale economie. Een verbetering
van het klimaat in de huizenmarkt creëert in de eerste plaats banen. Naast
de bouwsector zelf, pikken ook transportbedrijven, architecten, ingenieurs en
producenten van cement, verwarmings-
Inflatie nadert beleidsdoelstelling van 2%
De Fed staat voor een moeilijke evenwichtsoefening. De verschillende conjunctuurindicatoren zenden immers uiteenlopende signalen uit. Indien enerzijds
de Amerikaanse arbeidsmarkt effectief
krapper is dan de Fed denkt, kan er
via oplopende loonstijgingen sneller
dan verwacht inflatiedruk ontstaan.
Anderzijds heeft vooral de Amerikaanse
vastgoedmarkt de rentestijging na de
aankondiging van de ‘tapering’ in mei
2013 door toenmalig Fed-voorzitter
Bernanke moeilijk verteerd. Het vinden
van het juiste tijdspad om haar monetair beleid te normaliseren, dat zowel
een oplopende inflatie als een nieuwe
recessie vermijdt, belooft bijgevolg geen
sinecure te worden.
Stephanie Smet
[email protected]
Vertrouwen in Amerikaanse vastgoedsector
blijft in het slop zitten
(jaarwijziging, in %)
6
1800
90
5
1600
80
4
1400
70
3
1200
60
2
1000
50
1
800
40
0
600
30
-1
400
20
-2
200
10
-3
Jun-2008
toestellen en meubels een graantje mee.
Een sterke huizenmarkt vertaalt zich dus
in meer jobs, hogere inkomens, meer
consumptie en investeringen en een verdere ondersteuning van de economische
groei. In het licht van het belang van een
sterke vastgoedsector, is de beslissing
om het Amerikaanse monetaire beleid
niet sneller dan gepland te verstrakken
wel een begrijpbare keuze.
Jun-09
CPI inflatie
PCE inflatie
Jun-10
Jun-11
Jun-12
CPI kerninflatie
PCE kerninflatie
0
2007
Jun-13
08
09
10
Bouwvergunningen (x 1000)
Vertrouwensindex
(rechts)
Verkoop nieuwe huizen
(x 1000)
Verkoop nieuwe huizen (x 1000)
11
12
13
14
0
Verkoop bestaande huizen (x 10 000)
Bouwvergunningen
(x 1000)
Vertrouwensindex
(rechtse
schaal)
Verkoop bestaande huizen (x 10 000)
5
Economische Vooruitzichten
Europa
Eurozone
Trage groei en te lage inflatie zetten ECB aan tot
actie
De recessie ligt al enkele kwartalen achter de rug, maar de groei in de eurozone
komt niet op kruissnelheid. De institutionele en financiële crisis van de euro
zijn weliswaar achter de rug, maar de
hervormingen en het herstel verlopen
te traag. Daarom schoot de ECB begin
juni in actie.
Zwakker dan verwacht herstel
De groeicijfers van het eerste kwartaal
stelden teleur. Het bbp van de eurozone
nam met amper 0,2% toe, bijna een
kopie van de cijfers van de vorige drie
kwartalen. De ontgoocheling was des te
groter omdat zowel het producenten- als
consumentenvertrouwen sinds het begin
van het jaar een hoge vlucht hadden
genomen. Bovendien heeft de warme
winter – anders dan in de VS –de
bouwsector een duwtje in de rug gegeven. Dat was duidelijk zichtbaar in de
groeicijfers van Duitsland (0,8%), dat zich
opnieuw tot groei-Weltmeister kroonde.
Als groei een goede indicator voor sportief succes is, ziet het er in Brazilië goed
uit voor Spanje en België, die beide met
0,4% het sterkste kwartaal in jaren optekenden. De teleurstelling kwam van onze
noorderburen (-1,4%), Italië (-0,1%) en
Frankrijk, dat er maar niet in slaagt uit de
stagnatie te komen.
Verschuiving naar
binnenlandse vraag
Het teleurstellende groeicijfer is deels te
wijten aan de zwakkere exportgroei. De
sterke euro zit hier zeker voor iets tussen. Hoewel de versterking van de euro
ten opzichte van de dollar nog binnen
de perken bleef, versterkte de eenheidsmunt fors ten opzichte van de Japanse
yen (+50% sinds de start van Abenomics)
en zowat alle opkomende markten. De
eerste fase van het herstel, waarbij de
export de ondersteunende factor van
de groei was, ligt achter de rug. De
consumptievraag levert momenteel een
toenemende positieve bijdrage tot de
groei. De stabilisering van de werkloosheid, het milderen van het besparingsbeleid en de lage inflatie stemmen de
consumenten gunstiger. In een volgende
fase zullen bedrijfsinvesteringen wellicht
een grotere bijdrage tot de groei leveren.
Bedrijven krijgen steun van de lagere
rente, afnemende politieke onzekerheid
en besparingen, en de structurele hervormingen. Toch is het ondernemersklimaat nog niet optimaal. Zo verloopt
de kredietverstrekking stroef, zeker naar
kmo’s toe. De bankenstresstests die de
ECB uitvoert moeten het kredietkanaal
herstellen. Het begrotingsklimaat blijft
de komende jaren weinig stimulerend.
Europees herstel breder gedragen
De Europese verkiezingen zetten de
onvrede van de Europese bevolking met
het economische beleid van de EU in
de verf. Vooral in Frankrijk, Griekenland
en het VK scoorden de eurosceptische
oppositiepartijen sterk, maar elders kregen de regeringspartijen een beter rapport van de kiezer. Zo won de Italiaanse
premier Renzi zo’n 40% van de kiezers
voor zijn hervormingsbeleid, en ook in
Spanje, Ierland en Portugal werden de
pro-Europese hervormers beloond. Het
gevolg hiervan is dat de pro-Europese
partijen een ruime meerderheid behouden in het Europese parlement, en de
nieuwe Commissie het huidige beleid
– met mogelijk enkele nuanceverschillen – zal kunnen voortzetten.
(driemaands voortschrijdend gemiddelde, verandering aantal werklozen
in duizendtallen)
3
300
2
250
200
1
150
0
100
-1
50
0
-2
-50
-3
-100
2012
Private consumptie
Overheidsconsumptie
Investeringen
6
Lenterapport
Zuid-Europees werklozenleger neemt geleidelijk af
(geannualiseerde groeibijdragen, in %)
-4
Voor bedrijven hoeft dat niet problematisch te zijn, omdat de belastingsfocus
geleidelijk is verschoven van lasten op
bedrijven en arbeid, naar consumptie,
wat minder groeiverstorend is. In Spanje
bijvoorbeeld kondigde premier Rajoy
begin juni een stimuleringspakket met
lagere bedrijfslasten aan. Dat kan de
herstellende Spaanse investeringsgroei,
die sinds vorig kwartaal opnieuw positief
is, verder doen aantrekken.
2013
2014
Netto-uitvoer
Voorraden
Reële bbp-groei
-150
Jul-2011
Jan-12
Duitsland
Frankrijk
België
Jul-12
Jan-13
Jul-13
Periferie (*)
Eurozone
(*) Periferie: Griekenland, Ierland, Italië, Portugal en Spanje
Jan-14
Vooruitzichten eurozone
2013
2014
2015
aan te wakkeren, door zijn
belastingregime wat te
Reële bbp-groei
-0,4
1,2
1,7
versoepelen, de laagste
1,3
0,6
1,3
Inflatie
inkomens te ondersteunen en werk te maken van
+12m
12-06-2014
+3m
+6m
het energievraagstuk. De
0,15
0,15
0,15
0,15
Beleidsrente
grote afhankelijkheid van
de Duitse economie van
1,40
1,50
1,70
2,10
Tienjaarsrente Duitsland
Russisch gas en (dure) hernieuwbare energie hebUittredend
begrotingscommissaris
ben zelfs de mogelijkheid van schaliegasOlli Rehn kwam begin juni met het
ontginning terug op de agenda geplaatst.
Lenterapport – de doorlichting van
begrotings- en economische plannen,
Zieke man van Europa
maar hier viel weinig nieuws te noteren. Zes landen, waaronder België en
Het slechtste rapport kwam op naam
Nederland, slaagden erin hun begrovan Frankrijk. Voor de Commissie mogen
tingstekorten structureel onder de 3%
de Fransen geen uitstel krijgen om hun
van het bbp te dringen, en verlieten zo
begrotingstekort tegen 2015 onder 3%
hun Excessive Deficit-programma. Italië
van het bbp te brengen. Premier Valls
kreeg het advies sneller werk te maken
kondigde wel een besparingspakket van
van de afbouw van zijn torenhoge schuld
zo’n 50 miljard euro (2,5% van het bbp)
(135% van het bbp). De regering Renzi
aan, maar dat dient vooral om het Pacte
krijgt echter wat krediet, omdat heel wat
de Responsabilité, met zo’n 30 miljard
structurele hervormingen, onder meer
lagere bedrijfs- en inkomstenlasten, te
op het gebied van de arbeidsmarkt, op
financieren. Het zijn kleine, maar noodtafel liggen. Spanje kreeg eveneens een
zakelijke stappen om de Franse conaanmaning werk te maken van verdere
currentiekracht te bevorderen. Franse
begrotingssanering. Daarnaast steunt de
bedrijven blijven immers marktaandeel
Commissie volop de Spaanse strategie
verliezen, de belastingdruk op bedrijfsom lasten te verschuiven van bedrijven
en arbeidsinkomen blijft er torenhoog
en arbeid naar consumptie. Duitsland
en de arbeidsmarkt weinig flexibel. Een
kreeg het advies zijn binnenlandse vraag
grote omwenteling, zoals de Duitse
ECB wil Zuid-Europese deflatie(vrees) doorbreken
(jaarwijziging gemiddelde inflatie, in %)
4
6
3
5
2
4
1
3
0
2
-1
1
08
Eurozone
Duitsland
09
10
11
12
Semi-kern (**)
Periferie (*)
(*) Periferie: Griekenland, Ierland, Italië, Portugal en Spanje
(**) Semi-kern: Frankrijk, Nederland, België en Oostenrijk
13
14
Steun voor de Europese economie komt
er in elk geval wel van de ECB. De
centrale bank stelde in juni een pakket
maatregelen voor die de economische
activiteit en kredietverlening nieuw leven
moeten inblazen en het deflatiespook
moeten verdrijven. Ze verlaagde haar
beleidsrente tot een historisch minimum
en met doelgerichte leningen wil ze de
bedrijfssector ondersteunen. Door haar
depositorente negatief te maken en aan
te kondigen haar beleid voor lange tijd
zeer soepel te houden hoopt ze ook de
euro te verzwakken, wat de Europese
export kan ondersteunen en inflatie kan
opwekken. Het zwaarste geschut, het
aankopen van overheidsobligaties en
andere activa, houdt de ECB voorlopig
achter de hand, maar voorzitter Draghi
gaf te kennen niet te zullen aarzelen,
indien nodig, toch de zware middelen
boven te halen om de Europese economie uit een nefaste deflatie te houden.
Siegfried Top
[email protected]
(tienjaars renteverschil t.o.v. Duitsland, in %)
7
2007
ECB grijpt naar grote wapens
Financieel vertrouwen in periferie neemt onverminderd toe
5
-2
Hartz-hervormingen, zit er echter niet in,
zodat les bleus wellicht nog even onderaan de Europese groeitabellen blijven.
0
2012
Frankrijk
Italië
2013
2014
Spanje
Ierland
7
Economische Vooruitzichten
Europa
Verenigd Koninkrijk
Eurosceptisch VK jaagt ‘groei-beker’ na
Het breed gedragen herstel zet zich ook
in de eerste jaarhelft verder. De Bank of
England ziet zich in zijn opzet geslaagd
en denkt na over een eerste renteverhoging. De winst van de eurosceptici in de
Europese parlementsverkiezingen en het
Schotse referendum bezorgen de Britse
regering ondertussen hoofdbrekens.
Euroscepsis troef
Een van de grote winnaars van de
Europese parlementsverkiezingen was
de UK Independence Party (UKIP), die
27,5% van de stemmen binnenhaalde.
Het resultaat en de lage opkomst (34%)
zijn tekenend voor de Britse desinteresse
voor de EU. Door het goede resultaat
van de eurosceptici zal premier Cameron
zijn EU-kritische houding verscherpen.
Een referendum over een EU-exit komt
daardoor wat dichter. We achten de kans
op een ‘Brexit’ voorlopig klein, maar het
referendum wordt door Londen wel als
drukkingsmiddel gebruikt tegen de toenemende Europese integratieambities.
Schots referendum
Op 18 september houdt Schotland zijn
eigen referendum over onafhankelijkheid. We verwachten dat de Schotten
zich voor een blijvende unie met Engeland
2013
2014
2015
Vooruitzichten VK
uitspreken, maar dat ze
wel meer autonomie zul1,7
2,8
2,5
len krijgen. Economisch is Reële bbp-groei
2,6
1,9
2,0
Inflatie
een volledige onafhankelijkheid weinig aantrekke+12m
12-06-2014
+3m
+6m
lijk. Het land is niet meer
0,50
0,50
0,50
0,75
Beleidsrente
de voortrekker die het was
ten tijde van de industriële Tienjaarsrente
2,73
2,80
3,00
3,50
revolutie. Tegenwoordig is GBP per EUR
0,80
0,78
0,77
0,77
het een kleine economie
1,68
1,73
1,69
1,62
USD per GBP
(met een bbp van 160
miljard euro) en weinig
gediversifieerd (o.a. landbouw, olie en
nemen. De werkloosheidsgraad daalde
gas). De afhankelijkheid van de Bank of
verder tot 6,6% en het aantal nieuwe jobs
England, het pond en de grote financiële
zit in de lift. Heel wat redenen dus om
sector (1200% van het bbp) maken een
aan een eerste renteverhoging te denken.
scheiding minder waarschijnlijk.
Het blijft een moeilijke evenwichtsoefening, want de Britse bedrijven produceren
VK voor ‘growth cup’ winst
nog niet aan volle capaciteit en heel wat
arbeidspotentieel blijft onderbenut. Dat
Voor de Bank of England (BoE) loopt
verklaart de geringe loongroei en lage
alles momenteel van een leien dakje. Het
inflatie. De bank mag dan ook niet te snel
krachtige economische herstel zet zich
de rente optrekken omdat dit het herstel
volop voort. Ook in het eerste kwartaal
in de kiem kan smoren. BoE-gouverneur
groeide het VK aan een tempo van boven
Carney vergeleek de huidige economide 3%. Het is echter mogelijk dat de groei
sche toestand met de voorrondes van een
in de tweede jaarhelft wat vertraagt. De
Wereldbeker. Voor hem begint het echte
bouwactiviteit lijkt over haar hoogtepunt
tornooi nu, met als inzet een sterke, duurheen, de kredietgroei naar bedrijven blijft
zame en gebalanceerde groei. We schatten
aanmodderen en het sterke pond remt de
de kans dat hij hierin slaagt hoger in dan
exportgroei. De groei wordt echter breed
een Engelse eindoverwinning in Brazilië.
gedragen, nu ook de gezinsconsumptie
Siegfried Top
en bedrijfsinvesteringen een hoge vlucht
[email protected]
Brits herstel komt eindelijk van de grond
Herstel wordt ook breder gedragen
(reëel bbp, Q1 2008=100)
(geannualiseerde groeibijdragen, in %)
108
10
106
8
104
6
4
102
2
100
0
98
-2
96
-4
94
92
-6
2008
09
VK
VS
8
10
11
12
Eurozone
Duitsland
13
14
-8
2012
2013
Private consumptie
Netto-uitvoer
Overheidsconsumptie
Voorraden
Investeringen
Reële bbp-groei
2014
Economische Vooruitzichten
Europa
Centraal-Europa
Matig EU-enthousiasme ondanks opklarende
conjunctuurhemel
Op 1 mei was het exact tien jaar geleden dat de grootste uitbreiding in de
geschiedenis van de Europese Unie
plaatsvond. De EU werd toen aangevuld met acht Centraal-Europese landen
(Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië,
Polen, Estland, Letland en Litouwen).
Bulgarije en Roemenië volgden in 2007,
terwijl Kroatië pas vorig jaar lid werd.
Het eerste decennium van EU-lidmaatschap markeerde een bewogen periode
voor de Centraal-Europese economieën.
Grofweg kunnen we die periode in twee
segmenten opdelen, afgebakend door
de val van de Amerikaanse bank Lehman
Brothers in september 2008. Gedurende
de eerste periode floreerde de economische activiteit. Centraal-Europa
integreerde zich in West-Europese productieketens met een belangrijke rol
voor de auto-industrie. Met behulp van
EU-fondsen vond er een inhaalbeweging
plaats op het vlak van infrastructuur. De
institutionele kwaliteit nam met rasse
schreden toe. Ook de financiële banden met West-Europa werden steeds
nauwer.
Die toegenomen Europese integratie had een keerzijde vanaf september
2008. Samen met West-Europa zonken
de Centraal-Europese landen weg in een
diepe recessie. Sindsdien is het verhaal
er vooral een van aanmodderen in de
regio met, net zoals in West-Europa, een
combinatie van slabakkende economische activiteit en een bijzonder zwakke
inflatiedynamiek. Tegen die achtergrond
wekt het geen verbazing dat in vele van
die ‘nieuwe’ lidstaten het enthousiasme
voor de Europese Unie wat geluwd is.
Dat kwam ook tot uiting bij de recente Europese verkiezingen. Hoewel de
opkomst in de hele Europese Unie aan de
magere kant was, was dat nog veel meer
uitgesproken in Centraal-Europa. Maar
een vierde van de Centraal-Europese
kiezers vond het de moeite om naar de
stembus te trekken.
(reële bbp-groei, kwartaal-op-kwartaal in %)
(jaarwijziging consumptieprijzen in %)
2
7
6
1,6
5
1,4
4
1,2
3
1
2
0,8
1
0,6
0
0,4
-1
0,2
-2
K4 2013
K1 2014
Bulgarije
Hongarije
Polen
Slowakije
Tsjechië
Dieter Guffens en Dieter Franceus
[email protected], [email protected]
Desinflatoire trend nog frappanter dan in de eurozone
1,8
Eurozone
Opvallend is dat het conjunctuurherstel
ook in Centraal-Europa gepaard gaat
met een sterke desinflatoire druk, die
zelfs nog sterker is dan in de eurozone. In april was de inflatie in Hongarije
(-0,2%), Slowakije (-0,2%) en vooral in
Bulgarije (-1,3%) zelfs negatief, terwijl
ze in Polen (+0,3%) en Tsjechië (+0,2%)
niet meer ver van 0% verwijderd is. Dat
illustreert enerzijds dat zelfs een deflatoire omgeving niet per definitie in de
weg moet staan van economische groei.
Anderzijds geeft dat aan de regionale
centrale banken ook extra ruimte om
hun beleid nog verder te versoepelen.
Het wisselkoersbeleid van de Tsjechische
Nationale Bank is daar een voorbeeld
van, alsook de verdere verwachte renteverlagingen door de Nationale Bank van
Hongarije.
Misschien kan de huidige economische
herleving leiden tot een positievere
houding ten opzichte van de Europese
Unie. In het zog van het geleidelijk conjunctuurherstel in de eurozone klaart
immers ook de conjunctuurhemel in
Centraal-Europa op. Doordat vele landen in die regio kleine en open economieën zijn, profiteren zij proportioneel
meer van dat herstel. Terwijl het reële
bbp van de eurozone in het eerste kwartaal van 2014 slechts met een magere
0,2% groeide (kwartaal-op-kwartaal),
lag die groei in Centraal-Europa een
stuk hoger. Positieve uitschieters hierbij
Centraal-Europese groeidynamiek sterker dan in eurozone
0
waren Hongarije en Polen, met beide
een kwartaalgroei van 1,1%. De nulgroei
in Tsjechië in dat kwartaal moeten we
zien in de context van de uiterst sterke
groei in het vierde kwartaal van 2013
(+1,8% kwartaal-op-kwartaal). Dat een
terugval in het eerste kwartaal uitbleef
is een bemoedigend conjunctuursignaal.
-3
2010
11
Eurozone
Bulgarije
Hongarije
12
13
14
Polen
Slowakije
Tsjechië
9
Economische Vooruitzichten
Azië - Latijns-Amerika
Japan
Het ‘drie pijlen’-beleid werpt vruchten af
Sinds de verkiezing van eerste minister
Abe in november 2012 en de benoeming
van de nieuwe gouverneur van de centrale bank Kuroda begin 2013, gooit de
Japanse overheid het over een andere
boeg. De twee eerste pijlen van dat beleid
moeten de Japanse economie stabiliseren. De deflatiespiraal diende doorbroken
te worden en er moest eindelijk werk
gemaakt worden van de sanering van de
gigantische overheidsschuld. Die bedraagt
op dit ogenblik 244% van het bbp.
Zolang de Japanse economie in een deflatie
verkeerde en het nominale bbp stagneerde
of zelfs daalde, was geen begrotingsconsolidatie voldoende om de overheidsschuld
in verhouding tot het bbp te stabiliseren.
Ondanks de lage nominale rente, was tot
2012 de reële rente die de overheid moest
betalen bovendien vrij hoog.
Als eerste pijl zou de Japanse centrale
bank binnen twee jaar de (basis)geldhoeveelheid verdubbelen door onder meer
de bijkomende aankoop van Japanse
overheidsobligaties en zo de inflatie naar
2% brengen. De inflatieverwachtingen
doorbraken snel de deflatiespiraal en
de werkelijke inflatie bedroeg in april
2014 (na de btw-verhoging) 3,4%. Een
belangrijke rol speelde hierbij de verzwakking van de Japanse yen. Als gevolg
2013
2014
2015
Vooruitzichten Japan
van de stijgende geldhoeveelheid deprecieerde de
1,5
1,4
1,3
yen tussen september Reële bbp-groei
0,4
2,3
1,8
Inflatie
2012 en december 2013
met 26% ten opzichte
+12m
12-06-2014
+3m
+6m
van de Amerikaanse dol0,10
0,10
0,10
0,10
lar. De achillespees van Beleidsrente
dit reflatiebeleid is dat de Tienjaarsrente
0,60
0,60
0,70
0,90
nominale loonstijgingen JPY per USD
102,05 106,00 108,00
110,00
niet voldoende zijn om de
138,16
143,10
140,40
137,50
JPY per EUR
inflatie te overstijgen. De
diepgewortelde deflatiecultuur is nog niet doorbroken.
van het groeipotentieel van de Japanse
economie, die, met een werkloosheidsHet nieuwe monetaire beleid heeft er ook
graad van 3,6%, nagenoeg volledige
voor gezorgd dat de reële overheidsrente
werkgelegenheid kent. Samen met een
negatief is geworden, wat de tweede pijl,
verouderende bevolking weegt dat op
de sanering van de overheidsfinanciën,
het potentiële groeitempo van de econoeen stuk vergemakkelijkt. Om die consolimie. Vermits Japan weigerachtig staat ten
datie nog te versterken, werd in april 2014
opzichte van immigratie, zoekt de overheid
het btw-tarief van 5% naar 8% verhoogd.
haar heil in structurele maatregelen zoals
Als gevolg van vervroegde consumptie
de verhoging van de participatiegraad van
kende de Japanse economie daardoor een
vrouwen en het optrekken van de pensizeer sterke eerste kwartaalgroei (6,7%
oenleeftijd. Ten slotte wil de regering Abe
kwartaal-op-kwartaal en op jaarbasis) en
een einde maken aan het moratorium op
zal die groei in het tweede kwartaal een
het gebruik van kerncentrales na de ramp
stuk lager liggen. Indien de groei naar verin Fukushima in 2011. De heringebruikwachting in het derde kwartaal opnieuw
name van extra beveiligde kerncentrales
normaliseert, is de Japanse overheid van
moet de energievoorziening op lange terplan om in de loop van 2015 het btwmijn veilig stellen en een einde maken aan
tarief geleidelijk verder te verhogen.
de torenhoge invoerfactuur voor energie.
Dieter Guffens
[email protected]
De derde pijl is gericht op de verhoging
Deflatiespiraal doorbroken
Japanse economie dicht bij volledige werkgelegenheid
(jaarwijziging in %)
4
3
6
1,2
5,5
1,1
1
5
2
1
0
-1
-2
2010
11
Inflatie
Kerninflatie
10
12
13
Inflatiedoelstelling
4,5
0,9
4
0,8
3,5
0,7
3
0,6
2,5
0,5
2
2007
14
08
09
10
11
12
13
Werkloosheidsgraad (in %, linkse schaal)
Verhouding vacatures/werkzoekenden (rechtse schaal)
14
0,4
Economische Vooruitzichten
Azië - Latijns-Amerika
China
Op zoek naar een zachte landing
De Chinese economie zet, zoals verwacht, haar tragere groeitempo voort.
In het eerste kwartaal van 2014 bedroeg
de reële Chinese bbp-groei jaar-op-jaar
7,4%. Het land blijft daarmee onder
haar streefcijfer van 7,5%. Recente conjunctuurindicatoren blijven onduidelijk
over wat de volgende kwartalen zullen
brengen. De groei van de investeringen, kleinhandelsverkopen en industriële
productie vertraagt verder. Het producentenvertrouwen wijst echter op een
lichte verbetering van de economische
vooruitzichten.
Huizenmarkt koelt af
De Chinese huizenmarkt vertoont ondertussen tekenen van afkoeling. De verkoop in de markt neemt af, er worden
minder nieuwe projecten gerealiseerd
en de vastgoedprijzen stijgen minder
snel dan voorheen. In sommige steden
dalen de prijzen zelfs. Die afkoeling is
vooreerst het resultaat van de vertraging
van de economische groei. Bovendien
probeert de overheid met strengere
voorwaarden de kredietexpansie onder
controle te krijgen, waarmee ze ook de
vraag naar vastgoed afremt.
De zeepbel in de Chinese vastgoedsector
nam de voorbije jaren grote proporties
2013
2014
2015
Vooruitzichten China
aan. Die zeepbel ontstond
na de implementatie
7,7
7,5
7,0
van een stimuleringspro- Reële bbp-groei
gramma eind 2008. Het Inflatie
2,6
2,9
3,0
programma moest de
+12m
12-06-2014
+3m
+6m
financiële crisis afwenden
en wakkerde onder meer Beleidsrente
6,00
6,00
6,00
6,00
investeringen in de hui- Tienjaarsrente
4,09
4,50
4,50
4,50
zenmarkt aan. Een milde
6,22
6,25
6,20
6,15
RMB per USD
correctie in de markt zou
vandaag welkom zijn,
maar het risico op een ontaarding in
triële sectoren.
een crash is groot. Een daling van de
bedrijvigheid in de huizenmarkt door een
De overheid kondigde maatregelen aan
aanbodoverschot kan een zware impact
om een verdere vertraging van de groei
hebben op de economische groei en de
te vermijden. Het gaat om investeringen
financiële stabiliteit. Om de tekortschiein spoorwegen, goedkope huisvesting
tende vraag tegemoet te komen hieven
en gunstigere belastingsregimes voor
al een aantal steden de restricties op het
de privésector. De onverwacht aanhoukopen van meerdere huizen op. Deze
dende verzwakking van de renminbi zou
restricties moesten tot voor kort net de
de groei moeten ondersteunen via de
vraag naar vastgoed en de groei van de
stimulering van de export. Bovendien
zeepbel afremmen.
pompte de Chinese centrale bank recentelijk enorme hoeveelheden liquiditeit
Steunmaatregelen
in de geldmarkt. Gegeven de huidige
groeivertraging van investeringen en
Het halen van de doelstelling van 7,5%
productie, is het afwachten of die maatreële bbp-groei in 2014 wordt geen
regelen het tij kunnen doen keren.
sinecure. China wordt geconfronteerd
met belangrijke uitdagingen, zoals de
stabiliteit in de schaduwbanksector, de
sputterende vastgoedmarkt en de capaStephanie Smet
citeitsoverschotten in een aantal [email protected]
Chinese economische groei vertraagt verder
Chinese huizenprijzen stijgen trager of dalen zelfs
(jaarwijziging in %)
(maandwijziging huizenprijsindex bestaande woningen, in %)
3,5
16
14
2,5
12
10
1,5
8
0,5
6
4
-0,5
2
0
2004
-1,5
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
2012
Beijing
Guangzhou
13
14
Shanghai
Hangzhou
11
Economische Vooruitzichten
Azië - Latijns-Amerika
Ontluikende markten
Gevaar voor instabiliteit komt van binnenlandse
ontwikkelingen
De turbulentie op de Aziatische financiële markten, die volgde op de aankondiging van de afbouw van het
Amerikaanse monetaire aankoopbeleid
in mei 2013, lijkt voorbij. Het totale
volume van buitenlandse kapitaalstromen naar Aziatische aandelenmarkten
steeg sinds mei 2013 met 22 miljard
Amerikaanse dollar. De lokale obligatiemarkten hebben de verliezen die zij
leden tijdens de zomer van 2013 vrijwel volledig gerecupereerd. Het blijft
echter afwachten wat er zal gebeuren in de groeimarkten wanneer de
Amerikaanse centrale bank haar eerste
renteverhoging effectief doorvoert. Het
IMF verwacht geen zware gevolgen,
op voorwaarde dat de normalisering
van het Amerikaanse monetaire beleid
gestaag verloopt. Het gevaar voor instabiliteit in de groeilanden komt volgens
het IMF niet zozeer uit Amerikaanse
hoek. Nefaste politieke en economische
ontwikkelingen in de landen zelf kunnen alsnog het investeerdersvertrouwen
schaden en kapitaal doen wegstromen.
Crisis Oekraïne laat sporen na
Rusland is een recent voorbeeld van hoe
politieke ontwikkelingen een economie
kunnen laten ontsporen. De Russische
economie lijdt zwaar onder de span-
ningen met Oekraïne. Het reële bbp
steeg in het eerste kwartaal van 2014
met slechts 0,9% jaar-op-jaar. Het land
staat aan de rand van een recessie.
Investeerders trokken massaal hun geld
weg. De kapitaalvlucht verzwakte de
Russische roebel en dreef de inflatie de
hoogte in. De Russische centrale bank
reageerde daarop met de verhoging van
haar beleidsrente in maart en april. Het
producentenvertrouwen kelderde.
De Russische economie kan de Westerse
sancties missen als kiespijn. Meer dan
ooit hangt Rusland af van de rest van de
wereld, wat het land bijzonder kwetsbaar maakt voor externe schokken. De
Russische economie is grotendeels gebaseerd op de uitvoer van de gas- en olievoorraden. Russische bedrijven moeten
daarvoor steeds meer een beroep doen
op buitenlandse technologie. Bovendien
worstelt de Russische economie met corruptie en een verstikkende bureaucratie.
Rusland moet dringend haar eenzijdig
economisch groeimodel diversifiëren en
streven naar een grotere integratie in
de wereldeconomie. De huidige geopolitieke spanningen zijn daarvoor alvast
niet bevorderlijk.
Modi geeft hoop
Uit India komt positiever nieuws. India
heeft een aantal kwartalen van teleurstellende groei achter de rug. In 2011
groeide de Indiase economie vlot met
meer dan 9%. Sinds 2012 haalt de reële
bbp-groei nog amper 5%. Dat tij kan
keren, dankzij de spectaculaire overwinning van Narendra Modi’s Bharatiya
Janata Party (BJP) bij de parlementsverkiezingen in mei 2014. Van Modi wordt
verwacht dat hij de politieke stabiliteit in
India zal doen weerkeren en liberale hervormingen zal doorvoeren die de Indiase
groei weer naar een hoger niveau zullen
tillen.
Het vertrouwen van de Indiase verwerkende nijverheid kende een opkikker
naarmate Modi’s overwinning duidelijker werd. De verwachting dat Modi de
nieuwe Indiase minister-president zou
worden, heeft bovendien een positief
effect gehad op de investeringsstromen naar India. Schattingen wijzen erop
dat tussen januari en mei 2014 India
en Indonesië samen verantwoordelijk
waren voor maar liefst 60% van de totale kapitaalstromen naar de Aziatische
groeimarkten.
Stephanie Smet
[email protected]
Russische economie richting recessie?
Producentenvertrouwen in Russische verwerkende
nijverheid gekelderd
(jaarwijziging reëel bbp, in %)
(50 = neutraal)
15
54
10
53
52
5
51
0
50
-5
49
-10
-15
Jun-2006 Jun-07
Rusland
India
12
48
Jun-08
Jun-09
Jun-10
Jun-11
Jun-12
47
Jul-2011
Jun-13
Jan-12
Jul-12
Jan-13
Jul-13
Jan-14
Economische Vooruitzichten
Reële bbp-groei
2014
VS
Eurozone
België
Duitsland
Ierland
VK
Zweden
Noorwegen
Zwitserland
Slowakije
Polen
Tsjechië
Hongarije
Bulgarije
Rusland
Turkije
Japan
China
Australië
NIeuw-Zeeland
Canada
2,0
1,2
1,2
2,1
1,9
2,8
2,6
2,4
2,1
2,0
3,4
2,2
2,2
1,7
0,5
2,0
1,4
7,5
2,8
2,9
2,2
2015
3,0
1,7
1,5
2,1
3,0
2,5
2,9
2,4
1,9
3,0
3,7
2,5
2,3
2,5
1,0
3,5
1,3
7,0
2,9
2,9
2,6
Tabellen
Inflatie
2014
1,7
0,6
0,9
1,1
0,5
1,9
0,5
1,9
0,5
0,3
0,7
0,8
0,8
-0,8
6,9
8,3
2,3
2,9
2,8
2,0
1,6
Beleidsrentes
2015
2,0
1,3
1,3
1,4
1,0
2,0
1,5
1,9
1,1
1,5
1,7
2,0
2,8
1,2
6,2
7,0
1,8
3,0
2,7
2,4
1,9
12-06-2014
VS
Eurozone
VK
Zweden
Noorwegen
Zwitserland
Polen
Tsjechië
Hongarije
Roemenië
Rusland
Turkije
Japan
China
Australië
Nieuw-Zeeland
Canada
0,25
0,15
0,50
0,75
1,50
0,13
2,50
0,05
2,40
3,50
7,50
9,50
0,10
6,00
2,50
2,50
1,00
+3m
+6m
0,25
0,15
0,50
0,50
1,50
0,13
2,50
0,05
2,20
3,50
7,50
9,50
0,10
6,00
2,50
3,00
1,00
0,25
0,15
0,50
0,50
1,50
0,13
2,50
0,05
2,20
3,50
7,25
9,50
0,10
6,00
2,50
3,25
1,00
Wisselkoersen
12-06-2014
+3m
+6m
1,35
1,35
1,30
1,25
GBP per EUR
SEK per EUR
NOK per EUR
CHF per EUR
PLN per EUR
CZK per EUR
HUF per EUR
RON per EUR
BGN per EUR
RUB per EUR
TRY per EUR
JPY per EUR
RMB per USD
USD per AUD
USD per NZD
CAD per USD
0,80
9,06
8,12
1,22
4,11
27,44
304,97
4,39
1,96
46,51
2,86
138,16
6,22
0,94
0,87
1,09
0,78
9,00
8,10
1,23
4,12
27,20
305,00
4,40
1,96
45,90
2,85
143,10
6,25
0,91
0,86
1,12
0,77
8,90
8,00
1,23
4,10
27,20
300,00
4,40
1,96
43,55
2,80
140,40
6,20
0,89
0,84
1,12
0,77
8,80
7,80
1,25
4,05
27,00
300,00
4,40
1,96
41,25
2,80
137,50
6,15
0,87
0,82
1,14
0,25
0,15
0,75
0,50
1,75
0,13
2,50
0,05
2,20
3,50
7,00
9,50
0,10
6,00
2,75
3,75
1,00
Tienjaarsrentes
+12m
USD per EUR
+12m
12-06-2014
VS
Duitsland
België
Ierland
VK
Zweden
Noorwegen
Zwitserland
Slowakije
Polen
Tsjechië
Hongarije
Bulgarije
Rusland
Turkije
Japan
China
Australië
Nieuw-Zeeland
Canada
2,65
1,40
1,86
2,41
2,73
1,82
2,66
0,77
2,12
3,56
1,56
4,42
3,20
8,52
8,89
0,60
4,09
3,82
4,45
2,34
+3m
+6m
2,80
1,50
2,00
2,50
2,80
2,00
2,80
1,00
2,30
3,40
1,70
4,70
3,20
8,50
8,90
0,60
4,50
4,00
4,55
2,50
3,20
1,70
2,20
2,60
3,00
2,20
3,00
1,20
2,50
3,50
2,00
4,90
3,35
8,50
9,00
0,70
4,50
4,40
4,90
2,90
+12m
3,60
2,10
2,50
2,90
3,50
2,60
3,50
1,40
2,80
3,80
2,30
5,20
3,70
8,25
9,00
0,90
4,50
4,80
5,30
3,30
13