Economische Vooruitzichten Wereldeconomie Juli 2014 De wereldeconomie ontwaakt uit zijn winterslaap. De Amerikaanse arbeidsmarkt creëerde voor de vierde maand op rij meer dan 200.000 nieuwe banen, het Britse producentenvertrouwen blijft hoge toppen scheren, terwijl de werkloosheid in de eurozone langzaam maar zeker afneemt. In Japan lijkt de dip na de btwverhoging in april van tijdelijke aard te zijn. Om de oncomfortabel lage inflatie in de eurozone op te krikken, nam de ECB in juni nieuwe stimuleringsmaatregelen. Als gevolg hiervan zullen we allicht nog een tijdlang in een omgeving van lage rentes leven. • Amerikaanse arbeidsmarkt gaat voort op haar elan • Te lage inflatie vooral een fenomeen van de eurozone • ECB lanceert nieuw grootschalig stimuleringspakket • Bank of England verhoogt allicht als eerste grote centrale bank haar beleidsrente • Japanse economie verteert btw-verhoging • Onzekerheid in opkomende economieën voorlopig opnieuw naar de achtergrond Algemeen perspectief Azië - Latijns-Amerika Economische omgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Japan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 • Wereldconjunctuur ontwaakt uit winterslaap • Het ‘drie pijlen’-beleid werpt vruchten af China . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Amerika • Op zoek naar een zachte landing Verenigde Staten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 • Amerikaanse economie trekt aan, maar vertoont nog zwakheden Ontluikende markten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 • Gevaar voor instabiliteit komt van binnenlandse ontwikkelingen Tabellen Europa Eurozone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Groei - Inflatie - Rentes en Wisselkoersen . . . . . . 13 • Trage groei en te lage inflatie zetten ECB aan tot actie Verenigd Koninkrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 • Eurosceptisch VK jaagt ‘groei-beker’ na Centraal-Europa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 • Matig EU-enthousiasme ondanks opklarende conjunctuurhemel Onze publicaties zijn online beschikbaar, via www.kbceconomics.be. U kunt ze ook gratis ontvangen per e-mail. Surf naar www.kbceconomics.be en registreer uw gegevens. Verantwoordelijke uitgever: Dieter Guffens, Havenlaan 2, B-1080 Brussel, (32) (0)2 429.62.87 ([email protected]) Correspondentieadres & abonnementenbeheer: KBC Groep NV, GCE, Havenlaan 2, 1080 Brussel, E-mail: [email protected] Deze publicatie komt tot stand op de afdeling Economic Research van KBC Groep. Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies conform de Wet van 6 april 1995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan. Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 12 juni 2014, tenzij anders vermeld. De 1 beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 12 juni 2014. Economische Vooruitzichten Algemeen perspectief Economische omgeving Wereldconjunctuur ontwaakt uit winterslaap De meest recente conjunctuurindicatoren wijzen erop dat de wereldconjunctuur het zwakke eerste kwartaal achter zich heeft gelaten. De krimp van het reële Amerikaanse bbp (met 1% kwartaal-op-kwartaal en op jaarbasis) hoort allicht definitief tot het verleden. Het Amerikaanse producentenvertrouwen steeg in mei verder, terwijl ook in China het sentiment opnieuw verbeterde. In Japan zagen we na de vertrouwensinzinking in april als gevolg van de btw-verhoging in mei opnieuw een lichte herleving. In Europa daalde het producentenvertrouwen licht. In het VK ligt dat echter nog altijd op een zeer hoog peil, terwijl ook in de eurozone de opwaartse trend ongebroken is. maar zeker wordt dit ook in de opwaartse loonontwikkeling zichtbaar. De jaarstijging van de gemiddelde uurlonen bedroeg in mei 2,1%. munten van opkomende economieën sinds het begin van dit jaar spelen mee, samen met het recent hernomen depreciatiebeleid van de Chinese overheid. Uitgedrukt in euro daalden daardoor de invoerprijzen en bijgevolg de inflatie. Zelfs in het deflatieland bij uitstek, Japan, bedroeg de inflatie in april 3,4%. Dat had weliswaar voor een stuk met de btw-verhoging van april te maken, maar ook in maart bedroeg de inflatie al 1,6%. In het VK, ten slotte, is de inflatie weliswaar licht aan het dalen, maar ligt zij met 1,8% dicht bij de beleidsdoelstelling van de Bank of England van 2%. Naar een normale inflatie? Tegen deze achtergrond blijft de wereldwijde inflatie nog altijd laag. Dat is echter in toenemende mate een fenomeen van de eurozone. In de VS bedraagt de inflatie nu 2%, wat overeenstemt met de inflatiedoelstelling van de Fed. De ontwikkeling op de Amerikaanse arbeidsmarkt is daar wellicht niet vreemd aan. In mei kwamen er in de VS voor de vierde maand op rij per saldo meer dan 200.000 nieuwe banen bij en bedroeg de werkloosheidsgraad 6,3%. Langzaam ECB grijpt opnieuw in Inflatie eurozone blijft zorgenkind De ECB kon niet voorbij gaan aan het feit dat volgens haar eigen verwachtingen de inflatie in de eurozone nog geruime tijd onder haar doelstelling zal blijven. Bovendien baren de uiterst trage groei van de geldhoeveelheid in de reële economie en de negatieve groei van de kredietverlening haar zorgen. Met een inflatie van slechts 0,5% in mei wordt de eurozone meer en meer een uitzondering. Volgens de ECB was die lage inflatie de voorbije twee jaar in een eerste fase vooral het gevolg van de daling van de energie- en grondstofprijzen. Nu vooral de energieprijzen uitgedrukt in Amerikaanse dollar zich hebben gestabiliseerd, wordt vooral het effect van de versteviging van de wisselkoers van de euro ten opzichte van de munten van de belangrijkste handelspartners merkbaar. Dat was onder meer het geval ten opzichte van de Amerikaanse dollar, maar ook de depreciatie van een aantal Daarom besliste de ECB op 5 juni over een bijkomend pakket van monetaire stimuleringen. Om de te lage inflatie te bestrijden verlaagde ze haar beleidsrente tot 0,15%. Naar eigen zeggen is dat het einde van de klassieke renteverlagingscyclus. Om de transmissie van het monetair beleid naar de kredietverlening te stimuleren, nam de ECB de historische stap om haar depositorente voor banken negatief te maken. Dat moet banken ertoe aanzetten hun liquiditeiten uit te lenen in plaats van ze bij de ECB te parkeren. Of die maatregel in de praktijk echter zal werken zoals gepland, valt Wereldconjunctuur laat groeipauze achter zich Lage inflatie eurozone vreemde eend in de bijt (wereldwijd producentenvertrouwen verwerkende nijverheid, standaardafwijking van LT-gemiddelde) 2 (jaarwijziging consumptieprijzen, in %) 6 5 1 4 0 3 2 -1 1 -2 0 -3 -4 2005 -1 06 07 08 09 10 11 12 13 14 -2 2010 11 Eurozone VK 2 12 13 Japan VS 14 Reële bbp-groei 2013 2014 2015 2,2 2,2 3,0 Noord-Amerika 1,9 2,0 3,0 Latijns-Amerika 2,8 2,6 3,1 0,6 1,7 2,1 Amerika Europa Eurozone Centraal-Europa -0,4 1,2 1,7 1,3 2,6 3,0 5,3 5,5 5,5 Japan 1,5 1,4 1,3 Azië excl. Japan 6,0 6,2 6,2 China 7,7 7,5 7,0 India 4,4 Azië Wereld 3,0 Olieprijs (Brent per vat in USD, einde jaar) 110 Aankoop overheidsobligaties (nog) brug te ver Samen met enkele technische maatregelen kan dit nieuwe beleidspakket de 3,4 3,8 liquiditeit in de eurozone met meer dan 500 miljard 100 95 euro verhogen. Met dit pakket heeft de ECB nu zowat alles uit haar kast gehaald wat erin zat. De grootschalige aankoop van overheidsobligaties, zoals de Fed, de Bank of England en de Bank of Japan doen of hebben gedaan, is politiek in de eurozone niet haalbaar. En de Europese markt voor op kredieten gebaseerde obligaties, die de ECB wel als een geschikt alternatief beschouwt, is op dit moment nog veel te beperkt in omvang. 5,4 nog af te wachten. Een tweede belangrijke maatregel om de kredietverlening in de eurozone aan te zwengelen, is een reeks van zogenoemde TLTRO’s. Die komen neer op liquiditeitsinjecties aan Europese banken met een zeer lange looptijd (vier jaar), op voorwaarde dat ze gebruikt worden voor kredietverleningen aan de Europese niet-financiële private sector. Dat programma herinnert ons aan het Funding for Lending Scheme van de Bank of England, dat in de praktijk niet zoveel succes had. Veel zal afhangen van de appetijt van eurozone-banken voor bijkomende liquiditeiten waaraan bovendien nog voorwaarden verbonden zijn, en van de vraag naar kredieten door Europese bedrijven. 6,4 (Amerikaanse dollar per euro) 15 1,5 10 1,45 5 1,4 0 1,35 -5 1,3 -10 1,25 -15 1,2 in USD in EUR Jul-13 Okt-13 Jan-14 Die verwachting kan al in het najaar ontstaan. We zien inderdaad een toenemende divergentie in het monetaire beleid van de belangrijke centrale banken. Terwijl de Bank of England als eerste en daarna allicht de Fed haar rentebeleid zullen verstrakken, zet de Bank of Japan haar expansief beleid voort en versoepelde de ECB begin juni haar beleid nog extra. De grote uitdaging voor de ECB bestaat er dus in om de Europese obligatierentes zoveel mogelijk uit het zog van de Amerikaanse te houden wanneer het Fed-beleid definitief de stap naar normalisatie zet. Appreciërende trend van de euro weldra gekeerd? (prijs per vat Brentolie, jaarwijziging in %) Apr-13 In anticipatie op de ECB-beslissing daalden de Duitse obligatierentes en de renteverschillen tussen obligaties van EMUoverheden. Ook de euro verloor wat aan waarde ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Vermits de nieuwe maatregelen in grote lijnen overeenkwamen met de marktverwachtingen, daalde de euro niet verder. Voor een merkbare verzwakking van de euro blijft het allicht wachten op concrete tekenen van een eerste renteverhoging door de Fed. Dieter Guffens [email protected] [email protected] Desinflatoir effect olieprijzen achter de rug -20 Jan-2013 Gebrekkige internationale beleidscoördinatie 1,15 2010 Apr-14 11 12 13 14 3 Economische Vooruitzichten Amerika Verenigde Staten Amerikaanse economie trekt aan, maar vertoont nog zwakheden De Amerikaanse economische groei stelde teleur in het eerste kwartaal van 2014. De contractie van het reële bbp kwam echter niet geheel onverwacht. Alle vingers wijzen in de richting van het barre winterweer gedurende de eerste maanden van 2014. De economie zet ondanks dit tijdelijke dipje haar herstel gestaag voort. De vraag is of dit herstel wel zo robuust is als algemeen wordt verondersteld. De huizenmarkt blijft bijvoorbeeld achterop hinken. Winter deelt slagen uit Volgens verwachting heeft het strenge winterweer via zijn impact op de investeringen zijn sporen nagelaten op het Amerikaanse economische herstel. Ook de zwakke internationale conjunctuur in het eerste kwartaal had via de nettouitvoer een negatieve impact op de economische groei. De Amerikaanse consument is zoals gewoonlijk de sterkhouder van de binnenlandse vraag. In hun eentje droegen de gezinsuitgaven 2,1% bij aan de geannualiseerde kwartaalgroei van het bbp. De terugval in de investeringen, de export en de voorraden, deed dat economische groeicijfer uiteindelijk dalen tot -1,0%. De dip in de economische groei was slechts tijdelijk. De voorraadcyclus heeft, mede door het winterweer, sterk gewogen op de groei. Door de sterke afbouw van de voorraden in het eerste kwartaal, zal de productie in het tweede kwartaal versnellen omdat bedrijven hun voorraden opnieuw zullen opbouwen. Bovendien herleeft het vertrouwen in de verwerkende nijverheid en de dienstensector. Andere indicatoren voor bijvoorbeeld de industriële productie, de kleinhandelsverkopen en het consumentenvertrouwen wijzen er ook op dat het met de Amerikaanse economie opnieuw de goede richting uitgaat. Inflatiecijfer dicht bij streefcijfer prijsstabiliteit Een zwakke inflatoire omgeving is niet langer een probleem van de Amerikaanse economie. De CPI-index (consumptieprijsindex) steeg in april 2014 jaar-opjaar met 2%. In februari 2014 bedroeg die stijging nog maar 1,1%. Ook de kerninflatie loopt geleidelijk op. Daarmee valt de inflatie in de Verenigde Staten vrijwel samen met de beleidsdefinitie van de Fed van prijsstabiliteit. De Fed ziet voorlopig echter nog geen redenen om haar monetaire beleid vervroegd te normaliseren. De Amerikaanse Winter duwt Amerikaanse groei onder nul centrale bank concentreert zich in haar definitie van prijsstabiliteit op de PCEprijsindex (personal consumption expenditures). De jaar-op-jaarwijziging van de PCE-index ligt nog een eindje onder de inflatie op basis van de CPI-index, maar vertoont eveneens een stijgende trend. De PCE-inflatie kan echter de kaap van 2% wel eens sneller halen dan de Fed verwacht. Amerikaanse arbeidsmarkt krapper dan gedacht? De Amerikaanse arbeidsmarkt legde gedurende de voorbije maanden immers bijzonder sterke rapporten voor. De werkloosheidsgraad viel terug tot 6,3%, maar liefst 0,2 procentpunt onder de oorspronkelijk gedefinieerde drempel van de Fed om over een renteverhoging beginnen na te denken. Toch is dat voor de Fed vooralsnog onvoldoende reden om de normalisering van haar monetaire beleid te vervroegen. Volgens Fed-voorzitster Yellen liggen de niveaus van langdurige werkloosheid en het aandeel van werknemers die deeltijds werken om economische redenen nog steeds hoger dan voor de recessie. Bovendien is er nog steeds geen merkbare opwaartse loondruk. De verdere afname van de reeds histo- Vertrouwen in Amerikaanse verwerkende nijverheid en dienstensector herleeft (geannualiseerde groeibijdragen, in %) (50 = neutraal) 5 65 4 60 3 55 2 1 50 0 45 -1 40 -2 35 -3 -4 2012 Private consumptie Overheidsconsumptie Investeringen 4 2013 2014 Netto-uitvoer Voorraden Reële bbp-groei 30 2007 08 09 Verwerkende nijverheid Dienstensector 10 11 12 13 14 Vooruitzichten VS 2013 2014 2015 Reële bbp-groei 1,9 2,0 3,0 Inflatie 1,5 1,7 2,0 12-06-2014 +3m +6m +12m Beleidsrente 0,25 0,25 0,25 0,25 Tienjaarsrente 2,65 2,80 3,20 3,60 USD per EUR 1,35 1,35 1,30 1,25 risch lage participatiegraad pleit echter tegen Yellens argumentatie. Lange tijd veronderstelde de Fed dat, met de verbetering van de economie, de participatie op de arbeidsmarkt weer zou toenemen door de terugkeer van ontmoedigde werknemers. Die terugkeer blijft voorlopig uit. Een studie van de Federal Reserve Bank van Philadelphia stelt dat de daling in de participatiegraad wel eens meer structureel van aard zou kunnen zijn dan gedacht. De afname van de participatiegraad als gevolg van ontmoedigde werkzoekenden vond voornamelijk tijdens de Grote Recessie plaats. De daling in de activiteitsgraad na 2009 is dan weer vooral te wijten aan mensen die met pensioen gingen. Die daling van de participatiegraad van de afgelopen jaren is dus eerder structureel dan cyclisch. Dat betekent dat de arbeidsmarkt wel eens krapper zou kunnen zijn dan de Fed denkt, waardoor ze haar monetaire beleid misschien vroeger zou moeten normaliseren dan gepland. Huizenmarkt blijft achterop hinken Niettemin pleiten een aantal conjunctuurindicatoren nog altijd voor de slechts zeer geleidelijke afbouw van het monetaire stimuleringsprogramma. De huizenmarkt blijft ondermaats presteren. Hoewel recente indicatoren - zoals de huizenverkoop en het aantal toegekende bouwvergunningen - in april stegen, blijft het vertrouwen in de bouwsector in het slop zitten. Het optimisme in de sector blijft laag door de gestegen rente, strengere kredietvoorwaarden, hogere huizenprijzen en een beperkte beschikbaarheid van bouwgrond. Een sterke huizenmarkt is een goede indicator voor de robuustheid van de nationale economie. Een verbetering van het klimaat in de huizenmarkt creëert in de eerste plaats banen. Naast de bouwsector zelf, pikken ook transportbedrijven, architecten, ingenieurs en producenten van cement, verwarmings- Inflatie nadert beleidsdoelstelling van 2% De Fed staat voor een moeilijke evenwichtsoefening. De verschillende conjunctuurindicatoren zenden immers uiteenlopende signalen uit. Indien enerzijds de Amerikaanse arbeidsmarkt effectief krapper is dan de Fed denkt, kan er via oplopende loonstijgingen sneller dan verwacht inflatiedruk ontstaan. Anderzijds heeft vooral de Amerikaanse vastgoedmarkt de rentestijging na de aankondiging van de ‘tapering’ in mei 2013 door toenmalig Fed-voorzitter Bernanke moeilijk verteerd. Het vinden van het juiste tijdspad om haar monetair beleid te normaliseren, dat zowel een oplopende inflatie als een nieuwe recessie vermijdt, belooft bijgevolg geen sinecure te worden. Stephanie Smet [email protected] Vertrouwen in Amerikaanse vastgoedsector blijft in het slop zitten (jaarwijziging, in %) 6 1800 90 5 1600 80 4 1400 70 3 1200 60 2 1000 50 1 800 40 0 600 30 -1 400 20 -2 200 10 -3 Jun-2008 toestellen en meubels een graantje mee. Een sterke huizenmarkt vertaalt zich dus in meer jobs, hogere inkomens, meer consumptie en investeringen en een verdere ondersteuning van de economische groei. In het licht van het belang van een sterke vastgoedsector, is de beslissing om het Amerikaanse monetaire beleid niet sneller dan gepland te verstrakken wel een begrijpbare keuze. Jun-09 CPI inflatie PCE inflatie Jun-10 Jun-11 Jun-12 CPI kerninflatie PCE kerninflatie 0 2007 Jun-13 08 09 10 Bouwvergunningen (x 1000) Vertrouwensindex (rechts) Verkoop nieuwe huizen (x 1000) Verkoop nieuwe huizen (x 1000) 11 12 13 14 0 Verkoop bestaande huizen (x 10 000) Bouwvergunningen (x 1000) Vertrouwensindex (rechtse schaal) Verkoop bestaande huizen (x 10 000) 5 Economische Vooruitzichten Europa Eurozone Trage groei en te lage inflatie zetten ECB aan tot actie De recessie ligt al enkele kwartalen achter de rug, maar de groei in de eurozone komt niet op kruissnelheid. De institutionele en financiële crisis van de euro zijn weliswaar achter de rug, maar de hervormingen en het herstel verlopen te traag. Daarom schoot de ECB begin juni in actie. Zwakker dan verwacht herstel De groeicijfers van het eerste kwartaal stelden teleur. Het bbp van de eurozone nam met amper 0,2% toe, bijna een kopie van de cijfers van de vorige drie kwartalen. De ontgoocheling was des te groter omdat zowel het producenten- als consumentenvertrouwen sinds het begin van het jaar een hoge vlucht hadden genomen. Bovendien heeft de warme winter – anders dan in de VS –de bouwsector een duwtje in de rug gegeven. Dat was duidelijk zichtbaar in de groeicijfers van Duitsland (0,8%), dat zich opnieuw tot groei-Weltmeister kroonde. Als groei een goede indicator voor sportief succes is, ziet het er in Brazilië goed uit voor Spanje en België, die beide met 0,4% het sterkste kwartaal in jaren optekenden. De teleurstelling kwam van onze noorderburen (-1,4%), Italië (-0,1%) en Frankrijk, dat er maar niet in slaagt uit de stagnatie te komen. Verschuiving naar binnenlandse vraag Het teleurstellende groeicijfer is deels te wijten aan de zwakkere exportgroei. De sterke euro zit hier zeker voor iets tussen. Hoewel de versterking van de euro ten opzichte van de dollar nog binnen de perken bleef, versterkte de eenheidsmunt fors ten opzichte van de Japanse yen (+50% sinds de start van Abenomics) en zowat alle opkomende markten. De eerste fase van het herstel, waarbij de export de ondersteunende factor van de groei was, ligt achter de rug. De consumptievraag levert momenteel een toenemende positieve bijdrage tot de groei. De stabilisering van de werkloosheid, het milderen van het besparingsbeleid en de lage inflatie stemmen de consumenten gunstiger. In een volgende fase zullen bedrijfsinvesteringen wellicht een grotere bijdrage tot de groei leveren. Bedrijven krijgen steun van de lagere rente, afnemende politieke onzekerheid en besparingen, en de structurele hervormingen. Toch is het ondernemersklimaat nog niet optimaal. Zo verloopt de kredietverstrekking stroef, zeker naar kmo’s toe. De bankenstresstests die de ECB uitvoert moeten het kredietkanaal herstellen. Het begrotingsklimaat blijft de komende jaren weinig stimulerend. Europees herstel breder gedragen De Europese verkiezingen zetten de onvrede van de Europese bevolking met het economische beleid van de EU in de verf. Vooral in Frankrijk, Griekenland en het VK scoorden de eurosceptische oppositiepartijen sterk, maar elders kregen de regeringspartijen een beter rapport van de kiezer. Zo won de Italiaanse premier Renzi zo’n 40% van de kiezers voor zijn hervormingsbeleid, en ook in Spanje, Ierland en Portugal werden de pro-Europese hervormers beloond. Het gevolg hiervan is dat de pro-Europese partijen een ruime meerderheid behouden in het Europese parlement, en de nieuwe Commissie het huidige beleid – met mogelijk enkele nuanceverschillen – zal kunnen voortzetten. (driemaands voortschrijdend gemiddelde, verandering aantal werklozen in duizendtallen) 3 300 2 250 200 1 150 0 100 -1 50 0 -2 -50 -3 -100 2012 Private consumptie Overheidsconsumptie Investeringen 6 Lenterapport Zuid-Europees werklozenleger neemt geleidelijk af (geannualiseerde groeibijdragen, in %) -4 Voor bedrijven hoeft dat niet problematisch te zijn, omdat de belastingsfocus geleidelijk is verschoven van lasten op bedrijven en arbeid, naar consumptie, wat minder groeiverstorend is. In Spanje bijvoorbeeld kondigde premier Rajoy begin juni een stimuleringspakket met lagere bedrijfslasten aan. Dat kan de herstellende Spaanse investeringsgroei, die sinds vorig kwartaal opnieuw positief is, verder doen aantrekken. 2013 2014 Netto-uitvoer Voorraden Reële bbp-groei -150 Jul-2011 Jan-12 Duitsland Frankrijk België Jul-12 Jan-13 Jul-13 Periferie (*) Eurozone (*) Periferie: Griekenland, Ierland, Italië, Portugal en Spanje Jan-14 Vooruitzichten eurozone 2013 2014 2015 aan te wakkeren, door zijn belastingregime wat te Reële bbp-groei -0,4 1,2 1,7 versoepelen, de laagste 1,3 0,6 1,3 Inflatie inkomens te ondersteunen en werk te maken van +12m 12-06-2014 +3m +6m het energievraagstuk. De 0,15 0,15 0,15 0,15 Beleidsrente grote afhankelijkheid van de Duitse economie van 1,40 1,50 1,70 2,10 Tienjaarsrente Duitsland Russisch gas en (dure) hernieuwbare energie hebUittredend begrotingscommissaris ben zelfs de mogelijkheid van schaliegasOlli Rehn kwam begin juni met het ontginning terug op de agenda geplaatst. Lenterapport – de doorlichting van begrotings- en economische plannen, Zieke man van Europa maar hier viel weinig nieuws te noteren. Zes landen, waaronder België en Het slechtste rapport kwam op naam Nederland, slaagden erin hun begrovan Frankrijk. Voor de Commissie mogen tingstekorten structureel onder de 3% de Fransen geen uitstel krijgen om hun van het bbp te dringen, en verlieten zo begrotingstekort tegen 2015 onder 3% hun Excessive Deficit-programma. Italië van het bbp te brengen. Premier Valls kreeg het advies sneller werk te maken kondigde wel een besparingspakket van van de afbouw van zijn torenhoge schuld zo’n 50 miljard euro (2,5% van het bbp) (135% van het bbp). De regering Renzi aan, maar dat dient vooral om het Pacte krijgt echter wat krediet, omdat heel wat de Responsabilité, met zo’n 30 miljard structurele hervormingen, onder meer lagere bedrijfs- en inkomstenlasten, te op het gebied van de arbeidsmarkt, op financieren. Het zijn kleine, maar noodtafel liggen. Spanje kreeg eveneens een zakelijke stappen om de Franse conaanmaning werk te maken van verdere currentiekracht te bevorderen. Franse begrotingssanering. Daarnaast steunt de bedrijven blijven immers marktaandeel Commissie volop de Spaanse strategie verliezen, de belastingdruk op bedrijfsom lasten te verschuiven van bedrijven en arbeidsinkomen blijft er torenhoog en arbeid naar consumptie. Duitsland en de arbeidsmarkt weinig flexibel. Een kreeg het advies zijn binnenlandse vraag grote omwenteling, zoals de Duitse ECB wil Zuid-Europese deflatie(vrees) doorbreken (jaarwijziging gemiddelde inflatie, in %) 4 6 3 5 2 4 1 3 0 2 -1 1 08 Eurozone Duitsland 09 10 11 12 Semi-kern (**) Periferie (*) (*) Periferie: Griekenland, Ierland, Italië, Portugal en Spanje (**) Semi-kern: Frankrijk, Nederland, België en Oostenrijk 13 14 Steun voor de Europese economie komt er in elk geval wel van de ECB. De centrale bank stelde in juni een pakket maatregelen voor die de economische activiteit en kredietverlening nieuw leven moeten inblazen en het deflatiespook moeten verdrijven. Ze verlaagde haar beleidsrente tot een historisch minimum en met doelgerichte leningen wil ze de bedrijfssector ondersteunen. Door haar depositorente negatief te maken en aan te kondigen haar beleid voor lange tijd zeer soepel te houden hoopt ze ook de euro te verzwakken, wat de Europese export kan ondersteunen en inflatie kan opwekken. Het zwaarste geschut, het aankopen van overheidsobligaties en andere activa, houdt de ECB voorlopig achter de hand, maar voorzitter Draghi gaf te kennen niet te zullen aarzelen, indien nodig, toch de zware middelen boven te halen om de Europese economie uit een nefaste deflatie te houden. Siegfried Top [email protected] (tienjaars renteverschil t.o.v. Duitsland, in %) 7 2007 ECB grijpt naar grote wapens Financieel vertrouwen in periferie neemt onverminderd toe 5 -2 Hartz-hervormingen, zit er echter niet in, zodat les bleus wellicht nog even onderaan de Europese groeitabellen blijven. 0 2012 Frankrijk Italië 2013 2014 Spanje Ierland 7 Economische Vooruitzichten Europa Verenigd Koninkrijk Eurosceptisch VK jaagt ‘groei-beker’ na Het breed gedragen herstel zet zich ook in de eerste jaarhelft verder. De Bank of England ziet zich in zijn opzet geslaagd en denkt na over een eerste renteverhoging. De winst van de eurosceptici in de Europese parlementsverkiezingen en het Schotse referendum bezorgen de Britse regering ondertussen hoofdbrekens. Euroscepsis troef Een van de grote winnaars van de Europese parlementsverkiezingen was de UK Independence Party (UKIP), die 27,5% van de stemmen binnenhaalde. Het resultaat en de lage opkomst (34%) zijn tekenend voor de Britse desinteresse voor de EU. Door het goede resultaat van de eurosceptici zal premier Cameron zijn EU-kritische houding verscherpen. Een referendum over een EU-exit komt daardoor wat dichter. We achten de kans op een ‘Brexit’ voorlopig klein, maar het referendum wordt door Londen wel als drukkingsmiddel gebruikt tegen de toenemende Europese integratieambities. Schots referendum Op 18 september houdt Schotland zijn eigen referendum over onafhankelijkheid. We verwachten dat de Schotten zich voor een blijvende unie met Engeland 2013 2014 2015 Vooruitzichten VK uitspreken, maar dat ze wel meer autonomie zul1,7 2,8 2,5 len krijgen. Economisch is Reële bbp-groei 2,6 1,9 2,0 Inflatie een volledige onafhankelijkheid weinig aantrekke+12m 12-06-2014 +3m +6m lijk. Het land is niet meer 0,50 0,50 0,50 0,75 Beleidsrente de voortrekker die het was ten tijde van de industriële Tienjaarsrente 2,73 2,80 3,00 3,50 revolutie. Tegenwoordig is GBP per EUR 0,80 0,78 0,77 0,77 het een kleine economie 1,68 1,73 1,69 1,62 USD per GBP (met een bbp van 160 miljard euro) en weinig gediversifieerd (o.a. landbouw, olie en nemen. De werkloosheidsgraad daalde gas). De afhankelijkheid van de Bank of verder tot 6,6% en het aantal nieuwe jobs England, het pond en de grote financiële zit in de lift. Heel wat redenen dus om sector (1200% van het bbp) maken een aan een eerste renteverhoging te denken. scheiding minder waarschijnlijk. Het blijft een moeilijke evenwichtsoefening, want de Britse bedrijven produceren VK voor ‘growth cup’ winst nog niet aan volle capaciteit en heel wat arbeidspotentieel blijft onderbenut. Dat Voor de Bank of England (BoE) loopt verklaart de geringe loongroei en lage alles momenteel van een leien dakje. Het inflatie. De bank mag dan ook niet te snel krachtige economische herstel zet zich de rente optrekken omdat dit het herstel volop voort. Ook in het eerste kwartaal in de kiem kan smoren. BoE-gouverneur groeide het VK aan een tempo van boven Carney vergeleek de huidige economide 3%. Het is echter mogelijk dat de groei sche toestand met de voorrondes van een in de tweede jaarhelft wat vertraagt. De Wereldbeker. Voor hem begint het echte bouwactiviteit lijkt over haar hoogtepunt tornooi nu, met als inzet een sterke, duurheen, de kredietgroei naar bedrijven blijft zame en gebalanceerde groei. We schatten aanmodderen en het sterke pond remt de de kans dat hij hierin slaagt hoger in dan exportgroei. De groei wordt echter breed een Engelse eindoverwinning in Brazilië. gedragen, nu ook de gezinsconsumptie Siegfried Top en bedrijfsinvesteringen een hoge vlucht [email protected] Brits herstel komt eindelijk van de grond Herstel wordt ook breder gedragen (reëel bbp, Q1 2008=100) (geannualiseerde groeibijdragen, in %) 108 10 106 8 104 6 4 102 2 100 0 98 -2 96 -4 94 92 -6 2008 09 VK VS 8 10 11 12 Eurozone Duitsland 13 14 -8 2012 2013 Private consumptie Netto-uitvoer Overheidsconsumptie Voorraden Investeringen Reële bbp-groei 2014 Economische Vooruitzichten Europa Centraal-Europa Matig EU-enthousiasme ondanks opklarende conjunctuurhemel Op 1 mei was het exact tien jaar geleden dat de grootste uitbreiding in de geschiedenis van de Europese Unie plaatsvond. De EU werd toen aangevuld met acht Centraal-Europese landen (Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Polen, Estland, Letland en Litouwen). Bulgarije en Roemenië volgden in 2007, terwijl Kroatië pas vorig jaar lid werd. Het eerste decennium van EU-lidmaatschap markeerde een bewogen periode voor de Centraal-Europese economieën. Grofweg kunnen we die periode in twee segmenten opdelen, afgebakend door de val van de Amerikaanse bank Lehman Brothers in september 2008. Gedurende de eerste periode floreerde de economische activiteit. Centraal-Europa integreerde zich in West-Europese productieketens met een belangrijke rol voor de auto-industrie. Met behulp van EU-fondsen vond er een inhaalbeweging plaats op het vlak van infrastructuur. De institutionele kwaliteit nam met rasse schreden toe. Ook de financiële banden met West-Europa werden steeds nauwer. Die toegenomen Europese integratie had een keerzijde vanaf september 2008. Samen met West-Europa zonken de Centraal-Europese landen weg in een diepe recessie. Sindsdien is het verhaal er vooral een van aanmodderen in de regio met, net zoals in West-Europa, een combinatie van slabakkende economische activiteit en een bijzonder zwakke inflatiedynamiek. Tegen die achtergrond wekt het geen verbazing dat in vele van die ‘nieuwe’ lidstaten het enthousiasme voor de Europese Unie wat geluwd is. Dat kwam ook tot uiting bij de recente Europese verkiezingen. Hoewel de opkomst in de hele Europese Unie aan de magere kant was, was dat nog veel meer uitgesproken in Centraal-Europa. Maar een vierde van de Centraal-Europese kiezers vond het de moeite om naar de stembus te trekken. (reële bbp-groei, kwartaal-op-kwartaal in %) (jaarwijziging consumptieprijzen in %) 2 7 6 1,6 5 1,4 4 1,2 3 1 2 0,8 1 0,6 0 0,4 -1 0,2 -2 K4 2013 K1 2014 Bulgarije Hongarije Polen Slowakije Tsjechië Dieter Guffens en Dieter Franceus [email protected], [email protected] Desinflatoire trend nog frappanter dan in de eurozone 1,8 Eurozone Opvallend is dat het conjunctuurherstel ook in Centraal-Europa gepaard gaat met een sterke desinflatoire druk, die zelfs nog sterker is dan in de eurozone. In april was de inflatie in Hongarije (-0,2%), Slowakije (-0,2%) en vooral in Bulgarije (-1,3%) zelfs negatief, terwijl ze in Polen (+0,3%) en Tsjechië (+0,2%) niet meer ver van 0% verwijderd is. Dat illustreert enerzijds dat zelfs een deflatoire omgeving niet per definitie in de weg moet staan van economische groei. Anderzijds geeft dat aan de regionale centrale banken ook extra ruimte om hun beleid nog verder te versoepelen. Het wisselkoersbeleid van de Tsjechische Nationale Bank is daar een voorbeeld van, alsook de verdere verwachte renteverlagingen door de Nationale Bank van Hongarije. Misschien kan de huidige economische herleving leiden tot een positievere houding ten opzichte van de Europese Unie. In het zog van het geleidelijk conjunctuurherstel in de eurozone klaart immers ook de conjunctuurhemel in Centraal-Europa op. Doordat vele landen in die regio kleine en open economieën zijn, profiteren zij proportioneel meer van dat herstel. Terwijl het reële bbp van de eurozone in het eerste kwartaal van 2014 slechts met een magere 0,2% groeide (kwartaal-op-kwartaal), lag die groei in Centraal-Europa een stuk hoger. Positieve uitschieters hierbij Centraal-Europese groeidynamiek sterker dan in eurozone 0 waren Hongarije en Polen, met beide een kwartaalgroei van 1,1%. De nulgroei in Tsjechië in dat kwartaal moeten we zien in de context van de uiterst sterke groei in het vierde kwartaal van 2013 (+1,8% kwartaal-op-kwartaal). Dat een terugval in het eerste kwartaal uitbleef is een bemoedigend conjunctuursignaal. -3 2010 11 Eurozone Bulgarije Hongarije 12 13 14 Polen Slowakije Tsjechië 9 Economische Vooruitzichten Azië - Latijns-Amerika Japan Het ‘drie pijlen’-beleid werpt vruchten af Sinds de verkiezing van eerste minister Abe in november 2012 en de benoeming van de nieuwe gouverneur van de centrale bank Kuroda begin 2013, gooit de Japanse overheid het over een andere boeg. De twee eerste pijlen van dat beleid moeten de Japanse economie stabiliseren. De deflatiespiraal diende doorbroken te worden en er moest eindelijk werk gemaakt worden van de sanering van de gigantische overheidsschuld. Die bedraagt op dit ogenblik 244% van het bbp. Zolang de Japanse economie in een deflatie verkeerde en het nominale bbp stagneerde of zelfs daalde, was geen begrotingsconsolidatie voldoende om de overheidsschuld in verhouding tot het bbp te stabiliseren. Ondanks de lage nominale rente, was tot 2012 de reële rente die de overheid moest betalen bovendien vrij hoog. Als eerste pijl zou de Japanse centrale bank binnen twee jaar de (basis)geldhoeveelheid verdubbelen door onder meer de bijkomende aankoop van Japanse overheidsobligaties en zo de inflatie naar 2% brengen. De inflatieverwachtingen doorbraken snel de deflatiespiraal en de werkelijke inflatie bedroeg in april 2014 (na de btw-verhoging) 3,4%. Een belangrijke rol speelde hierbij de verzwakking van de Japanse yen. Als gevolg 2013 2014 2015 Vooruitzichten Japan van de stijgende geldhoeveelheid deprecieerde de 1,5 1,4 1,3 yen tussen september Reële bbp-groei 0,4 2,3 1,8 Inflatie 2012 en december 2013 met 26% ten opzichte +12m 12-06-2014 +3m +6m van de Amerikaanse dol0,10 0,10 0,10 0,10 lar. De achillespees van Beleidsrente dit reflatiebeleid is dat de Tienjaarsrente 0,60 0,60 0,70 0,90 nominale loonstijgingen JPY per USD 102,05 106,00 108,00 110,00 niet voldoende zijn om de 138,16 143,10 140,40 137,50 JPY per EUR inflatie te overstijgen. De diepgewortelde deflatiecultuur is nog niet doorbroken. van het groeipotentieel van de Japanse economie, die, met een werkloosheidsHet nieuwe monetaire beleid heeft er ook graad van 3,6%, nagenoeg volledige voor gezorgd dat de reële overheidsrente werkgelegenheid kent. Samen met een negatief is geworden, wat de tweede pijl, verouderende bevolking weegt dat op de sanering van de overheidsfinanciën, het potentiële groeitempo van de econoeen stuk vergemakkelijkt. Om die consolimie. Vermits Japan weigerachtig staat ten datie nog te versterken, werd in april 2014 opzichte van immigratie, zoekt de overheid het btw-tarief van 5% naar 8% verhoogd. haar heil in structurele maatregelen zoals Als gevolg van vervroegde consumptie de verhoging van de participatiegraad van kende de Japanse economie daardoor een vrouwen en het optrekken van de pensizeer sterke eerste kwartaalgroei (6,7% oenleeftijd. Ten slotte wil de regering Abe kwartaal-op-kwartaal en op jaarbasis) en een einde maken aan het moratorium op zal die groei in het tweede kwartaal een het gebruik van kerncentrales na de ramp stuk lager liggen. Indien de groei naar verin Fukushima in 2011. De heringebruikwachting in het derde kwartaal opnieuw name van extra beveiligde kerncentrales normaliseert, is de Japanse overheid van moet de energievoorziening op lange terplan om in de loop van 2015 het btwmijn veilig stellen en een einde maken aan tarief geleidelijk verder te verhogen. de torenhoge invoerfactuur voor energie. Dieter Guffens [email protected] De derde pijl is gericht op de verhoging Deflatiespiraal doorbroken Japanse economie dicht bij volledige werkgelegenheid (jaarwijziging in %) 4 3 6 1,2 5,5 1,1 1 5 2 1 0 -1 -2 2010 11 Inflatie Kerninflatie 10 12 13 Inflatiedoelstelling 4,5 0,9 4 0,8 3,5 0,7 3 0,6 2,5 0,5 2 2007 14 08 09 10 11 12 13 Werkloosheidsgraad (in %, linkse schaal) Verhouding vacatures/werkzoekenden (rechtse schaal) 14 0,4 Economische Vooruitzichten Azië - Latijns-Amerika China Op zoek naar een zachte landing De Chinese economie zet, zoals verwacht, haar tragere groeitempo voort. In het eerste kwartaal van 2014 bedroeg de reële Chinese bbp-groei jaar-op-jaar 7,4%. Het land blijft daarmee onder haar streefcijfer van 7,5%. Recente conjunctuurindicatoren blijven onduidelijk over wat de volgende kwartalen zullen brengen. De groei van de investeringen, kleinhandelsverkopen en industriële productie vertraagt verder. Het producentenvertrouwen wijst echter op een lichte verbetering van de economische vooruitzichten. Huizenmarkt koelt af De Chinese huizenmarkt vertoont ondertussen tekenen van afkoeling. De verkoop in de markt neemt af, er worden minder nieuwe projecten gerealiseerd en de vastgoedprijzen stijgen minder snel dan voorheen. In sommige steden dalen de prijzen zelfs. Die afkoeling is vooreerst het resultaat van de vertraging van de economische groei. Bovendien probeert de overheid met strengere voorwaarden de kredietexpansie onder controle te krijgen, waarmee ze ook de vraag naar vastgoed afremt. De zeepbel in de Chinese vastgoedsector nam de voorbije jaren grote proporties 2013 2014 2015 Vooruitzichten China aan. Die zeepbel ontstond na de implementatie 7,7 7,5 7,0 van een stimuleringspro- Reële bbp-groei gramma eind 2008. Het Inflatie 2,6 2,9 3,0 programma moest de +12m 12-06-2014 +3m +6m financiële crisis afwenden en wakkerde onder meer Beleidsrente 6,00 6,00 6,00 6,00 investeringen in de hui- Tienjaarsrente 4,09 4,50 4,50 4,50 zenmarkt aan. Een milde 6,22 6,25 6,20 6,15 RMB per USD correctie in de markt zou vandaag welkom zijn, maar het risico op een ontaarding in triële sectoren. een crash is groot. Een daling van de bedrijvigheid in de huizenmarkt door een De overheid kondigde maatregelen aan aanbodoverschot kan een zware impact om een verdere vertraging van de groei hebben op de economische groei en de te vermijden. Het gaat om investeringen financiële stabiliteit. Om de tekortschiein spoorwegen, goedkope huisvesting tende vraag tegemoet te komen hieven en gunstigere belastingsregimes voor al een aantal steden de restricties op het de privésector. De onverwacht aanhoukopen van meerdere huizen op. Deze dende verzwakking van de renminbi zou restricties moesten tot voor kort net de de groei moeten ondersteunen via de vraag naar vastgoed en de groei van de stimulering van de export. Bovendien zeepbel afremmen. pompte de Chinese centrale bank recentelijk enorme hoeveelheden liquiditeit Steunmaatregelen in de geldmarkt. Gegeven de huidige groeivertraging van investeringen en Het halen van de doelstelling van 7,5% productie, is het afwachten of die maatreële bbp-groei in 2014 wordt geen regelen het tij kunnen doen keren. sinecure. China wordt geconfronteerd met belangrijke uitdagingen, zoals de stabiliteit in de schaduwbanksector, de sputterende vastgoedmarkt en de capaStephanie Smet citeitsoverschotten in een aantal [email protected] Chinese economische groei vertraagt verder Chinese huizenprijzen stijgen trager of dalen zelfs (jaarwijziging in %) (maandwijziging huizenprijsindex bestaande woningen, in %) 3,5 16 14 2,5 12 10 1,5 8 0,5 6 4 -0,5 2 0 2004 -1,5 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 2012 Beijing Guangzhou 13 14 Shanghai Hangzhou 11 Economische Vooruitzichten Azië - Latijns-Amerika Ontluikende markten Gevaar voor instabiliteit komt van binnenlandse ontwikkelingen De turbulentie op de Aziatische financiële markten, die volgde op de aankondiging van de afbouw van het Amerikaanse monetaire aankoopbeleid in mei 2013, lijkt voorbij. Het totale volume van buitenlandse kapitaalstromen naar Aziatische aandelenmarkten steeg sinds mei 2013 met 22 miljard Amerikaanse dollar. De lokale obligatiemarkten hebben de verliezen die zij leden tijdens de zomer van 2013 vrijwel volledig gerecupereerd. Het blijft echter afwachten wat er zal gebeuren in de groeimarkten wanneer de Amerikaanse centrale bank haar eerste renteverhoging effectief doorvoert. Het IMF verwacht geen zware gevolgen, op voorwaarde dat de normalisering van het Amerikaanse monetaire beleid gestaag verloopt. Het gevaar voor instabiliteit in de groeilanden komt volgens het IMF niet zozeer uit Amerikaanse hoek. Nefaste politieke en economische ontwikkelingen in de landen zelf kunnen alsnog het investeerdersvertrouwen schaden en kapitaal doen wegstromen. Crisis Oekraïne laat sporen na Rusland is een recent voorbeeld van hoe politieke ontwikkelingen een economie kunnen laten ontsporen. De Russische economie lijdt zwaar onder de span- ningen met Oekraïne. Het reële bbp steeg in het eerste kwartaal van 2014 met slechts 0,9% jaar-op-jaar. Het land staat aan de rand van een recessie. Investeerders trokken massaal hun geld weg. De kapitaalvlucht verzwakte de Russische roebel en dreef de inflatie de hoogte in. De Russische centrale bank reageerde daarop met de verhoging van haar beleidsrente in maart en april. Het producentenvertrouwen kelderde. De Russische economie kan de Westerse sancties missen als kiespijn. Meer dan ooit hangt Rusland af van de rest van de wereld, wat het land bijzonder kwetsbaar maakt voor externe schokken. De Russische economie is grotendeels gebaseerd op de uitvoer van de gas- en olievoorraden. Russische bedrijven moeten daarvoor steeds meer een beroep doen op buitenlandse technologie. Bovendien worstelt de Russische economie met corruptie en een verstikkende bureaucratie. Rusland moet dringend haar eenzijdig economisch groeimodel diversifiëren en streven naar een grotere integratie in de wereldeconomie. De huidige geopolitieke spanningen zijn daarvoor alvast niet bevorderlijk. Modi geeft hoop Uit India komt positiever nieuws. India heeft een aantal kwartalen van teleurstellende groei achter de rug. In 2011 groeide de Indiase economie vlot met meer dan 9%. Sinds 2012 haalt de reële bbp-groei nog amper 5%. Dat tij kan keren, dankzij de spectaculaire overwinning van Narendra Modi’s Bharatiya Janata Party (BJP) bij de parlementsverkiezingen in mei 2014. Van Modi wordt verwacht dat hij de politieke stabiliteit in India zal doen weerkeren en liberale hervormingen zal doorvoeren die de Indiase groei weer naar een hoger niveau zullen tillen. Het vertrouwen van de Indiase verwerkende nijverheid kende een opkikker naarmate Modi’s overwinning duidelijker werd. De verwachting dat Modi de nieuwe Indiase minister-president zou worden, heeft bovendien een positief effect gehad op de investeringsstromen naar India. Schattingen wijzen erop dat tussen januari en mei 2014 India en Indonesië samen verantwoordelijk waren voor maar liefst 60% van de totale kapitaalstromen naar de Aziatische groeimarkten. Stephanie Smet [email protected] Russische economie richting recessie? Producentenvertrouwen in Russische verwerkende nijverheid gekelderd (jaarwijziging reëel bbp, in %) (50 = neutraal) 15 54 10 53 52 5 51 0 50 -5 49 -10 -15 Jun-2006 Jun-07 Rusland India 12 48 Jun-08 Jun-09 Jun-10 Jun-11 Jun-12 47 Jul-2011 Jun-13 Jan-12 Jul-12 Jan-13 Jul-13 Jan-14 Economische Vooruitzichten Reële bbp-groei 2014 VS Eurozone België Duitsland Ierland VK Zweden Noorwegen Zwitserland Slowakije Polen Tsjechië Hongarije Bulgarije Rusland Turkije Japan China Australië NIeuw-Zeeland Canada 2,0 1,2 1,2 2,1 1,9 2,8 2,6 2,4 2,1 2,0 3,4 2,2 2,2 1,7 0,5 2,0 1,4 7,5 2,8 2,9 2,2 2015 3,0 1,7 1,5 2,1 3,0 2,5 2,9 2,4 1,9 3,0 3,7 2,5 2,3 2,5 1,0 3,5 1,3 7,0 2,9 2,9 2,6 Tabellen Inflatie 2014 1,7 0,6 0,9 1,1 0,5 1,9 0,5 1,9 0,5 0,3 0,7 0,8 0,8 -0,8 6,9 8,3 2,3 2,9 2,8 2,0 1,6 Beleidsrentes 2015 2,0 1,3 1,3 1,4 1,0 2,0 1,5 1,9 1,1 1,5 1,7 2,0 2,8 1,2 6,2 7,0 1,8 3,0 2,7 2,4 1,9 12-06-2014 VS Eurozone VK Zweden Noorwegen Zwitserland Polen Tsjechië Hongarije Roemenië Rusland Turkije Japan China Australië Nieuw-Zeeland Canada 0,25 0,15 0,50 0,75 1,50 0,13 2,50 0,05 2,40 3,50 7,50 9,50 0,10 6,00 2,50 2,50 1,00 +3m +6m 0,25 0,15 0,50 0,50 1,50 0,13 2,50 0,05 2,20 3,50 7,50 9,50 0,10 6,00 2,50 3,00 1,00 0,25 0,15 0,50 0,50 1,50 0,13 2,50 0,05 2,20 3,50 7,25 9,50 0,10 6,00 2,50 3,25 1,00 Wisselkoersen 12-06-2014 +3m +6m 1,35 1,35 1,30 1,25 GBP per EUR SEK per EUR NOK per EUR CHF per EUR PLN per EUR CZK per EUR HUF per EUR RON per EUR BGN per EUR RUB per EUR TRY per EUR JPY per EUR RMB per USD USD per AUD USD per NZD CAD per USD 0,80 9,06 8,12 1,22 4,11 27,44 304,97 4,39 1,96 46,51 2,86 138,16 6,22 0,94 0,87 1,09 0,78 9,00 8,10 1,23 4,12 27,20 305,00 4,40 1,96 45,90 2,85 143,10 6,25 0,91 0,86 1,12 0,77 8,90 8,00 1,23 4,10 27,20 300,00 4,40 1,96 43,55 2,80 140,40 6,20 0,89 0,84 1,12 0,77 8,80 7,80 1,25 4,05 27,00 300,00 4,40 1,96 41,25 2,80 137,50 6,15 0,87 0,82 1,14 0,25 0,15 0,75 0,50 1,75 0,13 2,50 0,05 2,20 3,50 7,00 9,50 0,10 6,00 2,75 3,75 1,00 Tienjaarsrentes +12m USD per EUR +12m 12-06-2014 VS Duitsland België Ierland VK Zweden Noorwegen Zwitserland Slowakije Polen Tsjechië Hongarije Bulgarije Rusland Turkije Japan China Australië Nieuw-Zeeland Canada 2,65 1,40 1,86 2,41 2,73 1,82 2,66 0,77 2,12 3,56 1,56 4,42 3,20 8,52 8,89 0,60 4,09 3,82 4,45 2,34 +3m +6m 2,80 1,50 2,00 2,50 2,80 2,00 2,80 1,00 2,30 3,40 1,70 4,70 3,20 8,50 8,90 0,60 4,50 4,00 4,55 2,50 3,20 1,70 2,20 2,60 3,00 2,20 3,00 1,20 2,50 3,50 2,00 4,90 3,35 8,50 9,00 0,70 4,50 4,40 4,90 2,90 +12m 3,60 2,10 2,50 2,90 3,50 2,60 3,50 1,40 2,80 3,80 2,30 5,20 3,70 8,25 9,00 0,90 4,50 4,80 5,30 3,30 13
© Copyright 2024 ExpyDoc