Economische Vooruitzichten Update

Economische
Vooruitzichten Update
••
••
••
••
Augustus 2014
Wereldconjunctuur schakelt versnelling hoger
Lage inflatie vooral een fenomeen dat specifiek is voor de eurozone
Bank of England keert allicht als eerste haar rentecyclus
Gevaar voor financiële zeepbellen
Conjunctuuropklaring…
De wereldconjunctuur zet zijn heropleving voort. Zowel in de VS als de eurozone daalde in juni het producentenvertrouwen weliswaar licht, maar het is
nog altijd op een peil dat overeenstemt
met een economische expansie. In de
VS werd dat bijzonder duidelijk door de
sterke netto-creatie in juni van 288000
banen, waardoor de werkloosheidsgraad verder daalde tot 6,1%. Dat is niet
meer zo ver verwijderd van het peil dat
de Fed-bestuurders zelf bestempelen als
de evenwichtswerkloosheidsgraad (tussen 5% en 6%).
De sterke dynamiek op de Amerikaanse
arbeidsmarkt heeft al geleid tot een
cyclus van stijgende gemiddelde uurlonen in de private sector. Er is weliswaar
nog geen sprake van echte inflatoire
druk, maar in juni stegen die uurlonen
met 2,3% jaar-op-jaar. De banencreatie en de verdere stijging van de lonen
zullen in de komende kwartalen de
private consumptie extra ondersteunen
en onderbouwen zo ons vertrouwen in
de duurzaamheid van het Amerikaanse
conjunctuurherstel.
In Europa steeg het producentenvertrouwen in het VK tot het hoogste peil
van de grote ontwikkelde economieën.
Ook de werkloosheidsgraad daalde verder tot 6,5% in april en de inflatie
sprong in juni opnieuw op tot 1,9%,
vrijwel op de inflatiedoelstelling van de
Bank of England. Dat alles samen betekent dat de Britse centrale bank allicht
de eerste grote centrale bank zal zijn
die in deze cyclus haar beleidsrente zal
verhogen, mogelijkerwijze zelfs al eind
2014.
In de eurozone is het herstel gematigder, maar ook hier zijn er bemoedigende signalen. In de perifere eurolanden is
het producentenvertrouwen geleidelijk
aan het verbeteren en de gemiddelde
werkloosheidsgraad daalde tot 11,6% in
mei. Dat zal de groei van de particuliere
consumptie in de komende kwartalen
ondersteunen, terwijl de lage inflatie
haar steentje bijdraagt in de vorm van
hogere reële loonstijgingen. De conjuncturele tegenwind door budgettaire
saneringen zal bovendien geleidelijk
afnemen, zeker wanneer nu een meer
groeigeoriënteerde Europese Commissie
aan het roer komt.
Onze webstek www.kbceconomics.be houdt u
op de hoogte van alle analyses en vooruitzichten van de KBC-economisten.
…met afgenomen risico’s
Twee conjunctuurrisico’s zijn de voorbije maand afgenomen. Na de btwverhoging in Japan in april daalden het
producentenvertrouwen en de kleinhandelsverkopen fors. De recentste data
wijzen echter opnieuw op een verbetering. Het ziet er dus naar uit dat de
huidige Japanse conjunctuur dankzij het
Abenomics-beleid beter in staat is om
een eerste stap naar sanering van de
overheidsfinanciën te verteren dan in
de jaren 90. Ten tweede is het risico op
een Chinese harde landing voorlopig
afgenomen. In het tweede kwartaal
versnelde de groei van het Chinese reële
bbp zelfs tot 2% kwartaal-op-kwartaal,
ten opzichte van een groei van ‘slechts’
1,5% in het eerste kwartaal.
Eurozone buitenbeentje
De inflatie blijft ondertussen wereldwijd gematigd. Een té lage inflatie (ten
opzichte van de doelstelling van de
betrokken centrale bank) is steeds meer
een fenomeen dat specifiek is voor de
eurozone. In de VS en het VK bedraagt
de inflatie respectievelijk 2,1% en 1,9%.
Voor vragen i.v.m. de inhoud van deze publicatie kunt u terecht bij: Dieter Guffens (32) (0)2 429.62.87
E-mail: [email protected]
Verantwoordelijke uitgever: Johan Van Gompel, Havenlaan 2, B-1080 Brussel
Correspondentieadres & abonnementenbeheer: KBC Groep NV, GCE, Havenlaan 2, 1080 Brussel,
E-mail: [email protected]
Deze publicatie komt tot stand op de Chief Economist Department van KBC Groep. Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit
zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie
zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies conform de Wet van
6 april 1995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid
1
ervan. Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 16 juli 2014, tenzij anders vermeld.
De beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 17 juli 2014.
Economische Vooruitzichten
Dat ligt dus mooi in lijn met de beleidsdoelstelling van 2%. Zelfs in Japan,
jarenlang vereenzelvigd met deflatie,
bedroeg de inflatie in mei 3,7% (weliswaar geholpen door de btw-verhoging).
Ze ligt nu zelfs duidelijk boven de doelstelling van de Japanse centrale bank
van 2%.
Tegen die achtergrond blijft de eurozone
de uitzondering met een inflatie die in
juni stabiliseerde op 0,5%. Dat komt
door factoren zoals de sterke wisselkoers van de euro, dalende invoerprijzen,
structurele hervormingen in een aantal
eurolanden en de zeer zwakke jaargroei
van de ruime geldhoeveelheid in de
eurozone (slechts +1% in mei). Dat laatste was op zijn beurt vooral het gevolg
van de krimp van de kredietverlening
aan niet-financiële bedrijven, die in mei
2,5% lager lag dan een jaar eerder.
Sleutel ligt in de VS
Wanneer we naar de eurozone op zich
kijken, zijn er bijgevolg weinig redenen
om een stijging van de Europese obligatierentes te verwachten. De richting
van de volgende wereldwijde rentebeweging zal in de VS worden bepaald.
De Amerikaanse arbeidsmarkt zal allicht
de komende maanden verder aan kracht
winnen, krapper worden en daardoor
leiden tot snellere loonstijgingen en verder oplopende inflatieverwachtingen.
Nadat de Fed haar lopend aankooppro-
Update
gramma heeft stopgezet, waarschijnlijk
in oktober, zal ze concreter moeten communiceren omtrent het tijdstip van haar
eerste renteverhoging.
Dat tijdstip zou wel eens sneller kunnen komen dan de obligatiemarkten op
dit moment verwachten. Daardoor zal
de Amerikaanse obligatierente stijgen
en de dollar ten opzichte van de euro
versterken. Als welgekomen neveneffect
van die zwakkere euro zal ook de inflatie
in de eurozone uitbodemen, waardoor
de noodzaak voor nog bijkomende versoepelingen door de ECB verdwijnt. Als
eindresultaat zal bijgevolg de Duitse obligatierente samen met de Amerikaanse
oplopen, maar wel in mindere mate. Het
renteverschil tussen beide, dat zich nu al
in de buurt van historische hoogtepunten bevindt, zal daardoor nog vergroten.
Kans op zeepbellen
De start van een monetaire verstrakkingscyclus, eerst in het VK en daarna
allicht in de VS, zou het begin van het
einde van een ongezien economische
beleidsexperiment zijn. Of de volledige
afbouw van de monetaire expansie van
de voorbije jaren zonder economische
ongevallen zal gebeuren, is lang niet
zeker. In haar jongste jaarverslag maakt
de Bank voor Internationale Betalingen
(BIS), de bank der centrale banken, een
bijzonder kritische kanttekening. Volgens
haar heeft het jarenlange extreem soe-
(Te) lage inflatie vooral een fenomeen dat specifiek is voor
de eurozone
6
pele monetaire beleid geleid tot kunstmatig lage risicopremies voor financiële
activa en bijgevolg het risico op financiële zeepbellen vergroot. Dat zou de
kiemen voor een nieuwe financiële crisis
kunnen zaaien.
De centrale banken zijn zich van dat
gevaar bewust. Ofwel wijzen ze in de
richting van de regelgever om eventuele
marktoverdrijvingen aan te pakken (zoals
de ECB), ofwel twijfelen ze er nog aan
dat het conjunctuurherstel op dit ogenblik een hogere rente al echt aan kan
(zoals de Fed). Met hun moedige monetaire reactie hebben de centrale banken
in 2008 vermeden dat de wereldeconomie in een nieuwe Grote Depressie
verzeilde. Zes jaar later rijst echter de
vraag of het toegediende medicijn, met
al zijn mogelijke nevenwerkingen, nog
onverminderd noodzakelijk is.
Dieter Guffens
[email protected]
Amerikaans-Duits renteverschil op historisch hoogtepunt
(verschil tienjaarse overheidsrente in basispunten)
(jaarwijziging consumptieprijzen in %)
150
5
100
4
3
50
2
0
1
0
-50
-1
-2
2010
11
VS
Eurozone
2
12
13
VK
Japan
-100
2000
14
02
04
06
08
10
12
14
Economische Vooruitzichten
Grafieken
Economische activiteit in OESO
Vertrouwen G4
(kwartaalwijziging op jaarbasis in %)
(standaardafwijking van het LT-gemiddelde)
6
8
4
6
1
4
2
2
0
0
-2
-2
-4
-4
0
-1
-2
-6
-6
-8
-8
-3
-10
-10
2008
2
09
10
11
12
13
14
Bbp (reëel, linkse schaal)
Voorlopende indicator (rechtse schaal)
-12
-4
2008
09
10
11
12
13
14
Ondernemers
Consumenten
Inflatie
Grondstoffenprijzen
(consumptieprijsindex, jaarwijziging in %)
(januari 2008=100)
6
150
5
125
4
3
100
2
1
75
0
-1
BBP
(reëel)
Voorlopende indicator
50
Ondernemers
-2
-3
2008
09
10
11
12
VS
Eurozone
13
25
14
OESO
5
4
4
12
13
14
3
OESO
2
2
1
0
2008
11
(in %)
5
EMU
10
Renteverloop eurozone
(in %)
VS
09
Olie (brent, dollar per vat)
Industriële metalen (Economist)
Landbouw en voeding (S&P GSCI)
Renteverloop VS
3
2008
Consument
1
Olie (brent, dollar per vat)
09
10
Obligatierente (10-jaar)
Beleidsrente
11
12
13
14
0
2008
09
10
11
12
Landbouw en
voeding
(S&P
GSCI)
Industri
13
14
Duitse obligatierente (10-jaar)
Beleidsrente
3
Economische Vooruitzichten
Reële bbp-groei
2014
VS
Eurozone
België
Duitsland
Ierland
VK
Zweden
Noorwegen
Zwitserland
Slowakije
Polen
Tsjechië
Hongarije
Bulgarije
Rusland
Turkije
Japan
China
Australië
NIeuw-Zeeland
Canada
1,5
1,1
1,2
2,0
2,5
2,8
2,5
2,4
2,1
2,0
3,4
2,2
2,5
1,7
0,5
2,5
1,4
7,5
3,1
3,5
2,2
2015
3,0
1,7
1,5
2,1
3,0
2,5
2,9
2,4
1,9
3,0
3,7
2,5
2,3
2,5
1,0
3,5
1,3
7,0
3,0
2,9
2,5
Tabellen
Inflatie
2014
1,9
0,6
0,9
1,1
0,5
1,9
0,5
1,9
0,5
0,3
0,5
0,6
0,3
-0,8
6,9
8,3
2,3
2,9
2,8
1,7
1,9
Beleidsrentes
2015
2,0
1,2
1,3
1,5
1,0
2,0
1,5
1,9
1,1
1,5
1,6
2,0
2,8
1,2
6,2
7,0
1,8
3,0
2,5
2,2
1,9
16-07-2014
VS
Eurozone
VK
Zweden
Noorwegen
Zwitserland
Polen
Tsjechië
Hongarije
Roemenië
Rusland
Turkije
Japan
China
Australië
Nieuw-Zeeland
Canada
0,25
0,15
0,50
0,25
1,50
0,13
2,50
0,05
2,30
3,50
7,50
8,75
0,10
6,00
2,50
3,25
1,00
+3m
+6m
0,25
0,15
0,50
0,25
1,50
0,13
2,25
0,05
2,20
3,50
7,40
8,50
0,10
6,00
2,50
3,50
1,00
0,25
0,15
0,75
0,25
1,50
0,13
2,25
0,05
2,20
3,50
6,90
8,30
0,10
6,00
2,75
4,00
1,00
Wisselkoersen
16-07-2014
4
+3m
+6m
1,35
1,35
1,30
1,25
GBP per EUR
SEK per EUR
NOK per EUR
CHF per EUR
PLN per EUR
CZK per EUR
HUF per EUR
RON per EUR
BGN per EUR
RUB per EUR
TRY per EUR
JPY per EUR
RMB per USD
USD per AUD
USD per NZD
CAD per USD
0,79
9,25
8,39
1,22
4,14
27,45
309,29
4,44
1,96
46,54
2,87
137,66
6,20
0,93
0,87
1,08
0,78
9,25
8,25
1,23
4,12
27,40
305,00
4,44
1,96
45,90
2,90
143,10
6,25
0,91
0,86
1,12
0,77
9,20
8,10
1,23
4,10
27,20
300,00
4,44
1,96
43,55
2,86
140,40
6,20
0,89
0,84
1,12
0,76
9,00
7,90
1,25
4,05
27,00
300,00
4,44
1,96
41,25
2,75
137,50
6,20
0,87
0,82
1,14
0,50
0,15
1,25
0,25
1,75
0,13
2,50
0,05
2,20
3,50
6,50
8,60
0,10
6,00
3,00
4,25
1,00
Tienjaarsrentes
+12m
USD per EUR
+12m
16-07-2014
VS
Duitsland
België
Ierland
VK
Zweden
Noorwegen
Zwitserland
Slowakije
Polen
Tsjechië
Hongarije
Bulgarije
Rusland
Turkije
Japan
China
Australië
Nieuw-Zeeland
Canada
2,56
1,20
1,62
2,29
2,65
1,72
2,42
0,62
1,97
3,45
1,48
4,40
3,33
8,75
8,64
0,55
4,23
3,42
4,40
2,22
+3m
+6m
2,80
1,40
1,90
2,30
2,80
1,80
2,60
0,80
2,25
3,30
1,60
4,60
3,50
8,50
9,00
0,60
4,10
4,00
4,65
2,55
3,10
1,65
2,15
2,25
3,00
2,00
2,80
1,10
2,45
3,50
1,80
4,85
3,65
8,50
9,30
0,70
4,10
4,40
4,90
3,00
+12m
3,60
2,15
2,65
2,65
3,50
2,40
3,20
1,60
2,85
3,70
2,10
5,20
4,05
8,25
9,30
0,90
4,20
4,80
5,10
3,30