Economische vooruitzichten Belfius Research (24/01/2014)

Research
Economische Vooruitzichten
Maandelijks
Januari 2014
Inhoudstafel
Economische en financiële vooruitzichten
2
Verenigde Staten: onderschatting van de
groeidynamiek
3
Eurozone: het economisch sentiment blijft
verbeteren
5
Verenigd Koninkrijk: is saneringsverslaving
aanvaardbaar?
9
China: centrale bank danst op een slappe
koord
10
Japan: stimuli voldoende om inflatie
duurzaam hogerop te duwen?
11
VS: groei bbp (% 1 jaar) versus bedrijfssentiment in
verwerkende nijverheid
Eurozone: economisch sentiment en bbp (% 1 jaar)
Rusland: op weg naar stagflatie?
Grondstoffen: klein herstel goudprijs
Wisselmarkten: euro versterkt door de
Europese Bankenunie?
Aandelenmarkten: bevestiging opmars
steeds moeilijker?
Research topic: meer of minder inflatie?
6
120
4
110
2
100
0
90
-2
80
-4
70
13
15
16
17
18
-6
60
00
Einddatum redactie: 20 januari 2014.
Redactie: Frank Maet, Stefan Hulpiau, Frank Lierman en
Taaldienst.
Verantwoordelijke uitgever: Frank Lierman – Spaanse
Kroonlaan, 27 – 3000 Leuven.
Belfius Bank, Pachecolaan 44 – 1000 Brussel.
De Franse tekst is consulteerbaar op de internetsite:
www.belfius.be, onder de rubriek “Epargner et Investir/
Informations et publications”.
01
02
03
04
05
06
Bronnen: Factset – Bloomberg – Belgostat - Eurostat
08
09
10
11
12
13
Grondstoffen: evolutie van de olieprijzen (USD/vat)
125
120
115
110
105
100
Nadruk van elementen uit deze publicatie is toegelaten mits
vermelding van de bron. De voorkomende gegevens worden
alleen verstrekt bij wijze van inlichting. Voor hun juistheid
kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden.
07
Euro Area Economic Sentiment Indicator (Right)
Euro Area GDP (% YoY) (Left)
95
90
85
2013
Crude Oil, Brent ($/bbl) - Close
Crude Oil, W TI (Cushing OK $/bbl) - Close
Research
Economische vooruitzichten
Vooruitzichten Belfius Bank
Bbp (% op jaarbasis)
Inflatie (%)
2013
2014
2015
2013
2014
2015
Verenigde Staten
1.8
2.5
3.0
1.5
1.6
1.8
Eurozone
Duitsland
Frankrijk
Italië
Spanje
België
-0.4
0.5
0.2
-1.8
-1.3
0.2
1.1
1.7
0.9
0.7
0.5
1.2
1.7
1.9
1.7
1.2
1.7
1.5
1.3
1.7
1.0
1.5
1.8
1.2
1.3
1.7
1.4
1.6
0.9
1.2
1.3
1.6
1.3
1.5
0.6
1.5
Verenigd Koninkrijk
1.5
1.8
2.4
2.7
2.5
2.1
Japan
1.8
1.6
1.3
0.5
2.0
2.0
China
7.7
7.4
7.2
2.6
2.5
3.2
India
4.7
5.4
5.5
6.3
6.0
5.5
Brazilië
2.2
2.5
2.8
6.3
6.0
5.6
Rusland
1.4
2.5
2.0
6.7
5.0
5.0
VS
20/01/14
0.24
Rente 3 maanden
T1 2014
T2 2014
T3 2014
0.25
0.25
0.25
T4 2014
0.25
20/01/14
2.93
T1 2014
3.00
IRS 10 jaar
T2 2014
3.25
T3 2014
3.50
T4 2014
3.75
Eurozone
0.30
0.30
0.35
0.40
0.45
2.02
2.25
2.35
2.50
2.75
Japan
0.14
0.20
0.25
0.30
0.30
0.89
1.00
1.05
1.10
1.15
VK
0.53
0.60
0.70
0.80
0.80
2.88
2.90
2.95
3.00
3.05
EUR/USD
20/01/14
1.36
T1 2014
1.34
T4 2014
1.30
20/01/14
107
Olieprijs (Brent)(USD/vat)
T1 2014
T2 2014
T3 2014
106
105
102
USD/JPY
104
103
102
101
100
EUR/GBP
0.83
0.82
0.81
0.81
0.80
Wisselkoersen
T2 2014
T3 2014
1.33
1.31
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
T4 2014
100
2
Research
Economische vooruitzichten
1. VS: wekelijkse aanvragen voor werkloosheidsuitkering
(per duizend)
2. VS: groei bbp (% 1 jaar) versus bedrijfssentiment in
verwerkende nijverheid
3. VS: uitstaande schulden van de gezinnen
(in triljoen USD)
4. VS: bedrijfswinsten (in miljard USD, geannualiseerd)
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
Verenigde Staten: onderschatting van
de groeidynamiek
Sedert de start van het jaar zijn de Amerikaanse langetermijnrentes respectievelijk 12 en 20 basispunten
gedaald op de 5-jaars en 10-jaars overheidsobligatie. De
aanzet voor de ontspanning van de rentes was het
banenrapport voor december, dat slechts een groei
toonde van 74,000 banen, wat ver onder de
verwachtingen bleef. De werkloosheidsgraad zakte
weliswaar onverwacht van 7.0% naar 6.7% maar dit werd
door de financiële markten niet gezien als een positief
element omdat de arbeidsparticipatie verder is
afgegleden. Het slechte weer in december verklaart voor
een stuk de beperktere creatie van jobs in de laatste
maand van vorig jaar en we sluiten niet uit dat het cijfer
voor december naar boven herzien wordt bij het volgende
banenrapport. De onderliggende toestand van de
Amerikaanse arbeidsmarkt is in elk geval robuuster dan
het recente arbeidsrapport deed uitschijnen. De
wekelijkse reeks van werkloosheidsaanvragen geeft
volgens ons een correcter beeld van de toestand op de
arbeidsmarkt in de V.S.. Op grafiek 1 is te zien dat het
aantal aanvragen per week is gehalveerd t.o.v. het
toppunt van de recessie in de eerste helft van 2009. In
het laatste kwartaal van 2013 fluctueerde de reeks tussen
300,000 en 380,000 aanvragen per week, waarmee we
dicht in de buurt komen van de pre-recessie niveaus.
Gezien de rentedaling sinds het begin van dit jaar zijn de
Amerikaanse obligatiemarkten de volgende weken
kwetsbaar voor macro-economische cijfers die het
economisch herstel in de V.S. bevestigen maar op korte
termijn verwachten we dat de 10-jaars rente binnen de
ruime 2.75-3.00% band blijft bewegen. De publicatie van
de notulen van de FOMC vergadering van december
veranderde niks aan de marktvisie dat de centrale bank
waarschijnlijk bij elke vergadering van 2014 een reductie
van het maandelijkse aankoopbedrag met $10bln zal
doorvoeren zoals gebeurde in december toen de
aankopen van $85bln tot $75bln werden verminderd. De
volgende FOMC vergadering gaat door op 28 en 29
januari en zal de laatste zijn met Ben Bernanke als
voorzitter. Hij wordt vanaf 1 februari opgevolgd door de
67-jarige Janet Yellen, die de eerste vrouw wordt aan het
hoofd van de Fed. Waarnemers verwachten geen grote
koerswijzigingen van Yellen, die bekend staat als „dovish‟,
wat betekent dat ze de strijd tegen de werkloosheid
minstens even belangrijk acht als het gevecht tegen hoge
inflatie.
Volgens het recentste exemplaar van het „Beige Book‟,
het economisch rapport dat geconsulteerd wordt bij de
rentevergaderingen van de Amerikaanse centrale bank,
werd er in december „matige groei‟ vastgesteld in negen
van de twaalf Fed-districten, terwijl dat een maand ervoor
slechts het geval was voor zeven districten. Ook andere
indicatoren zoals het bedrijfsvertrouwen in de
verwerkende nijverheid suggereren dat er een
economische versnelling aan de gang is in de V.S.
(grafiek 2).
Op basis van partiële en voorlopige data groeide het bbp
meer dan 2% op jaarbasis in het vierde kwartaal van
2013. Hiermee zou de bbp-groei voor het volledige jaar
3
Research
Economische vooruitzichten
uitkomen op 1.8%. Vooral de vele besparingen bij de
overheid
en
de
beperkte
groei
van
de
bedrijfsinvesteringen plaatsten vorig jaar een domper op
de economische groei. De consumenten putten
vertrouwen uit de klim van de aandelenmarkten en de
stijgende huizenprijzen en hielden de groei vorig jaar
enigszins overeind door een expansie van de
consumentenuitgaven met ongeveer 2%. Ook in 2014
verwachten we een klim van de consumentenbestedingen
van minstens 2.5% omdat het herstel van de
arbeidsmarkt het vertrouwen op peil zullen houden.
Bovendien stellen we vast dat de Amerikaanse gezinnen
na enkele jaren van schuldafbouw (grafiek 3) opnieuw
begonnen zijn met het opnemen van nieuwe schulden om
hun consumptiepatroon in stand te houden. In vergelijking
met 2013 wordt dit jaar een sterkere groei van de
bedrijfsinvesteringen verwacht, geholpen door het
vraagherstel in de V.S. en het einde van de recessie in de
eurozone. Veel bedrijven in de V.S. hebben sinds de
recessie van 2009 zware bezuinigingen doorgevoerd die
vertaald werden naar een hogere productiviteit en geleid
hebben tot een accumulatie van aanzienlijke
bedrijfswinsten (grafiek 4). De afgelopen jaren staken
veel bedrijven hun investeringsplannen in de koelkast
maar nu lijkt de tijd rijp om de winstreserves aan te
wenden voor nieuwe investeringen.
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
Verenigde Staten
2013
Bbp (% groei op 1 jaar)
1.8
Inflatie (%)
1.5
2014
2.5
1.6
2015
3.0
1.8
4
Research
Economische vooruitzichten
1. Eurozone: economisch sentiment en bbp (% 1 jaar)
6
120
4
110
2
100
0
90
-2
80
-4
70
-6
60
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
Euro Area Economic Sentiment Indicator (Right)
Euro Area GDP (% YoY) (Left)
2. Eurozone: indicatoren van het vertrouwen
10
5
0
-5
-10
-15
Eurozone: het economisch sentiment
blijft verbeteren
In december is de indicator van het economisch
sentiment in de eurozone gestegen met 1,6 punten tot
100,0 punten, wat betekent dat voor het eerst sinds juli
2011 het gemiddelde op lange termijn terug wordt
behaald. Deze opmerkelijke verbetering resulteerde uit
een toegenomen vertrouwen bij consumenten, bij
bedrijfsleiders
in
de
dienstensector,
distributie,
bouwsector en in mindere mate in de industrie. Het
economisch sentiment verbeterde in drie van de vijf
grootste economieën, namelijk Spanje (+4,0), Italië (+2,3)
en Nederland (+1,5) en was nagenoeg stabiel in
Duitsland en Frankrijk (beide +0,3). De matige toename
van het vertrouwen in de industrie (+0,5 punten tot -3,4
punten) kwam er door een betere beoordeling van de
totale
orderbestanden.
De
toename
van
het
consumentenvertrouwen (+1,8 punten tot -13,6 punten)
was te danken aan een positievere inschatting van de
toekomstige algemene economische situatie, de
verwachtingen inzake werkloosheid en in mindere mate
de spaarmogelijkheden in de komende twaalf maanden.
-20
-25
-30
-35
-40
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
Euro Area Industrial Confidence Indicator
Euro Area Consumer Confidence Indicator
3. Eurozone: detail van het vertrouwen van bedrijfsleiders
30
20
10
0
-10
-20
-30
-40
-50
'04
'05
Business
Business
Business
Business
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Survey, Industrial Confidence Indicator- Euro Area
Survey, Retail Confidence Indicator- Euro Area
Survey, Construction Confidence Indicator- Euro Area
Survey, Services Confidence Indicator- Euro Area
4. Eurozone: detail van het consumentenvertrouwen
80
60
40
In november 2013 lag de industriële productie 1,8% hoger
dan in de voorgaande maand en 3,0% hoger dan een jaar
eerder. De productie van kapitaalgoederen steeg op
jaarbasis met 4,4% en deze van intermediaire goederen
met 3,3%. Ook de productie van niet-duurzame
verbruiksgoederen nam toe met 3,1%, maar voor energie
en duurzame verbruiksgoederen was er een afname met
respectievelijk 0,5% en 0,8%. In de bouwsector lag de
productie in oktober nog steeds 2,4% lager dan een jaar
geleden.
Recent is de particuliere consumptie beginnen hernemen.
Het volume van de kleinhandelsverkopen lag in november
1,4% hoger dan in de voorgaande maand en 1,6% hoger
dan een jaar geleden.
Over de eerste elf maanden van 2013 beliep de export
van goederen van de eurozone naar landen buiten de
eurozone 1738,4 miljard EUR, wat 1% meer was dan in
de zelfde periode van 2012. De import van buiten de
eurozone beliep 1599,5 miljard EUR, wat 4% minder was
dan in 2012. Er was dus een handelsoverschot van 139
miljard EUR. De intra-eurozone handel lag met 1470,5
miljard EUR echter 2% lager dan in de zelfde periode van
2012.
De Europese Commissie heeft in haar “Autumn Forecast”
voor geheel 2013 een gemiddelde krimp voorop gezet
van -0,4%, maar de economie van de eurozone zou in
2014 een herneming kennen met +1,1% en in 2015 zelfs
met +1,7%.
20
0
-20
-40
-60
'04
'05
Consumer
Consumer
Consumer
Consumer
'06
Survey Survey Survey Survey -
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Financial Situation Over Next 12 Months Euro Area
General Economic Situation Over Next 12 Months - Euro Area
Savings Over Next 12 Months - Euro Area
Unemployment Expectations Over Next 12 Months - Euro Area
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
De economische groei is nog veel te bescheiden om de
werkloosheid terug te dringen. In november lag de
werkloosheidsgraad op 12,1%, een niveau dat (na
verschillende aanpassingen door Eurostat) stabiel is
sinds april 2013. Een jaar geleden stond deze op 11,8%.
In de eurozone zijn ruim 19,2 miljoen mensen werkloos.
Er blijven zeer grote verschillen bestaan onder de
lidstaten, want de werkloosheidsgraad ligt het laagst in
5
Research
Economische vooruitzichten
5. Eurozone: industriële productie en capaciteitsbezetting
20
86
15
84
10
82
5
80
0
78
-5
76
-10
74
-15
72
-20
70
-25
-30
68
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
Euro Area Capacity Utilization (%) (Right)
Euro Area Industrial Production (% YoY) (Left)
6. Eurozone: export en import van goederen en diensten
15
10
5
0
-5
-10
-15
-20
'02
'03
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Euro Area Exports of goods & services (% YoY)
Euro Area Imports of goods & services (% YoY)
7. Eurozone: werkloosheidsgraad en aantal werklozen
12,5
Oostenrijk (4,8%), Duitsland (5,2%) en Luxemburg
(6,1%), terwijl deze het hoogst is in Griekenland (27,4%)
en Spanje (26,7%). Ook inzake de werkloosheid onder de
jongeren (gemiddeld 24,2% bij de jongeren dan 25 jaar)
blijven er zeer grote verschillen. Zo ligt deze in Duitsland
(7,5%) en Oostenrijk (8,6%) veel lager dan in Griekenland
(54,8%) en Spanje (57,7%).
Volgens
de
Europese
Commissie
zou
de
werkloosheidsgraad ook in 2014 hoog blijven en
gemiddeld 12,2% bedragen en pas in 2015 licht dalen tot
gemiddeld 11,8%.
De inflatie, die in oktober 2013 een vier jaar oud
dieptepunt van 0,7% op jaarbasis had bereikt, steeg in
november tot 0,9%, maar daalde opnieuw tot 0,8% in
december. De sterkste stijging werd genoteerd bij
voeding, alcohol en tabak (+1,8%), gevolgd door diensten
(+1,0%). Bij de niet-energetische industriële goederen
was er een lichte prijsstijging (+0,3%) en energie was
stabiel (0,0%). De onderliggende inflatie (zonder energie
en voeding) vertraagde tot 0,7%, het laagste peil sinds
het begin van de reeks.
De index van de industriële productieprijzen, die een
indicator is van de toekomstige inflatie, lag in november
1,2% lager dan een jaar geleden.
De daling van december deed dan ook de vrees voor
deflatie terug oplopen.
De Europese Commissie voorspelde in haar “Autumn
Economic Forecast” een gemiddelde inflatie van 1,5%
voor de eurozone in 2014. De ECB verlaagde begin
december haar inflatieverwachting voor 2014 van 1,3%
naar 1,1% en stelde voor 2015 1,3% voorop.
20
12
19
11,5
18
11
17
10,5
10
16
9,5
15
9
14
8,5
13
8
In november is de groei van M3 op jaarbasis iets
opgelopen tot 1,5% tegen 1,4% in oktober. Maar het blijft
een zeer matige groei die vooral een gevolg is van de
afwezigheid van groei in de kredietverlening aan de
private sector (-1,6% op jaarbasis in november tegen
-1,4% in oktober). De kredieten aan niet-financiële
vennootschappen daalden met 3,9% tegenover oktober
2012. De groei op jaarbasis van de kredieten aan
gezinnen is nu reeds enkele maanden stabiel op slechts
+0,3%.
12
7,5
7
11
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
Euro Area Harmonized Unemployment Rate (Left)
Euro Area Unemployment (number in millions) (Right)
8. Eurozone: inflatie en onderliggende inflatie
4,5
4
3,5
3
2,5
2
1,5
1
0,5
0
-0,5
-1
'99
'00
'01
'02
'03
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Euro Area Harmonized CPI (% YoY)
Euro Area Core inflation (Overall Index, Excluding Energy and Unprocessed Food) (% YoY)
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
Zoals algemeen verwacht heeft de ECB op haar
vergadering van 9 januari de beleidsrentetarieven
ongewijzigd gelaten, nadat zij in november onverwacht de
reporente en de “marginal lending facility” met 0,25%
verlaagd had tot respectievelijk 0,25% en 0,75%. De
“deposit facility” bleef op 0,00%. Op de persconferentie
na de vergadering zei de ECB-voorzitter o.a. dat hij een
lange periode van lage inflatie verwacht, maar dat de
ECB klaar is om te ageren indien deflatie zou dreigen. Hij
beklemtoonde zeer sterk dat het monetair beleid van de
ECB nog geruime tijd zeer soepel zal blijven. Een ander
aandachtspunt voor de ECB is een “onverantwoorde”
stijging van de kortetermijnrente. Hij zei dat de ECB
beschikt over een ruime waaier van instrumenten om
tussen te komen. Welke deze precies zijn werd niet
verduidelijkt, maar momenteel wordt niet onmiddellijk
gedacht aan een negatieve rente op de “deposit facility”
of aan een nieuwe ronde LTRO (driejarige
termijnkredieten aan de banken). Het is de vervroegde
6
Research
Economische vooruitzichten
9. Eurozone: kredietverlening aan gezinnen en bedrijven
20
15
10
5
0
terugbetaling van nu bijna de helft van de 1019 miljard
EUR LTRO, verstrekt in december 2011 en februari 2012,
die het overschot aan liquiditeiten deed afnemen en enige
opwaartse druk op de kortetermijnrente heeft uitgeoefend.
Op 15 januari stond de 3 maand Euribor op 0,29%, waar
deze in de loop van gans 2013 rond de 0,20%
schommelde.
Een verdere verlaging van de beleidsrentetarieven in de
loop van het eerste kwartaal van 2014 kan dus niet
worden uitgesloten, maar is onzeker. Alleszins zal de
ECB zeker niet overgaan tot een verkrapping van het
monetair beleid in 2014. De kortetermijnrente zal dus nog
geruime tijd laag blijven.
-5
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Euro Area Loans to Households (% YoY)
Euro Area Loans To Non-Financial Corporations (% YoY)
10. Eurozone: beleidsrentetarieven van de ECB
6
5
4
3
2
1
0
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Eurozone Main Refinancing Operations Minimum Bid Rate - Yield
Eurozone Marginal Lending Facility - Yield
Eurozone Deposit Facility - Yield
Nadat de Federal Reserve in mei 2013 had aangekondigd
dat haar maandelijkse obligatieaankopen stilaan zouden
afgebouwd worden, was ook in de eurozone de
langetermijnrente beginnen stijgen. Zo klom de rente van
de IRS 10 jaar van een niveau van 1,44% begin mei tot
2,35% begin september 2013. Zowel de Federal Reserve
als de ECB lieten verstaan dat ze deze reactie
overdreven vonden en de ECB beklemtoonde dat het
economisch herstel nog broos was en dat de monetaire
politiek nog geruime tijd zeer soepel zou blijven. Daarop
is de rente van de IRS 10 jaar terug wat gaan
ontspannen, meestal schommelend rond de 2,10%. Op
15 januari noteerde De IRS 10 jaar 2,11%.
Het valt te verwachten dat deze rente relatief volatiel zal
blijven in functie van het tempo van de afbouw van de
obligatieaankopen, want de inflatieverwachtingen en de
huidige economische groei vormen geen bedreiging.
11. Eurozone: euribor 3 maand en IRS 10 jaar
6
5
4
3
2
1
0
01/2004
01/2005
01/2006
01/2007
01/2008
01/2009
01/2010
01/2011
01/2012
01/2013
EURIBOR 3 Month
EUR IRS 10 Y
12. Eurozone: spreads t.o.v. 10 jaar bund
7
6
De voorbije maand zijn de spreads ten opzichte van de
10 jaar “bund” nauwelijks gewijzigd voor de kernlanden
van de eurozone, maar de perifere landen waren de grote
overwinnaars, dank zij een toegenomen optimisme rond
de eurocrisis. Portugal is uit de recessie gekropen en
heeft waarschijnlijk geen tweede volwaardig reddingsplan
nodig, zodat het zicht krijgt op een directe toegang tot de
financiële markten, net als Ierland. Griekenland zou zijn
economie in 2014 nagenoeg zien stabiliseren na zes
jaren van recessie en in 2015 een groei realiseren. De
Spaanse economie trekt terug aan en in december
daalde de werkloosheid met 107.000 eenheden. De
Italiaanse industriële PMI groeide sterker dan verwacht.
Op 15 januari beliep de spread tegenover de 10 jaar bund
voor Griekenland 585 bp (wat tegenover midden
december een daling is met 105 bp), voor Portugal 349
bp (-83 bp), voor Spanje 194 bp (-29 bp), voor Italië 204
bp (-17 bp), voor Ierland 142 bp (-20 bp), voor België 61
bp (+4 bp) en voor Frankrijk 45 bp (+4 bp).
5
Eurozone: vooruitzichten economische groei
(componenten)
2013
2014
2015
Bbp
-0.4
1.1
1.7
Particuliere consumptie
-0.7
0.6
1.3
Investeringen
-3.3
1.9
3.6
Export
1.3
4.2
5.6
Import
-0.1
3.9
5.7
4
3
2
1
0
-1
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Consumptieprijzen
1.3
1.3
1.3
Italy
Spain
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
7
Research
Economische vooruitzichten
Enkele kerncijfers over de Europese schuldencrisis
Lopende rekening/bbp
2012
2013
Werkloosheidsgraad
2012
2013
Begrotingstekort/bbp
2012
2013
Overheidsschuld/bbp
2012
2013
Inflatie
2012
2013
Rating (Moody's)
Spread t.o.v. Duitsland
(in bp per 15/01/2014)
Griekenland
Ierland
Portugal
Spanje
Italië Frankrijk Nederland
België
Eurozone
VK
-5,3
-2,3
4,4
4,1
-1,9
0,9
-1,2
1,4
-0,5
1,0
-2,1
-1,8
7,7
9,6
-0,2
0,9
1,8
2,7
-3,8
-4,3
24,3
27,0
14,7
13,3
15,9
17,4
25,0
26,6
10,7
12,2
10,2
11,0
5,3
7,0
7,6
8,6
11,4
12,2
7,9
7,7
-9,0
-13,5
-8,2
-7,4
-6,4
-5,9
-10,6
-6,8
-3,0
-3,0
-4,8
-4,1
-4,1
-3,3
-4,0
-2,8
-3,7
-2,5
-6,1
-6,4
156,9
176,2
117,4
124,4
124,1
127,8
86,0
94,8
127,0
133,0
90,2
93,5
71,3
74,8
99,8
100,4
92,6
95,5
88,7
94,3
1,0
-0,8
1,9
0,8
2,8
0,6
2,4
1,8
3,3
1,5
2,2
1,0
2,8
2,7
2,6
1,3
2,5
1,5
2,8
2,6
C
Baa3
Ba3
Baa3
Baa2
Aa1
Aaa
Aa3
Aa1
585
142
349
194
204
45
32
61
104
Bronnen: OESO, Europese Commissie, IMF, berekeningen Belfius Bank
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
8
Research
Economische vooruitzichten
1. Verenigd Koninkrijk: economisch sentiment en bbp
120
6
Verenigd Koninkrijk: is
saneringsverslaving aanvaardbaar?
4
110
2
100
0
90
-2
80
-4
70
-6
60
-8
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Business Survey, Economic Sentiment Indicator, Sa - United Kingdom (Left)
UK GDP (% YoY) (Right)
2. Verenigd Koninkrijk: industriële productie en export
6
60
4
50
2
De Britse minister van financiën overweegt om na de
verkiezingen van 2015 bijkomende besparingen ten
belope van 25 miljard GBP door te voeren om te
vermijden dat de Britse economie op zijn lauweren zou
gaan rusten en dat excessen van het verleden zich terug
zouden kunnen manifesteren. Vooral in de sociale sector
zou worden gesaneerd tot grote ergernis van zowel de
Tories als Labour. Het drastisch saneringsbeleid van
ruim 100 miljard pond sterling, met onder andere een
daling met liefst 25% van de werkingsmiddelen van de
overheidsdiensten en de schrapping van talrijke
bijstandsmaatregelen,
dat
sinds
2009
wordt
geïmplementeerd, werpt nochtans zijn vruchten af . Het
begrotingstekort dat 11% van het bbp bedroeg in 2009 is
reeds gedaald tot 6,8% in 2013.
40
0
30
-2
20
-4
10
-6
0
-8
-10
-10
-20
-12
-14
-30
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
UK Indust Production, Sa - Index Number (% YoY) (Left)
UK Exports. Total Sa,(% YoY) (Right)
3. Verenigd Koninkrijk: kleinhandelsverkopen en
consumentenvertrouwen
8
5
7
0
6
-5
5
-10
4
-15
3
-20
2
-25
1
-30
0
-35
-1
-2
-40
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Uk Retail Sales (% YoY) (Left)
UK Consumer Confidence Indicator (Right)
4. Verenigd Koninkrijk: gestarte woningen en woningprijzen
70.000
25
20
60.000
15
10
50.000
5
40.000
0
-5
30.000
-10
-15
Het vertrouwen van de bedrijfsleiders is in december wat
gedaald maar bevindt zich toch op een vrij hoog niveau,
waaruit kan afgeleid worden dat de bbp-groei zeker niet
direct in het gedrang zal komen. De werkloosheid brokkelt
vrij snel af, maar blijft boven de 7% limiet die de Bank of
England gebruikt om haar monetair beleid al dan niet bij
te sturen. Voorlopig komt er geen tapering van de 375
miljard pond sterling als liquiditeitenverstrekking in
navolging van de Federal Reserve en de basisrente blijft
ook op 0,5%. Er is een groeiende bezorgdheid om de
opvallende stijging van de huizenprijzen (+8,4% in
december tov vorig jaar). Vooral in de Londense regio
swingen de prijzen de pan uit. Er wordt gevreesd voor
een oververhitting. De Bank of England besliste dan ook
om de banken geen liquiditeiten meer te verstrekken ter
financiering van hypotheekleningen in het kader van de
“Funding for Lending” faciliteit sinds begin 2014. Het
“ Help to Buy” programma van de regering, waarbij de
aankoop van een woning werd gestimuleerd door
ondermeer slechts 5% voorschot te vragen, werd “on
hold” geplaatst. Het consumentenvertrouwen levert wat
terrein in en dat vertaalt zich ook in een lichte daling van
de kleinhandelsomzet in oktober, na vele maanden van
stijging. De inflatie blijft hoger dan 2,5%. De
conjunctuurverbetering in de eurozone levert stilaan een
positieve bijdrage tot de Britse handelsbalans in zoverre
dat het tekort ervan daalt, gezien de versnelling van de
uitvoer en de vertraging van de invoer. Al bij al oogt de
balans positief maar het bereikte groeipeil blijft toch nog
altijd ver verwijderd van dat van de periode voor de crisis
van 2008. De ophefmakende prognose dat de Britse
economie rond 2030 groter zou kunnen zijn dan de Duitse
ondermeer omwille van de demografische factoren en de
relatief lage belastingen, werd op groot scepticisme
onthaald.
Verenigd Koninkrijk
2013
Bbp (% groei op 1 jaar)
1,5
Inflatie (%)
2,7
2014
1,8
2,5
2015
2,4
2,1
20.000
-20
10.000
-25
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Housing Starts, Total (quarterly), Uk, Nsa - United Kingdom (Left)
Halifax House Price Index, Existing Houses,(% YoY) - United Kingdom (Right)
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
9
Research
Economische vooruitzichten
1. China: evolutie rentevoeten
2. China: evolutie bbp (% per jaar)
3. China: vertrouwen bedrijfsleiders
4. China: inflatie en groei van M2 (% 1 jaar)
China: centrale bank danst op een
slappe koord
Net als de periode voor het jaareinde waren er de
afgelopen weken spanningen op de Chinese
geldmarkten. De centrale bank van China (People‟s Bank
of China –PBoC) verstrekt sinds de start van 2014 minder
liquiditeiten via haar 'reverse repo' operaties en in
combinatie met de aanloop naar het Chinese nieuwjaar
op 31 januari zorgt dit voor een schaarste op de
domestieke geldmarkt. Door dit vraag-aanbod
onevenwicht is de driemaands rente op de Chinese
interbankenmarkt geklommen van 4.9% in december naar
5.6% in januari. Maar ook bij de langere looptijden op de
obligatiemarkten is er een opwaartse druk op de yields.
De rente op de 10-jaars overheidsobligatie is van 4% in
oktober opgelopen tot 4.6% in januari.
De centrale bank is een delicate evenwichtsoefening aan
het uitvoeren op het vlak van het monetair beleid. Er is
aan de ene kant terecht bezorgdheid over de toename
van het schaduwbankieren in de economie en daarom
kiezen de monetaire beleidsmakers voor een striktere
houding op de interbankenmarkt. De financiering via de
schaduwbanken speelde de afgelopen jaren een
belangrijke rol in de schuldgroei op het niveau van de
lokale overheden. Uit een grootscheepse audit door de
overheid bleek dat de uitstaande schuldmassa van alle
lokale autoriteiten in 2013 is opgelopen tot 33% van het
bbp, vergeleken met 27% aan het einde van 2010.
Ook op de Chinese vastgoedmarkt blijft het risico van
oververhitting reëel en streeft de PBoC naar een
restrictief beleid. Maar de centrale bank loopt het risico de
economische motor aan het sputteren te brengen als ze
te lang op de rem gaat staan. De economische groei is in
2013 voor het vierde opeenvolgende jaar vertraagd naar
een tempo van 7.7% (zie grafiek 2). Voor 2014
verwachten we een verdere groeivertraging richting 7.4%
door de strenge monetaire koers die weegt op de
investeringsgroei.
Volgens de PMI-enquête die peilt naar het sentiment bij
de Chinese industriële bedrijven, daalde de algemene
vertrouwensindex naar 51.0 in december, door een
neerwaartse bijstelling van de exportprognoses ondanks
de aantrekkende groei in de V.S. en het precaire herstel
in de eurozone.
De consumenteninflatie vertraagde van 3.0% in
november naar 2.5% in december door een daling van de
voedselprijzen. De komende maanden kan de inflatie
opnieuw oplopen tot 2.8%, maar op langere termijn wijst
de tragere groei van de M2 geldhoeveelheid op een
gunstig verloop van de inflatie. Van enige inflatiedruk op
het niveau van de industriële bedrijven is alvast geen
sprake: de producentenprijzen daalden in de laatste
maand van 2013 met 1.4% op jaarbasis, en bevinden zich
al in een neerwaartse trend sinds het einde van 2011. We
houden voor 2014 rekening met een gemiddelde groei
van de Chinese consumentenprijsindex met 2.5%.
China
BBP (% groei op 1 jaar)
Inflatie (%)
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
2013
7,7
2,6
2014
7,4
2,5
2015
7,2
3,2
10
Research
Economische vooruitzichten
1 Japan: bbp en vertrouwen ondernemers
8
40
6
Japan: stimuli voldoende om inflatie
duurzaam hogerop te duwen?
20
4
2
0
0
-20
-2
-4
-40
-6
-60
-8
-10
-80
'02
'03
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Japan GDP (% YoY) (Left)
Japan Tankan Business Conditions Index, Manufacturing (Right)
2. Japan: kleinhandelsverkopen en consumentenvertrouwen
20
55
15
50
10
45
5
0
40
-5
35
-10
30
-15
-20
25
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Retail Sales, Department Stores, Total, Y/Y % Chg - Japan (Left)
Consumer Confidence Survey, Total, Sa, Index - Japan (Right)
De vertrouwensindicatoren voor zowel de grote als
middelgrote en kleine ondernemingen zitten in de lift en
evenaren de niveaus van begin 2009. Zowel de
verwachtingen omtrent de nieuwe bestellingen en de
productie stemmen hoopvol. De hogere winsten openen
de deur voor meer bedrijfsinvesteringen, wat trouwens
reeds blijkt uit de oplopende bestellingen voor machines.
De tewerkstelling verbetert continu en de wekloosheid is
gedaald tot het laagste peil sinds 2007. De bouw- en
vastgoedsectoren klimmen verder uit het dal. De
toenemende orders openen goede perspectieven, zelfs
indien het aantal begonnen woningen lijkt te stagneren op
een weliswaar hoog peil. Het consumentenvertrouwen
klimt verder, ook omdat de lonen nu ook in reële termen
stijgen. Die hogere koopkracht vertaalt zich ook in meer
kleinhandelsverkopen. De verwachting is dat die opmars
zeker zal aanhouden tot einde maart omdat op 1 april de
btw wordt verhoogd van 5 tot 8%. Aankopen zullen
sowieso vooruit worden geschoven. Dit is niet neutraal
voor de invoer die verder zal toenemen, niet alleen
omwille van de invoer van aardgas en steenkool ter
vervanging van de kernenergie, omdat de kerncentrales
nog altijd op non-actief zijn geplaatst sinds de ramp van
maart 2011. De uitvoer profiteert van de veel goedkopere
yen, die echter in historisch perspectief toch nog altijd
relatief duur is. Dit betekent dat de handelsbalans nog
altijd veeleer een tekort zal vertonen en niet direct terug
zal aanknopen met het traditionele overschot.
3. Japan: basisrente en inflatie
3
2
1
0
-1
-2
-3
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Japan Basic Discount & Loan Rate - Yield
Cpi % Change - Japan
4. Japan: evolutie van de balans van de Bank Of Japan
200.000.000.000
150.000.000.000
Het blijft koffiedik kijken omtrent het geheel van
structurele hervormingen als sluitstuk voor het
relancebeleid. Er zijn nog altijd geen keuzes gemaakt
omtrent de immigratie en de arbeidsparticipatie van de
vrouwen, om ondermeer de vergrijzing aan te pakken. De
monetaire expansie gaat onverminderd door terwijl de
yen goedkoop blijft. Beide zouden moeten leiden tot een
verhoging van de inflatie tot 2% in de loop van 2014. De
inflatievoet bedroeg in november reeds 1,6% en de
kerninflatie is ook positief geworden, namelijk +0,6%. De
btw verhoging van 5 tot 8% per 1 april 2014 en nogmaals
op 1 oktober 2015 tot 10% zal zeker bijdragen tot een nog
hogere inflatie. Of hierdoor het begrotingstekort zal
kunnen gemilderd worden moet nog worden afgewacht.
Dat tekort zit nog steeds in de buurt van 9 à 10% van het
bbp. De begroting 2014 is gebaseerd op een stijging van
de belastinginkomsten met liefst 16% en de regering
rekent erop dat er minder zal moeten ontleend worden
omdat de primaire uitgaven met slechts 3,2% zouden
stijgen. Deze belastingverhoging vormt uiteraard een
bedreiging voor de economische expansie in 2014 indien
de gezinsbestedingen hierop fors zouden anticiperen in
het eerste kwartaal, met het risico dat er zich nadien een
gevoelige groeivertraging zou kunnen voordoen.
100.000.000.000
50.000.000.000
0
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Door de kaap van 16.000 punten te overschrijden heeft
de Nikkei aandelenindex in 2013 een stijging van 57%
laten optekenen. Dit is de beste prestatie sinds 1972.Voor
de buitenlandse belegger is het resultaat slechts +24%
omwille van de inzinking van de yen. Blijft de vraag of de
Bank Of Japan, Total Assets, Thous Yen
Bank Of Japan, Japanese Government Bonds, Thous Yen
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
11
Research
Economische vooruitzichten
beurs niet te veel geanticipeerd heeft op de economische
opleving van zowat 1,5%, die al bij al toch nog vrij
bescheiden oogt.
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
Japan
BBP (% groei op 1 jaar)
Inflatie (%)
2013
+ 1,8
+0,5
2014
+ 1,6
+ 2,0
2015
+1,3
+2,0
12
Research
Economische vooruitzichten
1.Rusland: beschikbaar inkomen per hoofd (% 1 jaar)
2. Rusland: inflatie en basisrente
Rusland: op weg naar stagflatie ?
Op macro-economisch vlak was 2013 een teleurstellend
jaar voor de regering van Vladimir Putin. Er wordt
verwacht dat de officiële bbp-groei voor 2013 amper 1.4%
zal bedragen, na een economische groei van 3.4% in
2012. Zwakke kapitaalinvesteringen en de negatieve
groei van de industriële productie waren een molensteen
voor de bbp-groei. Kapitaalintensieve sectoren zoals de
bouw, metallurgie en de machinebouw presteerden vorig
jaar het zwakst. De Russische consument zorgde ervoor
dat de economie in 2013 niet in een recessie belandde,
door een consumptiegroei die meer dan 5% bedroeg.
Maar dit valt niet veel langer vol te houden aangezien het
reële beschikbare inkomen van de modale Rus reeds
geruime tijd aan het dalen is door de hardnekkig hoge
inflatie.
Door het groeiherstel in de eurozone verwachten we dat
de Russische industrie en exportsector in 2014 een
grotere economische groeibijdrage zullen leveren. Met de
winterspelen in Sochi en de recente vrijlating van exoligarch en Kremlin-criticus Mikhail Khodorkovsky hoopt
president Putin zijn internationaal imago wat op te
poetsen op het geopolitieke vlak en op die manier meer
buitenlandse investeringen aan te trekken. Voor 2014
streeft de regering naar een groei van 2,5% en zij gaat
daarbij uit van een gemiddelde olieprijs van $100 per vat
Oeral Blend en een gemiddelde inflatie van 5%.
3. Rusland: internationale reserves (miljoen USD)
4. Rusland: saldo lopende rekening (% bbp)
Als de Russische centrale bank erin slaagt om de inflatie
in de loop van dit jaar onder controle te krijgen, dan opent
dit de deur naar renteverlagingen die de economie de
nodige zuurstof kunnen geven. De reporente bevindt zich
nu al sinds september 2012 op een duur niveau van
5,5%. In november lagen de consumentenprijzen 6,4%
hoger dan één jaar ervoor, en gedurende de tweede helft
van vorig jaar bevond de inflatie zich boven de band van
5-6% waar de centrale bank naar streeft.
Een deel van de opwaartse inflatiedruk van vorig jaar
vond zijn oorsprong in dure voedselprijzen, maar door de
betere oogst van 2013 wordt verwacht dat in de komende
maanden het effect van de voedselinflatie zal afnemen.
De verzwakking van de roebel is een extra obstakel in de
inflatiebestrijding van de centrale bank omdat op die
manier de importinflatie toeneemt.
De roebel nam in 2013, net als veel andere munten van
groeilanden, een flinke duik nadat de Amerikaanse
centrale bank in het voorjaar een optie nam op een
minder gul monetair beleid.
De Russische munt verloor tussen 1 januari en 31
december 2013 7,6% terrein t.o.v. de USD en 12%
versus de euro en noteerde per einde 2013 op haar
zwakste niveau sinds het einde van 2009. De schade
zou ongetwijfeld nog groter zijn geweest als de overheid
niet tussenbeide was gekomen op de wisselmarkten door
actief roebels op te kopen voor een totale geschatte
tegenwaarde van $23 miljard. Ook dit jaar blijft interventie
een potentieel wapen, want de Russische muntreserves
zijn nog altijd aanzienlijk en bedroegen meer dan $500
miljard bij de aanvang van dit jaar. Door de depreciatie
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
13
Research
Economische vooruitzichten
van de roebel en de uitstroom van kapitaal kromp het
overschot op de lopende rekening van 5.1% van het bbp
in het tweede kwartaal naar 0,12% in het derde kwartaal,
wat het kleinste overschot was sinds Q3 1998. Indien
deze trend zich doorzet dan boekt Rusland in 2014 een
tekort op zijn lopende rekening, wat de roebel extra
kwetsbaar zal maken op de wisselmarkten.
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
Rusland
Bbp (% groei op 1 jaar)
Inflatie (%)
2013
1,4
6,7
2014
2,5
5,0
2015
2,0
5,0
14
Research
Economische vooruitzichten
1. Evolutie van de grondstoffenprijzen (CRB-indexen)
800
1.350
750
1.300
700
1.250
650
1.200
600
1.150
550
1.100
500
1.050
450
1.000
400
950
350
900
300
Feb
Mar
Apr
May
Jun
Jul
Aug
Sep
Oct
Nov
RJ/CRB Industrials Futures Sub-Index (1967=100) - Price Index (Left)
RJ/CRB Precious Metals Futures Sub-Index (1967=100) - Price Index (Right)
RJ/CRB Energy Futures Sub-Index (1967=100) - Price Index (Left)
RJ/CRB Grains Futures Sub-Index (1967=100) - Price Index (Left)
RJ/CRB Softs Futures Sub-Index (1967=100) - Price Index (Left)
Dec
850
Jan
Tabel: evolutie van de grondstoffenprijzen (CRB-indexen op
16 januari)
-1 maand
-3 maanden
-1 jaar
CRB-index
Industriële metalen
1,9%
Edele metalen
1,5%
Energie
-2,1%
Zachte grondstoffen*
-0,8%
Granen
-2,5%
*zoals cacao, koffie, suiker, …
1,8%
-2,4%
-1,8%
-0,8%
-5,8%
1,0%
-26,6%
5,1%
-0,3%
-26,4%
2. Evolutie van de olieprijzen (USD/vat)
125
120
115
110
105
100
95
90
85
2013
Crude Oil, Brent ($/bbl) - Close
Crude Oil, W TI (Cushing OK $/bbl) - Close
3. Evolutie van de Amerikaanse commerciële olievoorraden
400.000
390.000
380.000
370.000
Grondstoffen: klein herstel goudprijs
Op 16 januari noteerde de CRB-index voor industriële
metalen 1,9% hoger dan een maand geleden. Met het
hernemen van de economische groei in de VS, China en
nu ook Europa zal de vraag in 2014 beter ondersteund
zijn. De index voor edele metalen steeg met 1,5% omdat
de goudprijs herstelde van 1200 USD/ troy ounce einde
2013 tot 1241,5 USD/troy ounce. Het goud was misschien
wat oververkocht, maar een krachtig herstel van de
goudprijs in 2014 moet men niet verwachten, gelet op de
lage inflatieverwachtingen in de geïndustrialiseerde
wereld en de aantrekkende langetermijnrente sinds de
“tapering” in de VS. De index voor energie daalde met
2,1% in lijn met de olieprijs. De indexen voor
landbouwproducten stonden in 2013 onder een
neerwaartse prijsdruk wegens het ruime aanbod, de hoge
voorraden en goede oogsten.
Op 16 januari noteerde de olieprijs voor Brent (Noordzee
olie) 106,69 USD/vat en deze voor West Texas
Intermediate (WTI) 93,96 USD/vat, wat tegenover een
maand geleden een prijsdaling betekent van
respectievelijk -1,7% en -3,6%. Tegenover een jaar
geleden ligt de prijs voor Brent nu 4,4% lager, maar deze
voor WTI bevindt zich nagenoeg op een zelfde niveau
(-0,3%). De olieprijzen stegen zeer sterk in de
zomermaanden wegens de spanningen in het MiddenOosten en bereikten begin september een hoogtepunt
van 115,98 USD/vat voor Brent en 110,53 USD/vat voor
WTI.
Het prijsverschil tussen beide contracten beloopt nu 12,73
USD/vat, wat veel minder is dan de spread van 18,9
USD/vat die eind november bereikt werd. Naar het einde
van november lagen de Amerikaanse commerciële
olievoorraden immers op een zeer hoog niveau van 391
miljoen vaten, maar sindsdien namen deze continu af tot
350 miljoen vaten begin januari.
Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) heeft vorige
maand zijn previsies inzake vraag naar olie in 2014 licht
verhoogd. De wereldwijde vraag in 2014 zou 1,2 miljoen
vaten per dag hoger liggen dan in 2013 en wordt nu
geschat op een totaal van 92,4 miljoen vaten per dag
(+1,3%). De organisatie OPEC schat de wereldvraag
naar olie in 2014 lager in dan het IEA, namelijk op 90,9
miljoen vaten per dag. Zij schat dat de niet-OPEC
productie in 2014 zal toenemen tot 61,3 miljoen vaten per
dag, wat een OPEC productie zou vereisen van 29,6
miljoen vaten per dag, een daling met 0,4 miljoen vaten
per dag tegenover 2013.
Op het einde van het derde trimester 2013 waren de
commerciële olievoorraden van de OESO-landen
opgelopen tot 2714 miljoen vaten, wat goed was voor een
dekking van de toekomstige vraag gedurende 59 dagen.
360.000
350.000
340.000
Feb
Mar
Apr
May
Jun
Jul
Aug
Sep
Oct
Nov
Dec
U.S. Crude Oil Ending Stocks Excluding Spr (Thousand Barrels) - United States
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
15
Research
Economische vooruitzichten
EUR/USD
Wisselmarkten: euro versterkt door
de Europese Bankenunie?
1,7
1,6
1,5
1,4
1,3
1,2
1,1
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
FX Rate - Spot Mid - US Dollar per Euro
USD/JPY
130
120
110
100
90
80
70
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
'10
'11
'12
'13
FX Rate - Spot Mid - Japanese Yen per US Dollar
EUR/GBP
1
0,95
0,9
0,85
0,8
0,75
0,7
0,65
0,6
'04
'05
'06
'07
'08
'09
FX Rate - Spot Mid - British Pounds per Euro
Verdeling van de liquiditeitsinjecties door de ECB
1.200.000
1.000.000
Het akkoord van de ministers van Financiën over een
ontwerp van Europese aanpak van probleembanken is
een mijlpaal in de uitbouw van de Europese Bankenunie.
De sinds einde juni 2012 afgelegde weg, toen de
blauwdruk van een bankenunie werd voorgesteld, is
immens. Dankzij het engagement van de ECB om alles te
doen wat nodig is om de euro te redden konden de politici
in een relatief rustige omgeving werk maken van een
moeizaam en ingewikkeld compromis, dat echter de
verdienste heeft van te bestaan. Het zal zeker nog
worden bijgeschaafd, maar een weg terug is ondenkbaar.
De opgestarte “asset quality review” en de voor de zomer
geplande stresstest moeten ervoor zorgen dat de
Europese banksector gezonder
wordt in een
waarschijnlijk afgeslankte versie in vergelijking met die
van voor de crisis van 2008. Ook de eerste voorstellen
omtrent de bankstructuren, waarbij niet geopteerd wordt
voor een doorgedreven splitsing van de spaar- en
zakenbankactiviteiten, kaderen in het proces van
wederopbouw.
De euro houdt bijzonder goed stand in de buurt van 1,35
USD. Vrijwel alle munten verloren terrein tegenover de
euro in 2013. Het vertrouwen in de aanpak van de ECB
blijft groot. Het goedkoop geldbeleid, met een basisrente
van amper 0,25%, is een belangrijke bijdrage tot het
verder uitbouwen van het economisch herstel in de
eurozone. De gevoelige verbetering van de lopende
rekening van de betalingsbalans is een gevolg van de
interne devaluaties in probleemlanden, alsook van de
hernieuwde belangstelling van niet-Europese beleggers
voor Europese aandelen en obligaties
Ook de
mogelijkheid dat er vroeg of laat een nieuwe LTRO zou
kunnen gelanceerd worden indien het overgrote gedeelte
van de bestaande LTRO zou zijn terugbetaald, wijst op
het engagement om de financiële sector voldoende
liquiditeit te bezorgen, niet alleen om de herstructurering
verder te zetten, maar ook om de reële economie te
financieren. Vooral KMO‟s hebben nood aan aangepaste
financiering. De Europese langetermijnrente, die zowat 80
basispunten lager ligt dan die in de VS, wordt blijkbaar
niet als een handicap ervaren. Feit is dat na de forse
rente opstoot in het derde kwartaal en de lichte daling
nadien de trend duidelijk opwaarts is en een terugkeer
naar het zeer lage peil van april 2013 onwaarschijnlijk
wordt.
De bedreigingen voor de euro houden vooral verband met
de torenhoge werkloosheid en de toegenomen sociale
ongelijkheid in de probleemlanden, het verlies aan
concurrentiekracht op wereldvlak, het uitblijven van een
echt sociaal pact, het politiek populistisch opbod in de
aanloop tot de Europese verkiezingen van 25 mei.
800.000
600.000
400.000
200.000
0
1999
2001
2003
2005
2007
2009
2011
2013
ECB Main Refinancing Operations, Bil Eur
ECB Longer-Term Refinancing Operations, Bil Eur
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
Toch overheerst de overtuiging dat de ECB als de nood
het hoogst is, wel degelijk alles zal doen om de eurozone
te redden. Normaal biedt dat een bodem aan de euro die
misschien wat terrein zou kunnen verliezen, maar toch
tussen 1,30 en 1,35 USD moet kunnen blijven
schommelen in de komende maanden.
16
Research
Economische vooruitzichten
Aandelenmarkten:bevestiging
opmars steeds moeilijker?
zal zeker bijdragen tot een verdere sanering van de
banksector.
2013 was een zeer goed jaar voor de hier beschouwde
beurzen en dat voor het tweede jaar op rij. De positieve
uitschieter was Nasdaq Com met +38,3%, terwijl
Eurostoxx50 met +10,8% de zwakste performance
etaleerde. De riante return van de VS-beurzen moet
natuurlijk gecorrigeerd worden voor het terreinverlies van
de dollar, maar dan nog zijn zij outstanding. Enkel de
DAX komt in hun buurt. Deze opmars is grotendeels te
danken aan het zeer soepel monetair beleid van de
centrale banken die hun onconventioneel beleid van
liquiditeitsinjectie verder zetten en/of hun rentevoeten
verder verlaagden. De bevestiging van de weliswaar
schuchtere economische opleving in de eurozone, het
groeiend vertrouwen in een duurzame oplossing voor de
Europese schuldenproblematiek en het akkoord over de
Europese Bankenunie droegen ook hiertoe bij.
Het wordt in 2014 moeilijk om beter te doen dan de 2
vorige jaren. De opmars zal waarschijnlijk beperkter
uitvallen dan in 2013. Een jaarreturn van zowat 7,5 à 10%
lijkt ons haalbaar indien we kunnen gespaard blijven van
groter externe geopolitieke schokken en vooral van een te
snelle opmars van de langetermijnrente ingevolge het
terugschroeven van de onconventionele monetaire
politiek van de centrale banken.
1. DAX en CAC40
11.000
6.500
10.000
6.000
5.500
9.000
5.000
8.000
4.500
7.000
Vertrouwvol jaarbegin?
4.000
6.000
30.12.11
in % 31.12.10
Dow Jones
+ 5,5
S&P 500
0
Nasdaq Com.
- 1,8
Eurostoxx 50
- 17,1
DAX-Xetra
- 14,7
CAC40
- 17,0
BEL20
- 19,2
AEX
- 11,9
FTSE100
- 5,6
31.12.12
30.12.11
+ 7,3
+ 13,4
+ 15,9
+ 13,8
+ 29,1
+ 15,2
+ 18,8
+ 9,7
+ 5,8
30.06.13
31.12.12
+ 14,3
+ 13,1
+ 12,9
- 1,3
+ 4,6
+ 2,7
+ 2,0
+ 0,5
+ 5,4
31.12.13 20.01.14
31.12.12 31.12.13
+ 16,5
-0,7
+ 29,6
-0,5
+ 38,3
+0,5
+ 10,8
+8,0
+ 25,5
+1,7
+ 18,0
+0,6
+ 18,1
+1,4
+ 17,2
+1,5
+ 14,4
+1,3
3.500
5.000
3.000
4.000
2.500
3.000
2.000
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Germany DAX - Price Index (Left)
France CAC 40 - Price Index (Right)
2. AEX en BEL20
5.000
600
4.500
550
500
4.000
Bron: Berekeningen Belfius Bank, Research
450
3.500
De zeer voorzichtige afbouw van liquiditeiten door de
FED, het iets sneller herstel van de VS-economie, alsook
het bijna geruisloos bereikte begrotingsakkoord en de niet
zo slechte bedrijfsresultaten hebben de VS-beurzen flink
ondersteund in de voorbije weken. Het is niet evident om
de opmars van record naar record ongestoord verder te
zetten, maar de trend blijft normaal positief tenzij de
stijging van de langetermijnrente zou versnellen.
400
3.000
350
2.500
300
2.000
250
1.500
200
1.000
150
'04
De versnelde stijging van de koers/winstverhouding van
de Europese beurzen is vooral een gevolg van de vrij
beperkte winststijging. We komen terug in de buurt van
het peil van 2007 hoewel de meeste indexen toch nog ver
verwijderd zijn van hun historische maxima van midden
2007. De vertraagde sanering van de overheidsfinanciën
biedt uitzicht op enig economisch herstel, maar dat zal
zeer bescheiden blijven. De ECB kan niet anders dan
haar stimuleringsbeleid verder te zetten. De toenadering
tussen Frankrijk en Duitsland, waardoor de ruggengraat
van de eurozone zou kunnen versterkt worden, opent
goede
perspectieven
voor
een
Europees
tewerkstellingspact. De gestarte “asset quality review”
van de systeembanken biedt een unieke gelegenheid om
de nog uit te voeren herkapitaliseringen versneld af te
ronden. De versoepeling van enkele Basel III vereisten
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
Brussels Stock Exchange (Bel), 20 Share, Closes, Index - Belgium (Left)
Netherlands AEX - Price Index (Right)
3. Eurozone: verhouding koers/winst
24
22
20
18
16
14
12
10
8
6
4
'04
'05
'06
'07
'08
'09
'10
'11
'12
'13
FDSAGG Eurozone - Price to Earnings
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
17
Research
Economische vooruitzichten
Research topic: meer of minder
inflatie?
productenkorf (zie verder) voor de berekening van de
index in januari 2014 mogelijk gepaard zal gaan met een
belangrijke herziening van de inflatievooruitzichten.
In oktober 2013 was de inflatie op jaarbasis, gemeten
door het algemeen indexcijfer voor consumptieprijzen
zoals vastgesteld door de FOD Economie, teruggevallen
tot slechts 0,63% (0,89% in september), wat het laagste
inflatiepercentage was sinds januari 2010 (0,62%). In
november trok de inflatie terug iets aan tot 0,81% en in
december tot 0,97%, maar bevond zich dus voor de
vierde opeenvolgende maand beneden 1,0%. De lage
inflatie op jaarbasis is vooral toe te schrijven aan de
daling van de energieproducten met -4,2%.
Op basis van deze maandvooruitzichten van begin januari
zou de gemiddelde jaarinflatie (nationaal algemeen
indexcijfer der consumptieprijzen, NICP) in 2014 op 0,9%
uitkomen, tegenover 1,11% in 2013 en 2,84% in 2012. De
groeivoet van de zgn."gezondheidsindex” zou in 2014
gemiddeld 1,0% bedragen, tegenover 1,24% in 2013 en
2,65% in 2012.
De inflatie op jaarbasis gemeten op basis van de
“gezondheidsindex”, die sinds 1994 onder meer gebruikt
wordt bij de berekening van de indexering van lonen,
sociale uitkeringen en huurprijzen, daalde van 1,08% in
september tot 0,93% in oktober, maar steeg terug tot
0,98% in november en 1,01% in december.
1. België: Algemene index consumptieprijzen en
gezondheidsindex
België: consumptieprijzen (% op 1 jaar)
4
3,5
3
2,5
2
1,5
1
0,5
20
10
-0
8
20
10
-1
0
20
10
-1
2
20
11
-0
2
20
11
-0
4
20
11
-0
6
20
11
-0
8
20
11
-1
0
20
11
-1
2
20
12
-0
2
20
12
-0
4
20
12
-0
6
20
12
-0
8
20
12
-1
0
20
12
-1
2
20
13
-0
2
20
13
-0
4
20
13
-0
6
20
13
-0
8
20
13
-1
0
20
13
-1
2
0
Algemene index
Gezondheidsindex
Maar de lage inflatie is ook te danken aan een reeks
overheidsmaatregelen. De regering nam bij de opmaak
van de begroting einde 2012 de beslissing om niet te
raken aan de automatische indexering van de lonen in
ons land, maar wel te sleutelen aan de berekeningswijze
van de index, o.a. door ook rekening te houden met
solden, met huismerken van grootwarenhuizen en met de
evolutie in de telecomsector. De dalende inflatie moet de
stijging
van
de
lonen
temperen,
wat
onze
concurrentiepositie dan weer ten goede moet komen.
Op basis van de gegevens van de FOD Economie maakt
het Federaal Planbureau (FPB) previsies van de inflatie
voor het komende jaar. De jongste dateren van begin
januari 2014 (zie tabellen). Deze vooruitzichten houden
rekening met een (jaargemiddelde) olieprijs van 106
dollar per vat in 2014 en een wisselkoers van
gemiddeld 1,36 dollar per euro in 2014. Deze
vooruitzichten houden ook rekening met de btw-verlaging
(van 21% naar 6%) op elektriciteit vanaf april 2014. Het
FPB laat opmerken dat de actualisering van de
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
In november 2012 werd de spilindex voor de
overheidswedden en sociale uitkeringen overschreden.
Overeenkomstig de maandvooruitzichten van het FPB
voor de gezondheidsindex zou de volgende
overschrijding van de spilindex (momenteel 122,01)
plaatsvinden in december 2014. Als gevolg daarvan
zouden de sociale uitkeringen in januari 2015 en de
wedden van het overheidspersoneel in februari 2015 met
2% aangepast worden aan de gestegen levensduurte.
Tabel 1: Algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen
(2014)
2014
januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus
september
oktober
november
december
Index (basis 2004=100) Groeivoet (%) (1)
123.01
1.13
123.45
1.17
123.63
1.18
123.49
1.11
123.24
0.75
123.40
0.71
123.55
0.73
123.49
0.74
123.41
0.62
123.63
0.87
123.83
0.97
123.86
0.83
Tabel 2: Gezondheidsindex (2014)
Index (basis Groeivoet (%) Voortschrijdend
2014
2004=100)
(1)
gemidd. (2)
januari
121.42
1.18
121.20
februari
121.89
1.35
121.43
maart
122.08
1.31
121.67
april
121.91
1.18
121.83
mei
121.63
0.68
121.88
juni
121.80
0.65
121.86
juli
121.96
0.74
121.83
augustus
121.87
0.81
121.82
september
121.80
0.82
121.86
oktober
122.05
0.88
121.92
november
122.28
0.96
122.00
december
122.36
0.90
122.12
(1) Groeivoet (%) t.o.v. dezelfde maand van het vorige
jaar.
(2) Lonen en wedden van het overheidspersoneel worden
met sprongen van 2% geïndexeerd. Dit gebeurt telkens
twee maanden nadat het 4-maandelijks voortschrijdende
gemiddelde van de gezondheidsindex een bepaalde
drempelwaarde (de zgn. spilindex) overschrijdt.
Bron: Federaal Planbureau
18
Research
Economische vooruitzichten
De lage inflatie en lage inflatieverwachtingen is een
algemeen verschijnsel in de geïndustrialiseerde wereld.
Maar om een internationale vergelijking te maken dient
men de geharmoniseerde index van de consumptieprijzen
(HICP) te gebruiken.
2. Geharmoniseerde index van de consumptieprijzen
(HICP)
HICP (% op 1 jaar)
4,5
4
Begin december 2013 maakte de NBB haar
inflatieprognoses bekend. De NBB stelt voor de
geharmoniseerde index van consumptieprijzen een
stijging voorop van 1,2% in 2013 en 1,3% in 2014. Voor
de gezondheidsindex zou de stijging respectievelijk 1,3%
en 1,4% bedragen.
De Europese Commissie voorspelde in haar “Autumn
Economic Forecast” (oktober 2013) een gemiddelde
inflatie van 1,5% voor de eurozone, zowel in 2013 als in
2014. Maar de ECB verlaagde begin december 2013
haar inflatieverwachting voor 2014 van 1,3% naar 1,1%
en stelt voor 2015 1,3% voorop.
3,5
4. Vergelijking onderliggende inflatie (% 1 jaar)
3
2,5
Onderliggende inflatie
2
2,5
1,5
1
2
0,5
0
20
10
-0
8
20
10
-1
0
20
10
-1
2
20
11
-0
2
20
11
-0
4
20
11
-0
6
20
11
-0
8
20
11
-1
0
20
11
-1
2
20
12
-0
2
20
12
-0
4
20
12
-0
6
20
12
-0
8
20
12
-1
0
20
12
-1
2
20
13
-0
2
20
13
-0
4
20
13
-0
6
20
13
-0
8
20
13
-1
0
20
13
-1
2
1,5
1
België
Eurozone
0,5
20
10
-0
8
20
10
-1
0
20
10
-1
2
20
11
-0
2
20
11
-0
4
20
11
-0
6
20
11
-0
8
20
11
-1
0
20
11
-1
2
20
12
-0
2
20
12
-0
4
20
12
-0
6
20
12
-0
8
20
12
-1
0
20
12
-1
2
20
13
-0
2
20
13
-0
4
20
13
-0
6
20
13
-0
8
20
13
-1
0
20
13
-1
2
0
Na in oktober (0,7%) en november (0,9%) op een zelfde
niveau te hebben gelegen als in de eurozone is de
geharmoniseerde index van consumptieprijzen voor
België in december 2013 gestegen tot 1,2% op jaarbasis,
terwijl deze in de eurozone is gedaald tot 0,8%. Daarmee
komt er voorlopig een einde aan de trend van de voorbije
maanden (sinds midden 2012) waarin de Belgische
inflatie (op jaarbasis) lager lag dan deze van de
eurozone. Dit was een aanzienlijke breuk met het
verleden toen de Belgische inflatie steeds hoger lag. Dit
fenomeen was quasi volledig toe te schrijven aan de
prijsevolutie van de energiedragers die in het verleden in
België merkelijk hoger lag dan in de eurozone, maar
sinds midden 2012 een tegengestelde ontwikkeling kende
(zie grafieken). In december 2013 beliep de prijsevolutie
van de energiedragers op een jaar -4,2% in België
tegenover
0,0%
in
de
eurozone.
De
overheidsmaatregelen hebben hier een voorname rol
gespeeld.
België
Eurozone
De onderliggende inflatie, zonder de voedsel- en
energieprijzen, beliep in december 1,6% over de voorbije
twaalf maanden in België, maar in de eurozone was dit
slechts 0,7%. Qua evolutie van de onderliggende inflatie
doet België het dus nog steeds niet beter dan de
eurozone. Een van de verklarende factoren is de sterkere
prijsstijging van de diensten in België (+2,3% op jaarbasis
in december) dan in de eurozone (+1,0%).
5. Vergelijking prijsevolutie diensten (% 1 jaar)
Diensten
3
2,5
3. Vergelijking prijsevolutie energiedragers (% 1 jaar)
Energiedragers
2
1,5
1
15
0,5
10
0
20
10
20 08
10
20 10
10
20 12
11
20 02
11
20 04
11
20 06
11
20 08
11
20 10
11
20 12
12
20 02
12
20 04
12
20 06
12
20 08
12
20 10
12
20 12
13
20 02
13
20 04
13
20 06
13
20 08
13
20 10
13
-1
2
20
5
België
0
Eurozone
-5
20
10
-0
8
20
10
-1
0
20
10
-1
2
20
11
-0
2
20
11
-0
4
20
11
-0
6
20
11
-0
8
20
11
-1
0
20
11
-1
2
20
12
-0
2
20
12
-0
4
20
12
-0
6
20
12
-0
8
20
12
-1
0
20
12
-1
2
20
13
-0
2
20
13
-0
4
20
13
-0
6
20
13
-0
8
20
13
-1
0
20
13
-1
2
-10
België
Eurozone
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
Tot slot weze opgemerkt dat in januari 2014 er in België
een nieuwe hervorming komt van de nationale algemene
index van consumptieprijzen, met als doel het prijsverloop
zo getrouw mogelijk te meten. De voorgaande herziening
dateerde van januari 2006. Tot nu toe was er in principe
19
Research
Economische vooruitzichten
slechts om de 8 jaar een actualisering van de index. Dit
had tot gevolg dat in de loop der jaren de index
verouderde (o.a. via veroudering van de samenstelling
van de korf en de relatieve gewichten) en het reële
verloop van de prijzen minder goed werd gemeten.
Voortaan zal men elk jaar kunnen actualiseren en beter
rekening houden met een wijzigend consumentengedrag
en
nieuwe
marktontwikkelingen
(bv.
telecommunicatiediensten).
Sommige producten en diensten worden geschrapt uit de
korf (bv. zeekreeft, dvd-speler, toeristische reisgids) en
andere komen er in (bv. koortsthermometer, parking,
carwash, rugzak).
De sociale partners hebben beslist om voor 2014 nog te
werken op basis van de huishoudbudgetenquête. In de
loop van 2014 zal er evenwel worden nagegaan of het
niet raadzamer is om vanaf 2015 over te stappen naar de
nationale rekeningen.
Tabel 3: Relatieve gewichten in de geharmoniseerde
consumptieprijsindex in 2013
België Buurlanden
Energiedragers
Elektriciteit
Gas
Vloeibare brandstoffen
Vaste brandstoffen
Motorbrandstoffen
Diensten
Huisvestingsdiensten
Vrijetijdsbesteding en
lichaamsverzorging
Reizen
Vervoerdiensten
Communicatiediensten
Overige diensten
Bewerkte levensmiddelen
wv Brood en granen
Melk, kaas en eieren
Suiker, jam en chocolade
Mineraalwater en frisdranken
Wijnen
Tabak
Niet-bewerkte levensmiddelen
Vlees
Vis
Fruit
Groenten en aardappelen
Industriële goederen
Niet-duurzame goederen
wv Huishoudartikelen
Geneesmiddelen
Half-duurzame goederen
wv Kleding
Schoeisel
Boeken
Duurzame goederen
wv Meubelen
Huishoudapparaten
Auto's
11,3
2,9
2,2
1,7
0,1
4,5
39,6
7,9
11,0
11,2
2,7
1,7
1,0
0,1
4,7
43,5
12,7
9,1
2,4
6,0
2,5
9,8
13,2
3,2
1,9
1,2
1,2
1,2
2,3
8,1
4,3
1,0
1,2
1,6
27,9
8,5
1,2
1,1
10,6
5
1,1
0,6
8,9
1,8
1,0
3,8
3,5
7,9
3,1
7,3
11,8
2,2
2,0
1,0
1,0
0,8
2,4
6,4
3,2
0,7
1,1
1,4
27,1
8,3
0,8
1,2
9,6
3,8
1,1
0,6
9,2
1,9
1,0
3,5
Bron: FOD Economie
Research – Economische vooruitzichten - Januari 2014
20