Economische Vooruitzichten Wereldeconomie Oktober 2014 De wereldconjunctuur wordt vooral gedreven door de Amerikaanse economie. De zwakste schakel blijft de economische groei in de eurozone, die in het tweede kwartaal stilviel. Bovendien zijn de groeirisico’s voor de rest van 2014 neerwaarts gericht. Tegelijkertijd is de inflatie in de eurozone de laagste van vergelijkbare grote economieën en ligt ze mijlenver onder de inflatiedoelstelling van de ECB. Haar jongste pakket van bijkomende monetaire maatregelen heeft al gezorgd voor een goedkopere euro en moet een wegglijden in een nieuwe recessie en deflatie helpen vermijden. • Eurozone zwakke schakel in wereldconjunctuur • Neerwaartse conjunctuurrisico’s en dalende inflatieverwachtingen zetten ECB aan tot verdere actie • Zwakkere euro legt bodem onder inflatie • Olieprijs daalt ondanks geopolitieke spanningen • Zwakke Amerikaanse banencreatie in augustus allicht slechts tijdelijk • Japanse loonstijgingen bestendigen Abenomics-beleid Algemeen perspectief Azië - Latijns-Amerika Economische omgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Japan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 • Verbetering wereldconjunctuur steunt vooral op VS • Economische activiteit krabbelt recht China . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Amerika • Chinese economie stabiliseert Verenigde Staten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 • Onzekerheid troef over toekomst monetair beleid Ontluikende markten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 • Poetin haalt Russische economie onderuit Tabellen Europa Eurozone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Groei - Inflatie - Rentes en Wisselkoersen . . . . . . 13 • Draghinomics moet nieuwe recessie afwenden Verenigd Koninkrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 • Economie op kruissnelheid Centraal-Europa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 • Herstel wankelt Onze publicaties zijn online beschikbaar, via www.kbceconomics.be. U kunt ze ook gratis ontvangen per e-mail. Surf naar www.kbceconomics.be en registreer uw gegevens. Verantwoordelijke uitgever: Dieter Guffens, Havenlaan 2, B-1080 Brussel, (32) (0)2 429.62.87 ([email protected]) Correspondentieadres & abonnementenbeheer: KBC Groep NV, GCE, Havenlaan 2, 1080 Brussel, E-mail: [email protected] Deze publicatie komt tot stand op de afdeling Economic Research van KBC Groep. Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies conform de Wet van 6 april 1995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan. Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 15 september 2014, tenzij anders vermeld. 1 De beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 16 september 2014. Economische Vooruitzichten Algemeen perspectief Economische omgeving Verbetering wereldconjunctuur steunt vooral op VS De belangrijkste groeimotor van de wereldconjunctuur blijft de Amerikaanse economie. De reële bbp-groei in het tweede kwartaal werd nog maar eens opwaarts herzien tot 4,2% op jaarbasis. Ook het producentenvertrouwen scheerde hoge toppen in augustus. Zo steeg het producentenvertrouwen in de verwerkende nijverheid tot het hoogste peil sinds maart 2011. Vooral het feit dat ook het vertrouwen bij de kmo’s verbeterde, maakt een verdere versteviging van de arbeidsmarktdynamiek in de komende maanden waarschijnlijk. De tegenvallende arbeidsmarktdynamiek in augustus (per saldo ‘slechts’ 142000 nieuwe banen) is in deze context een valse noot, die wel gepaard ging met een daling van de werkloosheidsgraad tot 6,1%. Vuurproef voor Japanse ‘Abenomics’ De tweede belangrijke economie waarin het producentenvertrouwen in augustus verbeterde was de Japanse. Dat heeft weliswaar nog niet opnieuw het peil bereikt van het eerste kwartaal vóór de btw-verhoging van april. Het vermindert echter wel de kans dat de Japanse economie opnieuw in een recessie terechtkomt zoals na de btw-verhoging van 1997. De zwakke groei in het tweede kwartaal (-7,1% op jaarbasis) was vooral een compensatie voor de sterke groei in het eerste kwartaal (+6,0% op jaarbasis). De recentste vertrouwensindicatoren suggereren dat de groeidynamiek in het derde kwartaal opnieuw zal normaliseren. Dat betekent meteen ook dat de regering Abe in 2015 een verdere stap kan zetten in de consolidatie van de overheidsschuld, die nu 244% van het bbp bedraagt, door het btw-tarief geleidelijk verder te verhogen. Ook de jongste loonontwikkeling in Japan stemt positief. Het doorbreken van de deflatiespiraal sinds begin 2013 door het monetaire beleid gebeurde tot nu toe vooral via een verzwakking van de Japanse yen. Via hogere invoerprijzen leidde dat tot een hogere inflatie. Sinds begin 2014 kwam er echter een einde aan die depreciatie. Om een terugval in de deflatiespiraal te voorkomen, zijn nu forsere nominale loonstijgingen nodig die een bredere basis kunnen geven aan een positieve inflatie. Dat was tot nu toe niet het geval. Recent kwam hier echter vooral in de verwerkende nijverheid een kentering. De waarschijnlijkheid stijgt daardoor gevoelig dat de Japanse deflatiespiraal duurzaam wordt doorbroken en dat de Japanse conjunctuur eindelijk sterker wordt ondersteund door de groei van de particuliere consumptie. Wereldconjunctuur vooral gedreven door VS-economie Monetaire divergentie neemt toe Niet alleen op conjunctureel vlak is de eurozone een buitenbeentje. Ook de inflatie in de eurozone is uitzonderlijk (balanstotaal in lokale munt, januari 2007 = 100) 60 550 58 500 56 450 400 54 350 52 300 50 250 48 200 46 150 44 100 2012 VS Eurozone 2 De kwetsbaarste regio in de wereldeconomie is op dit ogenblik de eurozone. In het tweede kwartaal viel de groei van het reële bbp ten opzichte van het eerste kwartaal stil. In Frankrijk stagneerde de groei, terwijl die in Italië en ook in Duitsland zelfs licht negatief was. Bovendien zijn de Europese conjunctuurrisico’s voor de komende kwartalen neerwaarts gericht. Dat komt onder meer ook tot uiting in de recente dalingen van het producentenvertrouwen, waarbij vooral de Duitse Ifo-indicator in het oog springt. In het geval van Duitsland wogen allicht de wederzijdse handelssancties tussen de EU en Rusland, en de daarmee gepaard gaande onzekerheid, op de uitvoer en investeringsneiging van de bedrijven. Het herstel van de Duitse industriële productie in juli en de geleidelijk verder afnemende werkloosheidsgraad in de eurozone geven echter aan dat de eurozone allicht niet opnieuw in een recessie terechtkomt. Balans ECB krimpt als enige (producentenvertrouwen verwerkende nijverheid, 50 = neutraal) 42 Eurozone hinkt achterop 13 50 14 Japan VK 2007 Fed ECB 08 09 10 11 12 13 Bank of Japan Bank of England 14 Reële bbp-groei 2013 2014 2015 2,4 2,3 3,1 Noord-Amerika 2,2 2,1 3,0 Latijns-Amerika 2,8 2,6 3,1 0,6 1,6 2,1 Amerika Europa Eurozone Centraal-Europa -0,3 0,9 1,7 1,3 2,6 2,8 5,3 5,4 5,4 Japan 1,5 1,1 1,2 Azië excl. Japan 6,0 6,2 6,2 China 7,7 7,5 7,0 India 4,4 5,4 6,4 Wereld 3,1 3,4 3,8 Olieprijs (Brent per vat in USD, einde jaar) 110 100 100 Azië laag. In de VS, het VK en Japan bedraagt de inflatie respectievelijk 1,7%, 1,5% en 3,4%. In de eurozone daarentegen bedraagt de inflatie maar 0,4%. Weliswaar spelen hier ook de dalende energieprijzen een rol, maar ook zonder de energie- en voedingsprijzen ligt de inflatie in de eurozone met 0,9% nog niet half zo hoog als de ECB op middellange termijn nastreeft. Waar komt dat opvallende verschil met de andere grote economieën vandaan? Een van de fundamentele oorzaken voor het divergerende inflatiepad is de uiteenlopende ontwikkeling van het balanstotaal van de ECB enerzijds, en dat van de Fed, de Bank of England en de Bank of Japan anderzijds. Terwijl de andere centrale banken sinds 2009 (en de Bank of Japan sinds 2013) door aankoop van vooral overheidsobligaties permanent extra geld creëerden, deinsde de ECB terug voor zo’n beleid uit schrik voor het verwijt van een indirecte overheidsfinanciering. Bijgevolg zocht de ECB haar heil in een grootschalige liquiditeitsvoorziening voor de financiële sector in de vorm van langetermijnkredieten. Nu de financiële kant van de eurocrisis is geluwd, werden die liquiditeiten grotendeels terugbetaald. In een context waarin zowat alle andere grote centrale banken een expansief beleid voerden, was dat een belangrijke reden voor de sterkere wisselkoers van de euro en de opmerkelijke daling van de inflatie. Inflatie eurozone laagste van grote economieën Draghi deed het weer Op basis van deze analyse kondigde de ECB nieuwe stimuleringsmaatregelen aan. Naast de verlaging van haar beleidsrente tot vijf basispunten en nieuwe liquiditeitsinjecties sprong vooral het eerste volwaardig aankoopprogramma in het oog. Daarbij wordt voor het eerst duurzaam extra geld gecreëerd. Voorlopig heeft dat programma enkel betrekking op verpakte kredieten en zogenoemde ‘covered bonds’. Indien dat niet voldoende zal blijken, zal de ECB allicht ook haar laatste taboe, het opkopen van overheidsobligaties, breken. De vastberadenheid van de ECB heeft alvast geleid tot een gevoelige verzwakking van de wisselkoers van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Als die verzwakking duurzaam is, heeft de inflatie in de eurozone allicht nu haar bodem bereikt en heeft de ECB het deflatiespook verdreven. Het ziet er dus voorlopig naar uit dat ECB-voorzitter Draghi na zijn “whatever it takes”-belofte van 2012 voor de tweede keer een positieve spiraal van zichzelf voedende verwachtingen op gang heeft gebracht. Dieter Guffens [email protected] [email protected] ECB-maatregelen sinds juni verzwakken de euro (jaarwijziging consumptieprijzen, in %) (Amerikaanse dollar per euro) 6 1,38 5 1,37 4 1,36 3 1,35 1,34 2 1,33 1 1,32 0 1,31 -1 1,3 -2 1,29 -3 2007 08 09 VS Eurozone 10 11 12 Japan VK 13 1,28 juni 2014 14 juli 14 aug 14 sep 14 3 Economische Vooruitzichten Amerika Verenigde Staten Onzekerheid troef over toekomst monetair beleid De Amerikaanse economie bewees in het tweede kwartaal dat ze op kruissnelheid zit. De Verenigde Staten doen hun naam als motor van de wereldeconomie alle eer aan. Zelfs de immer standvastige Janet Yellen, die sinds haar aanstelling als nieuwe voorzitter van de Federal Reserve vasthoudt aan de stelling van een onderbenutte arbeidsmarkt, gaf nu toe dat met de economische groei ook de arbeidsmarkt sneller dan verwacht herstelt. centenvertrouwen in de verwerkende nijverheid en de dienstensector verkent nieuwe recordniveaus en ook de consument schat het huidige en toekomstige economische klimaat steeds gunstiger in. We verwachten dat de Amerikaanse economie in de volgende kwartalen haar groeidynamiek vlot zal voortzetten, zij het in een iets matiger tempo in vergelijking met het uitzonderlijk sterke tweede kwartaal. Eerste renteverhoging mogelijk vroeger Verrassend sterke groei De geannualiseerde kwartaalgroei van het reële bbp bedroeg in het tweede kwartaal van 2014 maar liefst 4,2%. Het hoge cijfer is deels te danken aan de herleving van de conjunctuurcyclus na een teleurstellend eerste kwartaal. De zware winter zorgde er toen voor dat de economie kromp met 2,9% op jaarbasis. Met de heropbouw van de voorraden en de inhaalbeweging van de private investeringen valt het economische groeicijfer in het tweede kwartaal dan ook bijzonder hoog uit. Daarmee belanden we traditiegetrouw weer bij het debat rond de toekomstige normalisering van het Amerikaanse monetair beleid. De voorbije weken hebben monetairebeleidsmakers over het toekomstig Fed-beleid wat meer onzekerheid gecreëerd. Alles wijst erop dat de centrale bank daarmee de markten wil voorbereiden op een mogelijk vroeger dan verwachte verstrakking van haar monetair beleid. Tijdens haar persconferentie van juli 2014 gaf voorzitter Yellen namelijk voor het eerst toe dat de arbeidsmarkt de voorbije maanden meer vooruitgang heeft geboekt dan verwacht. Yellen voegde daaraan toe dat indien de economie snel- De binnenlandse conjunctuur trekt weer volop aan. De industriële productie steeg de afgelopen maanden verder tot boven haar hoogste peil van 2007. Het produ- Tweede kwartaal 2014 bijzonder sterk ler dan verwacht in de richting van volledige werkgelegenheid en prijsstabiliteit blijft bewegen, het monetaire beleid van de Fed vroeger en sneller zou worden genormaliseerd dan initieel voorzien. Die bekendmaking staat in schril contrast met eerdere verklaringen dat de rente nog geruime tijd laag zou blijven, zelfs lang na afloop van het recentste jongste opkoopprogramma van de centrale bank. Yellen creëerde daarmee voor het eerst meer onzekerheid over het toekomstig monetair beleid. De Federal Reserve Bank van San Francisco deed daar begin september nog een schepje bovenop. Ze publiceerde een studie die de verwachtingen van de markt rond het toekomstig Amerikaans monetair beleid vergelijkt met die van het ‘Federal Open Market Committee’ (FOMC) zelf. De studie wijst uit dat de markt een opvallend soepeler beleid verwacht dan het FOMC. Bovendien zou de markt de onzekerheid rond het toekomstig monetair beleid sterk onderschatten. Onzekerheid arbeidsmarktonderbenutting De onzekerheid over de toekomst van het monetaire beleid vindt zijn wortels in Producentenvertrouwen bereikt nieuwe recordniveaus (geannualiseerde groeibijdragen, in %) 7 6 5 4 65 115 60 110 55 105 50 100 45 95 40 90 35 85 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4 2010 11 Private consumptie Overheidsconsumptie Investeringen 4 12 13 Netto-uitvoer Voorraden Reële bbp-groei 30 2007 14 80 08 09 10 11 12 13 14 Verwerkende nijverheid (50 = neutraal, linkse schaal) Dienstensector (50 = neutraal, linkse schaal) Kleine en middelgrote ondernemingen (jan 2007 = 100, rechtse schaal) Vooruitzichten VS 2013 2014 2015 lonen. In dat geval zouden de lonen plots sterk 2,2 2,1 3,1 Reële bbp-groei kunnen stijgen eens die 1,5 1,9 2,0 Inflatie onderdrukte loondeflatie (‘pent-up wage deflation’) +12m 15-09-2014 +3m +6m weggewerkt is. Dat is een 0,25 0,25 0,25 0,50 Beleidsrente opvallende uitspraak, omdat Yellen het uitblij2,60 2,80 3,15 3,30 Tienjaarsrente ven van opwaartse loon1,29 1,27 1,25 1,20 USD per EUR druk eerder net interpreteerde als een signaal dat de twijfels die ontstaan zijn over de mate ook de inflatie nog geruime tijd laag zou waarin de arbeidsmarkt onderbenut is. blijven. Dat werd duidelijk tijdens Yellens toespraak op de recente conferentie voor Begin september publiceerde de Federal centrale bankiers in Jackson Hole. In Reserve bovendien een studie over de haar toelichting over de dynamiek in de aard van de daling in de Amerikaanse Amerikaanse arbeidsmarkt, stelde Yellen participatiegraad. Uit de studie blijkt eerdere beoordelingen van het FOMC dat de daling grotendeels structureel is over de mate van arbeidsmarktonderbeals gevolg van de vergrijzing. De studie nutting in vraag. verwacht dat de participatiegraad het komende decennium zelfs nog verder zal Concreet kwam het tot een afweging dalen. Dit is de eerste keer dat de centravan het structurele en het cyclische aanle Federal Reserve het structurele karakdeel in de ontwikkeling van een aantal ter van de dalende participatiegraad belangrijke arbeidsmarktindicatoren. Zo expliciet bevestigt. Voorheen werd de stelde Yellen het uitblijven van signifidalende participatiegraad toegeschrecante opwaartse loondruk als relevante ven aan ontmoedigde werkzoekenden, maatstaf voor arbeidsmarktonderbedie zich tijdelijk uit de arbeidsmarkt nutting in vraag. Neerwaartse loonriterugtrokken. Dit deel van de bevolking giditeit tijdens de voorbije recessie zou zou weer op haar stappen terugkeren namelijk een verklaring kunnen bieden van zodra de omstandigheden op de voor de huidige relatief traag stijgende arbeidsmarkt verbeterden. Het tot nu Banencreatie stelde teleur in juli en augustus toe uitblijven van die terugkeer werd gezien als een signaal van aanzienlijke speling op de arbeidsmarkt. Met de studie neemt de centrale bank haar uitspraak over het cyclische karakter van de daling dus terug. Recente cijfers geven ademruimte De meest recente arbeidsmarktrapporten en inflatiecijfers lijken het FOMC echter weer iets meer ademruimte te geven voor een soepel beleid. In juli en augustus werden er immers minder jobs gecreëerd dan door de markten werd verwacht. In het licht van de huidige versnelling van de Amerikaanse conjunctuur kwamen deze teleurstellende cijfers als een verrassing. Nu de zomermaanden voorbij zijn, wordt het uitkijken naar het arbeidsmarktrapport voor september. Dan zal blijken of de opklaring op de arbeidsmarkt duurzaam is. Stephanie Smet [email protected] Daling participatiegraad structureler dan gedacht (in duizendtallen) (beroepsbevolking in % bevolking op actieve leeftijd) 600 68 400 66 200 64 0 -200 62 -400 60 -600 58 -800 -1000 okt 2007 okt 08 okt 09 Totale banancreatie Banencreatie private sector okt 10 okt 11 okt 12 56 okt 13 1960 65 70 75 80 85 90 95 2000 05 10 5 Economische Vooruitzichten Europa Eurozone Draghinomics moet nieuwe recessie afwenden De economische groeimotor van de eurozone wil maar niet aanslaan. Na een veelbelovend jaarbegin stagneerde de groei opnieuw in het tweede kwartaal en daalde de inflatie verder naar verontrustend lage niveaus. De ECB voelde zich geroepen om opnieuw in de bres te springen. Ze nam zich voor nu ook op de vraagzijde te focussen en nam een eerste horde op weg naar kwantitatieve versoepeling. De paradigmashift van de ECB is op zijn minst opmerkelijk te noemen, maar verlaagt de kansen op een nieuwe recessie en een periode van deflatie in grote mate. Onverwachtse groeidip baart zorgen Het geloof in een gematigd, maar toenemend herstel van de eurozone heeft een flinke knauw gekregen. De economische groeicijfers van het tweede kwartaal verrasten in negatieve zin. Het reële bbp stagneerde voor de eurozone als geheel, en was in onder meer Duitsland – de traditionele locomotief van de eurozone – negatief. Italië, de derde grootste economie van de eurozone, sukkelde zelfs opnieuw in een recessie. De voorlopende indicatoren voor het derde kwartaal wijzen bovendien op een verdere verzwakking van het economisch klimaat. De hoog oplopende spanningen tussen Rusland, Oekraïne en het Westen en de daaropvolgende economische sancties speelden hierbij zeker een rol. Het aandeel van de getroffen exportsectoren in de totale export buiten de EU is weliswaar beperkt, maar de vertrouwenseffecten op investeringen kunnen de kosten van dit conflict veel hoger doen oplopen. De sterke daling van het Duitse IFOondernemersvertrouwen moet tegen die achtergrond gezien worden. Toch spelen ook nog een aantal eurospecifieke factoren een vlot herstel van de gezinsconsumptie en bedrijfsinvesteringen parten. Het begrotingsbeleid blijft restrictief, met in heel wat landen verdere besparingen en dreigende belastingverhogingen op tafel. De werkloosheid is het voorbije jaar weliswaar gedaald, maar blijft torenhoog en zet de gezinsconsumptie onder druk. De dalende vastgoedprijzen in heel wat landen zorgen ervoor dat gezinnen hun vermogen zagen dalen, wat eveneens leidt tot grotere voorzichtigheid bij uitgaven en sterker spaargedrag. Bedrijven, vooral in de verwerkende nijverheid, voelen grote concurrentiedruk van zowel bedrijven in de opkomende economieën als Groei eurozone hapert van deze in landen waar hervormingen plaats vinden. Bovendien wijst weinig erop dat de overcapaciteit in een aantal sectoren, bijvoorbeeld de bouwsector, al is afgebouwd. Dat alles schuift een herleving van de investeringsvraag op de lange baan. Immanente deflatiedreiging Een andere eurospecifiek probleem is de te lage inflatie. Die bedroeg 0,4% in augustus, wat mijlenver van de ECBdoelstelling van 2% verwijderd is. Het is niet abnormaal dat in periodes na een (dubbele) recessie de inflatie onder de wenselijke niveaus blijft hangen. De hoge werkloosheid, onderbenutte bedrijfscapaciteit en grotere concurrentie zetten de prijzen onder druk. De begrotingssaneringen en veel van de structurele hervormingen, bijvoorbeeld liberalisering van de dienstensector en loonmatiging, hebben eveneens een desinflatoir karakter. De duurdere euro en de sterke dalingen in energie- en voedingsprijzen duwen de inflatie in een aantal eurolanden zelfs tot in negatief terrein. Het opdoemend spookbeeld van een deflatie en een verloren groeidecennium ‘op zijn Japans’ geeft de Europese beleidsmakers dan ook heel wat voer voor discussie. Werkloosheid blijft grootste uitdaging eurozone (reëel bbp, K1 2008 = 100) (verandering in werkloosheidsgraad sinds 2008, in %-punten) 104 6 102 5 100 4 98 3 96 2 94 1 92 90 0 2008 09 Eurozone Duitsland Frankrijk 6 10 11 12 Italië Spanje 13 14 2008 09 VS Eurozone 10 11 12 VK 13 14 Vooruitzichten eurozone 2013 Reële bbp-groei -0,3 1,3 Inflatie 15-09-2014 +3m Beleidsrente 0,05 0,05 Tienjaarsrente Duitsland 1,07 1,30 Draghinomics kan keerpunt worden De verflauwende economische data en de verdere inzinking van de inflatie volstonden voor de ECB om opnieuw in haar wapenarsenaal te duiken. Ze verlaagde begin september nogmaals de beleidsrente tot 0,05%, het laagste niveau ooit. Omdat het rentewapen daarmee uitgeput is, ging de ECB ook over tot de inzet van bijkomende niet-conventionele beleidsmiddelen. Ze kondigde de start aan van een aankoopprogramma voor verpakte leningen (asset-backed securities, ABS) en obligaties met onderpand (covered bonds). Deze maatregelen komen bovenop haar langdurende kredieten aan de financiële sector (TLTRO), en moeten leiden tot een uitbreiding van de balans van de ECB met bijna 1000 miljard euro. Dit kan dan ook gezien worden als een eerste stap in de richting 2014 2015 van volwaardige kwantitatieve versoepeling (QE), 0,9 1,7 zoals de VS, het VK en 0,6 1,2 Japan eerder beproefden. Anders dan in deze landen +12m +6m houdt de ECB het ultieme 0,05 0,05 wapen, het aankopen van overheidsobligaties, voor1,45 1,60 lopig wel nog achter de hand. Politiek ligt dat in de eurozone immers zeer gevoelig. Toch zien we een merkbare paradigmashift in het denken van de ECB. Waar ze tot nu vooral de aanbodzijde (soepeler kredietverstrekking via het intermediatiekanaal van het banksysteem) probeerde te bespelen, zinspeelde Draghi recent op een stimulering van de vraagzijde. De recentste enquête over de kredietverlening gaf immers aan dat de kredietvoorwaarden verder versoepeld zijn. De bron is er nu wel, maar dat betekent nog niet dat het paard al wil drinken. Om de macro-economische vraag te stimuleren, zou een soepeler monetair beleid gepaard moeten gaan met een expansief begrotingsbeleid. Dat zou opnieuw oplopende begrotingstekorten betekenen, die de voorbije jaren een taboe waren. De pasmunt voor dit soepeler begrotingsbeleid zouden de structurele hervormingen zijn die de Sterke sectorverschillen in werkgelegenheid nationale overheden moeten uitvoeren. Nieuwe ‘Europese regering’ De ECB staat er uiteraard niet alleen voor in zijn economische uitdagingen. De voorzitter van de nieuwe Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, stelde alvast een 300 miljard euro publiek-privaat investeringsprogramma voor. Ook andere Europese instellingen, zoals de Investeringsbank (EIB) spelen hierin een rol. Daarnaast wil de Commissie de lidstaten aanzetten om nog verder te gaan in hun structurele hervormingen. In ruil hiervoor krijgen zij dan opnieuw wat meer vrijheidsgraden in hun begrotingen. Op die manier hoopt Europa dat de lidstaten hun productieve investeringen, bijvoorbeeld in infrastructuur en innovatie, opnieuw zullen optrekken. Deze nieuwe beleidsmix kan als ‘Draghinomics’ worden bestempeld, een verwijzing naar het gelijkaardig beleid dat in Japan gevoerd wordt, het zogenoemde ‘Abenomics’. De drie ‘pijlen’, een soepeler monetair en begrotingsbeleid, in combinatie met structurele hervormingen, moeten ervoor zorgen dat de eurozone niet in een deflatie sukkelt en een derde recessie op rij vermijdt. Siegfried Top [email protected] Zwaartepunt besparingen (voor meeste landen) achter de rug (werkgelegenheid per sector, index K3 2008 = 100) (uitgevoerde en toekomstige structurele besparingen, in procentpunten van het potentieel bbp) 105 1 100 0 -1 95 -2 90 -3 85 -4 80 75 -5 2008 09 Totale economie Verwerkende nijverheid 10 11 Bouw Diensten 12 13 -6 Duitsland Frankrijk Italië Spanje Nederland België Ierland 2010-2014 2015-2017 7 Economische Vooruitzichten Europa Verenigd Koninkrijk Economie op kruissnelheid De meeste economische indicatoren zien er nog steeds rooskleurig uit voor het VK. Het Britse reële bbp steeg in het tweede kwartaal met een geannualiseerde groei van 3,2%, en oversteeg daarmee voor het eerst het niveau van voor de Grote Recessie in 2008. Vooral de dienstensector bleef in goeden doen, terwijl de bouwsector zoals verwacht ietwat stagneerde na enkele sterke kwartalen. De voorlopende indicatoren van het producentenvertrouwen voor het derde kwartaal geven aan dat dit groeiplaatje grotendeels ongewijzigd blijft. De vooruitzichten voor de diensten- en de bouwsector verbeteren zelfs lichtjes, terwijl de verwerkende nijverheid, al enige tijd de achilleshiel van het Britse herstel, opnieuw wat gas moet terugnemen. De zwakte in de industriële sector komt er na enkele betere maanden, en ligt in lijn met de zwakkere cijfers in de eurozone. De groeivertraging op het Europese vasteland is deels te verklaren door de geopolitieke spanningen rond Oekraïne, en zal mogelijk tijdelijk van aard zijn. Het sterkere Britse pond speelt de Britse producenten eveneens niet in de kaart, maar we verwachten dat het effect hiervan zal worden gecompenseerd door de versnelling van de Amerikaanse groei. Consument ziet toekomst positief in Vooruitzichten VK 2013 2014 Reële bbp-groei 1,7 3,0 2,7 Het consumentenvertrouwen blijft hoge toppen scheren. De Britse consument blaakt van vertrou- Beleidsrente wen door de positieve Tienjaarsrente ontwikkelingen op de GBP per EUR arbeidsmarkt. Het leger USD per GBP werklozen blijft in sneltreinvaart afnemen. Zo bedroeg de werkloosheidsgraad in juli 6,2% ten opzichte van 7,7% een jaar eerder. Daarnaast geeft de lage inflatie de consumenten een duwtje in de rug, bijvoorbeeld door de sterke prijzenslag in de kleinhandel. De verbeterde financiële situatie van de gezinnen, de soepelere kredietverstrekking en het herstel van de vastgoedmarkt geven het herstel van de consumptievraag extra stimulans. Ten slotte blijft het begrotingsbeleid van de Britse regering al bij al zeer gematigd, aangezien ze besparingsmaatregelen en schuldafbouw op de lange baan schuift. De Bank of England bevordert tegelijkertijd via haar lage rente de financierbaarheid van die overheidsschuld. 2,6 1,7 2,0 Inflatie 2015 15-09-2014 +3m +6m +12m 0,50 0,50 0,75 1,25 2,53 2,80 3,10 3,30 0,80 0,79 0,78 0,75 1,62 1,61 1,60 1,60 lagerentebeleid er echter stilaan aankomt. In het inflatierapport van augustus gaf gouverneur Carney aan dat de economische data en verwachtingen een renteverhoging in het eerste kwartaal van 2015 rechtvaardigen. Mogelijk wil Carney daarmee de speculaties dat de Bank de parlementsverkiezingen van mei 2015 zou afwachten, de kop indrukken. De uitslag van het Schotse referendum geeft de centrale bank eveneens weinig reden om nog langer te wachten het roer om te slaan. De nipte overwinning van het ‘better together’-kamp zorgt er immers voor dat de financiële stabiliteit gegarandeerd is en het economische herstel zich kan voortzetten. Beleidswijziging op til Siegfried Top [email protected] We verwachten dat het einde van dat Britse economie terug op piekniveau, industrie blijft achter Consumentenvertrouwen scheert hoge toppen (K1 2008 = 100 (vorig piekniveau)) (standaardafwijking van het langetermijngemiddelde) 3 104 102 2 100 1 98 96 0 94 92 -1 90 -2 88 -3 86 84 2008 09 10 Totale economie (reëel bbp) Verwerkende nijverheid 8 11 12 Dienstensector 13 14 -4 2007 08 09 Eurozone Duitsland 10 11 12 Frankrijk VK 13 14 Economische Vooruitzichten Europa Centraal-Europa Herstel wankelt Geopolitiek schaakspel zaait onrust Als het regent in Duitsland, druppelt het in Centraal-Europa. Met uitzondering van de Poolse economie vertonen alle economieën in Centraal-Europa een grote graad van openheid, waarbij vooral de uitvoerafhankelijkheid van Duitsland zeer groot is. Het CentraalEuropese conjunctuurverloop kent dan ook een hoge mate van synchronisatie met de Duitse en bij uitbreiding de EMUcyclus. Dit kwam nogmaals tot uiting in de eerste jaarhelft van 2014. In het zog van het gradueel herstel in de EMU kende Centraal-Europa robuuste groei in het eerste kwartaal van dit jaar. Met de stagnatie van de Duitse economie in het tweede kwartaal ontstond meteen ook twijfel over de duurzaamheid van het Centraal-Europese herstel. Zowel de Tsjechische als de Poolse reële bbp-groei bleven ietwat onder de verwachtingen. Voor Tsjechië mogen we echter geen overdreven belang hechten aan één tegenvallend bbp-cijfer. De Tsjechische bbp-cijfers worden gekenmerkt door een hoge mate van volatiliteit, voornamelijk als gevolg van sterke schommelingen in de voorraadcomponent. Bovendien werd er de vorige twee kwar- talen een bijzonder forse groei opgetekend. Vooralsnog gaan we ervan uit dat de positieve trend daar intact blijft en dat de langdurende Tsjechische recessie, met zes opeenvolgende krimpkwartalen startend met het vierde kwartaal van 2011 en eindigend met het eerste kwartaal van 2013, definitief tot het verleden behoort. De Poolse groeivertraging daarentegen is wellicht langduriger. Van alle economieën in Centraal-Europa heeft de Poolse economie de sterkste handelsrelaties met Rusland. Het Russische invoerverbod voor allerlei voedingswaren zal derhalve in de tweede jaarhelft wegen op de Poolse conjunctuur. Het grote risico voor Centraal-Europa bevindt zich evenwel niet in de handelsbanden en in de Russische sancties, maar in de potentieel nefaste impact op het vertrouwen. Voorlopig houden het consumenten- en producentenvertrouwen goed stand maar langdurige geopolitieke spanningen, vooral omtrent het Oekraïne-conflict, kunnen ertoe leiden dat bedrijven investeringen uitstellen. In Polen bedraagt de beleidsrente 2,50% en zien we ruimte voor nog enkele renteverlagingen. Aangezien de beleidsrente in Tsjechië al sinds november 2012 0,05% bedraagt opteert de centrale bank voor wisselkoersinterventies. Sinds december vorig jaar hanteert de centrale bank een plafondkoers van 27 CZK per EUR waarbij ze desnoods ongelimiteerd kronen verkoopt om die koers te handhaven. Ondertussen heeft zij expliciet aangegeven dat dit wisselkoersregime ten vroegste in 2016 verlaten wordt. De grootste monetaire verrassing kwam evenwel uit Hongarije waar de centrale bank besliste de beleidsrente niet te verlagen en te handhaven op 2,10%. Hiermee komt een einde aan een versoepelingscyclus die maar liefst 24 opeenvolgende maanden duurde. Accommoderend monetair beleid Dieter Franceus en Dieter Guffens [email protected], [email protected] Om het fragiele herstel niet te fnuiken Duitse groeiafkoeling bedreigt Centraal-Europees herstel Zwakke inflatiedynamiek (voorlopende indicatoren OESO zonder trendcomponent) (op jaarbasis, in %) 104 7 103 6 102 5 101 100 4 99 3 98 2 97 1 96 0 95 94 zal het monetair beleid ondersteunend blijven. De bijzonder zwakke inflatoire dynamiek biedt hier ook ruimte voor. In navolging van de ECB bevinden de beleidsrentes van regionale centrale banken zich op historisch lage niveaus. 2008 09 Tsjechië Slowakije Hongarije 10 11 12 Polen Duitsland 13 14 -1 2009 10 Tsjechië Slowakije 11 12 13 14 Hongarije Polen 9 Economische Vooruitzichten Azië - Latijns-Amerika Japan Economische activiteit krabbelt recht Duikvlucht ‘Abenomics’, het economische beleid van Japan dat zijn naam ontleent aan premier Shinzo Abe, bestaat uit drie ‘pijlen’. De eerste twee pijlen hebben betrekking op het stabiliseren van de Japanse economie. Om de deflatiespiraal te doorbreken besliste de Japanse centrale bank de geldbasis binnen een tijdshorizon van twee jaar te verdubbelen. Enkele btw-verhogingen moeten de aanzwellende overheidsschuld onder controle brengen. Met een verhoging van het btw-tarief van 5% naar 8% in april is de eerste van die pijnlijke btwverhogingen ondertussen achter de rug. Dit resulteerde in het patroon dat we ook bij de laatste Japanse btw-verhoging in 1997 waarnamen. De Japanse consument vervroegde een deel van zijn aankopen om alsnog aan de hogere belasting te ontsnappen. Dit hamsteren leverde een spectaculaire eerstekwartaalgroei van 6% op jaarbasis op, waarna de Japanse economie vanaf april een duikvlucht inzette. Eerste lakmoesproef doorstaan Een lakmoesproef wordt uitgevoerd om te bepalen of een oplossing zuur of 2013 2014 2015 Vooruitzichten Japan basisch is. In een zure oplossing kleurt het lak1,5 1,1 1,2 moes rood, terwijl een Reële bbp-groei 0,4 2,8 1,8 Inflatie base een blauwe kleur oplevert. De verhoging +12m 15-09-2014 +3m +6m van het btw-tarief in april 0,10 0,10 0,10 0,10 leverde in eerste instan- Beleidsrente tie rode cijfers en een Tienjaarsrente 0,58 0,60 0,70 0,90 zure nasmaak op. Met JPY per USD 107,27 106,00 108,00 110,00 een reële bbp-krimp van 138,61 134,62 135,00 132,00 JPY per EUR 7,1% op jaarbasis in het tweede kwartaal was de duikvlucht aanzienlijk dieper dan we ten van de snel verouderende Japanse verwachtten. Toch lijkt het erop dat de bevolking op te vangen. Om dat te reaJapanse economie deze eerste lakmoesliseren kijkt de Japanse regering vooral proef verteerd heeft. Het consumennaar het vrouwelijke deel van de bevoltenvertrouwen verbetert gestaag en de king. Japan scoort traditioneel slecht consumptiegroei herstelt. We verwachinzake gendergelijkheid op de arbeidsten dat de economie in het derde kwarmarkt. In een recente speech hekelde taal opnieuw aanknoopt met positieve premier Abe nogmaals deze verspilling groeicijfers. De tweede lakmoesproef van talent en toonde hij zich ambitieus volgt in het najaar van 2015 wanneer om de genderkloof te dichten. Hoewel het btw-tarief waarschijnlijk verder verwe ons hoeden voor voorbarige concluhoogd wordt tot 10%. sies lijkt er toch een kentering ingezet. Sinds het aantreden van Abe is de werkDerde pijl lijkt doel te treffen gelegenheidsgraad van vrouwen aan een opmars bezig. Al is er nog veel werk De derde ‘pijl’ bestaat uit een pakket aan de winkel om de genderkloof op de structurele maatregelen gericht op het arbeidsmarkt te dichten. opkrikken van het economisch potentieel van de Japanse economie en het verhogen van de participatiegraad. Dit is Dieter Franceus en Dieter Guffens ook broodnodig om de [email protected], [email protected] Eerste tekenen van herstel private consumptie zichtbaar (reële private consumptie, 2005 = 100) Japanse vrouwen moeten de economische groei revitaliseren 114 72 112 71 96 95 94 110 70 108 93 69 92 106 90 67 102 100 2012 13 89 66 2006 14 10 91 68 104 07 08 09 10 11 12 13 14 Werkgelegenheidsgraad vrouwen (25j-54j, in %, linkse schaal) Werkgelegenheidsgraad mannen (25j-54j, in %, rechtse schaal) 88 Economische Vooruitzichten Azië - Latijns-Amerika China Chinese economie stabiliseert De Chinese economie liet in het tweede kwartaal van 2014 bevredigende resultaten optekenen. Het reële bbp steeg jaarop-jaar met 7,5%, wat overeenkomt met de economische groeidoelstelling van het land. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2014 ging China’s economie er met maar liefst 2% op vooruit. Daarmee presteerde de economie beduidend beter dan in de twee voorgaande kwartalen. Met dank aan de overheid Het behalen van de economische groeidoelstelling is in grote mate te danken aan overheidsstimuli. Dat illustreert de moeite van de Chinese overheid om de overgang van een investerings- naar een consumptiegedreven groeimodel te verwezenlijken. Gedurende de maanden mei en juni stak Peking onder andere een tandje bij in de overheidsuitgaven. Volgens schattingen van J.P. Morgan stegen de overheidsuitgaven jaar-op-jaar met respectievelijk 25% en 26%. Tijdens de eerste vier maanden van 2014 bedroeg die toename nog amper 9,6%. Die sterke stijging volgde op een beslissing van het ministerie van Financiën om reeds geplande uitgaven vervroegd uit te voeren. De stimuleringsmaatregelen leidden daarnaast tot een versnelling van de investeringen in infrastructuur en sociale huisvesting. Daarmee waren infrastruc- Vooruitzichten China tuurwerken één van de weinige domeinen waarin de investeringsgroei een versnelling vertoonden. 2013 2014 2015 Reële bbp-groei 7,7 7,5 7,0 Inflatie 2,6 2,3 3,0 Toekomstige overheidssteun beperkt 15-09-2014 +3m +6m +12m Beleidsrente 6,00 6,00 6,00 6,00 Tienjaarsrente 4,29 4,10 4,10 4,20 RMB per USD 6,14 6,13 6,10 6,10 Hoewel de economische steunmaatregelen hun effect niet hebben gemist, mag de impact en vooral de duur van de stimuli niet worden overschat. Het vervroegen van de overheidsuitgaven is een eenmalige gebeurtenis. Een verdere investeringsgroei noodzaakt structurele veranderingen, zoals het afbouwen van de overheidscontrole en verbeteren van de markttoegang. Wat haar monetair beleid betreft, bleef de overheid tot nu toe neutraal. De centrale bank beperkte zich tot gerichte acties, zoals een verlaging van de reservevereisten voor een aantal sectorspecifieke banken. Toekomstige overheidsstimuli zullen allicht beperkt blijven: de overheid sluit grootschalige budgettaire en monetaire ingrepen in de toekomst expliciet uit. Dubbeltje op zijn kant Verschillende economische indicatoren Tweede kwartaal presteert sterk in vergelijking met kwartalen daarvoor wijzen op een stabiele voortzetting van de groei in het derde kwartaal. De industriële productie en de kleinhandelsverkopen blijven groeien aan hetzelfde gestage tempo als van bij de start van 2014. Het producentenvertrouwen verbeterde de voorbije maanden. Daarnaast oefent het verder aantrekken van de groei van de wereldeconomie een gunstige invloed uit op de Chinese export. Veel zal afhangen van de ontwikkelingen in de Chinese vastgoedmarkt. In juli 2014 rapporteerden maar liefst 64 van de 70 Chinese steden een daling van de vastgoedprijzen. In mei waren er dat nog 35. De vastgoedmarkt was verantwoordelijk voor een teleurstellende groei in de investeringen. We gaan echter nog steeds uit van een milde, maar noodzakelijke correctie in die markt. Stephanie Smet [email protected] Economische activiteit stabiliseert (jaarwijziging in %) (in %) 12 3 10 2,5 40 58 35 56 30 8 2 6 1,5 4 1 2 0,5 54 25 52 20 50 15 48 10 0 K4-2010 2011 0 12 13 Jaarwijziging reëel bbp (linkse schaal) Doelstelling jaarwijziging reëel bbp (linkse schaal) Kwartaalwijziging reëel bbp (rechtse schaal) 46 5 0 2010 14 11 12 13 14 44 Investeringen in vaste activa (linkse schaal) Industriële productie (linkse schaal) Kleinhandelsverkopen (linkse schaal) Niveau producentenvertrouwen (50 = neutraal, rechtse schaal) 11 Economische Vooruitzichten Azië - Latijns-Amerika Ontluikende markten Poetin haalt Russische economie onderuit De Russische economie kreunt onder de spanningen met Oekraïne. Eerder dit jaar zorgden Westerse financiële sancties er al voor dat binnen- en buitenlands kapitaal de Russische economie ontvluchtte, de roebel fel verzwakte en de binnenlandse inflatie de hoogte in schoot. Het producentenvertrouwen kelderde gedurende de eerste helft van 2014 en de Russen consumeerden aanzienlijk minder dan voor de aanvang van de eerste EU- en VS-sancties. Het reële bbp daalde maand-op-maand in juni en juli met respectievelijk 0,1% en 0,2%. Russisch invoerverbod Maar daarmee is de kous niet af. Rusland riep in augustus als maatregel tegen het Westerse diplomatieke geweld een invoerverbod in het leven. Het zijn echter de Russen zelf die het grootste slachtoffer dreigen te worden van Poetins buitenlands beleid. Volgens het invoerverbod zullen onder meer vlees, melk, vis, groenten en fruit uit de Europese Unie, de Verenigde Staten, Canada, Australië en Noorwegen gedurende een jaar uit de Russische economie worden geweerd. Het verbod vertegenwoordigt bijna de helft van de totale Russische voedselinvoer. Rusland rekent op de eigen binnenlandse productie en de invoer uit opkomende markten zoals Brazilië, Argentinië en Turkije om het verlies aan import op te vangen. In de mate dat het verbod slechts een jaar duurt, zal de binnenlandse importsubstitutie echter weinig kans op slagen hebben. Het Russische aanbod zit op haar tandvlees. De capaciteitsbezettingsgraad ligt dicht bij het recordniveau van voor de financiële crisis, de economie kampt met een lage productiviteit en sterk verouderde kapitaalgoederen. De Russische consument moet zich het komende jaar vooral tevreden stellen met Braziliaans vlees en Turks fruit. Balanceringsoefening monetair beleid Poetin dreigt met het invoerverbod de reeds hoge Russische inflatie verder op te drijven. In augustus bedroeg die 7,6%. De voedingsprijzen stegen in augustus (de maand waarin het invoerverbod van start ging) met maar liefst 10,3% ten opzichte van het jaar voordien. Het invoerverbod alleen al kan over een periode van 12 tot 18 maanden tot 2 procentpunten aan het huidige inflatiecijfer toevoegen. Met een inflatiedoelstelling van 4% en een sputterende economie, wordt het voor de Russische centrale bank geen sinecure Russische economie lijdt onder geopolitieke spanningen om het monetair beleid uit te stippelen. Gedurende het voorbije jaar verhoogde de centrale bank al drie keer haar beleidsrente. Begin 2014 stond de rente nog op 5,5%. Momenteel bedraagt ze 8%. Het wordt in de toekomst balanceren tussen prijsstabiliteit en voldoende zuurstof voor de economie. Voorlopig lijkt het probleem van oplopende inflatie prioriteit te krijgen. Nieuwe golf van sancties? De recente opsprong in het Russische producentenvertrouwen door de aankondiging van importsubstitutie is tijdelijk. De nieuwe sancties die op vrijdag 12 september door de Europese Unie werden bekendgemaakt zullen leiden tot verdere uitstroom van kapitaal, de roebel onder druk zetten en de economie in een nog hachelijkere positie brengen. Het is maar de vraag of Poetin de situatie verder laat escaleren door nieuwe tegensancties. De Russen staan momenteel nog achter hun president, die hen eens stabiliteit en welvaart bracht. Benieuwd hoe dat evolueert wanneer duidelijk wordt dat Poetin Rusland verder mee het economische dal insleurt. Stephanie Smet [email protected] Voedingsprijzen stijgen verder onder invloed van invoerverbod (jaarwijziging in %) 16 9 14 8 59 9 57 7 55 5 53 3 51 1 49 -1 47 -3 2 45 sep-2011 -5 0 2010 6 10 sep-12 sep-13 Producentenvertrouwen (PMI, linkse schaal) Kleinhandelsverkopen (jaarwijziging in %, rechtse schaal) Reële bbp-groei (maandwijziging in %, rechtse schaal) 12 7 12 5 8 4 6 4 3 2 Inflatiedoelstelling centrale bank 1 0 11 12 Consumptieprijsindex (linkse schaal) Voedingsprijzen (linkse schaal) Niveau beleidsrente (rechtse schaal) 13 14 Niet-voedingsprijzen (linkse schaal) Economische Vooruitzichten Reële bbp-groei 2014 VS Eurozone België Duitsland Ierland VK Zweden Noorwegen Zwitserland Slowakije Polen Tsjechië Hongarije Bulgarije Rusland Turkije Japan China Australië NIeuw-Zeeland Canada 2,1 0,9 1,1 1,7 2,5 3,0 2,4 1,8 2,0 2,4 3,0 2,5 3,0 1,3 0,5 3,3 1,1 7,5 3,1 3,5 2,2 2015 3,1 1,7 1,4 2,0 3,0 2,7 2,9 1,9 1,9 2,4 3,3 2,5 2,5 2,0 1,0 3,5 1,2 7,0 3,0 2,9 2,5 Tabellen Inflatie 2014 1,9 0,6 0,6 1,1 0,5 1,7 0,0 2,0 0,1 0,3 0,3 0,6 0,3 -0,8 6,9 8,3 2,8 2,3 2,7 1,7 2,0 Beleidsrentes 2015 2,0 1,2 1,2 1,5 1,0 2,0 1,4 2,2 0,7 1,5 1,4 2,0 2,4 1,0 6,2 7,0 1,8 3,0 2,5 2,2 2,0 15-09-2014 VS Eurozone VK Zweden Noorwegen Zwitserland Polen Tsjechië Hongarije Roemenië Rusland Turkije Japan China Australië Nieuw-Zeeland Canada 0,25 0,05 0,50 0,25 1,50 0,13 2,50 0,05 2,10 3,25 8,00 8,25 0,10 6,00 2,50 3,50 1,00 +3m +6m 0,25 0,05 0,50 0,25 1,50 0,13 2,00 0,05 2,10 3,25 8,00 8,25 0,10 6,00 2,50 3,75 1,00 0,25 0,05 0,75 0,25 1,50 0,13 2,00 0,05 2,10 3,25 8,00 8,00 0,10 6,00 2,75 4,00 1,00 Wisselkoersen 15-09-2014 +3m +6m 1,29 1,27 1,25 1,20 GBP per EUR SEK per EUR NOK per EUR CHF per EUR PLN per EUR CZK per EUR HUF per EUR RON per EUR BGN per EUR RUB per EUR TRY per EUR JPY per EUR RMB per USD USD per AUD USD per NZD CAD per USD 0,80 9,24 8,27 1,21 4,20 27,59 314,60 4,42 1,96 49,33 2,86 138,61 6,14 0,90 0,82 1,11 0,79 9,15 8,15 1,22 4,15 27,70 310,00 4,42 1,96 48,90 2,79 134,62 6,13 0,91 0,82 1,11 0,78 9,10 8,10 1,23 4,10 27,50 312,00 4,42 1,96 48,13 2,75 135,00 6,10 0,89 0,82 1,11 0,75 9,00 7,90 1,25 4,07 27,30 315,00 4,42 1,96 46,20 2,76 132,00 6,10 0,87 0,82 1,12 0,50 0,05 1,25 0,25 1,75 0,13 2,25 0,05 2,10 3,50 8,00 8,00 0,10 6,00 3,00 4,50 1,25 Tienjaarsrentes +12m USD per EUR +12m 15-09-2014 VS Duitsland België Ierland VK Zweden Noorwegen Zwitserland Slowakije Polen Tsjechië Hongarije Bulgarije Rusland Turkije Japan China Australië Nieuw-Zeeland Canada 2,60 1,07 1,38 1,87 2,53 1,60 2,40 0,54 1,62 3,22 1,23 4,83 3,18 9,70 9,11 0,58 4,29 3,65 4,27 2,22 +3m +6m 2,80 1,30 1,60 1,90 2,80 1,80 2,65 0,80 1,80 2,80 1,65 4,90 3,60 8,50 9,00 0,60 4,10 3,90 4,60 2,50 3,15 1,45 1,75 1,95 3,10 2,00 2,90 1,05 1,90 2,90 1,80 5,00 3,75 8,50 9,30 0,70 4,10 4,25 4,95 2,85 +12m 3,30 1,60 1,90 2,00 3,30 2,20 3,20 1,40 2,00 3,00 1,95 5,10 3,90 8,25 9,30 0,90 4,20 4,40 5,10 3,00 13
© Copyright 2024 ExpyDoc