biertest - Brouwerij Laarbeek

SPECTRUM 3
EINDHOVENS DAGBLAD ZATERDAG 26 JULI 2014
2 SPECTRUM
biertest
8,8
6,5
De ED-redacteuren John Graat, Simon Rood
en Chiel Timmermans zijn bereid gevonden
acht regionale blondjes, gekocht bij website hetbiermoment.nl, te testen. Hun oordeel levert punten en opmerkingen op. Ook
bierexpert Martin Jaspers (foto midden)
schoof aan. Het gemiddelde punt van enerzijds de redacteuren en anderzijds de bierexpert resulteert in het eindcijfer.
6,3
6,3
6,5
8,1
7,9
6,9
ALLURE
7 procent
Brouwerij Brasserie Bours
Eindhoven
INTENSE LIEFDE
6 procent
Brouwerij Liefde
Geldrop
CROY BIER
6,5 procent
Gradus Nikkelen
Aarle-Rixtel
DE KAT BLOND
6,7 procent
Brouwerij De Kat
Helmond
HOPPLUKKER
6,5 procent
Brouwerij Oldskool
Eindhoven
BEERZE BRAVE
7,5 procent
Brouwerij De Gouden Leeuw
Vessem
LAARBEEKS BLOND
7 procent
Brouwerij Laarbeek
Beek en Donk
TOEWIJDING
6 procent
Brouwerij Van Moll
Eindhoven
Allure is het eerste biertje van
deze brouwerij en een American Pale Ale. Het oude recept
van de Indian Pale Ale (zie Hopplukker) is door Amerikanen
nieuw leven ingeblazen. Aan
het einde van het brouwproces
wordt er hop in het bier gehangen voor extra smaak.
De brouwwereld is vooral een
mannenwereld. Liefde is echter
de eenvrouwsbrouwerij van Antoinette van der Schriek. Nog
een vooroordeel om uit de wereld te helpen: ze mag dan een
vrouw zijn, ze brouwt geen
fruitbieren.
Bij Croy worden de bieren gebrouwen volgens het Reinheitsgebot (zuiverheidsgebod). Het
is niet gepasteuriseerd en daardoor minder lang houdbaar.
Het Croy Bier voor in de winkel wordt daarom ergens anders
gebrouwen.
In tegenstelling tot Bekkers
Blond (Charlee Browns Place)
en de Vijfhoeck (Il Borgo), is
dit bier wel bedacht en gebrouwen in Helmond. Nog niet te
koop, omdat er toestemming
nodig is om grootschaliger te
brouwen.
Het is geen blond bier, maar
een Indian Pale Ale (IPA). Aan
Engels bier werden extra alcohol en vooral ook hop toegevoegd om te zorgen dat het bier
tijdens het verschepen naar de
kolonie India niet zou bederven.
Bier en overnachten gaan hand
in hand. De Gouden Leeuw is
het enige brouwerijhotel in de
regio (zover kan worden nagegaan zelfs van het land). In 1716
stond hier al een brouwerij. De
recepten van toen zijn nieuw leven ingeblazen.
Zes Laarbeekse dertigers hebben tien jaar geëxperimenteerd
met het recept.
Tot hun eigen 450 liter grote
brouwvat gereed is, zijn ze een
zogenoemde huurbrouwer. Het
brouwen van hun bier wordt
uitbesteed.
Het bier wordt gebrouwen in
een kelder aan de Keizersgracht
in het centrum van Eindhoven.
Een verdieping hoger, in het
proeflokaal van de eerste brewpub in de stad, kun je het resultaat proeven. De andere bieren
hebben namen als Eenvoud,
Schobbejak en Noir Desir.
‘De naam belooft iets meer passie’
‘Ruikt erg zomers, zomers is
ook de kleur’
‘Te bitter, en zoet door restsuikers. Dit had ik niet verwacht’
‘Na een slok zie je kasteel Croy
al voor je’
‘Dit is meer een biertje voor bij
de kachel’
‘Het nodigt niet meteen uit om
een nieuwe te pakken’
‘Fris, prikkelend in de mond,
maar iets te bittere afdronk.’
‘Begint veelbelovend, maar
sterft in de mond weg.’
‘Mooie kleur, mooi etiket,
mooie naam. Smaak kan beter’
‘Aan die sterke smaak van hop
moet je even wennen’
‘Lekker voor één keer, meer
ook niet’
‘Vanwege alle hop bitter tot het
einde’
‘Prachtig gebrouwen, deze moet
je in juli drinken’
‘Ruikt als een pilsje, maar
smaakt voller’
‘Niet te zoet, niet te bitter, niet
te zuur’
‘Een doordrinker: deze kan ik
de hele avond drinken’
‘Vergelijkbaar met een Affligem’
‘Het etiketje is wel amateuristisch, hoor’
‘Het is geen goed teken dat-ie
uit de fles spuit’
‘Een mooie IPA, goed gebrouwen’
‘Je ruikt een en al hop’
‘Een moderne blonde met een
mooie smaak van hop’
‘Heerlijk voor op zomerse avonden’
‘Elke slok smaakt naar meer’
Het testteam. foto René Manders
Huisgebrouwen bier van de tap bij Van Moll in Eindhoven. beeld Harold Straatman
De lekkerste blondjes uit de regio
Bij de zomer hoort de zon, bij
de zon een terrasje en bij het
terrasje hoort een biertje. Een
blond biertje. Steeds vaker
staat er op de menukaart ook
eentje van lokale makelij. Het
ED nam de proef op de som
en testte acht regionale bieren.
door Chiel Timmermans
e-mail:[email protected]
H
et zijn sierlijke
glaasjes die bierexpert Martin Jaspers uit de kartonnen verpakking
trekt. Het glaswerk van fijnproevers: dunne steeltjes in plaats van grote handvatten. Het bier wordt vanavond dan ook niet achteloos achterover geslagen, proeven is onze missie.
Terwijl de zon in Eindhoven langzaam achter de horizon zakt, schuift
Jaspers zijn publiek bestaande uit drie
bier liefhebbende redacteuren een
glaasje toe. Vanavond staan er acht
blonde bieren (goudgeel van kleur, ho-
ger alcoholpercentage) op het menu.
Alle acht, niet onbelangrijk, afkomstig
uit de regio.
Regionale bieren zijn populair. In een
tijdbestek van tien jaar is het aantal
kleine brouwerijen in het land explosief gegroeid. „In die periode zijn we
in Nederland van 15 naar ongeveer 210
brouwerijen gegaan”, doceert Jaspers.
„Dat zijn vooral kleine brouwerijen,
met hun eigen speciaalbier.”
Zuidoost-Brabant telt naast de grote
jongens Bavaria, Dommelsch en Budels Bier inmiddels al vijftien kleine
brouwerijen. Het is een trend die niet
alleen is voorbehouden aan het
Bourgondische zuiden. „Integendeel”,
zegt Jaspers terwijl hij toeziet hoe het
Croybier als eerste wordt ingeschonken: „Dat willen we in Brabant nog
weleens denken, maar ik vermoed dat
het in het westen zelfs populairder is
om je eigen bier te brouwen. Dat zie
je ook terug in de vele evenementen
en bierwedstrijden die daar worden
georganiseerd.”
Het gezelschap is ondertussen toe aan
bier twee: Laarbeeks Blond. Jaspers
kamt zijn lange grijze lokken met de
hand naar achteren en buigt voorover
om aan het bier te ruiken. Voordat hij
het glas aan zijn mond zet houdt hij
het nog even tegen het licht. Een slok.
Zijn gezicht spreekt daarna boekdelen: Laarbeeks Blond is een voltreffer.
Enthousiast en met veel gebaren geeft
hij vervolgens zijn oordeel over de
geur, de balans tussen het bittere van
hop en het zoete van de suiker, over
de nasmaak en de ‘volheid’ in de
mond. Hier spreekt een kenner. De Nederwettenaar is behalve bierliefhebber
immers een veelvuldig ingehuurd jurylid bij proefwedstrijden. Hij noemt
zich bovendien amateurbrouwer.
Dat laatste begon toen hij in de jaren
zestig als vakantiehulp werkte in de
Heineken-brouwerij in Den Bosch.
Een van zijn collega’s kon hem het
brouwproces wel ‘in een avondje’ bijbrengen. Het duurde uiteindelijk nog
tot 1981 voordat Jaspers daadwerkelijk
zijn eerste biertje fabriceerde: „Dat
was nog in een tijd dat je niet even
een la kon opentrekken voor wat mout
of gist. Nu kun je hele brouwinstallaties via internet bestellen. Het is waarschijnlijk een van de redenen waarom
de populariteit van bierbrouwen de
laatste jaren toeneemt.”
Jaspers maakt ook een vergelijking
met koken: „Mensen eten ’s avonds de
sla uit hun eigen tuintje of experimenteren tijdens het koken met groente
en vlees uit de streek. Op massaproductie uit de supermarkt zitten we steeds
minder te wachten. We willen iets anders. Zo is het met bieren ook. Mensen
willen zich onderscheiden, willen hun
eigen biertje. Het liefst een die uit de
“
In tien jaar zijn we
in Nederland van 15
naar ongeveer 210
brouwerijen gegaan
buurt komt of die ze zelf hebben gemaakt.”
Net over de grens in Vlaanderen, bakermat van blonde bieren, kijken ze
ondertussen met argusogen naar wat
er in Nederland wordt gebrouwen. Jaspers: „Ze zeggen misschien dat het nergens naar smaakt, noem het hun trots.
Maar objectieve Belgen zeggen: ‘We
moeten uitkijken voor die Ollanders’.
In Nederland proberen we veel meer
uit, zijn we veel innovatiever bezig
met bier. Dat dat in Vlaanderen niet
gebeurt, heeft denk ik te maken met
hun rijke biercultuur. In tegenstelling
tot hier, barst het in Vlaanderen al
sinds oudsher van de kleine brouwerijen die allemaal hun eigen bier maken. Misschien dat er daarom weinig
behoefte is aan vernieuwing.”
Vernieuwing is er in Zuidoost- Brabant volop, blijkt ook uit de smaaktest.
De bieren worden geproefd, maar ook
bekeken en besnoven. Jaspers heeft
over de kwaliteit niet te klagen: „Het
zijn stuk voor stuk karakteristieke bieren. Ze zijn misschien niet allemaal geschikt voor op het terras in het zonnetje – wat toch een beetje de eigenschap van blonde bieren is – maar dan
wel voor bij het eten of bij de kachel.
Dat is ook het mooie van proeven, om
daarover na te denken. Elke brouwer
heeft een mooi recept gemaakt, het is
leuk om daar bij stil te staan. Bier proeven is bier aandacht geven. En dan
kom je vanavond tot de conclusie dat
alle bieren in ieder geval allemaal de
moeite waard zijn. Ze hebben een eigen ziel, ze zijn onderscheidend.”