Lees het verslag

In welke mate kan de rechtspraak transparant zijn?
In een afgeladen rechtbank Overijssel startte op 10 september 2014 een nieuw seizoen van
Peper&Zout af, met als onderwerp Transparantie in de rechtspraak.
In 2013 publiceerde de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) een verkenning met
de titel ‘Speelruimte voor een transparantere rechtspraak’. Deze publicatie was leidraad voor het
gesprek. Tafelgasten waren Sylvia Taalman, rechter; Jan Vlug, advocaat; Ellis van Dusschoten,
officier van justitie; en Henk Griffioen, onderzoeker bij de WRR en mede opsteller van de verkenning.
Verder was er een zaal vol bezoekers – zo’n 150 – waarvan meer dan de helft bestond uit studenten.
Vrij snel werd duidelijk dat het wat betreft transparantie uitmaakt over
welk type recht er wordt gesproken. Strafrecht, waar het een groot deel
van de avond over ging, is toch anders dan familierecht. Een studente
gaf het voorbeeld van het onder bewindstellen van een familielid. Haar
vraag was wanneer een zitting openbaar en wanneer besloten is.
Een familierechter betoogde dat transparantie in de zin van uitgebreid
ingaan op de beweegredenen van het vonnis in familierecht meer dan
noodzakelijk en daarmee gebruikelijk is. Juist in familierecht worden
partijen ‘naar huis gestuurd’ met een boodschap waarmee ze aan de
slag moeten. Die moeten ze dan wel begrijpen. Aan de hand van deze
twee bijdragen werd duidelijk dat transparantie, openbaarheid, op gespannen voet kan staan met
privacy, terwijl in het tweede voorbeeld een zo groot mogelijke openheid juist gewenst is.
In het strafrecht is een zekere distantie tussen partijen noodzakelijk
om de schijn van partijdigheid te voorkomen. Er zijn tegengestelde
belangen, scherper wellicht dan in elke andere rechtspraak. Een
advocaat is er voor de cliënt; de officier van justitie verdedigt het recht
voor de samenleving en de rechter staat boven de partijen. Allen
zullen een bepaalde afstand tot elkaar bewaren om de rechtspraak
niet te beïnvloeden. Dat vereist gedragsregels, ook in relatie tot het
gebruik van sociale media. Voor rechters en officieren van justitie is
het meer opletten geblazen want men wil wraking uiteraard
voorkomen. Advocaten hebben het wat dat betreft iets makkelijker.
Tegelijk is sociale media wel een middel waarmee meer informatie en
een ‘gezicht’ aan de rechterlijke macht gegeven kan worden.
Een conclusie was dat 100% transparantie niet mogelijk en ook niet wenselijk is.
Aanwezigen waren het erover eens dat bijvoorbeeld het geheim van de raadskamer – de onderlinge
discussie tussen rechters waarin ze komen tot een vonnis – een geheim moet blijven. Het vonnis zelf
wordt steeds vaker waar mogelijk uitgebreid toegelicht en dat is voldoende.
Een vraag was of de rechterlijke macht niet meer op televisie uitleg moet geven over zaken die de
publieke gemoederen beroeren. Taalman gaf aan dat dit alleen achteraf zou kunnen plaatsvinden,
omdat een rechter een lopende zaak niet kan bespreken vanwege het ‘boven de partijen staan’. En,
de rechter velt ook een vonnis om een zaak af te ronden. Een zaak opnieuw bespreken en ter
discussie stellen na afronding, brengt het risico met zich mee dat de
rechtszaak ‘en public’ wordt overgedaan, wat toch ook niet de bedoeling
is.
Het was een boeiende avond met een open gesprek over transparantie
tussen rechter, advocaat en officier van justitie. Deze editie is tot stand
gekomen in samenwerking met de opleiding HBO-Rechten van
Windesheim en de rechtbank Overijssel en maakte onderdeel uit van de
Week van de Rechtspraak.