slides HC1

Inhoud HC1
Recht en Informatica (1)
Inleiding en Overzicht



Henry Prakken
22 april 2014

Opzet vak
Waarom recht en informatica?
Overzicht colleges
‘Crash course’ recht
2
Opzet vak







Toegang alleen als aanwezigheids- en
inleververplichtingen vervuld.
ICT-Recht voor de praktijk (De Vey Mestdagh e.a.)
De wet op Internet (Engelfriet), 3e druk
Alleen de op www.cs.uu.nl/docs/vakken/ri/
aangegeven delen

Bundel met artikelen
Lijst met internetpublicaties

Alle op de HCs en WCs behandelde stof

6 verplicht (gekoppeld aan aanwezigheid WC)
1e versie bij aanvang WC inleveren
2e versie bij aanvang volgende WC inleveren

Tentamen

Twee boeken:

aanwezigheid bij 6 WC’s verplicht
8 inleveropdrachten (met zijn tweeën, uit
dezelfde werkgroep)



aanwezigheid niet, stof wel verplicht
8 werkcolleges


Verplichte stof
8 hoorcolleges
Kan tijdens periode 4 nog uitgebreid worden!
3
4
Sancties
Beoordeling
(Afgezien van tweemaal toegestane afwezigheid
+ niet-inlevering)
 Niet inleveren van eerste versie opdracht, of
onvoldoende serieuze versie: eerste keer –1,
tweede keer –2, enz
 Niet inleveren tweede versie of afwezigheid
bij WC: opdracht geldt als niet ingeleverd.




40%: gemiddelde van beste 6 opdrachten
60%: tentamen
Bonus: als 6 voldoendes ( 6.0) op
huiswerkopdrachten met gemiddeld G,
waarvan mintens vier maal  7.0, dan
0,1*(G-5) punt extra op eindcijfer
Hertentamen:


5
Toegang alleen als 1e tentamen gemaakt en
eindcijfer  4
cijfers opdrachten en bonus blijven staan
6
1
Twee deelgebieden

Informaticarecht (HC 1-7):


Waarom rechtsinformatica?

juridische aspecten van
informatietechnologie

Rechtsinformatica (HC 8):

informaticatoepassingen voor juristen en
juridisch advies
Informatica wordt altijd toegepast op
een bepaald probleem
Recht is een interessant en
maatschappelijk belangrijk
probleemgebied
7
8
Waarom informaticarecht?

Rechtvaardigheid:


Hoe reageert recht op informatica?

Recht stelt gedragsregels en regelt
conflictoplossing, informatica zorgt voor
nieuw ongewenst gedrag en nieuwe
conflicten


Doelmatigheid:

Spanning tussen:

Recht zorgt voor orde en stabiliteit van
samenlevingen, informatica schept nieuwe
samenlevingsvormen
pas bestaand recht toe op nieuwe
fenomenen;
maak nieuw recht.
En tussen:


juridische maatregelen
technische oplossingen
9
10
HC3: Automatisch contractsluiten,
Aansprakelijkheid ITPs
HC 2: contracten

Totstandkoming


Standaardcontracten, algemene voorwaarden


alleen tussen contractspartijen!



Rechtsgevolgen:

Automatisch contractsluiten

Inhoud



Wat kan er mis gaan?
Licenties
Aansprakelijkheid
informatietussenpersonen

Aansprakelijkheid bij niet-nakoming
Elektronische handel
11
EDI
Intelligent agents
Internetproviders, webfora, zoekmachines,
torrentsites, …
12
2
HC 4-5: Intellectueel eigendom
Bescherming vruchten van creativiteit
 Octrooi (patent)


Bescherming persoonsgegevens

Op software? Discussie
Auteursrecht
Op software








HC 6: Privacy
Open source

Op andere digitale ‘werken’

Databankenrecht
Recht op domeinnamen

Toegang tot bestanden
Persoonsgegevens op Internet
Datamining (bonuskaart)
Cookies
Bewaarplichten
...
13
14
HC 7: Computercriminaliteit


HC 8(a): Drones en oorlogsrecht
Computerdelicten
Opsporing en vervolging


Bewaren en opvragen gegevens
Internationale aspecten
15
HC 8(c): De elektronische overheid
Elektronische democratie
HC 8(b): ICT in rechtspraak



16
Digitale dosssiers
Strafbepaling
De computer als rechter?

E-government



Elektronische democratie


17
De overheid online
Expertsystemen voor wetsuitvoering
Stemmachines
Online stemmen
18
3
Wat is recht?


Gedragsnormen
Instituties voor:




vaststellen wetgeving (wetgever)
uitvoering wetgeving (regering, …)
handhaving wetgeving (OM, rechter,
deurwaarder,...)


Rechtsgebieden


Geweldsmonopolie overheid

Verschillen met moraal:


Publiekrecht (verhouding overheid –
burgers

Geschreven normen
Instituties
Strafrecht
Staatsrecht
Bestuursrecht
Privaatrecht (verhouding burgers
onderling)
19
20
Publiekrecht (1)
Strafrecht

Normen die zo essentieel zijn dat overtreding
met straf bedreigd is




Publiekrecht (2)
Staatsrecht


Overtredingen (geen strafblad) en misdrijven
(strafblad)
Overheid (als beschermer algemeen belang) vs
verdachte




Meest ingrijpend: 
Legaliteitsbeginsel
+ strikte interpretatie, zware bewijslast







in beginsel alleen tegen de overheid!
Rule of law: staat mag alleen iets tegen de burger
doen op basis van de wet
Democratische rechtsstaat heeft al deze elementen
21
22
Privaatrecht
De overheid als bestuurder vs
individuele burger (via beschikkingen)

Wetgevende macht (regering + parlement)
Uitvoerende macht (regering)
Rechtsprekende macht
Invloed burger op staatsorganen
Grondrechten
Publiekrecht (3)
Bestuursrecht

Scheiding der machten:

‘Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane
wettelijke strafbepaling.’

Organisatie en bevoegdheden staatsorganen
Sociale zekerheid
Belastingen
Vergunningen
Toezichthouders
...
(burgerlijk recht, civiel recht)
Verhouding burgers onderling

Personen- en familierecht
Handels- en ondernemingsrecht

Vermogensrecht




23
Faillissement
contracten, aansprakelijkheid, eigendom,
auteursrecht, erfrecht ...
...
24
4
Rechtspraak (1)
Straf- en privaatrecht



Rechtspraak (2)
Onafhankelijk van wetgever en bestuur!
Fasen in rechtspleging: eerste aanleg - hoger
beroep (zaak helemaal opnieuw) - cassatie
(alleen controle juiste toepasssing recht)
Hierarchie (straf- en privaatrecht):





Strafproces: OM sleept verdachte voor
rechter


Hoge raad (cassatie)
Gerechtshof (hoger beroep rechtbank)
Rechtbank (zaken in eerste aanleg; hoger beroep
kantongerecht)
Kantongerecht (eenvoudige zaken in eerste
aanleg)





Rechtspraak (3)
Bestuursrecht


Rechter is passief (‘lijdelijk’): partijen bepalen
omvang geschil
Vnl schriftelijk (en langdurig)
Bewijslast bepaalt vaak uitkomst geding
Kort geding: voor spoedeisende kwesties

25

Rechter is aktief: waarheidsvinding
Burgerlijk proces: vrije burgers leggen
geschil voor aan onpartijdige derde
Mondeling
Voorlopige beslissing
Rechtsbronnen
Bezwaar bij beschikkend orgaan
Beroep bij beroepsorgaan (meestal
kantongerecht of rechtbank)
Hoger beroep bij afd Rechtspraak van
de Raad van State of speciale
beroepscolleges.





Wet (incl. lagere regelingen)
Rechtspraak
(Gewoonte)
Verdragen
Europees recht: ontwikkeld tot overkoepelend
rechtssysteem


Soms ‘harmonisatierichtlijnen’: opdrachten tot
nationale wetgeving
Soms direct werkende regelingen
27
28
Juridisch redeneren





Vermogensrecht (1)
Veel meer dan simpele regeltoepassing

26

Grote vrijheid bij bepalen straf
Gat tussen abstracte rechtstermen en concrete
feiten  interpretatie
Kan software verduisterd worden? (d.w.z. is
software een ‘goed’?)
Rechtbank 1984: Ja, naar analogie met
elektriciteit



Informaticarecht: veel ruimte voor
interpretatie, want veel wetten niet
geschreven voor digitale wereld

29
Deel van privaatrecht
Over op geld waardeerbare rechten en
plichten
Absolute vs relatieve rechten:
Absoluut recht geldt tegen iedereen
(eigendom, hypotheek, octrooi, auteursrecht,
merkrecht, …)
Relatief recht geldt tegen bepaalde
personen (verbintenis)
30
5
Vermogensrecht (2)



Vermogensrecht (3)
Bronnen van relatieve rechten:
Overeenkomst
Wet




Onrechtmatige daad:


‘Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan
worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge
lijdt, te vergoeden.’

Onrechtmatige daad
Zeer belangrijk juridisch ‘stopmiddel’:
...
31
Strijd met wettelijke plicht
Inbreuk op een recht (bijv auteursrecht)
Strijd met zorgvuldigheid die in het
maatschappelijk verkeer betaamt (kan van
alles zijn!)
32
6