Vraag en antwoord Landelijk 1. Kwaliteit: Zorgkantoren hebben met

Vraag en antwoord Landelijk
1. Kwaliteit:
Zorgkantoren hebben met elkaar afgesproken,
via ZN, een uniforme norm te hanteren bij de
beoordeling van de kwaliteit bij de zorginkoop
2015. De normering is op verzoek van de
zorgkantoren door MediQuest ontwikkeld. Op
dit moment is onbekend hoe de door
MediQuest ontwikkelde normering precies is
bepaald. Een verantwoordingsdocument met
achtergronden over de gehanteerde gegevens
en een onderbouwing van de keuzes over de
weging en afkappunten, en informatie over de
verdeling van de scores ontbreekt. Het komt
ons voor dat het gebruiken van niet-toetsbare
en nog onbekende criteria bij de
zorginkoopprocedure in strijd is met de
precontractuele redelijkheid en billijkheid. Wel
heeft ZN toegezegd hierover in gesprek te
zullen met ActiZ en het Kwaliteitsinstituut zodra
de normering definitief is vastgesteld. In
afwachting van de definitieve normering en de
uitkomsten van dat overleg maken wij op dit
punt een voorbehoud. Wij gaan ervan uit dat
daarmee voor nu kan worden volstaan. Mocht
u van oordeel zijn dat een kort geding
procedure moet worden gestart, dan verzoeken
we dat per ommegaande te laten weten.
Zorgkantoren hanteren in de zorginkoop 2015 een
uniforme norm voor de beoordeling van de score
op de kwaliteitsindicatoren in de sector V&V. Door
middel van een uniforme normering van de ‘zorg
voor kwaliteit’-indicatoren krijgen
organisatorische eenheden (ontsluitingsniveau
van gegevens binnen de VVT) bij alle zorgkantoren
dezelfde waardering. De zorgkantoren baseren
zich daarbij op een door Mediquest ontwikkelde
methodiek. MediQuest heeft een methodiek
ontwikkeld, om per OE tot een waardering te
komen voor de zorginhoudelijke kwaliteit en een
waardering voor de cliëntervaringen. Op
concernniveau wordt het percentage groene,
oranje en rode OE’s inzichtelijk gemaakt. De CQscores van zorgaanbieders over de jaren 2012 en
2013 zijn door Mediquest bewerkt. Informatie
over de data en toegang tot de data hebben
zorgaanbieders medio juli 2014 ontvangen.
De uiteindelijke score op de kwaliteitsindicatoren
op instellingsniveau wordt vervolgens vertaald in
een kleurtoekenning:
• Groen (boven het branchegemiddelde);
• Oranje (overeenkomstig het
branchegemiddelde);
• Rood (beneden het branchegemiddelde).
In het inkoopbeleid hebben zorgkantoren als norm
opgenomen:
‘De zorgaanbieder voldoet aan het criterium
kwaliteit voor de V&V indien op concernniveau
voor de CQ indicatoren minimaal 80 % van de
intramurale OE’s groen hebben gescoord’.
Zorgkantoren beogen om via de normering de
levering van excellente zorg te belonen in de
inkoop 2015. Na het beschikbaar komen van de
data is echter gebleken dat slechts een zeer
beperkt aantal zorgaanbieders als concern
voldoet aan de norm. Dit doet geen recht aan de
zorgaanbieders die aanzienlijk hoger dan het
branchegemiddelde zorg leveren, maar waarvan
de score net in de kleurtoekenning Oranje valt.
In overleg met Actiz en BTN is daarom gekozen
voor een andere normering:
‘De zorgaanbieder voldoet aan het criterium
kwaliteit voor de V&V indien 65% van de
intramurale OE’s onderdeel uitmaakt van de beste
25% van alle OE’s’.
Op deze manier belonen de zorgkantoren die
zorgaanbieders waarvan 65% van de intramurale
OE’s vallen in het beste kwartiel qua kwaliteit (de
beste 25% van alle OE’s).
Om te kunnen voldoen aan het criterium moet een
instelling alle intramurale OE’s geaccordeerd
hebben voor doorlevering aan de zorgkantoren.
Instellingen die nog niet geaccordeerd hebben,
kunnen dit alsnog doen bij Mediquest, mits dit
tijdig gebeurt, zodat de gegevens verwerkt
kunnen worden in de normering voordat de
productieafspraken 2015 definitief gemaakt
zijn. De kosten die gepaard gaan met alsnog
accorderen komen voor rekening van de
zorgaanbieder.
Zorgkantoren hanteren hun eigen
inkoopmethodiek die maakt dat het effect van de
aangepaste normering voor zorgaanbieders per
zorgkantoorregio verschillend kan zijn. De
aangepaste normering maakt echter in algemene
zin beloning van excellente zorg beter mogelijk.
Doorontwikkeling van kwaliteitsnormering
richting 2016 (en verder)
Zorgkantoren erkennen dat het van belang is om
cijfers altijd in hun context te duiden. Actiz bepleit
dat het gefundeerde gesprek over kwaliteit en de
indicatoren wellicht een formelere,
objectievere status en vorm kan krijgen. Sommige
zorgkantoren hebben dit al expliciet verwerkt in
hun zorginkoopbeleid. Voornemen is om dat
element nadrukkelijker mee te nemen voor de
nabije toekomst. Zorgkantoren en Actiz zullen
richting 2016 waar mogelijk gezamenlijk
optrekken bij de doorontwikkeling van
kwaliteitsnormering in de V&V.’
2. Normeringsbeleid kwaliteit:
is het zorgkantoor bereid haar beleid op dit
vlak aan te passen wanneer ZN na het overleg
met ActiZ en het Kwaliteitsinstituut de
normering aanpast? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, wanneer?
Zie antwoord vraag 1.
3. Overgangsrecht Wlz:
heeft het zorgkantoor de (toekomstige)
wettelijke verplichtingen jegens zijn
verzekerden op grond van het overgangsrecht
JA, het zorgkantoor heeft in het inkoopbeleid
opgenomen extramurale zorg waardoor clienten
met overgangrecht zorg kunnen verkijgen op
basis van de versmalde AWBZ/WLZ.
van de Wlz verwerkt in het contracteerbeleid?
Zo ja, waar staat dit? Zo nee, waarom niet?
4.Overgangsrecht Wlz:
waarop is de impliciete aanname (gegeven de
bevriezing van de intramurale capaciteit) dat
ZZP-cliënten hun rechten niet of nauwelijks
intramuraal gaan verzilveren gebaseerd? Kan
het zorgkantoor ons hierin inzicht verschaffen?
Hoe gaat u uw verzekeren hierover
informeren?
Het zorgkantoor heeft in het inkoopbeleid het
overgangsrecht meegenomen, waardoor cliënten
zorg kunnen ontvangen op basis van de
versmalde AWBZ. Het financiële kader dat
gemoeid is met het overgangsrecht en de mate
waarin cliënten kiezen voor intramurale opname
zijn op dit moment onduidelijk. Zodra
duidelijkheid bestaat over het financiële kader dat
gemoeid is met het overgangsrecht, informeren
zorgkantoren de zorgaanbieders. De zorgkantoren
monitoren in 2015 nauwgezet de ontwikkeling
van de kosten die gemoeid gaan met het
overgangsrecht. In de herschikking 2015 zullen de
eventuele financiële consequenties van het
overgangsrecht worden verwerkt, passend binnen
de contracteerruimte.
Vanuit het Rijk wordt een publiekscampagne
gevoerd. Zorgkantoren informeren de cliënten die
vallen onder het overgangsrecht.
5.Overeenkomst 2015 blz. 5:
in het landelijke beleid is de doelstelling
opgenomen dat zorgkantoren meerjarige
overeenkomsten afsluiten. In de overeenkomst
2015 is een duur van 1 jaar opgenomen. Kan de
duur worden verlengd?
Nee, dit is niet mogelijk.
Meerjarenafspraken lopen momenteel in een
pilot.
6.Overeenkomst 2015 blz. 8
wachtlijstproblematiek: het zorgkantoor kan
aan de instelling een tijdelijke zorgplicht
opleggen. Betekend dit dat de instelling voor de
geleverde zorg geen vergoeding ontvangt?
7.Overeenkomst 2015 blz. 8 wachtlijst
informatie: op welke wijze dienen de
wachtlijstgegevens te worden aangeleverd?
Wat zijn de financiële consequenties van het
niet/ niet correct aanleveren?
In het genoemde artikel staat niets opgenomen
over financiële vergoedingen. Dit gaat normaliter
in overleg met de betreffende zorgaanbieder..
8. Kunt u voorbeelden geven (in de sector
LG/NAH) van in theorie mogelijke problemen,
die over alle domeinen, te weten WlZ, WMO
èn ZvW heen gaan èn regionaal van aard
zijn, waar het gaat om cliënten met complexe
zorgvragen?
9. Kunt u bijvoorbeeld in een overzicht
aangeven voor welke cliënten met een
aanspraak op individuele Behandeling u
Het niet of niet tijdig aanleveren van gegevens
kan financiële consequenties hebben. Aanlevering
van gegevens vindt plaats conform het protocol
zorgtoewijzing. Daarnaast kan het zorgkantoor
wachtlijstgegevens opvragen ten bate van de
zorgatlas.
Voorwaarde bij het criterium Integrale
benadering is niet dat samengewerkt wordt over
àlle domeinen heen, maar wel over die domeinen
die betrekking hebben op het regionale knelpunt.
zie inkoopkader. Vraag wordt daar beantwoord
extramurale behandeling inkoopt c.q.
contracteert en op welke wijze de
zorgaanbieder hierin wordt betrokken? Kunt u
ook in uw reactie het hiernavolgende antwoord
op Kamervragen betrekken ?
10. Aan wie verkopen wij geëxtramurale
Behandeling in geval van een ZZP, dan wel wie
koopt geëxtramuraliseerde Behandeling in?
11. Evenzo : kunt u in het overzicht
meenemen voor wie u extramurale
Behandeling-groep inkoopt?
zie inkoopkader. Vraag wordt daar beantwoord
zie inkoopkader. Vraag wordt daar beantwoord
zie inkoopkader. Vraag wordt daar beantwoord
12. Welke ZZP’s dienen op welk tijdstip in
2015 een te keuze maken voor omzetting
van een geëxtramuraliseerde functies
naar een verzilveringsvorm die onderdeel
blijft van de versmalde AWBZ/WLZ, ook
ná 2015. Evenzo: welke verzekerden met
welke ZZP-indicaties moeten op welk
tijdstip in 2015 een keuze maken voor
omzetting naar WMO/Zvw-zorg. Wie
neemt daarbij het initiatief?
13. blz. 13
Prijs- en volumebeleid
Overgangsrecht
Op welke wijze maakt
ENO mogelijk dat ook nieuwe cliënten gebruik
kunnen maken van de extramurale functies en
klassen?
Dit is mogelijk doordaat CIZ in 2015 blijft
indicieren in functies en klassen voor clienten met
een intramurale indicatie.
15. Transparantie
In de basis overeenkomst
zorgkantoor/zorgaanbieder is opgenomen: “De
zelfevaluatie alsmede de mate van
cliënttevredenheid wordt openbaar gemaakt,
inclusief de hieruit voortvloeiende
verbeterplannen, en zij worden beschikbaar
gesteld aan de cliëntenraad en het
zorgkantoor.”
Om te kunnen voldoen aan artikel 12 lid 3 dient
een zorgaanbieder te accorderen voor in ieder
geval het zorgkantoor, naast het accorderen voor
JMV/kwaliteitsinstituut. In het artikellid (Deel III
Algemeen deel, artikel 12 lid 3) is bepaald dat de
zelfevaluatie alsmede de mate van
cliënttevredenheid openbaar wordt gemaakt,
inclusief de hieruit voortvloeiende
verbeterplannen, en dat zij beschikbaar worden
gesteld aan de cliëntenraad en het zorgkantoor.
Tevens worden de gegevens goed vindbaar voor
de verzekerde op de website van de
zorgaanbieder geplaatst.
Trimenzo heeft geaccordeerd voor ‘JMV/
Kwaliteitsinstituut’ en ‘IGZ’, waarmee
wij voldoen aan onze wettelijke verplichtingen,
en waarmee de gegevens worden doorgeleverd
aan het Kwaliteitsinstituut en openbaar worden
gemaakt.
Kunnen wij ervan uitgaan dat wij
hiermee voldoende tegemoetkomen aan de
kwaliteitseis Artikel 12 Lid 3?
16. Cliëntenraad-enquête
Zorgkantoren hebben voor de (centrale)
cliëntenraad een enquête ontwikkeld met een
JA, het is mogelijk als zorgaanbieder inzicht te
verkrijgen in de vragen van de enquête. Op dit
moment is echter nog niet duidelijk wanneer de
tiental vragen. De uitkomsten dienen te worden
gebruikt voor gesprekken/bijeenkomsten tussen
het zorgkantoor en de cliëntenraden, of in
overleg met de cliëntenraad in gesprek tussen
zorgkantoor en zorgaanbieder.
enquêtes verstuurd worden. De enquetes worden
op dit moment getest op toepasbaarheid. De
verwachting is dat deze najaar 2014 worden
uitgezet. Zodra wij deze beschikbaar krijgen zullen
wij dit kenbaar maken.
Kan het zorgkantoor inzicht geven in de vragen
van deze cliëntenraad-enquête, en op
welk moment geeft zij dit inzicht? Zo nee,
waarom niet?
17. Hoe gaat u extramurale behandeling in het
kader van functies en klassen gaat
inkopen?
zie inkoopkader. Vraag wordt daar beantwoord
18. Hoe gaat u behandeling in het kader van de
subsidieregeling behandeling inkopen?
zie inkoopkader. Vraag wordt daar beantwoord
20.Hebben wij in 2015 wederom de
mogelijkheid om te substitueren tussen
intramurale zorg en wijkverpleging?
Nee.
22. M.b.t. ‘overeenkomst’: Deel III, Artikel 2,
Hier worden zoals aangegeven de algemene
voorwaarden die betrekking hebben op de relatie
cliënt-zorgaanbieder van de brancheorganisatie(s)
bedoeld. VGN kent op dit moment geen
Algemene Voorwaarden.
Lid 3: ‘De zorgaanbieder leeft de voor de
sector geldende meest recente algemene
voorwaarden die betrekking hebben op de
relatie cliënt-zorgaanbieder van de
brancheorganisatie(s) na’. Vraag: Onze
brancheorganisatie, de VGN, heeft zover
wij weten geen dergelijke algemene
voorwaarden vastgesteld, welke algemene
voorwaarden worden hier bedoeld?
23. M.b.t. ‘overeenkomst’: Deel III, Artikel 2,
Lid 6: ‘In het zorgplan is vastgelegd of er
sprake is van mantelzorg en welke
afspraken er zijn gemaakt met de
mantelzorger(s). Evenals de eventuele
hulp die die mantelzorger aanvullend op
de door de zorgaanbieder verleende zorg
kan en wil bieden.’ In het kader van eigen
regie wensen cliënten die onze
dienstverlening ontvangen niet betutteld
te worden, lijkt deze bepaling niet
passend. Klopt het dat deze zinsnede
uitsluitend van toepassing is op de VG en
dat het niet de bedoeling is afspraken met
Deze bepaling geeft enkel aan dat in het zorgplan
dient te worden vastgelegd of er sprake is van
mantelzorg en zo ja, welke afspraken er met
mantelzorgers zijn gemaakt en of mantelzorgers
aanvullend op de zorg die de zorgaanbieder
verleent, hulp kunnen en ook willen bieden. Het
afdwingen en formaliseren van afspraken met
mantelzorgers voor cliënten die dit niet willen, is
niet aan de orde. Voorop staat daarbij steeds de
zeggenschap van de cliënt, ook of bij de
zorgverlening ondersteuning door mantelzorgers
nodig of gewenst is.
mantelzorgers af te dwingen en te
formaliseren voor cliënten die dit niet
willen?