Wetsvoorstel brengt voltooiing introductie strengere Europese

29-1-2014
De Brauw Blackstone Westbroek
(http://www.debrauw.com)
January 24, 2014
Wetsvoorstel brengt voltooiing
introductie strengere Europese
kapitaalvereisten dichterbij
Op 22 januari 2014 is het voorstel voor de Implementatiewet richtlijn en
verordening kapitaalvereisten (Voorstel) ingediend bij de Tweede Kamer. Dit
Voorstel voorziet in de implementatie van de richtlijn kapitaalvereisten
(CRD IV) in de Wft. Implementatie had eigenlijk al moeten plaatsvinden per
1 januari 2014, maar die datum is niet gehaald. De verwachting is nu dat
de Implementatiewet medio 2014 in werking zal treden.
Het Voorstel heeft grote gevolgen voor banken en bepaalde
beleggingsondernemingen. Het voorziet in een verbod op uitkeringen die de
kapitaalbuffer ondermijnen, verhoogt de maximale boete, voert een
bonusplafond in, beperkt de vvgb-plicht tot vermindering van CET1kapitaal, geeft DNB meer mogelijkheden om maatregelen te treffen en
wijzigt voor significante banken en beleggingsondernemingen de maximering
van het aantal functies van bestuurders en commissarissen. Daarnaast
bevat het Voorstel een verplichting voor DNB om te voorzien in
afwikkelplannen voor banken en bepaalde beleggingsondernemingen. De
verplichting uit CRD IV die gericht is tot banken en bepaalde
beleggingsondernemingen om te voorzien in herstelplannen zal worden
neergelegd in het Besluit prudentiële regels Wft. In deze Legal Alert
bespreken wij een aantal van deze belangrijke gevolgen van het Voorstel en
gaan wij ook in op enkele gevolgen van de bij CRD IV behorende Europese
verordening, de Capital Requirements Regulation (CRR).
CRR is in werking getreden op 1 januari 2014 en heeft directe werking. Op
1 januari 2014 trad ook de Regeling specifieke bepalingen CRD IV en CRR
(Regeling) van DNB in werking. Daarin zijn de opties en discretionaire
bevoegdheden uit CRR die zijn gericht tot DNB ingevuld. DNB heeft met de
Regeling een aantal van haar eigen toezichthouderregelingen ingetrokken
omdat de inhoud ervan wordt geregeld in CRR.
Verbod op uitkeringen die de kapitaalbuffers ondermijnen
Contact
Francine Schlingmann
Partner
T : +31 20 577 1564
E : francine.schlingmann@de…
(http://www.debrauw.com/person/francineschlingmann/)
Mariken van Loopik
Senior Associate
T : +44 20 7562 4369
E : mariken.vanloopik@debra…
Onder CRR moet het toetsingsvermogen van banken en bepaalde
beleggingsondernemingen voor 4,5% bestaan uit Common Equity Tier 1
kapitaal (CET1-kapitaal, ook wel aangeduid als Tier 1-kernkapitaal).
Daarnaast zijn voor banken en bepaalde beleggingsondernemingen de
volgende kapitaalbuffers geïntroduceerd:
de kapitaalconserveringsbuffer, waardoor banken standaard worden
verplicht een extra stootkussen te hebben (2,5% van de risicogewogen
activa),
de contracyclische kapitaalbuffer, die conjunctuurschommelingen moet
kunnen opvangen (0 – 2,5% van de risicogewogen activa). Het exacte
percentage wordt per individuele bank of beleggingsonderneming
berekend en is een gewogen gemiddelde van de geografische spreiding
van de risico’s waaraan de bank is blootgesteld,
de systeemrelevantiebuffer, die opgelegd wordt aan systeemrelevante
banken en beleggingsondernemingen (1 – 3,5 % van de risicogewogen
activa),
de systeemrisicobuffer, die dient om risico’s die voortvloeien uit (nietcyclische) macro-economische ontwikkelingen op te vangen (1 – 3%
van de relevante blootstellingen. Nederland maakt hierbij gebruik van de
lidstaatoptie om een systeemrisicobuffer te introduceren. Deze laatste
buffer is met de inwerkingtreding van het Wijzigingsbesluit financiële
markten 2014 reeds per 1 januari 2014 geïntroduceerd. Dit leidt
echter niet op korte termijn tot extra eisen, aangezien tot en met 31
december 2015 de vereiste omvang van de buffer 0% is.
(http://www.debrauw.com/person/marikenvan-loopik/)
Voor vermindering van het eigen vermogen is onder huidig recht al een
verklaring van geen bezwaar (vvgb) van DNB nodig. CRD IV introduceert
een verbod om een uitkering met betrekking tot CET1-kapitaal te doen
wanneer die ertoe zou leiden dat er niet langer wordt voldaan aan de
vereiste kapitaalbuffers. Als niet langer aan de vereiste kapitaalbuffers
wordt voldaan, gelden ook andere beperkingen, waaronder met betrekking
tot uitkeringen van variabele beloningen. Overigens lijkt het Voorstel op dit
punt niet geheel aan te sluiten bij de tekst van CRD IV. Wij nemen aan dat
dit nog zal worden gecorrigeerd.
Verhoging van de maximale boete
http://www.debrauw.com/nieuwsbericht/wetsvoorstel-brengt-voltooiing-introductie-strengere-europese-kapitaalvereisten-dichterbij/#
1/2
29-1-2014
De Brauw Blackstone Westbroek
In het Voorstel verdwijnt voor banken en bepaalde beleggingsondernemingen
het huidige boeteplafond van vier miljoen euro (acht miljoen in geval van
recidive binnen vijf jaar). In plaats daarvan kunnen DNB en AFM per
overtreding een boete opleggen van maximaal vijf miljoen euro of, indien dat
meer is,10% van de totale geconsolideerde jaaromzet van de uiteindelijke
moederonderneming van de groep. Voor de uitleg van het omzetbegrip wordt
aangesloten bij de mededingingsrechtelijke praktijk. Deze wijziging kan dus
leiden tot aanzienlijk hogere boetes. Het maximum gaat gelden voor alle
overtredingen uit de derde boetecategorie. Een dergelijke boete kan
daarmee onder meer worden opgelegd als:
het beloningsbeleid niet op orde is. Mogelijkerwijs gaat dit ook gelden
voor niet voldoen aan het nieuwe bonusplafond (zie hieronder),
zorgvuldigheidseisen ten opzichte van klanten worden geschonden.
Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij het nalaten te waarschuwen als een
financiële dienst niet passend is, bij het onvoldoende inwinnen of
verstrekken van informatie en bij het overtreden van het provisieverbod,
wordt gehandeld met voorwetenschap.
Ook het niet voldoen aan de eisen voor solvabiliteit en liquiditeit kan
bestraft worden met de nieuwe, potentieel veel hogere boete. Het ligt
echter minder voor de hand dat toezichthouders van die mogelijkheid
gebruik zouden maken als er op geconsolideerde basis niet aan de
solvabiliteitseisen of liquiditeitseisen wordt voldaan. Daarmee zal immers
de solvabiliteitspositie en/of liquiditeitspositie van de onderneming
waarschijnlijk juist verslechteren.
Invoering van een bonusplafond
Na implementatie van CRD IV mag de variabele beloning van bepaalde
medewerkers van banken en beleggingsondernemingen (abusievelijk is de
reikwijdte in het Voorstel niet beperkt tot “bepaalde
beleggingsondernemingen”) niet hoger zijn dan 100% van de vaste
beloning (of 200% als de aandeelhouders of leden hiermee akkoord zijn).
Dit bonusplafond gaat gelden voor medewerkers van wie de werkzaamheden
het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden,
waaronder werknemers met een hogere leidinggevende, risiconemende of
controlerende functie en bepaalde overige medewerkers met gelijke of
hogere beloning. Nederland is voornemens verder te gaan dan wat CRD IV
vereist. De minister wil per 1 januari 2015 met de Wet beloningsbeleid
financiële sector een bonusplafond van 20% introduceren. Eind vorig jaar
werd een consultatie gehouden van de tekst van een ontwerp voor die
wet (http://www.debrauw.com/nieuwsbericht/consultatie-wetbeloningsbeleid-financiele-ondernemingen-gestart/).
Beperking vvgb-plicht tot vermindering CET1-kapitaal
Het huidige artikel 3:96(1) onder a Wft bepaalt dat bij vermindering van
het eigen vermogen van een bank een “verklaring van geen bezwaar” van
DNB is vereist. DNB legt het begrip “eigen vermogen” in dit artikel uit als
het gehele toetsingsvermogen (vgl. de Q&A van DNB “Vvgb-plicht inkoop
en aflossing kapitaalinstrumenten banken
(http://www.toezicht.dnb.nl/3/50-224053.jsp)“). Na implementatie van
CRD IV zal deze vvgb-plicht echter alleen gelden als er sprake is van
vermindering van CET1-kapitaal (voornamelijk het gewone
aandelenkapitaal).
Uitbreiding van de mogelijkheden voor DNB om maatregelen te treffen
In aanvulling op al bestaande bevoegdheden introduceert het Voorstel
nieuwe maatregelen die DNB kan treffen bij overtreding van specifieke
bepalingen:
eisen dat er voortdurend iemand van DNB aanwezig is bij de
onderneming,
voorschrijven dat activiteiten beëindigd worden die een buitensporig
risico met zich meebrengen voor de soliditeit van de onderneming,
verbieden dat er uitkeringen of betalingen op aanvullende
kapitaalinstrumenten worden gedaan, of dit beperken,
schorsen van stemrechten van aandeelhouders,
aan opdrachtgevers van de gesanctioneerde gedraging of degenen die
daaraan feitelijk leiding hebben gegeven de bevoegdheid ontzeggen om
functies uit te oefenen bij banken of bepaalde beleggingsondernemingen
of hun groepsmaatschappijen. Een dergelijke ontzegging is maximaal
voor de duur van een jaar en kan eenmaal met maximaal een jaar worden
verlengd.
Uit het Voorstel blijkt dat DNB niet langer alleen een discretionaire
bevoegdheid heeft maar in bepaalde gevallen een hoger toetsingsvermogen
of hogere liquiditeit moet voorschrijven, bijvoorbeeld als:
een bank of beleggingsonderneming (het is onduidelijk of het de
bedoeling is de reikwijdte in het Voorstel te beperken tot “bepaalde
beleggingsondernemingen”) tekortschiet op gebied van beheerste
bedrijfsvoering,
risico’s niet gedekt worden door het toetsingsvermogen,
risico’s te laag zijn ingeschat.
http://www.debrauw.com/nieuwsbericht/wetsvoorstel-brengt-voltooiing-introductie-strengere-europese-kapitaalvereisten-dichterbij/#
2/2