RAADGEVER Omgevingsrecht Heeft een structuurvisie invloed op de betrokkenheid van de raad bij procedures voor bestemmingsplannen? Wanneer is het verstandig om besluitvorming te coördineren en hiervoor een coördinatieverordening vast te stellen? “Als raadslid gaat u een nieuw bestemmingsplan vaststellen. Houdt u daarbij ook rekening met de belangen van de huidige bewoners?” Wat is een projectafwijkingsbesluit? Deze vragen komt u als raadslid mogelijk tegen bij het ruimtelijk beleid in uw gemeente. Deze raadgever is bedoeld om u daarbij op weg te helpen. De rol van de raad Als gemeenteraad heeft u een belangrijke rol bij veel ruimtelijke ordeningsprocedures. Met het vaststellen van een structuurvisie bepaalt u de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid en de voorgenomen ontwikkelingen in uw gemeente. Door het vaststellen van bestemmingsplannen bepaalt u wat er in uw gemeente op een locatie mag gebeuren, en of en hoe er gebouwd mag worden. Ook als er grote afwijkingen van het bestemmingsplan nodig zijn, is toestemming nodig van de raad. U kunt ook ongewenste ontwikkelingen tegenhouden met een voorbereidingsbesluit. En als u vindt dat voor sommige gevallen de besluiten gecoördineerd moeten worden genomen, dan kunt u dat vastleggen in een coördinatieregeling. Deze en andere ruimtelijke ordeningsprocedures zijn vastgelegd in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Belangrijke aspecten • De Wro verplicht de gemeente om bestemmingsplan(nen) te hebben voor het hele grondgebied. Die moeten bovendien actueel zijn. Dat betekent dat ze elke 10 jaar moeten worden herzien en opnieuw moeten worden vastgesteld. Dit is een flinke klus. Veel gemeenten denken dan ook na over de manier waarop dit op een structurele en gestructureerde manier kan worden gedaan. September 2014 RAADGEVER • In de (wettelijk verplichte) structuurvisie legt de gemeenteraad het ruimtelijk beleid vast. Dit beleid zorgt ervoor dat burgers en bedrijven weten waar ze aan toe zijn. Daarnaast biedt het houvast bij en geeft het richting aan de uitwerking van dat beleid in bestemmingsplannen. • In de coördinatieverordening worden verschillende ruimtelijke besluiten aan elkaar gekoppeld. Door allerlei procedures op elkaar af te stemmen kan integraler worden besloten. Bovendien levert het vaak flinke tijdswinst op. • Via een projectafwijkingsbesluit kan het college besluiten af te wijken van het bestemmingsplan. Daarvoor heeft het college wel toestemming nodig van de raad, een zogenaamde ‘verklaring van geen bedenkingen’. De bevoegdheid tot het afgeven van deze verklaring kan de raad niet delegeren. Wel kunt u als raad gevallen aanwijzen waarin deze verklaring niet nodig is en het college zonder voorafgaande toestemming van de raad kan afwijken van het bestemmingsplan. De nieuwe Omgevingswet komt eraan De Omgevingswet gaat – op zijn vroegst – vanaf 2018 een groot aantal van de huidige wetten voor de fysieke leefomgeving vervangen, inclusief de Wet ruimtelijke ordening. De wijzigingen door de Omgevingswet hebben grote impact op de besluitvorming en de werkprocessen bij gemeenten. Zo wordt het bestemmingsplan verbreed naar een omgevingsplan. Hoe kunt u zich als gemeenteraad voorbereiden op de Omgevingswet? • Zorg ervoor dat er een actuele structuurvisie is. Actuele beleidskaders geven houvast in de overgangssituatie naar een nieuw stelsel. • Zorg dat de huidige bestemmingsplannen en plaatselijke verordeningen actueel blijven. Dat maakt het straks makkelijker om er een omgevingsplan van te maken. Meer informatie • www.vng.nl/omgevingswet Deze raadgever is onderdeel van een reeks VNG-raadgevers over uiteenlopende onderwerpen. U vindt alle raadgevers op www.vng.nl/raadsleden. Op deze pagina staat nog meer informatie speciaal voor raadsleden. Vereniging van Nederlandse Gemeenten RAADGEVER