Zulte – GRUP Stanssens-Demartin Samenvatting adviezen screeningsnota 05-05-2014 1. Verloop Er werd een selectie van betrokken instanties van de Dienst Milieueffectrapportagebeheer ontvangen. Het document werd vervolgens overgemaakt ter advies aan volgende instanties: o Departement Ruimte Vlaanderen, gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar o Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, dienst ruimtelijke ordening en stedenbouw o Agentschap Ruimte en Erfgoed, Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen o Departement Landbouw en Visserij o Agentschap Wonen Vlaanderen o VMM o Departement LNE, dienst veiligheidsrapportage o ANB Oost-Vlaanderen 2. Samenvatting adviezen Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de adviezen. De cursief weergegeven tekst is reeds een duiding van hoe met de opmerkingen in het RUP zal worden omgegaan. Instantie Departement Vlaanderen Ruimte Datum advies Samenvatting 28-02-2014 De screeningsnota maakt een voldoende inschatting van de milieueffecten voor de ruimtelijke ordening. Conclusie: geen aanzienlijke milieueffecten. Provincie Vlaanderen Oost- 20-03-2014 Een reorganisatie binnen de bestaande gebouwen wordt niet als mogelijk alternatief opgenomen. In dit scenario zou het bedrijf zich binnen de momenteel verhuurde gebouwen (ook de kleinhandelszaak aan de Staatsbaan) ruimtelijk op eigen site kunnen reorganiseren. > Het RUP is een uitvoering van een gunstig planologisch attest. De hogere overheid (dus ook de provincie) gingen akkoord met het voorstel op korte termijn. Dit is een voorstel zonder reorganisatie. Een reorganisatie staat hier dan ook niet meer ter discussie. Wel wordt verduidelijkt dat nog een verdere uitbreiding niet meer mogelijk is. De Tichelbeek dient te worden aangevuld met het provinciaal nummer de (waterloop 7.52 van 2 categorie). > Dit wordt aangepast op pg. 13 en 45. De vijver in de oostelijke groenzone wordt aangeduid als blusvijver. Er wordt gesteld dat de zone waarin deze vijver zich bevindt in het RUP wordt herbestemd naar groenzone met buffervijver. Omdat een reservoir voor bluswater steeds de nodige capaciteit/reserve aan bluswater dient te bevatten is dit niet compatibel met een buffervoorziening die zoveel mogelijk leeg moet zijn om in geval van regenbuien het nodige hemelwater te kunnen bergen. Het is bijgevolg noodzakelijk om uit te klaren en duidelijk aan te geven welke bekkens instaan voor een voldoende reserve aan bluswater en met welke capaciteit en welke bekkens bedoeld worden als buffer- en/of infiltratiebekken voor opvang van hemelwater. > De vijver is in feite een combinatie van blusvijver / buffervijver. De vijver is port arthurlaan 11 ❘ B-9000 gent ❘ tel 32 (9) 251 22 22 ❘ fax 32 (9) 251 22 28 ❘ e-mail [email protected] ❘ www.veneco.be immers voldoende diep uitgegraven zodat hij steeds water bevat. Verder zijn de taluds verhoogd, zodat de vijver ook als buffervijver kan dienst doen. Dit wordt verduidelijkt in de nota. Er moet doordacht omgegaan worden met de aanleg van verharde oppervlakte. Bijkomende infiltratie- (of buffer)capaciteit moet voorzien worden waarbij prioriteit gegeven wordt aan hergebruik en infiltratie. Er worden verder een aantal specificaties opgesomd die toegepast dienen te worden op het plangebied. > Deze specificaties worden maximaal overgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften, tenzij wanneer ze nadrukkelijk worden opgelegd in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Uit het document is niet duidelijk hoeveel (bijkomende) verharde oppervlakte gerealiseerd wordt in het RUP (welk deel van de verharding wordt opgebroken, welk deel is nieuw, welke bebouwing is nieuw,…). Het is aangewezen dit te verduidelijken. > Dit wordt verduidelijkt door toevoeging aan het dossier van een plan welke werd ingediend bij de bouwaanvraag. Verder worden een aantal elementen meegegeven die nuttig zijn in het kader van de opmaak van het RUP zelf. Conclusie: geen aanzienlijke milieueffecten. Onroerend erfgoed Oost-Vlaanderen 06-03-2014 M.b.t. de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie worden geen bemerkingen gemaakt. Conclusie: geen aanzienlijke milieueffecten. Departement Landbouw en Visserij 19-03-2014 Aangezien de uitbreiding van het bedrijf zich in HAG bevindt, moet er ten laatste in het voorontwerp RUP voor dit bedrijf, een duidelijke motivatie worden aangeleverd waarom een uitbreiding van het bedrijf in HAG wordt voorzien, conform de omzendbrief RO2010/01. Mogelijks moet er tevens voorzien worden in compensatiegebied omwille van de inname in HAG. Dit is de voorwaarde die hoort bij het gunstig planologisch attest. > Op pg. 19 en 20 werd een beoordeling gemaakt naar inname herbevestigd agrarisch gebied volgens de omzendbrief. Conclusie: er dient geen plan MER te worden opgemaakt. Wonen Vlaanderen 18-03-2014 Geen opmerkingen m.b.t. wonen en woningbouw Conclusie: geen aanzienlijke milieueffecten. VMM 18-03-2014 Met betrekking tot het grondwateraspect worden er als gevolg van het plan geen significante negatieve effecten verwacht, mits de bestaande regelgeving strikt wordt gerespecteerd. Conclusie: er dient geen plan MER te worden opgemaakt. LNE - VR 04-03-2014 Geen opmerkingen. Conclusie: geen aanzienlijke milieueffecten. ANB 28-02-2014 Geen opmerkingen Conclusie: er moet geen passende beoordeling worden gemaakt in het kader van het RUP. Samenvatting adviezen screeningsnota GRUP Stanssens-Demartin - Zulte 2/3 3. Analyse en motivering waarom geen plan-MER nodig is Het plan is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III-project uit het besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004. Het regelt het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau en het plan heeft betrekking op ruimtelijke ordening. Bijgevolg valt het RUP onder de screeningsplicht. Door alle adviesinstanties werd een gunstig advies uitgebracht en werd geoordeeld dat, wat betreft hun aspect, geen plan MER dient opgemaakt te worden. Conclusie De opmaak van een planMER is niet noodzakelijk Samenvatting adviezen screeningsnota GRUP Stanssens-Demartin - Zulte 3/3