HANDLEIDING DIENST RUIMTELIJKE PLANNING Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit Opmaken van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Versie december 2014 Colofon Contact: Provincie Antwerpen Dienst Ruimtelijke Planning Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Tel.: 03 240 66 23 Fax: 03 240 66 79 [email protected] Foto voorpagina © Provincie Antwerpen – Pretty Pictures Inhoud Voorwoord en leeswijzer......................................................................................................... 3 1. Vooroverleg .................................................................................................................... 4 2. Plan-MER en screening..................................................................................................... 5 3. Plenaire vergadering ........................................................................................................ 6 4. Voorlopige vaststelling ..................................................................................................... 8 5. Openbaar onderzoek...................................................................................................... 10 6. Definitieve vaststelling ................................................................................................... 12 7. Beslissing door de deputatie (uitnodiging plenaire vergadering vóór 25 april 2014)................ 14 8. Schorsingsprocedure (uitnodiging plenaire vergadering ná 25 april 2014)............................ 16 9. Richtlijn voor de uitwisseling van GIS-bestanden............................................................... 18 10. Onteigeningsplannen .................................................................................................. 19 Nuttige adressen ................................................................................................................. 20 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 Voorwoord en leeswijzer Deze handleiding regelt de praktische afspraken met betrekking tot de procedure voor de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s). We trachten de decretaal vastgelegde procedure te verduidelijken en een aantal praktische afspraken mee te geven. Dit om mogelijke problemen bij de opmaak van gemeentelijke RUP’s te voorkomen. Deze handleiding is een leidraad en beoogt geen volledig overzicht te geven van alle decreten, uitvoeringsbesluiten en omzendbrieven. De aandachtspunten worden aangeduid met (!). Op 25 april 2014 trad een wijziging van de VCRO in werking waarbij de procedure voor de goedkeuring van RUP’s ingrijpend werd gewijzigd, waaronder de vervanging van de goedkeurings door een schorsingsbevoegdheid. De VCRO voorziet een overgangsmaatregel voor lopende dossiers die onder de goedkeuringsprocedure i.p.v. de schorsingsprocedure vallen. RUP’s waarvan de uitnodiging voor de plenaire vergadering verstuurd is vóór 25 april 2014 vallen onder de goedkeuringsprocedure. RUP’s waarvan de uitnodiging voor de plenaire vergadering verstuurd is ná 25 april 2014 vallen onder de schorsingsprocedure. Zolang de 2 procedures parallel blijven bestaan worden beide beschreven in deze handleiding. Het is tenslotte ook een document dat op geregelde tijdstippen zal worden aangepast op basis van de vele praktische problemen en/of vragen die in de praktijk nog aan het licht zullen komen. Hiervoor rekenen wij uiteraard op de verdere goede samenwerking met de verschillende gemeentebesturen. Voor concrete vragen kan u ook steeds terecht bij de dossierbehandelaar voor uw gemeente. De lijst van dossierbehandelaars bij de provinciale dienst Ruimtelijke Planning kan u raadplegen op http://www.provincieantwerpen.be/aanbod/drom/dienst-ruimtelijke-planning/gemeentelijke ondersteuning.html. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 3 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 1. Vooroverleg Doelstelling Alvorens te beslissen over het al dan niet opstellen van een RUP, kan de gemeente een informeel vooroverleg aanvragen met de dienst Ruimtelijke Planning. De vergadering heeft een strikt informeel karakter. Het doel van het overleg is niet om te komen tot een formeel standpunt van de provincie, maar wel om een aantal aandachtspunten mee te geven bij de uitwerking van het RUP. Het is de deputatie die een formeel standpunt inneemt in het kader van de plenaire vergadering. Praktisch De gemeente organiseert dit vooroverleg en de provincie stelt een zaal in het provinciehuis ter beschikking. Bij het vooroverleg worden minimaal de provincie en Ruimte Vlaanderen – Afdeling Adviseren en Participeren Lokaal uitgenodigd. In functie van de inhoud van het RUP kan het nuttig zijn nog andere adviesverlenende instanties uit te nodigen. De datum van het overleg wordt vastgelegd in overleg met de provinciale dienst Ruimtelijke Planning en Ruimte Vlaanderen – Afdeling Adviseren en Participeren Lokaal. ! Als er gebruik wordt gemaakt van de delegatie- en/of afwijkingsregeling zoals voorzien in art. 2.2.1 §2 resp. 2.1.13 §3 van de VCRO, wordt de instemming daartoe uiterlijk op de plenaire vergadering gegeven. Het is echter aangewezen om op voorhand reeds duidelijkheid te hebben over de mogelijkheden tot delegatie en/of afwijking. De werkwijze hiervoor en/of de inhoudelijke aspecten hiervan kunnen besproken worden tijdens het vooroverleg. Een formeel standpunt van deputatie resp. provincieraad kan echter pas worden ingenomen i.k.v. de plenaire vergadering zelf. Minimaal 2 weken voorafgaand aan het overleg wordt er door de gemeente een visienota of voorontwerp-RUP bezorgd aan alle genodigden. De documenten kunnen digitaal en/of analoog ter beschikking gesteld worden, af te spreken met de dossierbehandelaar. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 4 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 2. Plan-MER en screening Doelstelling Voor elk RUP dient een milieu-afweging te gebeuren door middel van een screening en/of plan-MER. In de meeste gevallen wordt er eerst een screening gedaan waarbij wordt onderzocht of voor het RUP een plan-MER moet worden opgemaakt. In sommige gevallen is het aangewezen om onmiddellijk de procedure tot opmaak van een plan-MER te starten. De gevallen waarin er een plicht is tot opmaak van een plan-MER staan beschreven in artikel 4.2.1 t.e.m. artikel 4.2.3 van het DABM1. De raadpleging van adviserende instanties in het kader van een screening is voorzien om deze instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het studiegebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de dienst Mer, aan de initiatiefnemer over te maken. De dienst Mer kan zo een gefundeerde beslissing nemen over de plan-MER-plicht van het voorgenomen plan (zie omzendbrief LNE/2007 Milieueffectbeoordeling van plannen en programma’s van 1 december 2007). Praktisch De gemeente maakt een screeningsnota (onderzoek tot milieueffectrapportage) op. Deze nota wordt verstuurd naar de adviesverlenende instanties voor dat RUP. Het is mogelijk bij de dienst Mer een lijst op te vragen van de aan te schrijven instanties. Op basis van de adviezen wordt de screeningsnota verder afgewerkt en verstuurd naar de dienst Mer, waarna deze een beslissing neemt over de noodzaak tot opmaak van een plan-MER. We vragen om ook een digitale versie (pdf) van de screeningsnota aan het provinciebestuur over te maken. Deze versie kan ofwel op cd-rom worden opgestuurd, ofwel, in afspraak met de dossierbehandelaar van de dienst Ruimtelijke Planning, via mail. De uitspraak van de dienst Mer m.b.t. plan-MER-plicht van het plan dient gekend te zijn vóór de voorlopige vaststelling van het ontwerp-RUP. Indien er een plan-MER dient opgemaakt te worden, dient ook dit goedgekeurd te zijn vóór de voorlopige vaststelling. Het kan evenwel nuttig zijn de beslissing van de dienst Mer zowel inzake de screeningsnota als de plan-MER reeds te kennen op de plenaire vergadering. Voor verdere informatie verwijzen wij naar de website www.mervlaanderen.be of kan u contact opnemen met de dienst Mer. Zie ook de handleiding op www.vlaanderen.be/rupforum. Aandachtspunten ! De conclusies van de plan-MER-screening of, indien van toepassing, de plan-MER dienen vermeld te worden in de toelichtingsnota samen met de beslissing van de dienst Mer. Dit ten laatste op het moment van de voorlopige vaststelling van het ontwerp-RUP. ! Conform artikel 2.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient eveneens de brief met de beslissing van de dienst Mer opgenomen te worden in de toelichtingsnota van het ontwerpRUP. 1 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 5 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 3. Plenaire vergadering Doelstelling De plenaire vergadering is een overleg tussen besturen en adviesinstanties. Het is de eerste stap in de decretaal vastgelegde procedure om te komen tot een definitief vastgesteld RUP. Praktisch De gemeente neemt het initiatief om de vergadering te organiseren. De gemeente verwittigt op voorhand zowel Ruimte Vlaanderen – Afdeling Adviseren en Participeren Lokaal als de provincie van de geplande vergadering zodat een gezamenlijke datum kan afgesproken worden. Het provinciebestuur stelt een zaal in het provinciehuis ter beschikking voor de plenaire vergadering. Het college van burgemeester en schepenen stuurt het voorontwerp (toelichtingsnota, voorschriften en plannen): in 1 analoog exemplaar + digitale versie (pdf) + bestanden voor de digitale uitwisseling naar de deputatie, dienst Ruimtelijke Planning. De digitale bestanden kunnen ofwel op cd-rom worden meegestuurd, ofwel, in afspraak met de dossierbehandelaar van de dienst Ruimtelijke Planning, via mail; in 1 analoog exemplaar + digitale versie (pdf) + bestanden voor de digitale uitwisseling naar Ruimte Vlaanderen – Afdeling Adviseren en Participeren Lokaal; in 1 analoog exemplaar naar elk van de bij de plenaire vergadering te betrekken instellingen en administraties die opgenomen zijn in het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van RUP2; in 1 analoog exemplaar + digitale versie (pdf) naar het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (in het kader van de plan-MER en het ruimtelijk veiligheidsrapport). De plenaire vergadering kan volgens de VCRO ten vroegste plaatsvinden 21 dagen na het versturen van het voorontwerp. Omwille van deze zeer krappe termijn verzoekt het provinciebestuur de gemeente echter om de documenten ten minste 35 dagen voor de plenaire vergadering te bezorgen3. Art. 2.2.13 §3 van de VCRO voorziet, voor dossiers waarvan de uitnodiging voor de plenaire vergadering wordt verstuurd ná 25 april 2014, de mogelijkheid om in een gemeentelijk RUP af te wijken van de voorschriften van een provinciaal of een gewestelijk RUP. Om af te wijken van een provinciaal RUP is instemming nodig van de provincieraad. Omdat er slechts maandelijks en buiten de zomervakantie provincieraad wordt gehouden, moet de timing van het afwijkende gemeentelijk RUP hierop worden afgestemd. In dit geval neemt de gemeente vóór de organisatie van de plenaire vergadering contact op met de dossierbehandelaar van de provinciale dienst Ruimtelijke Planning (resp. Ruimte Vlaanderen – afdeling Adviseren en Participeren Lokaal) om een concrete datum af te spreken. Uiterlijk op de plenaire vergadering kunnen de adviesverlenende instanties hun advies uitbrengen. De gemeente verzorgt de verslaggeving van de plenaire vergadering en bezorgt uiterlijk 14 dagen na de vergadering het verslag, samen met een kopie van de uitgebrachte adviezen, aan alle aangeschreven adviesverlenende instanties. Deze bezorgen uiterlijk 14 dagen na ontvangst van het verslag hun eventuele opmerkingen. Ze kunnen dit enkel doen indien ze aanwezig waren op het plenair overleg. 2 Te raadplegen op www.ruimtelijkeordening.be/Default.aspx?tabid=13760. Deze termijn is noodzakelijk om een interne adviesvraag te organiseren binnen de provinciale diensten en om de deputatie voldoende tijd te geven om over het door de administratie voorbereide advies te beslissen. 3 Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 6 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 Aandachtspunten voor het (voorontwerp van) RUP ! Het RUP dient steeds ondertekend te worden door een ruimtelijk planner die is opgenomen op de lijst van de Vlaamse Regering vastgesteld op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000. ! Als er gebruik wordt gemaakt van de delegatie- en/of afwijkingsregeling zoals voorzien in art. 2.2.1 §2 resp. 2.1.13 §3 van de VCRO, wordt de instemming daartoe uiterlijk op de plenaire vergadering gegeven. Het is belangrijk dat dit wordt vermeld in de uitnodiging aan de deputatie voor de plenaire vergadering. Het is evenwel aangewezen om op voorhand reeds duidelijkheid te hebben over de mogelijkheden tot delegatie en/of afwijking. De werkwijze hiervoor en/of de inhoudelijke aspecten hiervan kunnen besproken worden tijdens het vooroverleg of in overleg met de dossierbehandelaar van de dienst Ruimtelijke Planning. ! In uitvoering van artikel 2.2.3 §2 van de VCRO dienen de voorschriften steeds te sorteren onder een categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding (wonen, bedrijvigheid, bos, …). ! Uiterlijk op de plenaire vergadering deelt de dienst Veiligheidsrapportering van LNE mee of er al dan niet een ruimtelijk veiligheidsrapport (RVR) moet worden opgemaakt. In voorkomend geval moet dit rapport worden goedgekeurd vóór de voorlopige vaststelling. ! Verkavelingen die worden opgeheven of herzien, moeten conform art. 4.6.5 §1 van de VCRO ten minste op het grafisch plan worden aangeduid. ! De VCRO voorziet dat elk RUP een overzicht dient te bevatten van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot planschade, planbaten of een bestemmingswijzigingscompensatie. ! Overeenkomstig art. 2.2.2 §1 5e lid moet een RUP een overzicht bevatten van de voorschriften die opgeheven worden. Dit betekent dat de voorschriften van de op te heffen gewestplanbestemmingen, integraal opgenomen moeten worden. Ook de voorschriften van de op te heffen verkavelingen worden best toegevoegd aan de toelichtingsnota. ! Indien er een onteigeningsplan aan het RUP is gekoppeld, dient dit onteigeningsplan de decretaal voorziene procedure mee te doorlopen vanaf de plenaire vergadering tot en met de definitieve vaststelling. Als er tot de opmaak van een onteigeningsplan wordt beslist naar aanleiding van de plenaire vergadering, dan hoeft er geen nieuwe plenaire vergadering te worden georganiseerd. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 7 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 4. Voorlopige vaststelling Doelstelling Na de verwerking van de adviezen, gegeven tijdens de plenaire vergadering, kan het RUP voorlopig vastgesteld worden door de gemeenteraad. Praktisch Na de voorlopige vaststelling van het RUP door de gemeenteraad, stuurt de gemeente het ondertekende exemplaar van ontwerp van RUP onmiddellijk op: in 1 analoog exemplaar + digitale versie (pdf) + bestanden voor de digitale uitwisseling naar de deputatie, dienst Ruimtelijke Planning. De digitale bestanden kunnen ofwel op cd-rom worden meegestuurd, ofwel, in afspraak met de dossierbehandelaar van de dienst Ruimtelijke Planning, via mail; in 1 analoog exemplaar + digitale versie (pdf) + bestanden voor de digitale uitwisseling naar Ruimte Vlaanderen – Afdeling Adviseren en Participeren Lokaal; in 1 analoog exemplaar naar de Vlaamse Regering. In de begeleidende brief wordt best de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek vermeld. ! De originele documenten van het RUP en het gemeenteraadsbesluit dienen steeds afgestempeld en ondertekend te worden door de voorzitter van de gemeenteraad, de gemeentesecretaris en de erkend ruimtelijk planner die het RUP heeft opgesteld. Alle onderdelen van het RUP4 (grafisch plan, stedenbouwkundige voorschriften, memorie van toelichting en plan bestaande toestand) worden apart afgestempeld en ondertekend. De kopieën die verstuurd worden, hebben ofwel dezelfde handtekeningen, ofwel een door een bevoegd persoon getekend voor eensluidend verklaard afschrift. Aandachtspunten voor de besluitvorming ! Als er door het RUP verkavelingen geheel of gedeeltelijk worden opgeheven, dan moet dit worden vermeld in het besluit van de gemeenteraad voor de voorlopige vaststelling (met vermelding van nummer en datum). ! Tevens moet het besluit een weergave bevatten van de verschillende procedurestappen die doorlopen werden, alsook van de verschillende wettelijk verplichte stappen die moeten nageleefd worden in het kader van de plan-MER. Het gaat om de volgende gegevens: datum van het aanschrijven van de dienst Mer; datum van het aanschrijven van de adviesinstanties + vermelden van de termijn van de terinzagelegging (= 30 dagen); datum van het opsturen van het dossier naar de dienst Mer; datum + (samenvattende) weergaven van de beslissing van de dienst Mer. ! Als het RUP bestaat uit verschillende deelplannen, wordt aangeraden om voor de deelplannen afzonderlijke besluiten op te maken. Zo wordt vermeden dat, bij aanvechting of schorsing van een deelplan, ook de andere deelplannen mee worden vernietigd of geschorst. 4 Indien een RUP bestaat uit meerdere deelplannen dienen ook de verschillende deelplannen apart afgestempeld en ondertekend te worden, tenzij de plannen gebundeld zijn. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 8 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 ! In toepassing van het decreet van 18 juli 2003, betreffende het integraal waterbeleid, moet in elk RUP een watertoets opgenomen worden. In het hieraan gekoppelde uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006, tot vaststelling van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets, staat in art. 4, §2 dat ook in “de beslissing” over dat plan een zogenaamde waterparagraaf moet opgenomen worden. Waaruit een waterparagraaf dient te bestaan, kan je lezen in het vermelde uitvoeringsbesluit of beknopt op www.watertoets.be. Hieronder een voorbeeld: “Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (en latere wijzigingen), inzonderheid artikel 8, §§1 en 2; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets (en latere wijzigingen), inzonderheid de artikelen 2 en 4; Gelet op de bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets (en latere wijzigingen) in bijlage 1 opgenomen kaarten; Overwegende dat volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid het plan onderworpen dient te worden aan de watertoets; dat het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen nadere regels vaststelt voor de toepassing van de watertoets; dat het plan werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem en aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid; dat er in het screeningsdossier een toetsing is gebeurd van het RUP “X” ten aanzien van het watersysteem; dat (motivering watertoets); dat hierdoor in alle redelijkheid kan worden geoordeeld dat het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “X” verenigbaar is met het watersysteem en geen schadelijk effect op de waterhuishouding veroorzaakt;” ! Op 1 maart 2012 is het aangepaste/gewijzigde besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid in werking getreden. Dit besluit bevat een aantal wijzigingen met betrekking tot de formulering van de waterparagraaf. ! Het advies van de waterbeheerder kan ondersteuning bieden voor het formuleren van de motivering van de watertoets. ! Indien het plan schadelijke effecten veroorzaakt op het watersysteem dient in de motivering te worden aangegeven welke maatregelen worden genomen om de schadelijke effecten te voorkomen, beperken, herstellen of te compenseren. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 9 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 5. Openbaar onderzoek Doelstelling Het RUP wordt aan een openbaar onderzoek onderworpen om iedereen toe te laten opmerkingen en/of bezwaren en/of adviezen mee te delen over het RUP. Praktisch ! Na de voorlopige vaststelling onderwerpt het college van burgemeester en schepenen het gemeentelijk RUP (samen met de plan-MER-screening en, indien van toepassing, het ruimtelijk veiligheidsrapport en het onteigeningsplan) gedurende een vaste termijn van 60 dagen aan een openbaar onderzoek. Om deze termijn te berekenen dient de eerste dag van het openbaar onderzoek (dag dat het dossier ter inzage ligt) meegeteld te worden in de termijn van 60 dagen, en moet het onderzoek eindigen exact op de 60ste dag. Enkel indien deze laatste dag een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, mag het onderzoek lopen tot aan de eerstvolgende werkdag. ! Binnen de 30 dagen na de voorlopige vaststelling wordt het openbaar onderzoek minstens aangekondigd door: aanplakking in de gemeente; een bericht in het Belgisch Staatsblad; een bericht in ten minste 3 dagbladen die in de provincie verspreid worden; een bericht op de website van de gemeente. Deze regeling blijft van kracht tot zolang de Vlaamse Regering geen nieuwe regels heeft vastgesteld. ! Ten laatste op de 30ste dag na deze aankondiging in het Belgisch Staatsblad moet het openbaar onderzoek starten en moeten alle documenten ter inzage gelegd worden. ! Alle bezwaren en adviezen moeten per beveiligde zending bezorgd worden aan de GECORO, uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek. Als de gemeente dit wenst kan er een proces-verbaal van opening en sluiting van het openbaar onderzoek worden opgemaakt. Laattijdige of verkeerd geadresseerde bezwaren zijn in principe onontvankelijk. De GECORO heeft evenwel de mogelijkheid zich de inhoud van zulke bezwaren eigen te maken in haar eigen advies, en deze zodoende eveneens te behandelen. De deputatie bezorgt aan de GECORO vóór het einde van het openbaar onderzoek een advies over de overeenstemming met het ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen (RSPA) en de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen en/of de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen in opmaak. Ruimte Vlaanderen bezorgt de GECORO binnen dezelfde termijn haar advies over de overeenstemming met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) en de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. ! De GECORO bezorgt haar gemotiveerd advies binnen 90 dagen na het einde van het openbaar onderzoek aan de gemeenteraad. Hiervoor hoeft geen aparte zitting van de gemeenteraad te worden gehouden. In dit advies van de GECORO moeten de ontvangen bezwaren en adviezen ofwel bevestigd worden met aanpassing van het RUP als gevolg, ofwel op gemotiveerde wijze weerlegd worden. In dit advies moeten de volledige adviezen (eventueel met verwijzing in bijlage) van de deputatie en Ruimte Vlaanderen opgenomen worden. Naast het behandelen van de bezwaren en adviezen, kan de GECORO ook een eigen advies uitbrengen. Het advies wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de GECORO. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 10 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 Indien de GECORO geen advies heeft uitgebracht binnen de vermelde termijn mag aan de adviesvereiste voorbij gegaan worden. In dat geval moet de gemeenteraad alle bezwaren en adviezen bespreken zoals hierboven vermeld. ! Op grond van artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000, betreffende de werking van de GECORO, dienen de vertegenwoordigers van de politieke fracties en eventuele externen de vergadering van de GECORO te verlaten wanneer de beraadslaging over het advies door de GECORO begint. Het is aangewezen dit moment op te nemen in het verslag van de vergadering. Ook wanneer een lid van de GECORO een “persoonlijk belang” heeft bij het RUP moet hij/zij de vergadering verlaten. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 11 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 6. Definitieve vaststelling Doelstelling Na de verwerking van de adviezen en bezwaren, uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek, kan het RUP definitief vastgesteld worden door de gemeenteraad. Praktisch ! De gemeenteraad stelt binnen een termijn van 180 dagen na het einde van het openbaar onderzoek het plan definitief vast. Deze termijn kan eventueel verlengd worden met 60 dagen, op voorwaarde dat het schepencollege hiervoor een gemotiveerd verzoek richt aan de gemeenteraad en deze hiermee instemt via een uitdrukkelijk gemeenteraadsbesluit. Indien het ontwerp van RUP niet definitief wordt vastgesteld binnen deze termijn, vervalt het RUP. ! Bij de definitieve vaststelling kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde RUP slechts wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op, of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen of adviezen, uitgebracht door de aangeduide overheden OF op basis van het advies van de GECORO. Er kunnen geen wijzigingen worden aangebracht die betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan of wanneer deze wijzigingen zodanig ingrijpend zijn dat er sprake is van een “essentiële wijziging”. ! De originele documenten van het RUP en het gemeenteraadsbesluit dienen steeds afgestempeld en ondertekend te worden door de voorzitter van de gemeenteraad, de gemeentesecretaris en de erkend ruimtelijk planner die het RUP heeft opgesteld. Alle onderdelen van het RUP5 (grafisch plan, stedenbouwkundige voorschriften, memorie van toelichting en plan bestaande toestand) worden apart afgestempeld en ondertekend. De kopieën die verstuurd worden, hebben ofwel dezelfde handtekeningen, ofwel een door een bevoegd persoon getekend voor eensluidend verklaard afschrift. De documenten van het RUP bevatten uitdrukkelijk de vermelding/titel “definitieve vaststelling” en niet “voorlopige vaststelling” of “openbaar onderzoek”, omdat dat andere plannen zijn. Aandachtspunten voor de besluitvorming ! De gemeenteraad moet duidelijk in het besluit vermelden of ze al dan niet het advies van de GECORO volgt. Indien niet, of slechts voor een deel, moet dit duidelijk weergegeven worden en gemotiveerd worden in het besluit. ! Het originele gemeenteraadsbesluit dient steeds ondertekend te worden door de voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris. De kopieën die verstuurd worden, hebben ofwel dezelfde handtekeningen, ofwel een door een bevoegd persoon getekend voor eensluidend verklaard afschrift. ! Als er door het RUP verkavelingen geheel of gedeeltelijk worden opgeheven, dan moet dit worden vermeld in het besluit van de gemeenteraad voor de definitieve vaststelling (met vermelding van nummer en datum). 5 Indien een RUP bestaat uit meerdere deelplannen dienen ook de verschillende deelplannen apart afgestempeld en ondertekend te worden, tenzij de plannen gebundeld zijn. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 12 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 ! Tevens moet het besluit een weergave bevatten van de verschillende procedurestappen die doorlopen werden, alsook van de verschillende wettelijk verplichte stappen die moeten nageleefd worden in het kader van de plan-MER. Het gaat om de volgende gegevens: datum van het aanschrijven van de dienst Mer; datum van het aanschrijven van de adviesinstanties + vermelden van de termijn van de terinzagelegging (= 30 dagen); datum van het opsturen van het dossier naar de dienst Mer; datum + (samenvattende) weergaven van de beslissing van de dienst Mer. ! Als het RUP bestaat uit verschillende deelplannen, wordt aangeraden om voor de deelplannen afzonderlijke besluiten op te maken. Zo wordt vermeden dat, bij aanvechting of schorsing van een deelplan, ook de andere deelplannen mee worden vernietigd of geschorst. ! In toepassing van het decreet van 18 juli 2003, betreffende het integraal waterbeleid, moet in elk RUP een watertoets opgenomen worden. In het hieraan gekoppelde uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006, tot vaststelling van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets, staat in art. 4, §2 dat ook in “de beslissing” over dat plan een zogenaamde waterparagraaf moet opgenomen worden. Waaruit een waterparagraaf dient te bestaan, kan je lezen in het vermelde uitvoeringsbesluit of beknopt op www.watertoets.be. Voor een voorbeeld hiervan, zie: 4. Voorlopige vaststelling. ! Op 1 maart 2012 is het aangepaste/gewijzigde besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid in werking getreden. Dit besluit bevat een aantal wijzigingen met betrekking tot de formulering van de waterparagraaf. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 13 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 7. Beslissing door de deputatie (uitnodiging plenaire vergadering vóór 25 april 2014) Gemeentelijke RUP’s waarvan de uitnodiging voor de plenaire vergadering werd verstuurd vóór 25 april 2014 vallen onder de oorspronkelijke goedkeuringsprocedure, zoals in dit hoofdstuk besproken. Gemeentelijke RUP’s waarvan de uitnodiging voor de plenaire vergadering werd verstuurd ná 25 april 2014 vallen onder de schorsingsprocedure. Deze wordt besproken in het volgende hoofdstuk. Na de definitieve vaststelling van het RUP door de gemeenteraad, stuurt de gemeente onmiddellijk het definitief vastgestelde gemeentelijk RUP ter goedkeuring naar de deputatie. Gelijktijdig bezorgt ze het RUP, het gemeenteraadsbesluit en het advies van de GECORO aan Ruimte Vlaanderen – Afdeling Adviseren en Participeren Lokaal. Het dossier voor de deputatie bevat: 4 analoge exemplaren van het definitief vastgestelde RUP6 (deze 4 exemplaren dienen voor elk van hun onderdelen - grafisch plan, plan bestaande toestand, stedenbouwkundige voorschriften, memorie van toelichting – enkel voor definitieve vaststelling ondertekend te zijn door de ruimtelijk planner die het heeft opgesteld en door de voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris, dan wel door de bevoegde personen indien voor eensluidend verklaarde afschriften worden opgestuurd) + 1 digitale versie (pdf) + bestanden voor de digitale uitwisseling. De digitale bestanden kunnen ofwel op cd-rom worden meegestuurd, ofwel, in afspraak met de dossierbehandelaar van de dienst Ruimtelijke Planning, via mail; het besluit van het college van burgemeester en schepenen houdende de organisatie van het openbaar onderzoek; kopie van de aankondiging van het openbaar onderzoek door aanplakking in de gemeente; kopie van de aankondiging van het openbaar onderzoek door publicatie in het Belgisch Staatsblad; kopie van de aankondiging van het openbaar onderzoek door publicatie in drie dagbladen die in de provincie verspreid worden; printscreen van de aankondiging van het openbaar onderzoek op de website van de gemeente; een kopie van de ingediende bezwaren en adviezen; het advies van de GECORO over het ontwerp van gemeentelijk RUP en de ingediende bezwaren en adviezen, ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de GECORO; het besluit van de gemeenteraad houdende de voorlopige vaststelling van het gemeentelijk RUP; het besluit van de gemeenteraad houdende de definitieve vaststelling van het gemeentelijk RUP; desgevallend het verzoek van het college van burgemeester en schepenen aan de gemeenteraad houdende de verlenging van de termijn en het besluit van de gemeenteraad hieromtrent. De termijn voor goedkeuring begint slechts te lopen wanneer de provincie in het bezit is gesteld van een volledig dossier. 6 Deze 4 exemplaren omvatten één werkexemplaar en 3 exemplaren die na goedkeuring door de provincie verspreid worden, m.n. een exemplaar voor het provinciale dossier, een exemplaar voor Ruimte Vlaanderen – Afdeling Adviseren en Participeren Lokaal en een exemplaar dat wordt teruggestuurd naar de gemeente. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 14 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 De deputatie beslist binnen 60 dagen na ontvangst van het volledige dossier. De beslissing wordt door de provincie onmiddellijk gemeld aan het gemeentebestuur en aan Ruimte Vlaanderen – Afdeling Adviseren en Participeren Lokaal. Deze laatste kan tegen de beslissing in beroep gaan. Na het verstrijken van de beroepstermijn zal de provincie het initiatief nemen tot publicatie van het goedkeuringsbesluit in het Belgisch Staatsblad. De provincie zal de betrokken gemeente informeren over de publicatie. Het gemeentelijk RUP treedt in werking 14 dagen na de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Als de deputatie nalaat binnen de termijn van 60 dagen een beslissing te nemen, kan de gemeente bij aangetekend schrijven de deputatie rappelleren binnen de 30 dagen na het verstrijken van de termijn. Indien de gemeente dit nalaat, vervalt het ontwerp van RUP. Als de deputatie geen beslissing neemt binnen 35 dagen met ingang van de dag waarop de rappelbrief ter post is afgegeven, wordt het gemeentelijk RUP geacht goedgekeurd te zijn, behalve wat het onteigeningsplan betreft. In dit laatste geval brengt de gemeente onmiddellijk Ruimte Vlaanderen – Afdeling Adviseren en Participeren Lokaal op de hoogte van het verstrijken van de termijnen. De gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar kan tegen deze stilzwijgende beslissing in beroep gaan. Indien er geen beroep werd ingesteld binnen een termijn van 30 dagen, dient de gemeente in te staan voor de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Het gemeentelijk RUP treedt in werking 14 dagen na de publicatie in het Belgisch Staatsblad. ! Indien er aan het RUP een onteigeningsplan gekoppeld is, dan wordt dit na de goedkeuring van het RUP voor goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering (Agentschap voor Binnenlands Bestuur). Beroep door de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar Tegen de beslissing van de deputatie, ook tegen een stilzwijgende beslissing, kan de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar binnen een termijn van 30 dagen beroep aantekenen bij de Vlaamse Regering. Dit kan echter slechts op basis van tegenstrijdigheden met het (ontwerp van) RSV of een (ontwerp van) gewestelijk RUP. De gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar stuurt een afschrift van het beroepsschrift onmiddellijk naar het college van burgemeester en schepenen en de deputatie. De gemeente kan binnen de 30 dagen na het instellen van het beroep elementen tot weerlegging van het beroepsschrift sturen naar de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering beslist binnen een termijn van 60 dagen over het beroep van de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar. De Vlaamse Regering brengt onmiddellijk het college van burgemeester en schepenen en de deputatie op de hoogte. Indien er geen beslissing binnen deze termijn wordt genomen, wordt het beroep geacht te zijn verworpen. Ter inzagelegging Het gemeentelijk RUP, het advies van de GECORO, het vaststellingsbesluit van de gemeenteraad en het goedkeuringsbesluit van de deputatie moeten kunnen worden ingezien in de gemeente. Het RUP dient ook te worden opgenomen in het plannenregister van de gemeente. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 15 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 8. Schorsingsprocedure (uitnodiging plenaire vergadering ná 25 april 2014) Gemeentelijke RUP’s waarvan de uitnodiging voor de plenaire vergadering werd verstuurd ná 25 april 2014 vallen onder de schorsingsprocedure, zoals in dit hoofdstuk besproken. Na de definitieve vaststelling van het RUP door de gemeenteraad, stuurt de gemeente het definitief vastgestelde gemeentelijk RUP per beveiligde zending naar de deputatie en Ruimte Vlaanderen – Afdeling en Participeren Lokaal. Het dossier voor de deputatie bevat: 1 analoog exemplaar van het definitief vastgestelde RUP (voor elk onderdeel - grafisch plan, plan bestaande toestand, stedenbouwkundige voorschriften, memorie van toelichting – enkel voor definitieve vaststelling ondertekend door de ruimtelijk planner die het heeft opgesteld en door de voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris, of door de bevoegde personen indien voor eensluidend verklaarde afschriften worden opgestuurd) + 1 digitale versie (pdf) + bestanden voor de digitale uitwisseling. De digitale bestanden kunnen ofwel op cd-rom worden meegestuurd, ofwel, in afspraak met de dossierbehandelaar van de dienst Ruimtelijke Planning, via mail; het advies van de GECORO over het ontwerp van gemeentelijk RUP en de ingediende bezwaren en adviezen, ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de GECORO; het besluit van de gemeenteraad houdende de definitieve vaststelling van het gemeentelijk RUP. De termijn voor eventuele schorsing begint slechts te lopen wanneer de provincie in het bezit is gesteld van een volledig dossier. De deputatie stelt de gemeente binnen 30 dagen na ontvangst van het volledige dossier in kennis van haar beslissing om de uitvoering van het besluit tot definitieve vaststelling al dan niet te schorsen. Ook in het geval van niet-schorsing zal de provincie dit melden aan het gemeentebestuur. De Vlaamse Regering beschikt over dezelfde mogelijkheden en termijnen om een beslissing te nemen over een eventuele schorsing. In geval van schorsing beschikt de gemeenteraad over een nieuwe termijn van 60 dagen die ingaat de dag na de verzending van het schorsingsbesluit om het RUP opnieuw definitief vast te stellen. Er kunnen bij deze nieuwe definitieve vaststelling slechts wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit het schorsingsbesluit. Als de termijn wordt overschreden vervallen het geschorste gemeenteraadsbesluit en het ontwerp-RUP. Na een eventuele nieuwe definitieve vaststelling wordt de procedure vanaf dit punt hernomen. Als het plan niet (tijdig) wordt geschorst, staat de gemeente zelf in voor publicatie van het gemeenteraadsbesluit tot definitieve vaststelling in het Belgisch Staatsblad. Dit kan per mail worden geregeld. In geval van schorsing is er geen publicatie voorzien. ! Indien er aan het RUP een onteigeningsplan gekoppeld is, dan wordt dit na het verstrijken van de schorsingstermijn voor goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering (Agentschap voor Binnenlands Bestuur). Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 16 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 Ter inzagelegging Het gemeentelijk RUP, het advies van de GECORO en het vaststellingsbesluit van de gemeenteraad moeten kunnen worden ingezien in de gemeente. Het RUP dient ook te worden opgenomen in het plannenregister van de gemeente. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 17 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 9. Richtlijn voor de uitwisseling van GIS-bestanden Alle plannen worden opgemaakt met het meest recente Grootschalig Referentiebestand (GRB) als onderlegger. Op 1 september 2010 werd een richtlijn over digitale uitwisseling van RUP’s van toepassing. Deze richtlijn kan u raadplegen op de webstek http://rwo.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?fid=107. Als er door het RUP een voorkooprecht wordt gevestigd, dan moeten de zones met voorkooprecht digitaal worden overgemaakt aan AGIV. De gemeenten zijn momenteel niet decretaal verplicht het eigen RUP in digitale vorm op te maken, maar het wordt wel ten zeerste aangeraden om redenen van efficiëntie en uitwisselbaarheid. Indien de gemeente opteert om het RUP op te maken in digitaal vectorformaat met georeferentie is ze gehouden aan deze richtlijn om de gegevens uit te wisselen. Indien een gemeentelijk RUP niet digitaal wordt opgemaakt, dient toch maximaal rekening gehouden te worden met de logica en principes van deze richtlijn opdat een efficiënte digitalisering later mogelijk zou blijven. ! Het is aangewezen deze richtlijn standaard mee op te nemen in een bestek voor een RUP. Hierbij kan men de volgende paragraaf in het bestek opnemen: “De documenten en het kaartmateriaal worden digitaal geleverd en opgesteld conform de ‘Richtlijn voor de digitale uitwisseling van ruimtelijke uitvoeringsplannen’.” De vorm waarin elk RUP digitaal wordt uitgewisseld is afhankelijk van het moment waarin de procedure zich bevindt. Omwille van de vele tussentijdse wijzigingen wordt het RUP enkel vanaf de laatste fase (besluit) in zijn volledig formaat uitgewisseld. In alle voorgaande fasen volstaat de contour en (eventueel) het rasterformaat. Op http://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Infoopmaat/Ambtenaar/Planbaten/RichtlijnPlanbaten is beschreven hoe de gegevens moeten worden ingegeven in het register voor planschade, planbaten, kapitaalschade en gebruikersschade. Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 18 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen 10. versie december 2014 Onteigeningsplannen Parallel met de opmaak van een RUP, kan een onteigeningsplan worden opgemaakt. De opmaak van deze onteigeningsplannen is geregeld in art. 2.4.3 e.v. van de VCRO. In de praktijk komt de regeling er op neer dat het onteigeningsplan voor het grootste deel dezelfde procedure doorloopt als het RUP zelf. ! Een eerste uitzondering bestaat eruit dat conform artikel 2.4.4 §1 van de VCRO de eigenaars van de gronden geheel of gedeeltelijk gelegen binnen de omtrek van het onteigeningsplan vóór de aanvang van het openbaar onderzoek bij aangetekende brief in hun woonplaats op de hoogte moeten gebracht worden van het ter inzage liggen van het ontwerp van onteigeningsplan. ! Daarnaast wordt het onteigeningsplan ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorgelegd. Nadat de deputatie het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan heeft goedgekeurd of de schorsingstermijn verstreken is, maakt de gemeente het onteigeningsplan over aan de Vlaamse Regering (Agentschap voor Binnenlands Bestuur). De Vlaamse Regering beslist over de goedkeuring van het onteigeningsplan en het verlenen van de onteigeningsmachtiging. Voor de praktische regeling wordt doorverwezen naar het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (http://binnenland.vlaanderen.be/). Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 19 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 Nuttige adressen (Adressen kunnen wijzigen) Agentschap Infrastructuur, Ferrarisgebouw - Koning Albert II-laan 20 bus 4, 1000 Brussel Agentschap Infrastructuur Antwerpen, Anna Bijnsgebouw – Lange Kievitstraat 111-113 bus 41, 2018 Antwerpen Agentschap Ondernemen, Ellipsgebouw - Koning Albert II-laan 35 bus 12, 1030 Brussel Agentschap Ondernemen Antwerpen, Lange Lozanastraat 223, 2018 Antwerpen Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Boudewijngebouw, Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, Koning Albert II-laan 20 bus 5, 1000 Brussel Agentschap voor Natuur en Bos, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel Agentschap voor Natuur en Bos Antwerpen, Anna Bijnsgebouw - Lange Kievitstraat 111-113 bus 63, 2018 Antwerpen Agentschap Wonen Antwerpen, Anna Bijnsgebouw - Lange Kievitstraat 111-113 bus 54, 2018 Antwerpen Agentschap Wonen Vlaanderen, Ferrarisgebouw - Koning Albert II-laan 20 bus 7, 1000 Brussel Belgisch Staatsblad, [email protected] BLOSO, Arenberggebouw – Arenbergstraat 5, 1000 Brussel De Scheepvaart nv, Havenstraat 44, 3500 Hasselt Departement Landbouw en Visserij, Duurzame landbouwontwikkeling Antwerpen, Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat 111-113 bus 71, 2018 Antwerpen Departement Landbouw en Visserij, Koning Albert II-laan 35 bus 40, 1030 Brussel Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Ferrarisgebouw - Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Dienst Mer, Ferrarisgebouw - Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Dienst Veiligheidsrapportering, Ferrarisgebouw - Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Ferrarisgebouw - Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel Departement Mobiliteit en Openbare Werken Antwerpen, Anna Bijnsgebouw - Lange Kievitstraat 111113 bus 41, 2018 Antwerpen Deputatie van de provincie Antwerpen, Dienst Ruimtelijke Planning, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen Dienst Integraal Waterbeleid, Provincie Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, Frankrijkstraat 85, 1060 Brussel Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen Antwerpen, Koningin Astridplein 27, 2018 Antwerpen Onroerend Erfgoed, Phoenixgebouw, Koning Albert II-laan 19 bus 5, 1210 Brussel Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 20 Handleiding gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen versie december 2014 Onroerend Erfgoed Antwerpen, Anna Bijnsgebouw - Lange Kievitstraat 111-113 bus 52, 2018 Antwerpen Ruimte Vlaanderen, Afdeling Adviseren en Participeren Lokaal, Anna Bijnsgebouw - Lange Kievitstraat 111-113 bus 52, 2018 Antwerpen Ruimte Vlaanderen, Afdeling Ruimtelijke Planning, Koning Albert II-laan 19 bus 11, 1210 Brussel Toerisme Vlaanderen, Grasmarkt 61, 1000 Brussel Vlaamse Milieumaatschappij, Hoofdbestuur, A. Van de Maelestraat 96, 9320 Aalst Vlaamse Milieumaatschappij, Koning Albert II-laan 20 bus 16, 1000 Brussel Vlaamse Milieumaatschappij Antwerpen, Anna Bijnsgebouw – Lange Kievitstraat 111-113 bus 64, 2018 Antwerpen Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn, Motstraat 20, 2800 Mechelen Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn Antwerpen, Grotehondstraat 58, 2018 Antwerpen Waterwegen en Zeekanaal nv, Oostdijk 110, 2830 Willebroek Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning 21
© Copyright 2024 ExpyDoc