Verslag raadscommissie ruimtelijke ordening en

Verslag raadscommissie
ruimtelijke ordening en monumentenzorg
zitting van 23 april 2014
Aanwezig
Carl Devlies, schepen
Herwig Beckers, voorzitter
Jaak Brepoels, Eveline Madrid, Pierre Neefs, Lothe
Ramakers, Johan Geleyns, Zeger Debyser, David Dessers;
leden
Etienne Bruggemans, Fred Debrun, Fatiha Dahmani;
plaatsvervangers
Hagen Goyvaerts; lid met raadgevende stem
Kristine Verachtert, afdelingshoofd RDB
Rita Vandersypen, secretaris
Joke Buijs, Adviseur monumentenbeleid
Muriel Degelin, Ilse Premereur; ruimtelijk planners
Verontschuldigd
Mich De Winter, Karin Brouwers, Tine Eerlingen, Thomas
Van Oppens, Sabine Bovend’Aerde, lid
De voorzitter opent de vergadering om 20u35
Goedkeuring verslag vorige vergadering
Het verslag van 19 maart wordt goedgekeurd zonder opmerkingen..
Stedenbouwkundige verordening erfgoed:
Toelichting stand van zaken door Joke Buijs op vraag van commissieleden
Vragen en bemerkingen
 Wat gebeurt er met de waardevolle panden tussen nu en 2015 (de termijn die voorzien is om een wettelijk
kader rond te krijgen)?
Sinds de aanstelling van de adviseur monumentenbeleid is er een grondige ad hoc advisering van
vergunningsaanvragen en worden er ook talrijke voorbesprekingen gedaan met eigenaars en architecten in het
sturen van het erfgoedbehoud. Dit beleid wordt voortgezet en werpt – ook al is het ad hoc –duidelijk zijn
vruchten af: er is sinds de aanstelling van de adviseur monumentenbeleid geen waardevol erfgoed meer
verloren gegaan (via beroepsprocedures bij de provincie of hoger).

Is het bij winkelpanden de bedoeling om corrigerend te gaan werken en kan er aan de panden waar een
vergunning afgeleverd is bijkomende voorwaarden opgelegd worden?
Vergunningen die reeds afgeleverd werden blijven rechtsgeldig. De verordening erfgoed zal enkel invloed
hebben op nieuwe vergunningsaanvragen.

Worden er premies gegeven aan bouwheren als er verplichtingen opgelegd worden via de verordening?
Er zal in eerste instantie geen premiestelsel gekoppeld worden aan de stedenbouwkundige verordening
erfgoed. Hier dient op lange termijn wel over nagedacht te worden.

Kan de presentatie op extranet gezet worden?
Ja.
Hoogbouwstudie
Toelichting door Muriel Degelin.
Vragen en bemerkingen
1

Graag de definitie van hoogbouw
Onder “hoogbouw” vallen in de regel alle gebouwen vanaf 25m. Dit is zo gedefinieerd in de wetgeving omtrent
brandveiligheid (zie Basisnormen KB 70/07/94 & bijlagen).

Uitleg SBO studie
Waarom SBO studie als basis?
SBO staat voor Strategisch Basis Onderzoek. SBO is een programma van het IWT met als doel bij te dragen
tot nieuwe ideeën en concepten, die de basis kunnen vormen voor een nieuwe generatie producten,
processen of diensten.
De SBO studie over het regionaal openbaar vervoer focust op 2 vragen:
 Is het mogelijk om een succesvol regionaal openbaar vervoersnetwerk binnen de sterk gefragmenteerde
ruimtelijke ordening van Vlaanderen te ontwerpen, dat op lange termijn voldoende economische, sociale
en milieuvoordelen biedt?
 Kan dit regionaal OV netwerk als hefboom dienen om op lange termijn de gesuburbaniseerde ruimtelijke
ordening van Vlaanderen te herstructureren?
BUUR onderzocht voor de regio rond Leuven de mogelijkheden van een regionaal netwerk.
De hoogbouwstudie gebruikt dit netwerk als werkhypothese omdat hoger/groter en denser bouwen uiteraard
sterk gestuurd wordt vanuit mobiliteit en (multimodale) bereikbaarheid. Op basis van deze oefening kan een
set van redeneringen bepaald worden die toelaat om bij wijzigende criteria omtrent mobiliteit logische keuzes
omtrent hoger/groter bouwen te maken.

Is er overleg met deelgemeenten in verband met deze studie bv. naar mobiliteit toe?
Regionaal overleg werd zeer recent opgestart (trekker = provincie).

Geldt dit enkel voor nieuwbouw? Wat met bv de afbraak van 3 rijhuizen om appartementen te bouwen?
De studie naar hoogbouw en schaalvergroting heeft zowel nieuwbouw als vernieuwbouw als
toepassingsgebied. Het aspect “schaalvergroting” is net betrokken in de studie om ook coherente uitspraken te
kunnen doen over “sluipende verdichting” en de projecten van iets kleinere korrel.

Is er een timing voor deze studie?
De studie wordt in de loop van de zomer opgeleverd.

Wordt er rekening gehouden met neveneffecten van hoogbouw zoals bv lichtinval?
Uiteraard. Deze effecten zijn inmiddels in ettelijke studies nauwkeurig in kaart gebracht en zullen getoetst
moeten worden in de kwaliteitsmatrix of hoogbouweffectenrapport.
Dossiers ruimtelijke ordening openbare zitting gemeenteraad:
Definitieve vaststelling RUP Martelarenlaan (herziening) door Ilse Premereur
Vragen en bemerkingen
 Hoeveel studentenkamers worden er voorzien, kan de bouwheer de mix van bevolkingsgroepen zelf kiezen
(studenten, sociaal wonen,…)?
Voor de laatste fase van de kop van Kessel-Lo werd studentenhuisvesting in het oorspronkelijk RUP
uitgesloten, met de gedeeltelijke herziening wordt dit nu wel mogelijk gemaakt (maar niet verplicht). Voor de
zone Gd (parkgebouw) is een gemengde bestemming ingeschreven: studentenhuisvesting is één van de
mogelijke bestemmingen. Indien dit gebouw volledig voor studentenkamers wordt ingezet, kunnen er 150
kamers gerealiseerd worden.

Is de stad Leuven eigenaar van de grond waarop het parkgebouw kan worden gerealiseerd?
De grond waarop het gebouw kan worden gerealiseerd, maakt deel uit van een grondruil die tussen de stad en
de NMBS zal plaats vinden. NMBS wordt op die manier volledig eigenaar van de zone Gd.

Parkeerproblemen: buurtbewoners beweren dat er veel parkeerplaatsen verloren gaan, dat er een groot tekort
is aan parkeerplaatsen, komen er in het parkgebouw ondergrondse parkeerplaatsen? Voorziet de stad
parkeerplaatsen of gaat de stad parkeergarage exploiteren?
Het klopt dat met de nieuwe aanleg van de ventweg, het aantal parkeerplaatsen langsheen de Martelarenlaan
gevoelig vermindert. In het RUP wordt daarom de mogelijkheid geboden om onder het parkgebouw een extra
aantal parkeerplaatsen te realiseren die kunnen ingezet worden voor de buurt. Ook de mogelijkheid om onder
het wijkbastion een buurtparking te realiseren, wordt ingeschreven in de voorschriften van het RUP.

Jozef Wautersstraat heeft overlast van verkeer, wat gebeurt daaraan?
2
De verkeerscirculatie en concrete inrichting van het publiek domein maken geen deel uit van (de gedeeltelijke
herziening van) het RUP. Parallel wordt wel gewerkt aan een flankerend beleid. Zo is het er het overleg
Buurtcomités Kop van Kessel-Lo waar de verkeerscirculatie in de ruimere omgeving wordt bekeken.

Is de fietsverbinding richting Abdij van Park onder de Tiensesteenweg meegenomen in de herziening van het
RUP?
Deze fietsverbinding kwam voort uit het landschapsontwerp en ligt grotendeels buiten de contour van het RUP.
De zone waar de tunnel onder de Tiensesteenweg moet komen, is aangeduid als zone voor openbare wegenis
in het RUP.

Welke bestemming wordt aan het park gegeven?
In het RUP wordt enkel de bestemming vastgelegd: park en openbare wegenis (P/OW). Binnen deze
bestemming zal de ventweg worden gerealiseerd (voor de ontsluiting van de woningen langsheen de
Martelarenlaan), maar ook de voet- en fietspaden, de groene ruimte,… De gedetailleerde inrichting is
uitgewerkt in het landschapsontwerp, maar wordt niet vastgelegd in het RUP.

Hoever staat het overleg van Schepen Devlies met de buurtbewoners en of wijkcomités?
Dit is lopend, een nieuw overleg is gepland in de tweede helft van mei.
Varia :
Een gemeenteraadslid vraagt om middenveldorganisaties te horen zodat zij hun standpunten kunnen toelichten
omtrent Hertogensite.
De voorzitter sluit de vergadering om . .u . .
3