Gemeente • Houthulst Houthulst, g 2 jg|_| Aan Ruimte Vlaanderen Koning Albert Il-laan 19 bus 12 1210 Brussel Onze refertes: L2007/I Aangetekend Uw referte: / Bijlagen: 2 Te contacteren persoon: Kris Vercooren (051/460745) Betreft: grup "Landbouwbedrijf Deprince" - advies CBS n.a.v. de plenaire vergadering Geachte heer, mevrouw In bijlage: - het advies van het CBS i.v.m. het voorontwerp van het grup "Landbouwbedrijf Deprince"; - een kopie van een metingsplan van de eigendom van de familie Deprince Neemgemst-coalaÊ^p als bijkomende informatie nodig is. Namens het c De-secmaK' Markt 1 emeester en schepenen, De burgemeester 8650 HOUTHULST telefoon 051 46 07 31 fax 051 46 07 36 www.houthulst.be Provincie West-Vlaanderen AiTondissement Diksmuide Gemeente 8650 HOUTHULST Zitting Van 30/06/2014 Aanwezig: A. Vansteenkiste: burgemeester-voorzitter E. Verbeure, G. Van Exem, J. Vandromme, T. Schotte, en G. Keirsschieter (O.C.M.W.voorzitter): schepenen J. Schacht, secretaris Betreft: Opmaak van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "Landbouwbedrijf Deprince" Het college, Gelet op de brief d.d. 16/06/2014 van de dienst Ruimte Vlaanderen van de Vlaamse Overheid waarin meegedeeld wordt dat de gemeente uitgenodigd wordt naar de plenaire vergadering over het voorontwerp van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (grup) "Landbouwbedrijf Deprince" en dat de gemeente uiterlijk tijdens deze plenaire vergadering een advies of opmerkingen kan overmaken i.v.m. dit voorontwerp; Overwegende dat dit grup tot doel heeft om de zonering van het landbouwbedrijf (met als adres Poelkapellestraat 33) aan te passen van natuurgebied naar agrarisch gebied; Gelet op het gunstige advies d.d. 10/10/2007 van het college n.a.v. een vraag van Bart Deprince voor een planologisch attest; Overwegende dat het momenteel voorliggende voorontwerp een gevolg is van het vervolgens door het Vlaams Gewest afgeleverde planologische attest; Overwegende dat er t.h.v. de Poelkapellestraat 33 al van koit na wereldoorlog I een landbouw bedrijf gevestigd is; dat het grup een unieke kans is om een fout van de hogere overheid bij de opmaak van de gewestplannen (namelijk de inldeuring van de bedrijfszetel als natuiu'gebied) recht te zetten en dat de aangevraagde bestemmingswijziging derhalve slechts billijk is; Overwegende dat het college een eerste voorontwerp van dit grup op 25/11/2009 gunstig advi seerde op voorwaarde dat de volledige, huidige bedrijfszetel (met een oppervlakte van 70 are) als agrarische zone zou afgebakend worden; Overwegende dat het kadastrale perceel waarop het "Landbouwbedrijf Deprince" ingeplant is (kadastraal gekend als Houthulst, 1° afdeling, sectie D, nummer 41h3) een oppervlalcte van 70 are heeft en dat de noordelijke grens van dit kadastrale perceel, volgens het kadasterplan 28 a 29ni ten noorden van de bedrijfswoning gesitueerd is; Overwegende dat deze gegevens van het Kadaster bevestigd worden door een opmetingsplan d.d. 30/01/2009 van de beëdigde landmeter José Vandendriesche, waaruit blijkt dat de eigendom van het Landbouwbedrijf Deprince 70 are groot is en dat de noordelijke eigendomsgrens 26m ten noorden van de woning gesitueerd is; Overwegende echter dat de weergegeven oppervlakte op het ruimtelijke uitvoeringsplan merke lijk minder dan 70 are bedraagt; dat de afstand tussen de bedrijfswoning en de noordelijke perceelsgrens van het perceel waarop het bedrijf gevestigd is slechts ongeveer 16m bedraagt en dat het plan in kwestie niet correct is; Overwegende dat het voorontwerp een groenscherm met een breedte van 8m voorziet (wat bij zonder veel is) en dat dit de uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf ernstig hypothekeert; Gelet op artikel 2.2.6. van de Vlaamse Codes inzake ruimtelijke ordening; Gelet op het gemeentedecreet; Na bespreking; BESLUIT: EENPAIUG Artikel 1 - Het eollege adviseert het voorontwerp van het grup "Landbouwbedrijf Deprince" gunstig op voorwaarde dat: - het plangebied aangepast wordt in overeenstemming met het Kadasterplan en in overeenstem ming met het plan van de beëdigde landmeter José Vandendriesche (zodat de noordelijke grens van het plangebied 26 a 28m van de bedrijfswoning gesitueerd is); - de breedte van het groenscherm aan de noordzijde van het bedrijf beperkt wordt tot 4m zodat de oprichting van een stal met een standaardbreedte van 22m mogelijk wordt (ter compensatie van het verlies aan groen mag eventueel t.h.v. de zuidelijke grens een groenscherm opgelegd worden). Artikel 2 - Dit advies zal voor 08/07/2014 per aangetekend schrijven aan het Departement "Ruimte Vlaanderen" overgemaakt worden. Artikel 3 — Het college mandateert de burgemeester Arm Vansteenkiste en Kris Vercooren (dienstverantwoordelijke leefomgeving) om een standpunt in te nemen tijdens de plenaire ver gadering. GEDAAN IN Z1TT1NG,J»LAATS EN DATUM ALS TEN HOOFDE. De burgemeester-voorzitter, (get.) Ann Vansteenkiste ïmyne Schach; Voor eensluidend afschrift: Houthulst, 01/07/2014 De burgemeester, AGP Landbouw [y en Visserij — I» -117- 20» Departement Landbouw en ViJJiien) Duurzame Landbouwontwikkelmg Ellips, 6c verdieping Koning Albert Il-laan, 35, bus 40 1030 Brussel Tel. 02 552 78 70 - Fax 02 552 78 71 [email protected] Ruimte \^aanderen Koning ^-Vlbert Il-laan 19 bus 12 1210 Brussel uw bericht van 16/06/2014 uw kenmerk 2.12/32006/101.1 vragen naar / e-mail telefoonnummer [email protected] 050 24 77 19 [email protected] 02 552 78 88 ons kenmerk 2014_035279 bijlagen datum O 7 JULI ZOU Betreft: Advies vanuit landbouwkundig standpunt betreffende het RUPV Landbouwbedrijf Deprince - vooront werp. Plenaire vergadering: 8/07/2014 Geachte, Uw adviesaanvraag over het 'RUPv Landbouwbedrijf Deprince - voorontwerp' werd vanuit landbouw kundig standpunt onderzocht en er wordt een voorlopig ongunstig advies verstrekt om de volgende redenen: Het plangebied is gelegen ten zuiden van het centrum van Houthulst en paalt aan de Poclkapellestraat. Ten oosten en zuiden van het plangebied Hgt het bos van Houthulst met militair domein, ten noorden ligt de Belgische militaire begraafplaats. Het plangebied omvat de bestaande gebouwen van het land bouwbedrijf van de familie Deprince en de gronden waarop deze gebouwen gelegen zijn. Volgens het gewestplan ligt het landbouwbedrijf in natuurgebied. Dit betekent een claim op het bedrijf omdat een uitbreiding van de bedrijfsgebouwen hierdoor niet mogelijk is. Het bedrijf is grotendeels degelijk ver gund en dateert van vóór de opmaak van het gewestplan. Het RUP wordt opgemaakt met het oog op de uitbreiding van het landbouwbedrijf. De huidige stallen voldoen niet meer aan de wensen van een modern landbouwbedrijf en zijn tc klein waardoor de dieren te dicht op elkaar zitten, Naar dierenwelzijn toe is dit niet meer aanvaardbaar. Er is een milieuvergun ning aanwezig voor het gewenste aantal dieren. Men wenst aldus het bedrijf in noordelijk richting uit te breiden met een rundveestal, Hierdoor komt het plangebied deels in het habitatrichtHjngebied 'Bossen, heiden en valleigebieden van zandig Vlaanderen: westelijk deel' (BE250004) te liggen. Met het oog op de wens tot uitbreiding van het bedrijf en de onmogelijkheid hiervan wegens de ligging in natuurgebied, werd in 2007 een planologisch attest aangevraagd. Op 6 november 2008 werd een gedeeltelijk gunstig planologisch attest afgeleverd, waarbij geoordeeld werd dat het behoud van het bedrijf aanvaard kon worden en de uitbreiding ervan onderzocht moest worden binnen de RUPprocedure. www.vlaanderen.be/landbouw Voorafgaand aan voorliggend dossier werden door de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling volgende adviezen afgeleverd: - Gunstig advies van 23/10/2007 m.b.t. het planologisch attest - Ongunstig advies van 01/12/2009 m.b.t. het eerste voorontwerp RUP. Het ongunstig advies was in hoofdzaak een gevolg van het feit dat het bedrijf niet in noordelijk richting kon uitbrei den, terwijl dit wel initieel de bedoeling was. Door het beperken van de oppervlakte van het plangebied was een optimale uitbreiden van het bedrijf niet mogelijk. De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling maakte het Verzoek tot raadpleging op en hiervoor werd op 24/09/2013 door de dienst MER de ontheffing verleend. Ook voor de Passende beoordeling, die omwille van de ligging in en nabij de speciale beschermingszone noodzakelijk was, werd een posi tief advies bekomen van ANB. De afdeling Duurzame Landbouwontwildceling heeft volgende bemerlringen op het voorontwerp RUP: Het plangebied is onvoldoende groot ingetekend en komt niet overeen met de eigendomsgrenzen van het perceel van de landbouwer. Plet gevolg is dat dat voorziene stal niet op het perceel kan opgericht worden en dat het RUP bijgevolg zijn doel mist. De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling vraagt dat het plan aangepast wordt aan de werkelijke situatie. Op het plan wordt een groenscherm met een breedte van ca. 8 m voorzien. PEerdoor wordt de bouwzone aanzienlijk beperkt. In de Passende beoordeling wordt aangegeven dat er een voldoende breed groenscherm van streekeigen bomen en struiken nodig is om als milderende maatregel te dienen voor de verzurende en vermestende depositie. De breedte die hiervoor aangegeven wordt is 3 a 5 m (zie ook pag. 25 van de toelichtingsnota). De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling vraagt dan ook de breedte van het groenscherm te beperken tot 3 m, Gelet op het voorgaand overleg, kan de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling akkoord gaan met de voorziene bestemmingen, de voorschriften ervan en de mogelijkheden die het bedrijf geboden wor den. Dit kan echter enkel indien deze mogelijkheden ook effectief uitvoerbaar zijn, wat op dit moment niet zo is. Er kan dus enkel een gunstig advies geformuleerd worden indien het plangebied uitbreidt in noordelijke richting en de volledige oppervlakte zoals opgemeten door de beëdigd landmeter wordt meegenomen binnen het plangebied en mits de breedte van het groenscherm beperkt wordt tot 3 m. Indien niet aan deze voorwaarden kan voldaan worden, formuleert de afdeling Duurzame Landbouw ontwikkeling een ongunstig advies. Hoogachtend, Johtó Verstrynge Afdelingshoofd Afdeling Duurzame Landb uwontwikkeling www.vlaanderen.be Secretariaat-generaal Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Ruimte Vlaanderen Koning Albert II laan 19 bus 12 1210 Brussel uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk RUP 14-119 vragen naar / e-mail Patrick Boel [email protected] telefoonnummer 02 553 80 43 datum 14 juli 2014 Betreft : bijlagen 1 Voorontwerp van RUP “Landbouwbedrijf Deprince” Geachte heer, mevrouw, Het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) heeft op 8 juni 2014 uw adviesvraag ontvangen over het voorontwerp van RUP Landbouwbedrijf Deprince. Dat verzoek om advies is intern verspreid bij verschillende afdelingen van LNE. Wij ontvingen volgende adviezen: Advies dienst Land en Bodembescherming van de afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen: Het betreft een gemengd landbouwbedrijf, gelegen in natuurgebied langs de Poelkapellestraat te Houthulst. De bedrijfsgebouwen bevinden zich ten westen van de bossen van Houthulst en aan de overzijde van de Poelkapellestraat bevindt zich een bebouwd zone-eigen woonlint. M.b.t. de aspecten bodembescherming en ondergrond heeft de afdeling ALBON geen fundamentele opmerkingen i.v.m. het voorontwerp van het GRUP. Bij de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur van het plangebied wordt uitgebreid het fysisch systeem (§ 5.1.1) beschreven en het bodemtype wordt omschreven als vochtig zandleem met onbepaald profiel. Een belangrijk bodemkenmerk, naast de textuur, vochtgehalte en profiel is de beschrijving van het bodemsubstraat dat hier in het plangebied een belangrijke rol speelt. Over het volledige plangebied wordt een tertiair klei-zandsubstraat vastgesteld op een geringe tot matige diepte (w…). Hierdoor ontstaat na hevige regen een stuwwatertafel op deze ondergrond met een lage waterdoorlatendheid. Deze tijdelijke hoge grondwatertafel kan eveneens afgeleid worden uit de bodemkaart met de pedologische karakteristieken, n.l. drainageklasse (.h.). Naast deze bodemgesteldheid kan ook de fysische bodemgeschiktheid voor landbouw geraadpleegd worden via de website van de Databank Ondergrond Vlaanderen (www.dov.vlaanderen.be ). De bodems van de landbouwpercelen in het plangebied zijn aldus geschikt voor grasland en akkerbouw. De dienst Milieueffectrapportagebeheer (dienst Mer) heeft de volgende opmerkingen: Indien het verplichte onderzoek tot milieueffectrapportage van het voorontwerp van RUP nog niet is opgestart/afgerond, willen we u erop wijzen dat de dienst Mer uiterlijk bij de voorlopige vaststelling van het plan een beslissing genomen moet hebben over de plan-MER-plicht van het RUP. Indien een plan-MER (of ontheffing plan-MER) van toepassing is willen we u erop wijzen dat de dienst Mer uiterlijk bij de voorlopige vaststelling van het plan een goedkeuring moet gegeven hebben over de plan-MER (of ontheffing). De milieumaatregelen (zowel plangeïntegreerde maatregelen als milderende maatregelen) die zijn opgenomen in de milieubeoordeling dienen, in zoverre dit nog niet zo is, maximaal opgenomen worden in het plan en minimaal verschoven naar het projectniveau of het flankerend beleid. Eventuele afwijkingen ervan dienen afdoende gemotiveerd te worden. We wijzen u er ook op dat, als het plan wijzigt n.a.v. de plenaire vergadering, het openbaar onderzoek of andere redenen, u er dient op toe te zien dat wijzigingen voldoende gevat zijn door de milieubeoordelingsprocedure. Indien u van mening bent dat het aangepaste plan niet (meer) voldoende gevat wordt door de milieubeoordeling, dan dient u deze aan te passen, de relevante adviesinstanties m.b.t. de aanpassing om advies te vragen en de dienst Mer een nieuwe beslissing te vragen aan de hand van het aangepaste dossier met de eventuele bijkomende adviezen en de verwerking ervan. Voor een gemeentelijk RUP dient daarbij minstens de provincie aangeschreven te worden. Voor een provinciaal RUP dienen minstens de betrokken gemeenten aangeschreven te worden. Voor een gewestlijk RUP dienen minstens de betrokken gemeenten en provincie(s) aangeschreven te worden. Het advies van de dienst Mer is gunstig, indien er wordt tegemoetgekomen aan de bovenvermelde opmerkingen. De dienst Mer verontschuldigt zich voor de plenaire vergadering. Het departement LNE beveelt sterk aan om elementen die positief zijn voor het leefmilieu en haar omgevingskwaliteit verordenend op te nemen in het plan. Ter inspiratie, zie volgende link op onze website http://www.lne.be/themas/milieueffectrapportage/extra‐informatie/links en daar gaan naar Maatregelen in functie van omgevingskwaliteit Het advies van de dienst Veiligheidsrapportering (afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid) dat u integraal als bijlage bij deze brief terug kan vinden. Het Departement LNE verontschuldigt zich voor de plenaire vergadering. Hoogachtend, Jean-Pierre Heirman Secretaris-generaal Departement LNE \ west-vlaanderen Ruimtelijke Planning de gedreven provincie Ruimte Vlaanderen Phoenixgebouw 9° verd. Koning Albert Il-laan 19, bus 12 1210 Brussel SInt-Andrles, 03 juli 2014 Betreft; Voorontwerp gewestelijk RUP Landbouwbedrijf Deprince Onze ref.: GLB/14/1512-14/15/4945 Uw ref.; Contactpersoon: Gertjan Lebrun Telefoon 050 40 35 24 Fax 050 40 33 76 e-mall: Bijlagen: - [email protected] Geachte, Conform artikel 2.2.6.§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) brengt de deputatie advies uit over voorontwerp gewestelijk RUP Landbouwbedrijf Deprince. Dit advies wordt toegelicht op de plenaire vergadering dd. 08/07/2014. Het voorwerp van advies is het volgende document : Gemeente(n) Houthulst - gewestelijk Landbouwbedrijf Deprince, voorontwerp dd. 18/06/2014, bestaande uit een plan bestaande toestand, een bestemmingsplan, stedenbouwkundige voorschriften, en toellchtingsnota. Het RUP zorgt voor een herbestemming van natuurgebied naar agrarisch gebied. Aan de hand van het RUP kan het bestaande landbouwbedrijf in beperkte mate worden uitgebreid, rekening houdend met de landschappelijke en natuurlijke waarden in de nabije omgeving. Het gewestelijk RUP wordt getoetst op de overeenstemming met het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Viaanderen en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Daarnaast wordt nagegaan of het RUP voldoet aan de juridische vormvereisten en worden er inhoudelijke aandachtspunten aangehaald op het niveau van het RUP. Juridische (vorm)vereisten Artikel 2.2.2.§1 VCRO bepaalt wat een ruimtelijk uitvoeringsplan moet bevatten. Het voorliggende gewestelijk RUP wordt getoetst aan deze juridische vereisten. Over het algemeen kan er worden gesteld dat het RUP voldoet aan de juridische vereisten. Overeenstemming met het RSV Ingevolge artikel 2.2.6.§2 VCRO worden de gewestelijke RUP's opgemaakt ter uitvoering van het RSV. Het RSV is definitief vastgesteld op 23 september 1997 en werd herzien bij besluit van 12 december 2003 en 17 december 2010. Voorliggend gewestelijk RUP geeft verder uitvoering aan de ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos zoals die in het kader van de uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voor de buitengebiedregio Kust-Poiders-Westhoek werd uitgewerkt en is één van de acties uit het operationeel uitvoeringsprogramma. Het plangebied 'Landbouwbedrijf Deprince, Houthulst' is in het afbakeningsproces voor de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Kust-Polders-Westhoek opgenomen in de deelruimte Zandieemplateau van Poperinge-Ieper binnen het actiegebied 'Omgeving Bos van www.west-vlaanderen.be Cv v.facebook.com/westvlaanderen ^ Bprovindewvl Provinciehuis Boeverbos • Koning Leopold Ill-laan 41 • B-8200 Sint-Andries • Teiefoon 050 40 31 11 • Fax 050 40 31 00 Houthulst'. De visie stelt dat voor de omgeving van het Bos van Houthulst de bestaande boscomplexen en gewenste bosuitbreidingen samen met de omgevende structuur van graslanden, bomenrijen, dreven, hagen en andere kleine landschapselementen specifieke gebieden vormen waar grondgebonden landbouwgebruik kan bestaan naast de instandhouding en versterking van de aanwezige ecologische en landschappelijke waarden. Er kan met andere woorden worden gesteld dat het RUP in overeenstemming is met het RSV. Het kan echter als een gemiste kans worden beschouwd dat men enkel de bestaande bebouwde omgeving van het landbouwbedrijf Deprince heeft opgenomen in het kader van dit RUP. Er zijn namelijk verschillende andere zonevreemde gebouwen gelegen langs de westelijke zijde van het Bos van Houthulst. Ook de nabije omgeving van het bedrijf zou kunnen opgenomen worden teneinde bepaalde garanties vast te leggen inzake de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied. Met andere woorden kan er worden gesteld dat het een gemiste kans Is een algemene visie op het Bos van Houthulst en de omgeving, waarbij er een oplossing wordt geboden voor de verschillende zonevreemde gebouwen en de nodige aandacht uitgaat naar de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied, te verankeren in een RUP. Overeenstemming met het PRS-WV Het gewestelijk RUP wordt getoetst aan het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV), goedgekeurd bij ministerieel besluit van 6 maart 2002 en het addendum op het PRS-WV, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 11 februari 2014. De omgeving van het plangebied valt binnen de Heuvel-Dzerruimte. In het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen wordt het Bos van Houthulst omschreven als een oud bosgebied met voor Vlaanderen zeldzame vegetaties In de open plekken en langs de dreven. Het Bos van Houthulst en het Vrijbos worden binnen de gewenste ruimtelijke structuur beschouwd als gaaf landschap, relictzone en ankerplaats. Daarenboven is binnen deze omgeving een habitatrlchtlijngebied aanwezig. Het Bos van Houthulst wordt aangeduid als een stimulansgebied voor kleine landschapselementen Dit zijn gebieden waar kleine landschapselementen kunnen bijdragen aan een verhoging van de landschapsecologische kwaliteiten. Bij houtige kleine landschapselementen Is het beleid erop gericht om de aanwezige kleine landschapselementen te behouden en te versterken en dit In relatie met de landschappelijke kenmerken van het gebied. Ook bij de natte kleine landschapselementen is dit het geval. Bij deze laatste categorie speelt de relatie met de waterhuishouding ook een belangrijke rol (addendum PRS-WV, p. 136). Het provinciaal ruimtelijk beleid In het kader van de ankerplaatsen stelt het volgende (addendum PRS-WV, p. 199): " Voor de ankerplaatsen is het aangewezen om alle vormen van versnippering en veranderingen of toevoegingen van storende elementen die de samenhang en de beleving van de ankerplaats verstoren tegen te gaan. Voor deze ankerplaatsen die gelegen zijn in gave landschappen moet het versterken van de relatie met de landschappelijke omgeving binnen het gave landschap bijdragen tot een kwaliteitsverhoging van de ankerpiaats en de directe omgeving. Dit wil evenwel niet zeggen dat er geen piaats is voor kwaliteitsvolle nieuwe initiatieven. Ook voor ankerplaatsen gelegen bulten de gave landschappen moet deze directe omgeving meegenomen worden. Aandacht voor vistas is een voorbeeld van een ruimtelijk beleid in dit kader." Er kan met andere woorden worden gesteld dat het ook In het kader van het PRS-WV een gemiste kans lijkt enkel het bedrijfsperceel op te nemen In de plancontour. Door de omgeving niet mee te nemen worden Immers de kleine landschapselementen In de omgeving niet meegenomen en kan er geen algemene ruimtelijke visie voor de omgeving worden verankerd. Zo is er bijvoorbeeld nog een duidelijke dreefstructuur aanwezig in de omgeving van het bedrijf. 2/4 Inhoudelijke opmerkingen en aandachtpunten op het RUP In het verdere verloop van het planningsproces Is het wenselijk dat nog met volgende opmerkingen wordt rekening gehouden: De hüiskavel moet voldoende ruim zijn om een toekomstgerichte uitbouw van het bedrijf mogelijk te maken en te behouden. Door de kavel te nipt uit te snijden, kan het bedrijf in de problemen komen om de nieuwe stal te realiseren en een economisch rendabele toekomst te verzekeren. De nieuwe stal is ook noodzakelijk omwilie van het verder verzekeren van het welzijn van het meikvee. Om maximaal rekening te houden met de vraag van Onroerend Erfgoed om de langgeveihoeve te behouden, wordt het deel van de hoeve waar nu het jongvee zit niet afgebroken. Gevolg hiervan is dat de stal slechts op één mogelijke positie binnen de huiskavel kan gebouwd worden, zijnde ten noordoosten van de hoeve, aansluitend aan de hoevegebouwen. Andere opties om de melkveestal elders te plaatsen werden afgevoerd, wegens niet haalbaar. Vandaar wordt er gesteld dat, indien de ruimere omgeving van het bedrijfsperceel niet wordt opgenomen in het RUP, het sowieso noodzakelijk is het plangebied miniem uit te breiden en de bufferstrook te voorzien op het aanpalend perceel. De landschappelijke integratie kan even goed en soms nog beter wat verder af. Bovendien is het welzijn van de dieren er gebaat bij als een buffer iets verder van de stal kan geplaatst worden, zodat voldoende verluchting In de stal mogelijk blijft. Een minieme uitbreiding van het plangebied wordt dus als noodzakelijk beschouwd, teneinde een economisch rendabele toekomst voor het bedrijf en het welzijn van het melkvee te garanderen. • Het is aanbevolen in het kader van de stedenbouwkundige voorschriften een bepaling in te schrijven teneinde de realisatie van de groenbuffer te garanderen. « Er wordt voorgesteld om in de rood gearceerde zone de bouwhoogte op te trekken tot minimaal l,5m i.p.v. lm. Een bouwhoogte van lm is namelijk te laag voor een hedendaagse sleufsilo voor de opslag van veevoeder voor een doorsnee melkveebedrijf anno 2014. De hoogte van sleufsilo's in Vlaanderen bedraagt tegenwoordig gemiddeld 2m. Om de vraag op het behoud van het zicht op de langgeveihoeve te behouden ter wille te zijn wordt voorgesteld om een bouwhoogte van minimaal l,5m mogelijk te maken. Bij aanleg van verharde oppervlakten worden in functie van een maximale infiltratie van regenwater bij voorkeur waterdoorlatende materialen op een waterdoorlatende fundering gebruikt. Het is dan ook aanbevolen dit verordenend vast te leggen In de stedenbouwkundige voorschriften. Overige opmerkingen kunnen mondeling op de plenaire vergadering worden meegedeeld. 3/4 Besluit Het voorontwerp gewestelijk RUP Landbouwbedrijf Deprince, wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd. Voorwaarden; Teneinde een economisch rendabeie toekomst voor het bedrijf en het weizijn van het melkvee te garanderen, is een minieme uitbreiding van de piancontour noodzakelijk. Met oprechte hoogachting, Namens de deputatie: De gedeputeerde, (get.) Franky De Biock Voor de provinciegriffier: De adviseur, (get.) Stephaan Barbery VOO Die Zitting deputatie, 03/07/2014 4/4
© Copyright 2024 ExpyDoc