Milieurecht en recht van de ruimtelijke ordening Milieurecht en recht van de ruimtelijke ordening Mr. J.M. Verschuuren 1 Nieuwe milieuwetgeving Op 1 maart 1993 trad de Wet milieubeheer (Wm) in werking (Stb. 1993, 59), waarmee een nieuwe fase van verdere integratie en uitbouw van de Nederlandse milieuwetgeving is aangevangen. De definitieve tekst en nummering van die delen van de wet die nu in werking zijn (de belangrijkste zijn hoofdstukken betreffende vergunningen en algemene regels en betreffende plannen en milieukwaliteitseisen) zijn te vinden in Stb. 1992, 551, met dien verstande dat een aantal foutjes, dat na publicatie in het Staatsblad was ontdekt, is hersteld in Stb. 1993, 31. Het voor de vergunningverlening essentiële Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer staat in Stb. 1993, 50. De hoeveelheid wijzigingen die met inwerking- treding van de Wm in andere wetten is aangebracht is enorm; voor de overzichtelijkheid zijn al deze wetten in hun geheel opnieuw in het Stb. geplaatst (1992, nrs. 621-633). Het gaat respectievelijk om de Mijnwet 1903, de Destructiewet, de Kew, de Aw, de Wgh, de Grondwaterwet, de Wet inzake de luchtverontreiniging, de Wvo, de Wet verontreiniging zeewater, de Wca, de Interimwet bodemsanering, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming. Ook de Wet op de economische delicten en de Woningwet zijn aangepast (Stb. 1992, 634 en 635), terwijl de Hinderwet geheel is komen te vervallen. Daarnaast moesten natuurlijk tal van amvb's worden aangepast (bijvoorbeeld de algemene regels ex art. 2a Hw), wat in één keer gebeurd is, Stb. 1993, 42. Voorwaar geen geringe operatie! Een goed commentaar bij de nieuwe wet is te vinden bij F.C.M.A. Michiels, De Wet milieubeheer, studiepockets staats- en bestuursrecht nr. 20, W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle 1992, terwijl het Milieu en Recht een themanummer aan de nieuwe wet heeft gewijd (1993/2), met negen artikelen (onder andere over de wet in het algemeen, over de hoofdstukken plannen en milieukwaliteitseisen en het hoofdstuk vergunningen en algemene regels). Zie over het handhavingsinstrumentarium in de Wm verder L. Bomhof, De uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de Wet milieubeheer; een overdenking vanuit de rechtspraktijk, in: Agr.r. 1992/2, pp. 105/134 en R.A. Iedema/P.H. van der Kok, Van Wabm naar Wet milieubeheer: karwei nog niet geklaard, in: Openbaar bestuur, maart 1992, pp. 16/21. En verder: H.J.A.M, van Geest, De (komende) Wet milieubeheer: milieubeleidsplannen, in: GSt. 6948 (1992), pp. 397/404. Het volgende grote onderdeel van de Wm-operatie is de invoeging van het hoofdstuk betreffende afvalstoffen, dat thans in vergevorderde staat van parlementaire behandeling is. Hiermee wordt tevens een algemene zorgplichtbepa-ling ingevoegd, artikel 1.1a Wm, waarvan het eerste lid luidt: 'Een ieder neemt voldoende zorg voor het milieu in acht'. Ondanks een vrij negatief advies van de Commissie voor de Toetsing van Wetgevingsprojecten in 1990 (CTW 90/6), nam de regering een amendement van de Kamerleden Willems en Schimmel over om toch een algemene zorgplichtbepaling in de Wm op te nemen, TK 1992-1993, 21246 nr. 37. De praktijk (zowel straf- als administratiefrechtelijk) blijkt beperkt uit de voeten te kunnen met dergelijke bepalingen, zie bijvoorbeeld Hof Arnhem 22 KATERN 47 2221 Milieurecht en recht van de ruimtelijke ordening april 1991, M&R 1992-106 (m.nt. Addink) en VzAR 16 september 1991, M&R 1992-120. Ook op 1 maart 1993 in werking getreden is een herziene Wet geluidhinder, die, naast de Wm-wijzigingen (waardoor de hoofdstukken betreffende recreatie-inrichtingen en inrichtingen zijn vervallen), nog op andere punten is aangepast, vooral rond de ontheffing van de voorkeur sgrenswaarde. Zo wordt overschrijding door GS van de termijn waarbinnen moet worden beslist op een verzoek voor een dergelijke ontheffing, aangemerkt als het verlenen van de ontheffing, en is de ministeriële goedkeuring afgeschaft (Stb. 1992, 348). Belangrijke amvb's die onlangs het licht zagen, zijn het Besluit opslaan in ondergrondse tanks, op grond van de Wet bodembescherming en de Wm (Stb. 1993, 46) en het Stortbesluit bodembescherming (Stb. 1993, 55), ter uitvoering van onder andere de EG-grondwaterrichtlijn, een instructie-amvb op grond van artikel 8.45 Wm (met bijbehorende Uitvoeringsregeling Stortbesluit, Stcrt. 1993, 37). Voor een compleet overzicht van nieuwe wetten, recente wetsvoorstellen, amvb's en EG-milieuwetgeving, zie H. Bierman/H. Diender/E. Langenbach/P.J.C. van de Ploeg-van Oort, Kroniek Natuur- en Milieuwetgeving 91/92, in: M&R 1993/1, pp. 24/34. 2 Jurisprudentie Zoals in Katern nr. 45 beloofd, wordt deze keer alvast een begin gemaakt met de behandeling van enige belangrijke recente jurisprudentie op het gebied van het milieurecht van de administratieve rechter. De rest, onder andere jurisprudentie die geleid heeft tot de noodwet rond ammoniakuitstoot door veehouderijen, komt in het volgende Katern aan bod. De kerncentrale in Dodewaard stond vorig jaar weer midden in de belangstelling. De uit 1968 stammende en verouderde A>w-vergunningen voor de centrale waren door de bevoegde ministers en staatssecretarissen (van EZ, VROM, Sociale Zaken en WVC) vervangen door een nieuwe vergunning, zonder dat daarbij echter de inspraakprocedure uit hoofdstuk 3 van de Wabm was gevolgd. Zoals gebruikelijk werd het niet volgen van de voorgeschreven voorbereidingsprocedure genadeloos afgestraft door de Agvb (vernietiging van de vergunning), zeker nu sinds 1968 de houding van de maatschappij tegenover kernenergie drastisch gewijzigd is, Agvb 2222 KATERN 47 29 mei 1992, M&R 1992-101 (m.nt. Nijhoff). Dat door deze uitspraak de exploitatie van de centrale slechts deels door een vergunning 'gedekt' was, was voor een milieu-organisatie aanleiding om in kort geding stillegging van de centrale te vorderen; een vordering die wordt afgewezen, Pres. Rb Arnhem 16 oktober 1992, KG 1992-372 en M&R 1992-139 (vgl. over de ontvankelijkheid van de betreffende organisatie, de Stichting Miljoenen zijn tegen, ook Pres.Rb Middelburg 27 november 1991, KG 1992-32 en M&R 1992-138, die dezelfde stichting niet ontvankelijk verklaart vanwege onvoldoende representativiteit. Beide uitspraken zijn geannoteerd door KottenhagenEdzes in M&R). Een nieuwe ontwikkeling rond de Kew is de uitspraak van de Agvb dat behalve de burgemeester ook anderen (i.c. de Vereniging Milieudefensie) een verzoek tot sluiting van een inrichting kunnen indienen; afwijzing van dit verzoek is een voor beroep vatbare beschikking. Deze benadering past geheel in de nieuwe Wet milieubeheer, Agvb 14 april 1992, M&R 1992-100 (m.nt. Nijhoff). Nieuw is verder dat de afdeling akkoord gaat met het scheiden van de oprichtingsvergunning van de vergunning voor het in werking brengen van de inrichting (art. 15 onder a Kew), mits bij de beoordeling van de eerste vergunning een ruime toets wordt gehanteerd, immers 'oprichten' omvat veel meer dan slechts het bouwen van de centrale, Agvb 17 juli 1992, AB 1992-651. Zie over het 'aloude probleem bouwen-oprichten' ook, maar dan in relatie tot de Hinderwet, VzAR 13 juni 1991, M&R 1993-7 (m.nt. Nijhoff). Een aantal uitspraken over milieu-effectrapportage is gepubliceerd in M&R 1992-96/99 (m.nt. Gilhuis), waaruit onder andere is af te leiden dat tegen de weigering op een verzoek tot spoedaanwijzing van m.e.r-plicht beroep open staat, ook al is een dergelijk besluit niet genoemd in artikel 56a Wabm (door de ruime formulering van art. 20.3 Wm zullen dergelijke problemen zich in de toekomst veel minder voordoen). De laatste uitspraak, VzAgvb 20 augustus 1991, is overigens ook gepubliceerd in GSt 6958 (1993), nr. 11 (m.nt. Uylenburg). Het stellen van algemene milieukwaliteitseisen voor grondwater bij de toelating van bestrijdingsmiddelen ingevolge artikel 3, eerste lid Bestrijdingsmiddelenwet is niet geoorloofd, dat moet gebeuren via een amvb op grond van artikel 20 Wet bodembescherming, aldus CBB 28 februari 1992, AB 1992-343 (m.nt. Van Male), Rechtsfilisofie en rechtstheorie waarmee zich weer eens wreekt dat een dergelijk amvb nog ontbreekt. Overigens kunnen voorschriften met betrekking tot de toepassing van bestrijdingsmiddelen ook in de Hinderwet-vergunning (nu dus Wm) worden opgenomen, VzAG 21 maart 1991, M&R 1992-75. KATERN 47 2223
© Copyright 2024 ExpyDoc