Download - Ars Aequi

Belastingrecht
Belastingrecht
Mr.drs. H.P.A.M. van Arendonk
Rapport-Stevens
Na de publikatie van het rapport van de Commissie-Stevens in juli 1991 heeft de regering in
de troonrede 1992 medegedeeld het eens te zijn
met de hoofdlijnen van dit rapport. Thans is
reeds bekend dat het advies van de SER negatief
zal gaan uitpakken. Het lijkt er nu al op dat ook
de politiek niet meer zo staat te trappelen om de
voorstellen in wetgeving te gaan omzetten en de
verwachting is dat in de komende Miljoenennota
1993 enige (opbrengstgevende) voorstellen uit
het rapport worden overgenomen en de rest van
het rapport tot de belastinghistorie gaat behoren.
Twee grote belastingherzieningsoperaties kort
achter elkaar is maatschappelijk niet haalbaar.
Brede Herwaardering I
Maar ook los van het rapport-Stevens gebeurt er
meer dan genoeg op fiscaal terrein. In een volgende aflevering zal ik ingaan op de Europese
ontwikkelingen. In aflevering nr. 40 heb ik uiteengezet de stand van zaken ten aanzien van
Brede Herwaardering I. Brede Herwaardering I
is ingevoerd per 1 januari 1992 (Stb. 1991, 697
en 698). Voor een uiteenzetting in hoofdlijnen
kan worden verwezen naar prof.dr. A.C. Rijkers,
Brede Herwaardering I, uitgave Fiscaal Actueel
en mr. Hamer en mr.drs. Jansen in WFR
1992/5993. Voor de overgangsproblematiek met
betrekking tot kapitaalverzekeringen met lijfrenteclausule zie Ganzeveld en bij de Leij in
Maandblad Belastingbeschouwingen mei 1992.
Man-vrouw-flrma
Sinds de Oort-wetgeving is de man-vrouw-firma
nog meer in de belangstelling gekomen. De mogelijkheid van de zogenaamde geruisloze doorschuiving ex artikel 17 Wet IB 1964 maakt de
1928 KATERN 43
Belastingrecht
overgang naar de man-vrouw-firma gemakkelijker. Duidelijk is komen vast te staan dat onder
een gedeelte van een onderneming ook is begrepen de overdracht van een evenredig deel van de
onderneming. Zie Mededeling staatssecretaris
van Financien 27 augustus 1991, V-N 1991, p.
2983. Voor het ondernemerschap van de partner
worden volgens de staatssecretaris geen zwaardere of lichtere eisen gesteld dan aan andere belastingplichtigen (V-N 1991, p. 3479). Zo is in
het geval van een maatschap tussen een advocaat
en echtgenote, waarbij de echtgenote niet tot de
goodwill was gerechtigd, geen sprake van ondernemerschap volgens Hof 's-Hertogenbosch
(FED 1992/120). Voor het vereiste van een zakelijke winstverdeling zie onder andere HR 11 december 1991, FED 1992/180. Voor dit onderwerp kan ook nog worden verwezen naar pre-advies van prof. Zwemmer voor de jaarvergadering
van de Koninklijke Notariële Broederschap en
het verslag daarvan, alsmede prof. Stevens in
WPNR 1991/6016.
Milieu en fiscaliteit
Milieu en fiscaliteit wordt een steeds actueler
thema. Het rapport van de Commissie Wolfson
over de regulerende energieheffing is verschenen
(prof. Stevens in WFR 1992/5999) en in het parlement is veel te doen geweest over de verbreding van de heffingsgrondslag van de brandstoffenheffing in het kader van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (WABM). Per 1 september 1991 is in werking getreden het initiatiefwetsvoorstel inzake vervroegde afschrijvingen
van milieu-vriendelijke investeringen (Stb. 1991,
425). Welke investeringen daarvoor in aanmerking komen staat vermeld op een zogenaamde
milieulijst. Vervolgens is er een meldingsregeling, die onder andere inhoudt dat binnen 6 weken na het aangaan van de investeringsverplichting het meldingsformulier met accountantsverklaring moet zijn ontvangen door het Bureau
VAMIL gevestigd bij de Belastingdienst te Breda. Daarnaast is er door de staatssecretaris van
Financiën een resolutie uitgevaardigd inzake de
mogelijkheden om een voorziening of een zogenaamde kostenegalisatiereserve te treffen in verband met toekomstige uitgaven voortvloeiende
uit milieuverontreiniging (Resolutie van 12 september 1991, WFR 1991, p. 1338). Zo hierover
drs. Flipsen en mr. Goes in WFR 1992/5992.
Turbovennootschappen
Met turbovennootschappen wordt bedoeld een
lege of nagenoeg lege vennootschap met een
hoog gestort aandelenkapitaal en mogelijk een
groot verliessaldo. De koper van de aandelen
van een turbovennootschap kan dan geen gebruik maken van de verliescompensatieregeling
op grond van artikel 20, lid 5 Wet vennootschapsbelasting, maar wel van het hoge gestorte
aandelenkapitaal via terugbetaling ofwel bij verkoop via de aanmerkelijk belangregeling. Vorig
jaar oordeelde het Hof 's-Gravenhage dat de
aandelenfusieregeling van artikel 40 Wet IB bij
vervreemding van de aandelen van een dergelijke vennootschap niet in aanmerking kwamen
voor de vrijstellingsregeling (zie mr.drs. P. Fortuin, WFR 1991/5981). Naar aanleiding van een
rapport inzake deze problematiek heeft de staatssecretaris van Financiën een resolutie uitgevaardigd d.d. 7 november 1991, V-N 1991, p. 3239.
Hierbij wordt voorgesteld de turboconstructie te
bestrijden op het moment dat kapitaal wordt terugbetaald of aflossing van de volwaardig geworden vordering plaatsvindt (zie mr.drs. P. Fortuin, WFR 1992/6004).
Belastingprocedure
Vorig jaar is wetsvoorstel 22164 ingediend om
het mogelijk te maken dat bij niet tijdige afdoening van een bezwaarschrift beroep mogelijk te
maken. Voorgesteld wordt dat na 1 jaar met een
verlegingsmogelijkheid belastingplichtige zonder een uitspraak toch naar de belastingkamer
van het Hof kan. Een zeer lange termijn wetende
dat in het kader van de Algemene wet bestuursrecht wordt uitgegaan van een termijn van 8 weken en er een interne richtlijn is voor de belastingdienst die ervan uitgaat dat binnen drie
maanden uitspraak dient te worden gedaan op
een bezwaarschrift. Verder wordt er in plaats van
de mogelijkheid van een kort geding overgegaan
tot de zogenaamde versnelde procedure. In
spoedeisende gevallen kan daarom verzocht
worden en als de rechter daarmede akkoord gaat
dient binnen 1 maand voor de inspecteur het vertoogschrift te worden ingediend waarna uitspraak volgt (prof. Langereis, WFR 1991/5974;
mr. Ilsink, WFR 1991/5975; mr. Kets en mr.drs.
Haas in WFR 1991/5981).
KATERN 43 1929
Informatierecht
Belastingstatuut
Op 12 november 1991 heeft de staatssecretaris
van Financiën het Belastingstatuut met toelichting gepubliceerd. Dit belastingstatuut is bedoeld
als informatiebron voor belastingplichtigen om
hun rechten tegenover de fiscus snel en duidelijk
te kunnen vernemen. De staatssecretaris dacht
met deze publikatie voldaan te hebben aan de
aan het parlement gedane toezegging. Echter er
is nogal wat kritiek verschenen op de eenzijdigheid en ontoereikendheid van dit stuk. De Tweede Kamer zal hierover nog een debat gaan houden (mr. Roben, WFR 1992/5994, dr. Reuvers,
FED 1992/24).
Letteraandelen
Onduidelijkheid bestond er omtrent de vraag of
de toevoeging van winst aan de dividendreserve
van een letteraandeel als genoten dividend moest
worden aangemerkt. Nadat in drie van de vier
Hof-uitspraken ten gunste van de fiscus was beslist was het oordeel aan de Hoge Raad. In zijn
beslissing van 30 oktober 1991, BNB 1992/26,
oordeelde de Hoge Raad dat onder voorwaarden
een toevoeging aan de dividendreserve van een
letteraandeel nog geen genieten van die winst is
(mr.drs. Van Sonderen, WFR 1992/6001 en
mr.drs. Fortuin, Maandblad Belastingbeschouwingen mei 1992).
Literatuur
— Mr.drs. H.P.A.M. van Arendonk, Inkoop van
eigen aandelen, civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke beschouwingen, Fiscale Monogra
fieën nr. 57, dissertatie verdedigd op 6 de
cember 1991 aan de Erasmus Universiteit
Rotterdam;
— mr. P.J. Wattel, Fiscale behandeling van het
wederrechtelijke, Fiscale Monografieën nr.
58, proefschrift verdedigd op 26 maart 1992
aan de Universiteit van Amsterdam;
— bijzonder nummer Maandblad Belastingbe
schouwingen wegens het 60 jarig bestaan met
een aantal artikelen over het thema Rente
(MBB november/december 1991).
1930 KATERN 43