Compenseren van een verlaging van de pensioenregeling Hoofdregel is dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig kan wijzigen. Dit geldt ook voor de pensioenovereenkomst, aangezien de pensioenovereenkomst deel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst. Het uitgangspunt is dat een wijziging van de pensioenovereenkomst in tweezijdig overleg tot stand dient te komen. Daarbij zal ook de vraag aan de orde komen of, en zo ja, hoe de werknemer dient te worden gecompenseerd voor een verslechtering van zijn pensioenregeling die voortkomt uit een verlaging van de fiscale mogelijkheden van pensioenopbouw. In de meeste pensioenovereenkomsten is bedongen dat de pensioenregeling eenzijdig gewijzigd kan worden als er sprake is van een zwaarwegend belang. Vaak wordt in de pensioenovereenkomst expliciet genoemd dat er sprake is van een zwaarwegend belang als de pensioenregeling door fiscale wetswijzigingen bovenmatig zou worden. De pensioenovereenkomst kan dan aangepast worden; echter er is geen zwaarwegend belang aanwezig voor een verlaging van de waarde van het totale arbeidsvoorwaardenpakket. Er zijn werkgevers die in de veronderstelling verkeren dat zij niets hoeven te doen. Het is een situatie waaraan weinig valt te doen. De fiscale regelgeving verplicht tot deze wijziging. Dit klopt niet helemaal. Meestal draagt de werkgever namelijk bij aan de pensioenregeling. Hij betaalt bijvoorbeeld 50% van de pensioenpremie of een vast percentage van de pensioengrondslag. Een verlaging van het opbouwpercentage betekent dan in feite dat de werkgever minder beloont. Werknemer hoeft niet akkoord te gaan met een lagere beloning. Oplossing die veel werkgevers kiezen: De pensioenpremie die werkgever minder gaat betalen wordt ter compensatie van het pensioenverlies uitgekeerd aan de werknemer (vrijvallende werkgeversdeel omdat er voor de werknemer minder pensioen wordt opgebouwd) .  Voor de werkgever is dit een kostenneutrale oplossing. Zie ook: ABP: http://www.abp.nl/over-abp/nieuwe-pensioenregeling/2015/veelgestelde-vragen.asp Wat houdt de aftopping in? De aftopping houdt in dat u vanaf 1-1-2015 over inkomen boven € 100.000 via uw ABP-regeling geen pensioen meer opbouwt. Momenteel overleggen de sociale partners over de mogelijkheden van een aanvullende netto-pensioen-regeling. Pensioenfonds Zorg en Welzijn: https://www.pfzw.nl/actueel/nieuwe-pensioenregeling/Paginas/Veelgestelde-vragen-overwat-er-later-verandert.aspx Boven een fulltime salaris van € 100.000,- kan geen pensioen meer worden opgebouwd in de collectieve regeling. Met name het verzekerde partnerpensioen kan vanaf 1 januari 2015 ineens fors lager uitvallen. Het bestuur van PFZW onderzoekt of het hiervoor een aanvullend pensioenproduct kan aanbieden. PME: http://mijnnieuwepensioen.metalektropensioen.nl/wp-content/uploads/2014/12/20141125-Vragen-en-antwoordenwerkgevers-nieuwe-regeling-def-5-dec.pdf Werkgevers die hun medewerkers met een salaris boven een ton willen compenseren voor het gemis aan pensioenopbouw, kunnen er voor kiezen ook het vrijvallende werkgeversdeel van de premie, al dan niet gedeeltelijk, in te zetten voor zo’n aanvullende netto-regeling.