NIEUW ONTSLAGRECHT: WET WERK EN ZEKERHEID OP 10 JUNI 2014 IS DE WET WERK EN ZEKERHEID (HIERNA: WWZ) AANGENOMEN DOOR DE EERSTE KAMER. DEZE WET WIJZIGT, KORT GEZEGD, HET ONTSLAGRECHT, FLEXIBELE ARBEIDSRELATIES EN EEN AANTAL ONDERDELEN VAN DE WERKLOOSHEIDSWET (WW). In eerste instantie was het de bedoeling dat de eerste wijzigingen per 1 juli 2014 in werking zouden treden. Na de stemming in de Eerste Kamer heeft Minister Asscher echter toegezegd dat de eerste wijzigingen pas vanaf 1 januari 2015 in werking zullen treden. Om wegwijs te worden in wat er nu wanneer gaat veranderen en wat de gevolgen daarvan zijn, hebben wij een overzicht gemaakt van de belangrijkste wijzigingen door de WWZ ten opzichte van de huidige situatie. PROEFTIJD De WWZ voorziet in een aanpassing van de huidige proeftijdregeling. Nu is het zo dat bij het aangaan van een tijdelijk contract van minder dan twee jaar een proeftijd van één maand kan worden overeengekomen. Bij het aangaan van een tijdelijk contract van twee jaar of langer kan een proeftijd van twee maanden worden overeengekomen. De WWZ regelt dat in tijdelijke contracten met een duur van zes maanden of minder geen proeftijd kan worden opgenomen. Als er sprake is van een arbeidsovereenkomst die langer duurt dan zes maanden maar korter dan twee jaar, dan mag een proeftijd van maximaal één maand worden afgesproken. In de nieuwe situatie zal de werkgever dus een keuze moeten maken tussen een tijdelijk contract langer dan zes maanden met een proeftijd, of een tijdelijk contract voor maximaal zes maanden zonder een proeftijd. De wijziging is van toepassing op arbeidsovereenkomsten die op of na de datum van inwerkingtreding zijn aangegaan. INGANGSDATUM 1 JANUARI 2015 Ook de mogelijkheden voor het overeenkomen van een concurrentiebeding worden beperkt. Op dit moment is het zo dat een concurrentiebeding zowel in een contract voor bepaalde tijd als in een contract voor onbepaalde tijd kan worden opgenomen. Dit gaat veranderen. In een bepaalde tijd contract kan alleen nog een concurrentiebeding worden opgenomen als het beding noodzakelijk is wegens zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Deze noodzakelijkheid moet blijken uit een bij het concurrentiebeding opgenomen schriftelijke motivering van de werkgever. De rechter kan het beding vernietigen als hij van mening is dat de motivering van de noodzaak onvoldoende is onderbouwd. Hier zal waarschijnlijk meer over geprocedeerd gaan worden. De wijziging is van toepassing op arbeidsovereenkomsten die op of na de datum van inwerkingtreding zijn aangegaan. INGANGSDATUM 1 JANUARI 2015 AANZEGPLICHT De WWZ introduceert een nieuwe verplichting voor werkgevers in de vorm van een schriftelijke informatieplicht bij tijdelijke contracten van zes maanden of langer. Een werkgever moet uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, de werknemer schriftelijk informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Als sprake is van een voortzetting van de arbeidsovereenkomst moet de werkgever aangeven onder welke voorwaarden dit gebeurt. De aanzegtermijn geldt dus ook in de situatie dat de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet. Als de werkgever deze verplichting niet nakomt, is hij aan de werknemer een vergoeding verschuldigd van één maandsalaris. Als de werkgever de verplichting wel nakomt, maar niet op tijd, is hij aan de werknemer een vergoeding naar rato verschuldigd. De maatregel geldt voor alle arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, behalve als deze zijn aangegaan voor de ingangsdatum en uiterlijk een maand na de inwerkingtreding eindigen. INGANGSDATUM 1 JANUARI 2015 ZWOLLE | APELDOORN | HEERENVEEN | ASSEN | GRONINGEN WWW.DOMMERHOLT.NL 01 NIEUW ONTSLAGRECHT: WETSVOORSTEL WERK EN ZEKERHEID CONCURRENTIEBEDING AANPASSING ONTSLAGSTELSEL Op dit moment kan de werkgever kiezen – ongeacht de reden voor het ontslag - om de ‘UWV-route’ of de ‘ontbindingsroute’ via de kantonrechter te volgen. Hoger beroep en cassatie tegen de uitspraak van de kantonrechter is niet mogelijk. Die twee routes blijven, maar er is straks dwingend voorgeschreven welke route gevolgd moet worden. De werkgever kan niet meer zelf kiezen welke ontslagroute wenselijk is. Een ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen of na twee jaar arbeidsongeschiktheid moet via een procedure bij het UWV plaatsvinden. De procedure bij de kantonrechter is straks uitsluitend bedoeld voor een beëindiging om “persoonlijke redenen”. De beslissing van het UWV kan worden voorgelegd aan de kantonrechter. De hele duur van de ontslagprocedure kan worden afgetrokken van de opzegtermijn, zolang minimaal een maand opzegtermijn resteert. Ook de kantonrechter houdt bij de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rekening met de opzegtermijn en verrekent de proceduretijd. Tegen uitspraken van de kantonrechter kan hoger beroep en cassatie worden ingesteld. Dit geldt ook voor de ontbindingsprocedure; dat is nu nog niet het geval. Door deze beroepsmogelijkheden kan het lang duren voordat partijen weten waar zij aan toe zijn, omdat de kans op meer en lange procedures over de geldigheid van ontslag toeneemt. INGANGSDATUM 1 JULI 2015 VASTSTELLINGSOVEREENKOMST Ieder beding waarbij dit recht wordt uitgesloten, is nietig. De werkgever moet de werknemer bovendien schriftelijk wijzen op de bedenktijd. Als de werkgever dit nalaat, dan wordt de bedenktijd verlengd tot drie weken. Komt de werknemer terug van een eerder akkoord en wordt daarna binnen zes maanden een nieuwe vaststellingsovereenkomst gesloten, dan geldt geen bedenktijd. INGANGSDATUM 1 JULI 2015 TRANSITIEVERGOEDING De werknemer met een dienstverband van minimaal twee jaar heeft recht op een transitievergoeding bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever of bij niet-verlenging van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Een vergoeding is ook verschuldigd als de werknemer het contract zelf beëindigt en er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De vergoeding bedraagt een zesde maandsalaris per zes maanden voor de eerste tien dienstjaren en een kwart maandsalaris voor elke zes maanden daaropvolgend met een maximum van € 75.000,- bruto. Voor inkomens boven € 75.000 bruto per jaar is de vergoeding gemaximeerd tot één bruto jaarsalaris. Er is een mogelijkheid tot verrekening van scholingskosten. Tot 1 januari 2020 geldt er een overbruggingsregeling voor kleine MKB werkgevers en oudere werknemers. De ontslagvergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst lijkt ten opzichte van de huidige praktijk lager uit te vallen. Er is meer duidelijkheid van te voren over de uitkomst en de hoogte van de vergoeding. Er is echter ook een aantal afwijkingsmogelijkheden wat het nieuwe systeem van vergoedingen weer complexer maakt. Zo is de transitievergoeding niet verschuldigd bij ernstige verwijtbaarheid van de werknemer. Bij ernstige verwijtbaarheid van de werkgever kan de werknemer aanspraak maken op een aanvullende vergoeding. Die aanvullende vergoeding is niet gemaximeerd en kan worden toegekend door de rechter. De rechter kan ook een vergoeding naar billijkheid toekennen als de werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding. INGANGSDATUM 1 JULI 2015 ZWOLLE | APELDOORN | HEERENVEEN | ASSEN | GRONINGEN WWW.DOMMERHOLT.NL 02 NIEUW ONTSLAGRECHT: WETSVOORSTEL WERK EN ZEKERHEID Naast de hierboven genoemde ontslagroutes blijft het mogelijk om in onderling overleg een arbeidsovereenkomst te beëindigen door een vaststellingsovereenkomst te sluiten. Nieuw is dat de werknemer twee weken wettelijke bedenktijd krijgt vanaf de datum waarop de overeenkomst tot stand is gekomen. Binnen deze termijn kan de werknemer –zelfs zonder opgave van reden- zijn instemming schriftelijk herroepen. Dit heeft tot gevolg dat de werkgever in ieder geval veertien dagen in onzekerheid verkeert of de gemaakte afspraken in stand blijven. WETTELIJKE SCHOLINGSPLICHT In de WWZ wordt een scholingsplicht voor werkgevers geïntroduceerd. Het huidige arbeidsrecht kent een dergelijke verplichting voor werkgevers niet. Concreet verwacht de wetgever straks van de werkgever dat zij haar werknemers in staat stelt scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie. Voor zover dat redelijkerwijs van de werkgever kan worden verwacht, moet hij de werknemer ook in staat stellen scholing te volgen die noodzakelijk is voor het voortzetten van de arbeidsovereenkomst als de functie van de werknemer komt te vervallen of hij niet langer in staat is deze te vervullen. Waar de grens ligt van het redelijke zal van de financiële en organisatorische situatie van elke individuele werkgever afhangen. Bepaalde scholingskosten kunnen, wanneer aan nog te formuleren voorwaarden wordt voldaan, van de verschuldigde transitievergoeding worden afgetrokken bij beëindiging van het dienstverband. Daarnaast mag een werknemer niet wegens disfunctioneren worden ontslagen als de ongeschiktheid het gevolg is van het niet-naleven van de scholingsplicht. Ook bij een eventuele herplaatsing moet de mogelijkheid van scholing worden onderzocht. De vraag of de werkgever aan de wettelijke scholingsplicht heeft voldaan zal waarschijnlijk veel discussie gaan opleveren. INGANGSDATUM 1 JULI 2015 KETENREGELING INGANGSDATUM 1 JULI 2015 WERKLOOSHEIDSWET Op dit moment wordt met elk gewerkt jaar één maand WW opgebouwd. Met de eerste tien jaar arbeidsverleden wordt straks één maand WW per jaar opgebouwd. Voor elk daaropvolgend jaar arbeidsverleden wordt een halve maand WW opgebouwd. De maximale WW-duur wordt 24 maanden. Sociale partners kunnen op cao niveau een aanvulling van 14 maanden WW introduceren. Na zes maanden wordt alle arbeid als passend aangemerkt. INGANGSDATUM 1 JULI 2016 AANDACHTSPUNTEN OP KORTE TERMIJN Een aantal wijzigingen wordt al op korte termijn ingevoerd, namelijk per 1 januari 2015: • bij een contract voor bepaalde tijd van zes maanden of korter mag geen proeftijd worden opgenomen; • een concurrentiebeding in een contract voor bepaalde tijd mag alleen nog als de noodzakelijkheid van dit beding schriftelijk is gemotiveerd door de werkgever; • wanneer de werkgever een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege wil laten eindigen, dient de werkgever een maand voor de einddatum schriftelijk aan te geven of de arbeidsovereenkomst al dan niet wordt verlengd en zo ja, onder welke voorwaarden. Laat u zich tijdig informeren over de gevolgen van de WWZ voor uw situatie en pas uw arbeidsovereenkomsten hierop aan. Wij denken graag met u mee. Belt u gerust vrijblijvend voor overleg en advies met een van onze arbeidsrechtspecialisten. ZWOLLE | APELDOORN | HEERENVEEN | ASSEN | GRONINGEN | 038 - 4272020 055 - 5262020 0513 - 433433 0592 - 730300 050 - 7210620 WWW.DOMMERHOLT.NL 03 NIEUW ONTSLAGRECHT: WETSVOORSTEL WERK EN ZEKERHEID Op dit moment is het zo dat bij opeenvolgende tijdelijke contracten na drie jaar of bij het vierde contract automatisch een contract voor onbepaalde tijd ontstaat. Na een onderbreking van drie maanden ontstaat een nieuwe keten. De WWZ regelt dat bij opeenvolgende tijdelijke contracten voortaan al na twee jaar (of bij het vierde contract automatisch, dit wijzigt niet) een contract voor onbepaalde tijd ontstaat. Bovendien ontstaat pas een nieuwe keten na een onderbreking van zes maanden. Hiermee beoogt de wetgever werkgevers sneller een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te laten aangaan met hun werknemers. Of dit ook de praktijk zal worden is de vraag. De wijziging is alleen van toepassing op arbeidsovereenkomsten die op of na de datum van inwerkingtreding zijn aangegaan. De nieuwe onderbrekingsregel van zes maanden geldt wel direct vanaf de ingangsdatum.
© Copyright 2024 ExpyDoc