De onderwijsvakbonden zijn niet akkoord met het ‘voorontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015’ omwille van volgende redenen: 1. De keuze van de Vlaamse Regering om mordicus in 2015 een begroting in evenwicht te willen hebben, is volgens de onderwijsvakbonden fout. Vlaanderen zou beter geluisterd hebben naar Paul De Grauwe. Een begrotingsevenwicht is volgens hem een fetisjisme van jewelste. Er zijn momenten waarop je beter investeert: in onderwijs, in een beter openbaar vervoer, in alternatieve energiebronnen om stroomstoringen te voorkomen, in goede wegen… Hij verwijst naar bedrijven: ‘Als bedrijven investeringen zouden doen zonder schulden te maken, zaten we nu nog in de middeleeuwen’. Bovendien, zo stelt hij, is het waanzinnig om nu niet te investeren gelet op de extreem lage rente. De keuzes die de Vlaamse Regering gemaakt heeft, hebben bovendien tot gevolg dat de gezinnen zullen betalen. De bedrijven en de hoge vermogens worden ontzien. 2. De onderwijsvakbonden kunnen alleen akte nemen van de verdeelsleutel die de Vlaamse Regering heeft gehanteerd om de besparingen op het onderwijs te spreiden over de verschillende onderwijsniveaus. De Vlaamse Regering is er tijdens de onderhandelingen niet in geslaagd ernstige argumenten te geven voor deze verdeelsleutel, behalve dan de reden dat ze het basisonderwijs wilde ontzien op basis van de geobjectiveerde onderfinanciering zoals aangetoond door het rapport van het Rekenhof en wetenschappelijke onderzoeken. Bij haar besparingsdrift heeft de Vlaamse Regering zich in grote mate gedragen als een boekhouder die alleen nog maar cijfers ziet. 3. Dit ontwerp van decreet maakt pijnlijk duidelijk, maar dan alleen nog maar gedeeltelijk, hoe Vlaanderen bespaart op onderwijs: door dit decreet vooral op werkingsmiddelen, door later nog te nemen maatregelen ook op personeel. Als de verdere plannen van de regering doorgang vinden, staan in het secundair onderwijs, het hoger onderwijs, het deeltijds kunstonderwijs, het volwassenenonderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding meer dan 2 500 betrekkingen op de helling. In andere beleidsdomeinen kan men misschien de tering naar de nering zetten, taken afstoten of sponsors zoeken. In het onderwijs is de boodschap: meer werk met minder middelen en met minder personeel. Is dat de vertaling van volgende zin in het regeerakkoord: ‘We kiezen uitdrukkelijk voor mensen. We zetten … leraren … opnieuw centraal. In hen willen we investeren.’? De onderwijsvakbonden vragen dat er in het onderwijs een kerntakendebat wordt georganiseerd. Welke taken hebben scholen en centra en welke taken niet? Men kan de werkingsmiddelen van de scholen en centra en een vermindering van het personeelskorps niet doorvoeren zonder ook de kerntaken duidelijk af te bakenen of minstens te zeggen welke taken niet meer moeten uitgeoefend worden. 4. Minister Crevits verklaarde in De Standaard op 30 augustus: ‘Deze besparingen moeten we doen, zoniet kunnen we niet investeren. En investeringen zijn hard nodig, om het onderwijs te verbeteren. Maar vooral in de scholenbouw. Dat is onze eerste prioriteit. Deze regering trekt er een half miljard euro extra voor uit.’ De uitspraak van minister Crevits is duidelijk. Deze besparingsronde in het onderwijs is niet nodig omdat onderwijs boven zijn stand leeft, maar om te kunnen investeren: in de scholenbouw, in de sector welzijn en in de economie. Investeringen in de scholenbouw zijn nodig, maar alleen daarin investeren is erg kortzichtig. Minder werkingsmiddelen kunnen een effect hebben op het pedagogisch comfort van de leraren. Minder personeel heeft een impact op de werkomstandigheden van de overblijvende personeelsleden. De Vlaamse regering zal bovendien rekening moeten houden met de plannen van de federale regering die sterk ingrijpen op de arbeidsvoorwaarden en de loopbaan van het onderwijzend personeel. Ook de niet-aanpassing van de financiering van het hoger onderwijs aan het stijgend aantal studenten zal de kwaliteit van het hoger onderwijs in het gedrang brengen. 5. Structurele besparingen bieden geen oplossing voor structurele problemen: de onderfinanciering van de hogescholen, het gebrek aan aanvangsbegeleiding, de opleiding en de professionalisering van leraren, het bestaande gebrek aan voldoende omkadering… Deze besparingen bieden alleen maar een gedeeltelijke oplossing voor het lerarentekort. 6. Vlaanderen heeft nood aan heel goed opgeleide mensen. Als Vlaanderen op onderwijs beknibbelt, zal dat effect hebben op langere termijn. Men moet trouwens niet goed zien om dat nu al op te merken. Maar zoals altijd zal het weer de schuld zijn van het onderwijs als een of ander gesubsidieerd rapport binnenkort die dalende kwaliteit nogmaals zichtbaar maakt. Deze besparingen zullen op langere termijn meer zullen kosten dan ze opbrengen. 7. In de septemberverklaring verklaarde de minister-president dat we de totale besparingsinspanning moeten leveren omwille van drie redenen: de saneringsbijdrage van de zesde staatshervorming, het bijstellen naar beneden toe van de groeiverwachtingen en de gewijzigde houding van Eurostat ten opzichte van een aantal alternatief gefinancierde initiatieven (zoals bijvoorbeeld de Scholen van Morgen). We veronderstellen dat deze verklaring gedragen is door de voltallige Vlaamse Regering. Maar dat betekent dan ook dat Vlaanderen - en dus ook onderwijs - minstens ten dele besparingen moet ondergaan omwille van verkeerde inschattingen in het verleden van de politieke overheid. Bovendien zegt Eurostat niet dat Vlaanderen verplicht wordt om een begroting in evenwicht in te dienen.
© Copyright 2024 ExpyDoc