Brandpunt03_strijdpunt

strijdpunt Jos van der hoeven
De Vlaamse Regering onder voogdij?
Het federaal regeerakkoord stelt dat er in 2015 een indexsprong komt om onder andere de
loonhandicap met de buurlanden weg te werken. Het kondigt ook maatregelen rond de
loopbaanonderbreking aan. Dat de federale regering haar bevoegdheden overschrijdt, deert de
Vlaamse Regering blijkbaar niet. Omdat het haar goed uitkomt?
De reden waarom dat de federale regering
een indexsprong afkondigt - de loonhandicap met de buurlanden wegwerken - gaat
niet op voor het Vlaamse onderwijs. Maar
er is meer: de federale regering is zelfs niet
bevoegd om over deze indexsprong te beslissen voor het onderwijspersoneel. Net
zomin is ze nog bevoegd om maatregelen
te nemen over de loopbaanonderbreking.
Dit zijn bevoegdheden van de Vlaamse
Regering en zolang die hierover geen beslissingen neemt, moeten de lonen van het
Vlaams onderwijspersoneel geïndexeerd
worden en blijft de reglementering over de
loopbaanonderbreking ongewijzigd.
De Grondwet
De Grondwet is duidelijk: de Vlaamse Gemeenschap is bevoegd voor alle facetten
van het onderwijs, behalve voor de bepaling van het begin en het einde van de leerplicht, de minimale voorwaarden voor het
uitreiken van diploma’s en de pensioenregeling. Het Grondwettelijk Hof heeft al in
2005 geoordeeld dat de bevoegdheden
van de federale overheid strikt geïnterpreteerd moeten worden.1 De loonvorming
van het Vlaams onderwijspersoneel behoort dus niet tot de bevoegdheid van de
federale regering.
Voor de loopbaanonderbreking is het nog
duidelijker. De bijzondere wet met betrekking tot de zesde staatshervorming
stelt immers dat de federale bepalingen
rond de voorwaarden, het bedrag en de
betaling van de vergoedingen voor loopbaanonderbreking van toepassing zijn op
de gemeenschappen en gewesten totdat
die deze bepalingen vervangen of opheffen. Vlaanderen heeft dus de bevoegdheid om deze bepalingen te wijzigen of te
vervangen.
De ‘inspanning’ die de
Vlaamse Regering van
het onderwijspersoneel
vraagt, wordt al
ruimschoots bereikt door
de niet-indexering van
de lonen.
De Vlaamse Regering
doet of haar neus bloedt
De Vlaamse Regering gaat ervan uit dat
de niet-indexering van de onderwijslonen
een feit is.2 Voor COC is dat absoluut niet
zo. Maar als de Vlaamse Regering dit toch
als een verworvenheid blijft beschouwen,
dan is COC van oordeel dat de Vlaamse Regering geen bijkomende besparingsmaatregelen mag doorvoeren op de loonmassa
van het Vlaams onderwijspersoneel. Integendeel. De ‘inspanning’ die de Vlaamse
Regering van het onderwijspersoneel
vraagt, wordt dan al ruimschoots bereikt
door de niet-indexering van de lonen.
Vlaanderen heeft in haar begroting 200
miljoen voorzien voor deze indexering. Nu
dat geld daarvoor niet moet gebruikt worden, kan het bestaand personeelsbestand
in stand gehouden worden. De rest (want
de niet-indexering van de lonen brengt
veel meer op dan de gevraagde besparing
op de loonmassa) moet gebruikt worden
voor bijkomende tewerkstelling. Minister
Crevits kan dan aan haar partijgenoot Kris
Peeters zeggen dat zij al gedaan heeft waar
hij op federaal niveau alleen nog maar over
spreekt: alles inzetten op het behoud van
werkgelegenheid en het creëren van nieuwe jobs.
Inzake loopbaanonderbreking doet zich
hetzelfde voor. Het federaal regeerakkoord
bevat hallucinante maatregelen rond het
pensioen van het onderwijspersoneel.3
Langer werken is de boodschap, maar de
mogelijkheden om dat werk werkbaar te
houden, worden verminderd. Het is de bevoegdheid van de Vlaamse Regering om
uit te maken wat er zal gebeuren met de
landingsbanen en andere mogelijkheden
voor loopbaanonderbreking. Het is dus de
hoogste tijd dat de Vlaamse Regering haar
klauwen toont.
Vlaamse mop
Minister Crevits wil het onderwijsberoep
aantrekkelijker maken. Het federaal regeerakkoord - ook goedgekeurd door minister
Crevits zelf - maakt van deze wens nu een
Vlaamse mop. De ingrepen in de pensioenwetgeving, maar ook andere maatregelen
in het federaal regeerakkoord, tasten het
statuut van het onderwijspersoneel zo
hard aan dat gemotiveerde en bekwame
jongeren nog meer dan vroeger zullen
kiezen voor een loopbaan buiten het onderwijs. Het is hallucinant om te moeten
vaststellen dat Vlaamse parlements- en regeringsleden het federaal regeerakkoord
met oorverdovend applaus goedgekeurd
hebben, zelfs als dit haaks staat op bepalingen van het Vlaams regeerakkoord.
1Arrest nummer 154/2005 van 20 oktober 2005: ‘De gemeenschappen hebben de volheid van bevoegdheid tot het
regelen van het onderwijs in de ruimste zin van het woord, behalve voor de drie in die grondwetsbepaling vermelde uitzonderingen, die strikt dienen te worden geïnterpreteerd.’
2Antwoord van minister Turtelboom op de actuele vraag van de heer Peter Van Rompuy over de impact van het
federale regeerakkoord op de Vlaamse begroting 2015, Plenaire vergadering Vlaams Parlement 15 oktober 2014
3 Zie hiervoor het artikel ‘Het federaal regeerakkoord: niets doen is geen optie’ op pagina 4
Brandpunt | november 2014
3