Bij gelijke geschiktheid geven we de voorkeur aan

'Bij gelijke geschiktheid geven we de voorkeur aan …….'
“Gezien de samenstelling van ons team gaat, bij gelijke geschiktheid, onze voorkeur uit naar een
man.” Een dergelijke zin zou de rechtbank Den Haag wel in de advertentie willen zetten. Een kleine
60 % van de rechters in de rechtbank Den Haag is vrouw en bij de rechters tot 40 jaar is dat percentage
zelfs 75 %, zo bleek deze maand. Landelijk geldt ongeveer hetzelfde. Net als in het onderwijs lijkt ook
in de rechtspraak, de vrouw meer en meer oververtegenwoordigd. Is die feminisering in de rechtspraak
een probleem?
Het is verleidelijk om dan aan te komen met die man die in een vechtsscheiding verwikkeld is geraakt,
de rechtszaal in komt en daar links of rechts van hem, zijn vrouw met een vrouwelijke advocaat
aantreft en tegenover zich drie vrouwelijke rechters bijgestaan door een vrouwelijke griffier.
Terecht of niet, maar die man voelt zich bij voorbaat op achterstand gezet. Volgens de Raad voor de
Rechtspraak zou er geen aanleiding zijn te veronderstellen dat vrouwen anders vonnissen dan mannen.
De bekende strafpleiter Gerard Spong concludeert uit Amerikaans rechts-psychologisch onderzoek dat
vrouwelijke rechters wel degelijk anders oordelen dan mannen. De filosoof Maxim Februari schreef in
zijn column in het NRC over deze kwestie; “Stel ze (= de vrouwelijke rechters, edv) oordelen anders.
Hebben ze dan niet gewoon gelijk? En moet je er dus meer aanstellen? Of ongelijk. En wil je er dus
minder?“
Kortom net als in het onderwijs zijn ze er ook in de rechtspraak nog niet uit of het nu een probleem is
of niet, die oververtegenwoordiging van vrouwen. Weliswaar gaan in het onderwijs de jongens het
steeds slechter doen, maar dat hoeft niet aan de verjuffing te liggen, de meisjes zijn misschien aan een
inhaalslag bezig en ook voor de feminisering in het onderwijs vertoonden jongens al meer en vaker
probleemgedrag dan meisjes.
Eén probleem kwam ieder geval wel aan het licht, die advertentietekst waar ik mijn stukje mee begon
is in strijd met de “Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen”. Die wet stelt in de titel de mannen
wel voorop, maar laat in de tekst het voorkeursbeleid voor vrouwen wel toe en voor mannen niet.
Zouden de vrouwelijke rechters hier beter van op de hoogte zijn dan hun mannelijke collega’s?