ESSM- EFS Congres, Istanbul Woensdag t/m zaterdag, 2014 Posters Zoals op elk groot congres waren er tijdens het ESSM/EFS congres dit jaar weer vele posters te lezen en bewonderen. De onderwerpen van de posters waren zeer divers en te veel om op te noemen. Een aantal posters wil ik hier kort noemen. Een vrouwelijke gynaecoloog uit Slovenië (G. Simetinger) ondervroeg haar collegae over hun mening over coïtus interruptus (CI) en of zij deze methode aanraden aan patiënten. De gynaecologen gaven aan dat CI geen betrouwbare methode is en zij deze in principe niet aanraden aan patiënten. Toch komt dit soms wel voor vanuit medische (hormonale risico’s) of meer culturele redenen. Tevens ondervroeg zij vrouwelijke patiënten over hun visie op CI en seksualiteit. Ondanks dat vrouwen aangaven dat CI een negatief effect op seksueel plezier en orgasmefunctie heeft, werd de methode toch regelmatig toegepast. Een deel van de vrouwen heeft het gevoel dat zij geen andere keuze hebben en dat mannen meer recht hebben op seksueel plezier. De Norwegian Society for Clinical Sexology (Landmark e.a.) deed een uitgebreide systematische review naar wat er bekend is over het effect van sekstherapie. Zij concludeerden dat er nog veel kennis ontbreekt, maar dat voor een aantal doelgroepen positief effect van sekstherapie is aangetoond. Deze groepen zijn mannen met psychogene erectiele disfunctie (groepstherapie en psychotherapie), gedragstherapie bij PDE5i gebruik ivm erectieklachten, vrouwen met verminderd seksueel verlangen, vrouwen met orgasmeproblemen, vaginisme (groepsbehandeling en systematische desensitisatie), vrouwen met gynaecologische kanker (kortdurende sekstherapie), betrekken van de partner bij seksuele problemen en bibliotherapie bij vrouwelijke orgasmeproblemen en vroegtijdige zaadlozing. De onderzoeksgroep pleit voor meer onderzoek naar de effecten van sekstherapie omdat veel onderzoeken methodologische zwaktes vertonen. In Egypte werd door O. Shaeer bij 10 mannen een verdikking van de glans penis uitgevoerd. Redenen hiervoor waren divers (cosmetisch, geen tumescentie na implanteren van een penisprothese of assymetrie na verdikking van de penisschaft). Counseling had geen effect gehad. Door inbrengen van vet in de glans penis werd de verdikking (14.2% bij een jaar follow-up) verkregen. Alle mannen waren tevreden, sensitiviteit bleef behouden, en er ontstonden geen problemen met erectie of ejaculatiecontrole. Stojanovic en anderen uit Servië melden in hun poster dat zij 2 cases zijn tegen gekomen waarbij transvrouwen (man naar vrouw, 53 en 57 jaar) vulvaire lichen sclerosus ontwikkelden 26 en 37 maanden na de geslachtsveranderende operatie. Er was geen kennis over reeds aanwezige lichen sclerosus voor de operatie. Klachten waren droge en jeukende huid, verkleving van de labia, pijnlijke coïtus en mictieproblemen. Het gebruik van corticosteroiden hielp slechts beperkt. Besloten werd tot het chirurgisch verwijderen van de aangedane huid en een nieuwe vulvoplastiek. Bij follow up na 6 en 19 maanden was er een goed esthetisch en functioneel resultaat bij beide vrouwen. Zij werden nog wel geadviseerd te dilateren en corticosteroiden te gebruiken. Regelmatige en lange termijn follow up van deze vrouwen wordt aangeraden. Hester Pastoor, ESSM-EFS reporter
© Copyright 2024 ExpyDoc