Aan Vaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal Van Zorgverzekeraars Nederland Doorkiesnummer (030) 698 82 42 Datum 4 februari 2015 Onderwerp Plenair debat Zorgfraude Heeft u vragen of wilt u meer informatie dan kunt u contact opnemen met : Zorgverzekeraars Nederland Wouter Kniest, adviseur communicatie en public affairs, 06-310 48 760 Geachte leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Met het oog op het plenaire debat Zorgfraude op donderdag 5 februari 2015 brengt Zorgverzekeraars Nederland (ZN) graag enkele punten onder uw aandacht. Zorgverzekeraars vinden het onacceptabel als geld van de premiebetaler verkeerd terecht komt. Om die reden hebben zorgverzekeraars in samenwerking met alle ketenpartijen de afgelopen jaren intensief ingezet op correct declareren en de aanpak van fraude. ZN is blij dat ook in uw Kamer steeds vaker duidelijk onderscheid maakt in enerzijds het voorkomen van fouten bij het declareren en anderzijds het plegen van fraude. Zorgverzekeraars zijn erg positief over de ketenaanpak waarbij zorgaanbieders, toezichthouders, opsporingsinstanties en zorgverzekeraars samenwerken om fouten in het declaratieproces te voorkomen. Maar het is helaas van alle tijden dat er mensen zijn die in de zorg opzettelijk wet- en regelgeving overtreden voor eigen gewin. Zorgverzekeraars werken ook hier samen met ketenpartijen om deze fraudeurs geen kans te geven. Bij het voorkomen van fouten in het declaratieproces en het bestrijden van fraude, vragen wij uw aandacht voor de volgende punten die de keten van controle en fraudebestrijding kunnen verbeteren: Voorkomen is beter dan genezen: 1. ZN doet een beroep op de overheid om de eisen van de Toelating Zorginstellingen aan te scherpen. Verzekerden moeten er op kunnen vertrouwen dat een toegelaten zorgaanbieder verantwoorde zorg levert. Het komt te vaak voor dat zorgaanbieders die berispt zijn vanwege onvoldoende kwaliteit of het plegen van fraude onder een andere naam zich weer kunnen inschrijven als zorgaanbieder. Scherpe controle door het CIBG bij de toelating van nieuwe zorgaanbieders verdient hoge prioriteit. 2. ZN pleit voor een realtime BIG-registratie en doen hiervoor ook een beroep op het CIBG. Als een zorgverlener geschorst is of een aanwijzing heeft gekregen zou dat direct daarna verwerkt moeten worden in het BIG-register. Dit is nu niet het geval, waardoor het mogelijk is dat zorgverleners zonder BIG-registratie toch nog hun functie uitoefenen en zorg kunnen declareren. ZN vindt deze situatie onacceptabel en wil een realtime BIG-register waarin veranderingen in BIG-registraties direct verwerkt worden. 3. Al een paar jaar vraagt ZN aan de NZa om haar regelgeving te toetsen op fout- en fraudegevoeligheid. Hoewel de fraudetoets is verbeterd, stelt ZN vast dat NZa-regelgeving nog steeds onvoldoende wordt getoetst op uitvoerbaarheid en controleerbaarheid. Toetsing vooraf betekent dat interpretatieverschillen worden voorkomen waardoor zorgaanbieders en zorgverzekeraars nieuwe beleidsregels beter en efficiënter kunnen controleren. ZN dringt er nogmaals op aan om regelgeving in de zorg op alle aspecten te toetsen. Onduidelijkheid over de interpretatie van regelgeving blijkt de laatste tijd vaak de oorzaak te zijn van foutieve declaraties. Verbetering van de controleketen: 4. Zorgaanbieders zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor goede zorg en daarbij hoort een correcte declaratie. Zorgverzekeraars hebben in de keten op hun beurt de verantwoordelijkheid om de binnengekomen declaraties te controleren op rechtmatigheid. Om de controleketen zo efficiënt en effectief mogelijk uit te kunnen voeren, is het van belang er zo vroeg mogelijk in de keten controles plaatsvinden; dus bij de zorgaanbieders zelf. Dit voorkomt fouten en vermindert de administratieve lasten bij alle partijen aanzienlijk. Zorgverzekeraars zetten in op het zo vroeg mogelijk uitsluiten van fouten in het declaratieproces door steeds meer afspraken te maken met de verschillende sectoren over de controleketen en de certificering van het declaratieproces. En met succes, want ZN is op dit moment samen met de NFU en NVZ bezig met het maken van afspraken over de controleketen voor de ziekenhuizen. Vorig jaar is ZN al een dergelijk traject gestart met Revalidatie Nederland. 5. De zorgaanbieder is primair verantwoordelijk voor een goede declaratie. Dat staat in artikel 35 van de Wmg. Als een zorgverzekeraar een fout ontdekt in de declaraties van een zorgaanbieder dan is de kans groot dat deze fouten ook zijn gemaakt in de declaraties die de zorgaanbieder bij andere zorgverzekeraars heeft ingediend. In veel gevallen corrigeert de zorgaanbieder alleen de declaraties die zijn ingediend bij de zorgverzekeraar die de fout heeft ontdekt. ZN wil dat zorgaanbieders in alle gevallen een 2 geconstateerde fout ook corrigeert in de declaraties die naar de andere zorgverzekeraars zijn verstuurd. ZN vindt het positief dat sommige zorgaanbieders zelf hun verantwoordelijkheid in voorkomende gevallen hebben genomen. De NZa zou moeten toezien dat alle zorgaanbieders op deze manier hun verantwoordelijkheid nemen. 6. Voor de ziekenhuiszorg zijn afspraken gemaakt om zorgactiviteiten te vermelden op de declaratie. Deze specificatie op de nota helpt om snel en efficiënt de rechtmatigheid van de declaratie te controleren. ZN zou het positief vinden als ook andere sectoren in de gezondheidszorg het initiatief nemen om te kijken hoe zij deze best practice binnen hun eigen sector kunnen toepassen. 7. ZN onderzoekt op dit moment welke (wettelijke) belemmeringen er zijn voor zorgverzekeraars om onderling en met zorgaanbieders te kunnen samenwerken bij achterafcontroles. Hierbij wordt onder andere gedacht aan het delen van controle-uitkomsten. Zo kunnen zorgverzekeraars in de toekomst hun inzet op controles efficiënter en met minder kosten en administratieve lasten voor zorgaanbieders over de gehele sector verdelen. Meer samenwerking in aanpak van fraude: 8. ZN start met een pilot van het portaal Raadpleging Integriteit Zorgaanbieders (RIZ). Zorgverzekeraars kunnen binnenkort via het RIZ diverse bronnen (zoals BIG, KvK, BIG, Insolventieregister, EVR) raadplegen. Het voordeel is dat zorgverzekeraars via één portaal de voor hen relevante bronnen gelijktijdig kunnen raadplegen bij hun fraudeonderzoek. 9. Om fraude zoveel mogelijk aan de voorkant te voorkomen, maken zorgverzekeraars gebruik van een waarschuwingslijst, het zogenaamde externe verwijzingenregister (EVR). Doel van dit register is om andere zorgverzekeraars te kunnen waarschuwen bij fraudesignalen. Hierdoor kunnen ze op tijd en afhankelijk van de situatie passende maatregelen nemen. Bijvoorbeeld door het extra controleren van nota’s van een verzekerde of een zorgaanbieder of door het niet aangaan of opzeggen van een overeenkomst. ZN pleit voor het kunnen delen van informatie over zorgaanbieders met brancheorganisaties, zodat ook brancheorganisaties de mogelijkheid hebben om te bepalen welke maatregelen zij nemen (zoals het schrappen van een zorgaanbieder uit een kwaliteitsregister). 10. De invoering van het trekkingsrecht voor PGB-houders in de Wlz verloopt op dit moment uiterst moeizaam. ZN begrijpt het besluit van staatssecretaris Van Rijn om nu vooral te zorgen dat alle PGBbudgethouders in de Wlz geld ontvangen van de SVB om hun zorgverlener(s) te kunnen betalen. Dat is gezien de moeilijke situatie waarin PGB-houders op dit moment verkeren absoluut noodzakelijk. Wel stelt ZN vast dat zorgkantoren door deze maatregel op dit moment 3 niet hun verantwoordelijkheid kunnen nemen in het controleren op de rechtmatigheid van de declaraties. Ook maakt ZN zich zorgen over de kloof die straks kan ontstaan tussen het rechtsgevoel van PGBhouders en de eventuele onrechtmatigheid van de huidige uitbetaling die bij achterafcontroles aan het licht kan komen. ZN wil dat zorgkantoren een duidelijk kader krijgen van VWS hoe zij straks in hun controles moeten omgaan met de gevolgen van de huidige problemen rond de invoering van het trekkingsrecht. Met vriendelijke groet, Zorgverzekeraars Nederland dr. P.F. Hasekamp Algemeen directeur 4
© Copyright 2025 ExpyDoc