Ga voor het antwoord te rade bij de burger

22
DONDERDAG 20 MAART 2014
Trouw
opinie
Ga voor het antwoord
te rade bij de burger
Gedenk wat
Nederland
naliet
Amos Gomes de Mesquita
communicatiedeskundige
Op vrijwel ieder slachtofferlijstje
van de Tweede Wereldoorlog verslaan Joden in aantal alle andere
slachtoffers. Daardoor lijken ze de
hoofdpersonen te zijn geweest in
een drama dat zich in de jaren
veertig in de Nederlandse dorpen
en steden voltrok. Maar de werkelijke hoofdpersonen waren natuurlijk degenen die het mogelijk
maakten. Al die mensen die meewerkten, toekeken en wegkeken.
In Duitsland realiseerden ze zich
dat al heel snel na de oorlog en
gingen ze daarmee aan de slag.
Dat leidde tot een groot bewustzijn over de eigen (Duitse) rol onder de Duitse jeugd. Daarom kun
je nu prima herdenken met Duitsers. Nazi’s nodig je niet uit, maar
Duitsers wél!
Terwijl Duitsland haar jeugd opvoedde met een kritische blik op
het eigen verleden, creëerde Nederland bij haar jeugd een beeld
van verzetshelden en fiere leiders
die de vijand bestreden.
Maar toen de nazi’s Nederland
binnenvielen, vluchtten die leiders toch hals over kop naar Engeland? En het waren toch juist
Amsterdamse ambtenaren die ongevraagd een kaart maakten voor
de nazi’s, met daarop precies aangegeven in welk huis Joden woonden?
Dat Nederland na de oorlog bij
herdenkingen de focus legde op
(Joodse) slachtoffers was natuurlijk een ideale samenloop van omstandigheden. Joodse overlevenden kregen de gewenste aandacht
voor hun lot en niet-Joodse Nederlanders hoefden zich geen moment af te vragen wat zij hadden
nagelaten, gefaciliteerd, of zelfs
gedaan.
Zeventig jaar na dato dreigen we
wéér weg te kijken. Dit keer door
te ruziën over welke slachtoffers
wel en niet herdacht zouden mogen worden. Hoe breng je die discussie tot een waardig einde? Niemand verdient het door een ander
gedood te worden. En een ieder
die dat wel gebeurt, laat liefhebbende familie en vrienden achter.
Nu vrijwel alle daders zijn overleden, zouden we in staat moeten
zijn kritisch te kijken naar onze
eigen Nederlandse rol bij het drama dat de Tweede Wereldoorlog
was. Dan krijgen begrippen als
‘dit nooit weer’, burgerschap en
participatie ook een zinvolle, hedendaagse invulling met praktische verbanden naar eigen verantwoordelijkheden en gedrag
van nu.
Zoals Job Cohen ooit bij een herdenking zei: “Een stad die haar
verleden vergeet, loopt het gevaar
zich door de toekomst te laten
verrassen.” En dat geldt natuurlijk
eigenlijk voor heel Nederland.
Zeventig jaar
na dato dreigen
we weer weg
te kijken
Politici moeten niet
de fout maken na de
verkiezingen te gaan
besturen.
Democratie is
zoveel meer, stelt
Jos van der Schot.
2
Jos van der Schot
communicatieadviseur sociale
innovatie en duurzaamheid
len
W
at nu? Dat is
straks na de
verkiezingen
in vele gemeenten de
overheersende vraag, zeker na een bijzonder lage opkomst.
De lokale desinteresse die velen hierin lezen, is vooral een probleem voor
politici en bestuurders die op zoek
zijn naar een stevig mandaat. Hun reflex is om het politieke spel van de
campagne voort te zetten in collegeonderhandelingen. Dat is een gemiste kans. Democratie is immers veel
meer dan het organisatorische vraagstuk, waarbij verkiezingen eens in de
vier jaar de vertegenwoordiging van
de burgers in het bestuur bepalen.
Betrokken burgers, ondernemers en
professionals zoeken continu naar
ontwikkelingen die de gemeenschap
verder helpen. Juist gemeentelijke
politici en ambtenaren kunnen hiervan profiteren.
Herstel van de lokale democratie
begint bij betrokken burgers. En laten die er nu in overvloed zijn. Maarten Hajer, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving, schreef
vorig jaar een boekje over wat hij ‘De
energieke samenleving’ noemt. Dat
is een samenleving die bruist van
ideeën, die de kennis en vaardigheden heeft om ze uit te voeren en die
zich daarbij zo min mogelijk laat afremmen door formele procedures:
‘zo doen we dat nu een keer in dit
land’. Zijn pleidooi kreeg navolging
van de Wetenschappelijke Raad voor
het Regeringsbeleid, die sprak van
een ‘doe-democratie’.
Afgelopen weken sprak ik met zo’n
Een vrijwilligster verzamelt vuil op het
strand van Cadzand.
honderd betrokken burgers en professionals over de praktische aanpak
van burgerparticipatie, te starten direct ná de verkiezingen. Kiezen van
een gemeentebestuur is slechts een
van de manieren om invloed te krijgen op de invulling en het gebruik
van de leefomgeving. En om die invloed gaat het de meeste mensen.
Natuurlijk kan de lokale politiek
vasthouden aan de oude verhoudingen: het bestuur bestuurt, en als het
jullie niet bevalt, kiezen jullie over
vier jaar maar een nieuw bestuur. Ze
doet daar echter niet verstandig aan.
Het is tijd voor samenspel tussen bestuurder en bestuurde, tussen gemeente en gemeenschap. Noem het
overheidsparticipatie. Een nieuwe
gemeenteraad en een nieuw college
kan daar vandaag mee beginnen. Dat
begint met de vraag: hoe maken we
collegeakkoorden geschikt voor burgerinitiatieven?
Het is een trend om collegeakkoorden en beleidsplannen ‘smart’ en afrekenbaar te formuleren. Dat verleidt bestuurders hun wensbeelden
te verwoorden in harde doelen voorzien van zelfbedachte maatregelen
waarvan men de werking in de praktijk vaak nog niet kent. Dat is vragen
om teleurstelling. Minstens zo kwalijk is het debat achteraf, als blijkt
dat de doelen niet gehaald zijn. Het
ontaardt gemakkelijk in gekibbel
met als doel de volgende verkiezingen goed uit de bus te komen. Ook
dat heb ik de afgelopen weken zien
gebeuren. De burger en zijn leefomgeving schieten daar niets mee op en
de kiezer haakt af.
Ik tref maar weinig bestuurders die
durven te zeggen: ‘Ik vind dit belangrijk, maar weet de oplossing nog
niet’. Slechts één keer erkende een
wethouder openhartig dat hij niet
wist welke oplossingen de inwoners
van zijn gemeente in huis hadden.
Daarom is er veel voor te zeggen een
collegeprogramma op te stellen dat
ruimte geeft aan open debat en een
dynamische zoektocht naar creatieve
oplossingen uit de samenleving. Wie
heeft het lef een vraagstuk te benoemen en het antwoord nog niet in te
vullen? Wie kiest er voor een proces,
dat ruimte creëert voor de ideeën,
kennis en kunde van de mensen in
de eigen gemeenschap? Welke wethouder geeft zijn ambtenaren de
ruimte en de opdracht samen met
burgers en lokale ondernemers vier
jaar lang het spel van de lokale democratie te herontdekken?
contact
Redactie
Opinie
Trouw
Postbus 859
1000 AW
Amsterdam
t 020-5629444
[email protected]
2
Opinie is een vrijplaats voor discussie.
Alle stukken zijn op
persoonlijke titel. Artikelen tellen maximaal 650 woorden,
Brieven maximaal
150. De redactie behoudt zich het recht
voor bijdragen te
weigeren, te redigeren of in te korten.
Bijdragen worden
ook via internet, databank of anderszins
verspreid. Eventuele
auteursrechten blijven berusten bij de
schrijver. Inzendingen graag voorzien
van naam, adres en
telefoonnummer,
ook de e-mails.