Europese verkiezingen Geef Europese kiezer ook pan- Europese stem SIMON OTJES EN GERRIT VOERMAN In het Europees Parlement telt nationaliteit niet, maar kiezers stemmen nationaal. Geef ze daarom behalve een nationale ook een 'pan-nationale' stem. Op 22 mei zijn er voor de achtste keer rechtstreekse Europese verkiezingen in Nederland, maar 26 mei is dé cruciale datum voor de Europese democratie. Nadat duidelijk is geworden of de sociaal-democraten of de christendemocraten de grootste fractie in het Europees Parlement zijn, komt de Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders bijeen om te bezien wie er voorzitter van de Europese Commissie wordt. Volgens het Verdrag van Lissabon moeten ze daarbij 'rekening houden' met de uitslag van de Europese verkiezingen. De Europese politieke partijen (bestaande uit de nationale partijen uit lidstaten) proberen dit proces te kapen. Ze hebben elk een eigen kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie naar voren geschoven: Schulz namens de Partij van Europese Socialisten (PES), en Juncker voor de christendemocratische Europese Volkspartij (EVP). De cruciale vraag is of de regeringsleiders, de machtigste politici van Europa, zich bij de aanwijzing van de opvolger voor de huidige voorzitter Barroso laten inperken door de voordracht van de relatief onbekende europartijen. Wie van beiden het ook wordt, als de Europese Raad zich daadwerkelijk neerlegt bij deze machtsgreep van de europartijen, dan is dat een grote overwinning voor de laatsten. Hun rol in het Europese politieke proces is altijd klein geweest, ondanks de belangrijke functie die vanaf het Verdrag van Maastricht in 1993 aan hen wordt toebedeeld. Formeel moeten zij 'bijdragen tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de wil van de burgers van de Unie'. Dat het in de praktijk niet echt komt van die schakelfunctie tussen de burgers en het bestuur van de Europese Unie, ligt vooral aan de nationale lidpartijen, die weinig behoefte hebben zeggenschap te delen met de europartijen. De sleutel voor een echte Europese partijendemocratie ligt daarmee in de handen van de nationale partijen. De essentie van een partijendemocratie is dat de keuze van kiezers voor de ene partij of de andere ertoe doet en uitmaakt wie er aan de macht komt en welk beleid er uitgevoerd wordt. Wil men een heuse democratie op het Europese niveau, dan moet de positie van de europartijen worden versterkt. Op minstens vier manieren kunnen de nationale partijen daaraan bijdragen. In de eerste plaats zouden zij moeten stoppen met het opstellen van een eigen programma voor de Europese verkiezingen. Wanneer de europarlementariërs na de verkiezingen deel uitmaken van de vrij gedisciplineerd opererende eurofracties, dan doen die nationale programma's er nauwelijks meer toe. Het zou eerlijker zijn tegenover de kiezer als de nationale partijen en hun kandidaten zich met het programma van de europartij identificeren en presenteren. Ten tweede de kandidaatstelling voor Europese functies. Europartijen hebben hier nauwelijks invloed; het naar voren schuiven van een kandidaat-voorzitter van de Europese Commissie is een eerste stap. De nationale partijen wijzen de kandidaat-europarlementarërs aan, maar de europartijen zouden hen ten minste kunnen adviseren over de samenstelling van de eurofractie door aan te geven op welke beleidsterreinen er specialisten nodig zijn, of welke europarlementariërs vanwege zwak functioneren beter vervangen zouden kunnen worden. Ook zouden de europartijen een 'schaduw-Europese Commissie' kunnen formeren van personen die zij voor de Commissie geschikt achten, daarbij rekening houdend met de spreiding naar nationaliteit. Binnen de bestaande huidige regelgeving kunnen de Europese partijen dus een prominentere rol spelen, althans als de nationale lidpartijen hen dat toestaan. In het Europees Parlement telt niet nationaliteit, maar het lidmaatschap van een eurofractie. Europarlementariërs zijn echter verkozen op basis van wat uiteindelijk nationale verkiezingen zijn. Deze incongruentie kan verminderd worden door minstens een deel van de europarlementariërs laten verkiezen via pan-Europese kandidatenlijsten. Net als in veel gemengde kiesstelsels zouden kiezers twee stemmen kunnen krijgen: één voor een Europese en één voor een nationale vertegenwoordiger. Doordat de europartijen nu zelf ook kandidatenlijsten kunnen opstellen, kan hun positie sterker worden, Ten slotte zouden de europartijen in alle lidstaten zelf campagne kunnen gaan voeren op basis van hun Europese verkiezingsprogramma. De verkiezingsstrijd zou hierdoor mogelijk ook een sterker Europees karakter krijgen, des te meer wanneer er gestemd kan worden op pan-Europese kandidaten en de uitslag van de Europese verkiezingen bepaalt wie er Commissievoorzitter wordt. Door deze hervormingen kan de band tussen het Europese electoraat en de Europese instituties versterkt worden. Wanneer van de europartijen wordt verwacht dat zij een wezenlijke rol in het politieke proces in de Europese Unie spelen, dan moeten zij ook in staat worden gesteld die functie te vervullen. De nationale lidpartijen zijn aan zet: zij waren op enigerlei wijze betrokken bij de opstelling van de Europese verdragen waarin deze taken aan de europartijen werden opgedragen. Wie toen A heeft gezegd, moet nu ook B zeggen. Simon Otjes en Gerrit Voerman zijn verbonden aan het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen van de Rijksuniversiteit Groningen.
© Copyright 2024 ExpyDoc