Algemene Financiële Beschouwingen 24 en 25

Algemene Financiële Beschouwingen
24 en 25 september 2014
Het gesproken woord geldt
Mevrouw de Voorzitter,
Deze Algemene Financiële Beschouwingen begin ik wat verder van huis. Ik
ga het eerst hebben over de Eurozone en de risico’s daarin, voordat ik bij
onze binnenlandse financiën kom.
Jarenlang ging ik op vakantie in Griekenland, meestal op hetzelfde eiland.
En als je wat vaker op dezelfde plek komt, spreek je na een paar jaar ook
mensen die er wonen, die er een café of restaurant runnen. En zo hoorde
ik na een paar jaar eindelijk waarom het elektriciteitsnet er zo abominabel
was. Geregeld viel namelijk, meestal eind van de middag, de stroom een
paar uur uit. In het begin denk je, ach, zal wel een krakkemikkig stroomnet
zijn. De waarheid was, dat de stroom werd uitgeschakeld door een
medewerker van het elektriciteitsbedrijf zodra de fiscale politie aankwam
met de veerboot. Niet alleen deden de kasregisters op de kassa’s het niet
meer, maar ook was dit het signaal voor alle ondernemers om – zodra de
elektriciteit het weer deed – de rest van de avond vooral een kassabonnetje
te verstrekken.
En als je er wat langer rondloopt hoor je ook de klaagzangen van locals
over de verstikkende bureaucratie, de staat van het onderwijs of van de
gezondheidszorg. Alles wat je extra of beter geregeld wilt hebben,
betekent een envelopje met geld onder de toonbank doorschuiven. Niet
beseffende dat de samenleving hierdoor als geheel slechter af is, want het
oude vrouwtje wat de dokter zwart betaalt, realiseert zich waarschijnlijk niet
dat als dank daarvoor haar AOW fors gekort is.
Voorzitter, in Portugal heb ik soortgelijke voorbeelden gezien van een niet
goed functionerende overheid. Zo vielen mij daar de volstrekt lege
snelwegen op tussen Lissabon en de Algarve, waar 6 auto’s passeren –
per minúút. De tol was te hoog en het verkeersaanbod eenvoudigweg te
gering om een snelweg te rechtvaardigen. Zo’n weg is aangelegd door een
overheid die met tekentafelplannen komt waar de mensen zélf geen
behoefte aan hebben, maar waar vooral lokale politici en
projectontwikkelaars behoefte aan hebben. Vaak gerechtvaardigd onder de
noemer, ‘we moeten vooral investeren in de economie’, niet bezuinigen.
Een mantra dat we in het zuiden vaker zien en in Spanje bijvoorbeeld heeft
geleid tot gehele spooksteden met compleet leegstaande
appartementencomplexen, gloednieuwe maar verlaten vliegvelden en
hogesnelheidstrein verbindingen waar soms letterlijk maar 1 persoon per
dag in reist.
Voorzitter, dit zijn niet zomaar voorbeelden. Het zijn voorbeelden van
landen waar overheden niet goed functioneren of consequent slecht beleid
voeren, moeilijke hervormingen uit de weg gaan en veel liever geld
uitgaven dan bezuinigen. Het zijn uiteindelijk overheden, die geen
perspectief bieden op een beter leven, en waarvan de bevolking dan denkt:
da’s een overheid die het niet waard is om belasting aan te betalen. Of
extremer, waarin de bevolking met een goed diploma massaal emigreren
en in de meest letterlijke zin niet meer willen bijdragen aan een beter land.
En het wrange is, dat uiteindelijk de mensen die daar wonen, gewoon
simpelweg slechter af zijn. Dat zie je alleen al als je naar het BBP per hoofd
van de bevolking kijkt. Hoe verder we naar het zuiden afzakken, hoe lager
de welvaart. Als we landen, bijvoorbeeld, met Duitsland gaan vergelijken,
dan zie je dat in Frankrijk Jacques 5 duizend dollar minder verdient dan
Jürgen. Dat in Italie Giovanni 10 duizend dollar minder verdient dan Günter.
En dat in Griekenland Jannis 15 duizend minder verdient dan Jonathan.
Voorzitter, het verschil is bizar, als je alleen al bedenkt dat Duitsland in de
voorbije 25 jaar de héle voormalige DDR opnieuw heeft opgebouwd, en het
past niet bij het optimisme wat ik als liberaal normaliter in me heb.
Voorzitter,
Die landen die niet kunnen bezuinigen en hervormen vinden het natuurlijk
veel leuker om tegen de mensen te zeggen dat je de economie vooral wil
stimuleren. Even dreigde dat ook hier, een jaar geleden. Ik noemde dat
toen de Keynesiaanse kolder in de polder. Hier heeft het geen wortel
geschoten, maar elders is die roep alleen maar luider geworden. Frankrijk –
en in zijn kielzog Italië – doen nu verwoede pogingen om zogenaamd te
stimuleren en opnieuw niet te hervormen. En de zoveelste uitweg ligt voor
de hand: Draghi’s geldpers áán, de hervormingen úit - en als je niets meer
weet zeg je gewoon dat Duitsland Europa moet stimuleren. Twee jaar
uitstel om hun begrotingstekort onder de 3% te krijgen en nog steeds loopt
het gierend uit de hand. Niet eerder dan 2017 denken de Fransen aan hun
verplichting te voldoen.
Voorzitter, dit mag niet gebeuren. Frankrijk – en Italië – moeten in het
gareel. Ook de president van De Nederlandse Bank, Klaas Knot, was hier
heel duidelijk over in juni hier in de Kamer. De markt heeft hervormingen
reeds ingeprijsd, maar het marktsentiment kan snel omslaan als die niet
geleverd worden.
Het mag niet gebeuren, omdat uit de schokproef in de Miljoenennota blijkt
dat de gevolgen van een herleving van de eurocrisis dit keer bij een zelfde
scenario als in 2011/2012, ingrijpender zijn dan toen – vanwege de
verslechterde uitgangspositie. Dat scenario wil de VVD niet opnieuw
meemaken. Nu het crisisgevoel en de urgentie een beetje weg lijken te
ebben, moet de eurozone gewoon voet bij stuk houden in het nakomen van
alle afspraken. Ik weet dat de minister en ik, en ik denk de gehele Kamer,
het op dit punt eens zijn. Niettemin hoor ik graag dat hij de bereidheid
uitspreekt om het hele arsenaal aan verbeterde handhaving wat we hebben
opgetuigd – sixpack, versterkt SGP – gaat benutten met zijn collega’s om
de juiste beslissing af te dwingen in het geval de nieuwe Franse
begrotingstsaar Moscovici onverhoopt niet streng genoeg is. Hoewel, tsaar,
ik kan me niet herinneren dat in de geschiedenisboekjes de tsaren een
baas hadden, dus laten we dan maar hopen dat de baas van Moscovici, de
Finse commissaris Katainen, zich ontpopt als de echte begrotingstsaar!
Voorzitter, een volgend risico. Als deze landen dan toch de druk voelen op
hun eigen begroting, kunnen ze ook nog een andere grabbelton bedenken.
Zo dook afgelopen zaterdag in de Süd Deutsche Zeitung een bericht op dat
bevestigt waar we in de VVD al een tijdje voor waarschuwen, namelijk dat
Juncker en Brussel hun oog hebben laten vallen op de pot van 750 miljard
in het ESM, om “tijdelijk” dat geld te gebruiken voor het stimuleren van
investeringen.
Voorzitter, ook dát mag niet gebeuren. Het ESM is een reddingsfonds om
de euro te stabiliseren, en nergens anders voor – en dus zeker niet om een
greep in de pot te doen en de euro opnieuw te destabiliseren. Want ook dat
is weer een soort Franse politiek: Brussel zal er wel niet goed tegen
kunnen als er ergens geld ligt dat niet wordt gebruikt, maar daar wennen ze
dan maar aan. Het is niet van Brussel, dus afblijven. Graag hoor ik dat de
minister dit soort ideeën klip en klaar afwijst.
Voorzitter, de mentaliteit van stimuleren waar ik het net over had, met een
hogere inflatie, geld drukken en minder hervormen, dát is beleid dat over
decennia tot een structurele verarming heeft geleid. Het is precies wat
Nederland gelukkig niet doet. Wij gaan moeilijke opgaven niet uit de weg.
Dat is geen gemakkelijk verhaal, maar wel het enige juiste verhaal, om de
fundamenten van Nederland te versterken.
Ook Nederlanders hebben het stevig voor de kiezen gehad in de crisis.
Mensen die hun baan verloren, hun onderneming of het bestaan als
zelfstandige onderuit zagen gaan. En ieder ander, want iedereen heeft de
gevolgen hebben gevoeld van de gigantische ombuigingen van 51 miljard
euro in de periode sinds 2010. De één merkte dat in hogere belastingen,
een ander in lagere toeslagen of uitkeringen, en een derde omdat
voorzieningen die op het oog altijd gratis beschikbaar waren, vervielen of
voortaan zelf moesten worden betaald. Iedereen merkte de gevolgen, en
tegen de minister zeg ik dat het niet de PvdA-kiezers meer waren dan
andere kiezers, zoals hij suggereerde in zijn interview in NRC afgelopen
zaterdag. Het gold voor alle kiezers, voor alle Nederlanders.
Maar voor ons hier in Nederland geldt: wij houden er perspectief aan over.
Het perspectief om sterker uit de crisis te komen. Zo heeft Nederland
volgens onderzoeken de beste gezondheidszorg van Europa, een aantal
van de beste universiteiten, en zoals we gisteren konden zien, een van de
meest welvarende landen ter wereld. En wat ons betreft houden we die
positie nog voor generaties vast.
In de Miljoenennota en begroting 2015 is dit het verhaal wat ik erin lees.
De minister schotelt ons een begroting voor, waarin voor het eerst sinds 3
jaar niet aanvullend bezuinigd hoefde te worden. Nederland heeft de
afgelopen jaren orde op zaken gesteld, zeker ook met alle grote
hervormingen die in de begroting voor 2015 ingaan. We zijn er nog niet,
maar het gaat wel vooruit. Een begroting waarin ook met de stofkam door
de uitgaven is gegaan, zodat enkele bescheiden meevallers gevonden
werden en ingezet werden voor een eerste ronde belastingverlaging, voor
defensie en de noodzaak om te reageren op de internationale conflicten.
De VVD ondersteunt deze keuzes voluit.
Tegelijk gaat herstel uit zo’n diepgaande crisis ook zo langzaam, dat de
begroting voor komend jaar niet anders kan zijn dan behoedzaam. De
Raad van State en het Centraal Plan Bureau wijzen daar ook op. Nu vind
de VVD níet dat in deze begroting het geld over de balk wordt gesmeten,
integendeel. Maar ik zou de minister wel willen vragen hoe hij deze
adviezen beoordeelt. In het verleden werd als uitgangspunt voor de
begroting ook wel een extra behoedzaamheid in de CPB-modellen in acht
genomen. Ik zal niet gelijk zeggen dat we daarnaar terug moeten, maar het
is wel iets om in de gaten te houden. En kan de minister ook ingaan op de
grote hoeveelheid garanties, zeg maar de verborgen risico’s in de
begroting, en of deze wel in voldoende mate en voldoende tempo worden
afgebouwd.
Voorzitter, en de beste behoedzaamheid krijgen we natuurlijk als het land
ook weer verder groeit. Met groei staan we het beste paraat om de
toegenomen onzekerheid aan te kunnen. Maar, zoals mijn fractievoorzitter
vorige week al zei: economische groei na zo’n ingrijpende recessie is net
als gras: dat groeit niet harder als je eraan gaat trekken. Groei en
vooruitgang komen niet van stimulering op de pof. Als het zo simpel was,
dan was dat allang gedaan. Echte groei komt uit mensen zelf, uit
ondernemingen. Daar zie ik de lichtpunten sterker worden, ik hoop ook dat
doorzet. Als ik thuis in Rotterdam naar buiten kijk, zie ik de
binnenvaartschepen naar Duitsland varen, met een paar honderd
containers – in vaktermen TEU – per keer. Export, invoer, doorvoer, het is
iedere keer de motor die ons weer uit het dal trekt, ook nu. Als ik door de
binnenstad fiets, zie ik de ondernemers die het weer gaan proberen.
Starters, MKB’ers, die soms tegen de klippen op maar wel met veel lef hun
ambitie waarmaken. En zo hoort het ook, in mijn stad van mouwen
opstropen!
De overheid kan nog wel wat helpen.
Door het aantrekkelijker maken om mensen in dienst te nemen.
Door een bankwezen dat op orde komt. Over een maand zijn alle grote
Europese banken doorgelicht en zo nodig geherkapitaliseerd. Een
belangrijke belemmering voor kredietverlening (namelijk banken die met
argusogen naar de doorlichting kijken) is dan opgeruimd, zodat weer naar
de toekomst worden gekeken. Daarbij geldt dat we waakzaam moeten zijn
op overregulering, want dat kan de kredietverlening weer belemmeren. En
door mensen goed op te leiden.
En hier kom even terug op een toezegging die de minister-president deed
tijdens de Algemene Beschouwingen vorige week, om het financiële
probleem in het groen onderwijs en meer in het bijzonder het deel hoger
onderwijs en onderzoek in het groene onderwijs weg te nemen. Het groen
onderwijs staat niet op de begroting OCW staat, maar bij EZ, en door het
stijgende aantal studenten ontstaat er nu bij EZ een probleem. Het budget
kan bij EZ namelijk maximaal 2% naar boven of beneden, en dat is
onvoldoende om het stijgende aantal studenten op te vangen. Samen met
collega Koolmees hou ik hiervoor een amendement achter de hand, wij
denken dat er 10 miljoen euro moet worden overgeheveld van de begroting
OCW naar EZ, maar ik hoop dat dat niet nodig is en nodig de minister eerst
uit om aan te geven hoe hij denkt dat de toezegging vorige week van de
minister-president kan worden ingevuld.
Voorzitter,
Een grote bijdrage aan toekomstige groei kan ook komen door een
verbeterd belastingstelsel. De VVD is blij dat de grote operatie om hiertoe
te komen is gestart. We zien zeer uit naar een nieuw stelsel – eenvoudiger,
met minder kans op fraude, minder rondpompen en meer gericht op het
aantrekkelijk maken van werken en ondernemen. Als we het echt robuust
willen maken, moeten we ook goed gaan kijken welke problemen beter
buiten de fiscaliteit kunnen worden opgelost. Laat ik daar één voorbeeld
van geven. Er zijn veel ZZP’ers, en velen van hen ook uit volle overtuiging.
Maar er zijn ook ZZP’ers, die dat zijn geworden omdat de overheid twee
andere vraagstukken onvoldoende oppakt: 1) de wens tot flexibiliteit bij een
aantal werknemers en werkgevers, en 2) mensen aannemen is soms echt
moeilijk. Als je de fiscaliteit wilt ontlasten, moeten dus ook andere
bewindslieden, in dit geval die van SZW, kijken of ze het echte vraagstuk
kunnen oppakken buiten de fiscaliteit.
We zien naar zo’n nieuw stelsel uit, en de realiteit is ook dat je voor zo’n
herziening van het belastingstelsel ook veel geld voor lastenverlichting
nodig hebt. In een nieuw stelsel heb je altijd groepen die last hebben van
een aanpassing. Het échte draagvlak voor een nieuw stelsel ontstaat pas
als we kunnen zeggen: ook al hebt u last van een maatregel, dat geeft niet
want aan het eind betalen we toch minder belasting. En je kunt natuurlijk
best wat bereiken met verschuiven van belastingen maar de grootste
effecten op werkgelegenheid heb je natuurlijk pas dán als de belastingen
ook omláág gaan. Daarom zijn die miljarden lastenverlichting zo belangrijk
en de realiteit is: die zijn er nu nog niet, zeker niet als je bedenkt dat we de
afgelopen jaren en ook komend jaar voor 51 miljard euro aan bezuinigingen
vragen van onze inwoners. Je vindt dan niet in een oogwenk 10 tot 15
miljard. Ook de benodigde 5 miljard is er nu nog niet, maar die kan wel
ontstaan de komende jaren. En dan is het goed als er een kant en klaar
uitgewerkte route klaar ligt waardoor meevallers kunnen worden ingezet.
Voorzitter, en als we dan gaan groeien, maar de onveiligheid neemt toe in
de onrustige wereld van 2014, dan schieten we nog niet veel op. Daarvoor
hebben we de trendbreuk op defensie nodig. Ingevuld met een eerste
ophoging van het defensiebudget met 100 miljoen, maar wil het een echte
trendbreuk zijn dan zullen we in de komende jaren een grotere inspanning
moeten gaan leveren.
Het nieuwe belastingstelsel en verdere verhoging van de defensieuitgaven
vragen een blijvende aandacht van het kabinet voor behoedzaam begroten.
Dit jaar is met de stofkam door de uitgaven gegaan en dat heeft financiële
ruimte opgeleverd. De VVD denkt, dat dit een blijvende operatie zal moeten
zijn. Beide voornemens kunnen niet bij woorden alleen blijven. Het Kabinet
moet dus alles op alles zetten om de motor van de economie te reviseren
zodat ruimte kan ontstaan. Een pleidooi dus voor zuinigheid en hand op de
knip. Graag hoor ik van de minister hoe hij hier tegenaan kijkt.
Als Kamer kunnen we daarbij helpen. Vorig jaar was de VVD één van de
fracties die verzocht om bij beleidsdoorlichtingen ook standaard te
onderzoeken wat de gevolgen zijn als het betreffende beleidsterrein het
met 20% minder budget zou moeten doen. Dat gaat nu per 1 januari 2015
in, en ik vraag de minister nogmaals om de beleidsdoorlichtingen die
vertraagd zijn tot 2015 ook van zo’n vraag te voorzien (en laat zeker niet
gebeuren dat beleidsdoorlichtingen van 2015 nog dit jaar worden gestart
om aan het -20% onderzoek te ontkomen). De resterende vraag is nu, of
en hoe de Kamer ook wordt betrokken bij de vraagstelling van
beleidsdoorlichtingen. De minister laat dit tot nu toe in het midden, de VVD
zou graag zien dat hij de Kamer de mogelijkheid geeft om voorafgaand aan
iedere beleidsdoorlichting de vraagstelling te zien en zonodig aan te
kunnen vullen.
Voorzitter,
Ik kom tot een afronding. De ingezette koers van de kabinetten Rutte laat
resultaten zien: de hervormingen leiden tot een houdbaarheidsoverschot,
de bezuinigingen leiden ertoe dat de overheid zijn financiën weer op orde
krijgt. Dat zijn twee opgaven die sowieso een goed antwoord zijn op de
grote onzekerheden waar we mee worden geconfronteerd. Deze koers
moeten we doorzetten.
En dan kan Nederland opnieuw het perspectief bieden wat elders zo
ontbreekt. Dat dit gaat lukken hebben we ook na de vorige grote crisis laten
zien, die van eind jaren ’70, begin jaren ’80.
Wat we toen gepresteerd hebben, konden we twee weken geleden zien in
een herhaling van Andere Tijden over de jaren ’80. Een periode waarin ik
zelf op de middelbare school zat en door lekker mee te discussiëren in de
klas mijn politieke belangstelling kreeg. Dat decennium begon somber: met
grote werkloosheid, weinig perspectief voor de jeugd, een hoge schuld,
grote tekorten, doemdenken en ook nog een Koude oorlog op de
achtergrond. Het was een somber beeld, maar het eind van de uitzending
zag er vrolijk uit: winsten op de beurs, lage werkloosheid, de muur
gevallen, veel meer vrouwen die hun zelfstandigheid hadden opgepakt en
aan het werk waren. Een land klaar voor een economische boom die
grosso modo tot de kredietcrisis in 2008 doorzette.
Door nu koers te houden kan dat opnieuw. En dan hebben we aan het eind
van deze jaren ’10 een land wat een overschot heeft, zijn voorzieningen tot
in lengte van jaren kan betalen, met een slimmere en beter opgeleide
bevolking, met veel meer mensen aan het werk, en de top van de
concurrentiekracht in Europa.
Voorzitter, dat is ons Nederland. Dat is het Nederland van de VVD.