Hoe is de zorg vormgegeven

Ondersteuning op maat
Vanuit de ondersteuning staan ook de Daltonkernwaarden centraal:
Het is de taak van onze school om te zorgen dat elk kind zoveel mogelijk leert en zijn talenten ontdekt
en de kans krijgt deze te benutten. De ontwikkeling van uw kind wordt zo goed mogelijk in de gaten
gehouden.
Wij streven ernaar ons onderwijs zo in te richten, dat elk kind op De AkkerDijk de begeleiding krijgt
die het nodig heeft. Niet alleen de leerlingen die uitvallen op een bepaald gebied, maar ook de
leerlingen die beter kunnen of willen, hebben behoefte aan extra ondersteuning.
In eerste instantie ligt de zorg voor uw kind bij zijn of haar leerkracht.
In de groepen 1 en 2 houden we door middel van observatie(formulieren) en toetsen uit ons
leerlingvolgsysteem, de ontwikkeling van de kinderen bij. In de groepen 3 t/m 8 ligt de nadruk op het
beoordelen van het schriftelijk werk naast de sociaal-emotionele ontwikkeling. De correctie van het
dagelijks werk vindt enerzijds plaats door de groepsleerkracht en anderzijds wordt er ook een beroep
gedaan op de zelfstandigheid en eigenaarschap van de kinderen. Zij kijken hun werk zelf na. De
toetsen worden door de leerkracht nagekeken.
Methode gebonden toetsen en Citotoetsen (landelijk genormeerd), geven ons een beeld van het
niveau van uw kind. Kinderen die “goed in hun vel zitten” (=sociaal-emotionele ontwikkeling)
ontwikkelen zich beter dan leerlingen waarbij dit niet het geval is. Daarom wordt ook deze ontwikkeling
mee genomen in het complete plaatje van het kind. Al deze gegevens zijn de basis voor het rapport
dat twee keer per jaar wordt meegegeven.
Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS)
In alle groepen worden toetsen afgenomen. Om de ontwikkeling van uw zoon en dochter goed te
kunnen volgen gebruiken we het Cito Volgsysteem primair onderwijs.
Zie de informatiefolder op onze website: Uw kind duidelijk in beeld.
We hebben de volgende toetsen in ons leerlingvolgsysteem:










Rekenen voor kleutersgroep 1-2
Taal voor kleutersgroep 1-2
Observatielijst Viseon-kleuters(sociaal-emotioneel)groep 1-2
Screeningsinstrument Dyslexiegroep 4-8
Rekenen-Wiskundegroep 3-8
DMT-AVIgroep 3-8
Begrijpend lezengroep 3-8
Spellinggroep 3-8
Woordenschatgroep 3-8
Viseon (sociaal-emotioneel)groep 3-8
De meeste toetsen worden in januari en in juni afgenomen.
Zorgstructuur en passend onderwijs.
Centraal staat: Wat heeft dit kind/deze groep/deze leerkracht nodig?
Signalering, intake, strategie, onderzoek, indicering, advies uitvoering gebeurt door:
- Kind gesprekken  Gesprekken tussen leerling en groepsleerkracht om te achterhalen waar
de onderwijsbehoefte ligt.
- Oudergesprekken Gesprekken tussen groepsleerkracht en ouders eventueel aangevuld met
IB.
- Groepsbesprekingen  Gesprekken tussen IB en groepsleerkracht.
- Inbreng in Ondersteuningsteam  Gesprekken tussen Groepsleerkracht, ouders, IB,
ondersteuningsadviseur en eventuele andere externen. (SMD= schoolmaatschappelijk werk,
GGD= schoolarts, enz.) Het ondersteuningsteam komt in beeld als het kind meer nodig heeft
dan de basisondersteuning van de school. We gaan in het ondersteuningsteam samen op
zoek naar wat het kind nodig heeft om verder tot ontwikkeling te komen. ( Zie plan
ondersteuningsadviseur)
Als de onderwijsbehoefte van het kind erom vraagt kunnen ook externe onderzoeken plaats vinden.
Bijvoorbeeld: IQ- bepaling, psychologisch onderzoek, enz. Deze worden uitgevoerd door externen.
School mag signaleren, maar niet diagnosticeren.
Voor alle hierboven beschreven punten geldt:
- Leerkracht, kind en ouders worden eigenaar van de onderwijsbehoefte van het kind.
- Je schenkt en vraagt vertrouwen aan en van elkaar.
- Ieder neemt zijn of haar verantwoording in de onderwijsbehoefte: Kind, leerkracht en ouders.
- We leggen verantwoording af aan elkaar.
- We zijn partners van elkaar in het leerproces en de ontwikkeling van het kind.
In een schema ziet het onderwijsaanbod er dan als volgt uit:
Niveau 4 = Zwaarste arrangementen  SO. = EXTRA ONDERSTEUNING.
Niveau 3 = Maatwerkarrangementen  samenwerking tussen basisschool, Speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs,
samenwerkingsverband en jeugdhulpverlening. = EXTRA ONDERSTEUNING.
Niveau 2 = Basisondersteuning binnen de groep of school en lichte arrangementen. = BASISONDERSTEUNING+.
Niveau 1 = Regulier onderwijsaanbod. = BASISONDERSTEUNING
Regulier onderwijsaanbod= basisondersteuning: Is het onderwijsaanbod dat aan alle kinderen wordt
aangeboden.
Basisondersteuning+ of extra ondersteuning: Is binnen de groep of school een licht arrangement.
Dit betekent in de praktijk: Verlengde of extra instructie al dan niet met behulp van een
onderwijsassistent met betrekking tot een passend onderwijsaanbod dat aansluit bij de ontwikkeling
van het kind.
De leerkrachten werken met groepsplannen. Een groepsplan is een organisatiemiddel om tegemoet te
komen aan de verschillende onderwijsbehoeften van kinderen in een groep.
Doordat de leerkracht bij het werken met groepsplannen uitgaat van de hele groep, kan hij of zij beter
inspelen op de behoeften van de leerlingen. Een groepsplan wordt aan het begin van het jaar
opgesteld en drie keer per jaar bijgesteld. De intern begeleider houdt klassenbezoeken en evalueert
samen met de leerkracht het effect van de groepsplannen op zijn of haar onderwijs.
Dit gebeurt tijdens een individuele leerlingbespreking of tijdens de groepsbesprekingen, die twee keer
per jaar gehouden worden. De leerkracht reflecteert op zijn eigen handelen. Elke leerling wordt
besproken, er wordt gekeken naar de vorderingen en naar het welbevinden van de leerling.
Wij streven ernaar om (zorg)leerlingen zoveel mogelijk binnen de eigen klassensituatie te helpen. De
interne begeleider ondersteunt de leerkracht hierbij. In een enkel geval is het nodig om externe hulp
aan te vragen bij schoolbegeleidingsdienst, het Zorgplatform of bij een andere hulpverlenende
instantie. Dit gebeurt altijd in overleg met ouders, zij geven hiervoor schriftelijk toestemming. De
directeur en de internbegeleider hebben frequent intern zorgoverleg.
Hulpvragen die niet binnen de school kunnen worden opgelost, worden voorgelegd aan het
ondersteuningsteam van de school tijdens het ondersteuningsteam-overleg (OT). Ouders geven
toestemming voor de bespreking van hun kind in het OT. Dit overleg kan wisselend van samenstelling
zijn. Meestal aanwezig zijn hierbij de leerkracht, de ouders , de IB-er en de ondersteuningsadviseur.
Als het gewenst of nodig is kunnen de volgende personen gevraagd worden om aan te schuiven bij
het ondersteuningsteam: de directeur, de schoolmaatschappelijk werkster, de schoolarts of andere
externen.