Klik hier om het ondersteuningsprofiel van de Braskörf

Obs De Braskörf
Steenstraat 30
Cornelis Jetseslaan 13
Veendam
0598 613790/621234
[email protected]
INHOUDSOPGAVE
1.Inleiding
2
2.Algemene gegevens
2.1 Contactgegevens / korte beschrijving van de school
2.2 Onderwijsvisie / schoolconcept
2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en afgelopen
schooljaren
2
3.Basisondersteuning
3.1Preventie en lichte curatieve interventies
3.2 Basiskwaliteit van het onderwijs
4
4. Extra ondersteuning: ondersteuningsarrangementen voor leerlingen
met specifieke onderwijsbehoeften
6
5. Conclusies en ambities
7
3
5
1.Inleiding
In het school ondersteuningsprofiel beschrijven we onze mogelijkheden om leerlingen
te ondersteunen.
Daarvoor worden veel gegevens opgenomen die direct en indirect betrekking hebben op de
mogelijkheden van de school.
Deze gegevens worden gebruikt om de ondersteuning die we kunnen bieden te beschrijven op twee
niveaus: basisondersteuning en extra ondersteuning.
De basisondersteuning beschrijft het niveau dat van alle scholen uit het samenwerkingsverband
wordt verwacht. De afspraken over de invulling van de basisondersteuning worden op het niveau
van het samenwerkingsverband gemaakt en gelden voor alle deelnemende scholen. De
basisondersteuning heeft betrekking op onderwijsinhoudelijke aanpakken en op de kwaliteit van de
ondersteuningsprocessen in de school.
De extra ondersteuning beschrijft de specifieke mogelijkheden van de individuele scholen, die
verder gaan dan de afspraken die gemaakt zijn over de basisondersteuning.
2. Algemene gegevens
2.1 Contactgegevens
Naam school:
Brinnr.:
Adres: (hoofdlocatie)
Postcode:
Plaats:
Telefoon:
E-mailadres:
Website:
Directeur
O.b.s. De Braskörf
13QO
Cornelis Jetseslaan 13
9640 DC
Veendam
0598 621234
[email protected]
www.braskorf.picto.nl
D. Andriol
Korte beschrijving van de school
De Braskörf is een school met twee locaties waar de groepen 1 t/m 5 en 6 t/m 8 zijn gehuisvest.
De Braskörf is een openbare school.
De school betrekt zijn leerlingen voornamelijk uit de wijk Buitenwoel, Golflaan, Zilverpark,
Sorghvliet, en Centrum.
Het aantal leerlingen schommelt gemiddeld tussen de 340 en 400 leerlingen. De laatste jaren is er
sprake van een daling van het aantal leerlingen als gevolg van de bouwstop in de wijk Golflaan.
Daarnaast is er sprake van een daling van het leerlingenaantal op provinciaal/landelijk niveau, dit
heeft uiteraard ook een effect op onze school. Dit percentage ligt ongeveer op 20%.
De Braskörfvisie
De toekomst van een organisatie máák je!
Daar heb je een visie voor nodig: een ambitieus beeld van de toekomst. De visie van een
organisatie geeft een kort en helder antwoord op de vraag:
“Hoe zien wij ons in de wereld van morgen?”
In onze Braskörfvisie willen we origineel, inspirerend en onderscheidend zijn.
Waar staan we voor?
In beginsel zitten leerlingen op school om iets te leren.
We willen een goede school zijn, die zijn leerlingen optimaal voorbereidt op het vervolgonderwijs.
Alle leerlingen die van de Braskörf komen, moeten kunnen zeggen: “Ik heb naar mijn kunnen
gepresteerd!”
Waar gaan we voor?
Onze ambitie is gaan voor hoge opbrengsten voor elke leerling, op alle niveaus.
Wij willen een stevige basis leggen voor de toekomst van al onze leerlingen.
Hoe doen we dat?
Duidelijkheid, rust en sociale veiligheid staan bij ons voorop, in alle geledingen van de school.
Wij proberen onze leerlingen te leren om te leren in een vertrouwde en gestructureerde omgeving.
Dit doen we in een traditionele setting, waarbij we de leerlingen naast het basisprogramma een
uitdaging op eigen niveau aanbieden. Iedere leerling kan presteren naar eigen kunnen!
2.2 Onderwijsvisie / schoolconcept
Werkwijze
De school volgt het leerstofjaarklassensysteem. De kinderen worden gegroepeerd op leeftijd.
De school legt een nadruk op leren. Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de mogelijkheden van de
leerlingen wordt gewerkt volgens het IGDI model (interactief gedifferentieerde directe instructie).
In dit model is ruimte voor gerichte aandacht door middel van verlengde instructie, begeleide
inoefening en directe feedback. Oplossingsgericht leren wordt gestimuleerd door middel van het
inzetten van coöperatieve werkvormen.
Leerlingen die extra uitleg nodig hebben, krijgen aan de instructietafel een verlengde instructie
(voordoen-samendoen-zelfdoen) en oefenen onder begeleiding van de leerkracht, een aantal
vaardigheden.
In de bovenbouw wordt gericht toegewerkt naar een goede aansluiting met het voortgezet
onderwijs. Het leren leren, begrijpend en studerend lezen nemen hierbij een belangrijke plaats in.
Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan de basisvaardigheden (rekenen, taal en lezen).
Kennis.
Duidelijke afspraken over werk en actueel leerstofaanbod; vastgelegd, gevolgd en geëvalueerd,
gebruik van moderne methoden verschillende werkvormen en ict. Hoge verwachtingen van
leerlingen op cognitief gebied en een goede effectieve zorgstructuur. Leerlingen voelen zich
competenter waardoor het sociaal emotioneel welbevinden wordt vergroot. Veel tijd investeren in
leerlingen; een klassenorganisatie die begeleiding en hulp aan individuele leerlingen mogelijk
maakt. De basis goed aanbrengen, geeft een levenslang plezier!
Structuur, grenzen, veilige omgeving.
Duidelijke afspraken over gedrag, werkwijze, verwachtingen, mogelijkheden, kansen en keuzes,
zodat leerlingen en ouders/verzorgers weten waar ze aan toe zijn.(bijv. de schoolafspraken,
pleinregels, weektaken, instructietafel). Deze afspraken worden geëvalueerd en waar nodig
bijgesteld op basis van o.a. tevredenheids onderzoeken.
Lerende school.
De afspraak om steeds te zoeken naar inspiratie voor leerkracht en leerlingen. Kritisch naar onszelf
kijken, zelfreflectie, veranderingen aandurven, gemotiveerd nascholing volgen en kennis op
collega’s en leerlingen overdragen.
Een plek bieden aan nieuwe leerkrachten in opleiding; wederzijds leren biedt mogelijkheden
Sterke kanten benutten, sociale omgang.
Benoemen van elkaars sterke en zwakke kanten en wederzijds begrip hiervoor vragen en
mogelijkheden hierin laten zien (ruimte en respect en zelfreflectie); leerlingen helpen
elkaar/leerkrachten helpen elkaar. Aandacht voor omgangsvormen.
Verantwoordelijkheid.
Leerkrachten, leerlingen, ouders en directie hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de
gestelde doelen te behalen en mogen elkaar hierop aanspreken.
We proberen dit door:



leerlingen bewust te maken waarom leren belangrijk is
het voeren van oudergesprekken gericht op de ontwikkeling en prestaties gedurende de
schoolloopbaan
ons onderwijs sterk te richten op het behalen van hoge doelen om het beste uit de
leerlingen en leerkrachten te halen.
Sociale cohesie.
Leerlingen leren van leerkrachten hoe ze zelf conflicten op kunnen lossen. Leerlingen leren elkaar
aan te spreken op gedrag, waarden en normen hebben daarin een duidelijke plek.
Open communicatie.
Houding van het team is er op gericht zaken direct en rechtstreeks te bespreken en niet te
verzwijgen. Het team streeft toegankelijkheid na.
We vinden de inbreng van ouders belangrijk. We bieden ze de gelegenheid mee te denken en te
beslissen via de Oudervereniging en de Medezeggenschapsraad. We informeren ouders over hun
kind(eren), de schoolontwikkeling en organisatorische zaken. We verwachten van ouders
vertrouwen, respect en loyaliteit en we verwachten dat tevredenheid en ontevredenheid
bespreekbaar is en besproken wordt.
Openbare identiteit.
De Braskörf is een openbare basisschool. We staan open voor leerlingen van alle gezindten en
verschillende levensovertuigingen. We informeren de leerlingen over allerlei geloven en
levensbeschouwingen, zonder daarbij een waardeoordeel te geven
2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
aantal leerlingen op 1 oktober
aa ntal 4-7 j arige leerl ingen (onderbouw)
187
176
170
162
aa ntal 8-ja rigen en ouder (bovenbouw)
232
221
204
193
419
397
374
355
TO TAAL
aantal gewichten op 1 oktober
0
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
leerlingen met gewicht 0,3
27
21
21
11
leerlingen met gewicht 1,2
6
4
4
4
7,88%
6,30%
6,68%
4,23%
Percentage gewogen leerlingen
overige aantallen
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
a a nta l j ongens op 1 oktober
2 05
19 9
1 85
17 8
a a nta l mei s jes op 1 oktober
2 14
19 8
1 89
17 7
51
55
58
58
55
a a nta l l eerl i ngen met i ndi ca ti e PRO /VSO
1
0
2
1
2
a a nta l l eerl i ngen met i ndi ca ti e LW O O
0
16
16
29
3
a a nta l l eerl i ngen i n groep 8
groepsgrootte op 1 oktober
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
tota al aa ntal groepen (i ncl . combina ti es )
18
17
16
14
aa ntal combi na ti egroepen
5
5
2
4
Gemiddel de groeps grootte
23,3
23,4
23,4
25,4
3. Basisondersteuning
De basisondersteuning bestaat uit een aantal aspecten waarover binnen het
samenwerkingsverband inhoudelijke afspraken gemaakt worden. De aspecten waar de
basisondersteuning betrekking op heeft, worden in deze paragraaf in kaart gebracht.
3.1 Preventie en lichte curatieve interventies
De leerkracht in de groep werkt handelingsgericht d.m.v. groepsplannen. Uitgangspunt zijn de
onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leerkracht verzamelt systematisch gegevens van alle
leerlingen door middel van dagelijkse observaties, schriftelijke opdrachten, methode gebonden
toetsen, methodeonafhankelijke toetsen, in gesprekken met leerlingen en vragenlijsten. Deze
gegevens worden geordend en systematisch bijgehouden in het groepsoverzicht. Per vakgebied
heeft de leerkracht inzicht in de stimulerende en belemmerende (omgeving en persoonlijke)
factoren van de leerlingen. De toets gegevens worden vastgelegd in een gestandaardiseerd
leerlingvolgsysteem van de school.
Groepsplannen zijn afgeleid van het schoolplan. In het schoolplan staan de leergebieden
beschreven op basis van de kerndoelen. Voor alle leergebieden geeft de school aan welke
methodes en materialen gebruikt worden, hoe de leergebieden in niveaus worden ingedeeld en
gedurende de hele basisschoolperiode aan bod komen. Leerkrachten die een groepsplan maken,
bepalen op basis van de leerlingengegevens welk deel van het schoolplan voor zijn of haar
leerlingen geschikt is in een gegeven periode. De leerkracht maakt uit het totale onderwijsaanbod
een selectie voor zijn/haar groep. Per jaar wordt er minimaal twee keer een nieuw groepsplan
opgesteld door de groepsleerkracht.
Differentiatie binnen de groep
In de groep zijn er soms (grote) verschillen tussen de leerlingen. Deze verschillen uiten zich in
verschillende onderwijs- en instructiebehoeften. In het groepsplan kan dan voor een deel van de
groep leerlingen een aangepaste doelstelling of instructiewijze en verwerkingswijze worden
aangegeven. Deze clustering van groepjes leerlingen vindt meestal plaats in een beperkt aantal
niveaus (maximaal 3).
Convergente differentiatie
De school werkt volgens de uitgangspunten van de convergente differentiatie. Dat betekent:

Voor alle leerlingen, uitgezonderd leerlingen met een officieel vastgestelde eigen leerlijn,
geldt dat aan hen in principe de leerstof t/m eind groep 8 wordt aangeboden;






Dit heeft als consequentie dat in principe aan alle leerlingen van een bepaalde groep de
leerstof voor de betreffende groep (leerjaar) wordt aangeboden;
Voor de “basisgroep” geldt dat aan hen het reguliere aanbod voor de betreffende groep
wordt aangeboden;
Voor “plusleerlingen” geldt eventueel een extra / aanvullend / verdiepend aanbod. Aan hen
worden ook hogere eisen gesteld wat betreft het verwachte resultaat op de toets;
Voor “risicoleerlingen” geldt dat extra instructies / begeleiding nodig zijn om het doel van
het betreffende leerjaar te halen.
Differentiatie houdt dus in:
o differentiatie t.a.v. instructie (pre-teaching, verlengde instructie, verkorte
instructie);
o begeleiding (pedagogische aanpak, begeleiding bij werkhouding en concentratie);
o minimumaanbod dat voldoet aan de kerndoelen van de betreffende groep;
Leerlingen met een officieel vastgestelde eigen leerlijn hebben een eigen leerdoel, dat
afwijkt van het leerdoel van de groep. Ditzelfde kan eventueel ook gelden voor
hoogbegaafde leerlingen.
Om de organisatie van de extra ondersteuning op verschillende niveaus in de groep mogelijk te
maken, werkt de school volgens het principe van zelfstandig leren en coöperatieve leerstrategieën.
Hierdoor krijgt de leerkracht de mogelijkheid om te differentiëren (instructie, verlengde instructie,
pre-teaching ).
Taak van de groepsleerkracht bij het bieden van ondersteuning
De leerkrachten zijn de eerstverantwoordelijken voor het signaleren van leerlingen die extra zorg
nodig hebben. De zorg van ons schoolteam is gebaseerd op het signaleren, analyseren,
diagnosticeren, remediëren en evalueren van “kindproblemen” op elk te noemen gebied. De
basiszorg bestaat uit veiligheid, rust, regelmaat en orde.
De aanpak van de zorg kent de volgende fasen (het stappenplan):
I
signaleren
 groepsleerkracht
analyseren
 groepsleerkracht, IB-er, ouders, collega’s

II

III diagnosticeren  IB-er, groepsleerkracht, externe deskundigen

IV remediëren
groepsleerkracht, eventueel interne begeleider

V
evalueren
groepsleerkracht, IB-er, ouders
Daartoe gebruiken zij de onderstaande middelen en afgesproken werkwijzen in de school:



Observeren van leerlingen
Hanteren van registratie- en signaleringslijsten
Afnemen en registreren van methode gebonden toetsen










Afnemen van toetsen van leerlingvolgsysteem
Analyseren van observatie- en toets gegevens van alle leerlingen
Voeren van diagnostische gesprekken en uitvoeren van observaties
Opstellen van groepsoverzichten (onderbouwing groepsplannen)
Opstellen van groepsplannen en individuele handelingsplannen
Bespreken van de groepsoverzichten en groepsplannen tijdens de monitoringsgesprekken
met de interne begeleider/directie.
Uitvoeren van groepsplannen en individuele handelingsplannen
Bijwonen van groep- en leerling-besprekingen
Inbreng van leerlingen in leerling-besprekingen
Voeren van oudergesprekken
3.2 Basiskwaliteit van het onderwijs
De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs als voldoende.
4. Extra ondersteuning: ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke
onderwijsbehoeften.
Arrangement
De school heeft een aanpak
voor begaafde leerlingen.
Invulling
Deskundigheid
De school is in staat om leerlingen die anders leren adequaat te
begeleiden in hun ontwikkeling. De begeleiding, het signaleren en
diagnosticeren van leerlingen, het ondersteunen van de
leerkrachten en het opstellen van schoolbeleid met betrekking tot
het werken met deze doelgroep wordt aangestuurd door een
specialist hoogbegaafdheid.
Op teamniveau is een beleidsplan opgesteld waarin beschreven
staat hoe er gewerkt wordt met begaafde leerlingen
Aandacht en tijd
Begaafde leerlingen zijn ingedeeld in een reguliere groep.
Leerlingen vanaf groep 5 kunnen na een screening d.m.v. het DHH
worden geplaatst in een plusklas voor één dagdeel per week. In
het kader van differentiatie is er aandacht voor “leren leren”,
zelfontdekkend en zelfverantwoordelijk leren.
Voorzieningen
De school heeft specifieke materialen en leermiddelen voor
hoogbegaafde leerlingen
Gebouw
Er zijn geen specifieke voorwaarden te benoemen waaraan het
gebouw zou moeten voldoen.
De school is in staat om
leerlingen met stoornissen in
het autistisch spectrum te
begeleiden met behulp van
externe ondersteuning.
Deskundigheid
De medewerkers zijn in staat om te werken met leerlingen met
stoornissen in het autistische spectrum(rec 2).
Aandacht en tijd
Leerlingen met genoemde ondersteuningsbehoeften kunnen
worden geplaatst als de school in staat is om te voldoen aan de
hulpvraag van de leerlingen.
Plaatsingen worden besproken in het zorgteam en worden per
situatie beoordeeld in samenhang met de huidige
groepssamenstelling en aard en mate van de zorg. De
gedragscomponent van de leerling is bepalend voor de reikwijdte
van de zorg die wij kunnen bieden. Hierbij valt te denken aan
(externe) deskundigheid maar ook aan de mogelijkheid tot het
geven van extra aandacht en ondersteuningsmogelijkheden.
Bij de plaatsing wordt ook gekeken of dit op schoolniveau haalbaar
is.
Voorzieningen
De school heeft materialen die ondersteunend kunnen zijn bij het
werken met leerlingen met genoemde ondersteuningsvragen.
Daarnaast moet de school aanspraak kunnen maken op de
middelen die het samenwerkingsverband beschikbaar moet
stellen.
Gebouw
Er zijn geen specifieke voorwaarden te benomen waaraan het
gebouw zou moeten voldoen
De school heeft een aanpak
voor leerlingen met DCD
(Developmental Coördination
Disorder). DCD is een
verzamelnaam voor een
aantal kenmerken van (licht)
gestoorde motorische
functies, zoals een lage
spierspanning, een grote
bewegingsonrust,
coördinatieproblemen of
problemen met fijn
motorische vaardigheden.
Deskundigheid
De school beschikt over deskundigheid om leerlingen met een
motorische achterstand te kunnen begeleiden. Vanuit de vakgroep
lichamelijke oefening is hiervoor een gediplomeerde motorische
remedial teacher beschikbaar die na de screening met de
leerlingen planmatig werkt.
Het kunnen inzetten van deze MRTer is mede palend of het
financieel haalbaar is; dit wordt per schooljaar opnieuw bekeken.
Aandacht en tijd
Leerlingen met genoemde ontwikkelingsproblematiek kunnen
geplaatst worden als de school in staat is om te voldoen aan de
ondersteuningsbehoeften van deze leerlingen. Hierbij valt te
denken aan deskundigheid maar ook aan de mogelijkheid tot het
geven van extra aandacht en zorg en de samenwerking met
externe instanties.
Voorzieningen
De school maakt gebruik van materialen die ondersteunend
kunnen zijn bij het werken met leerlingen met genoemde
problematiek.
Gebouw
Er zijn ruimtes in en bij de school beschikbaar waarin gewerkt kan
worden met de leerlingen.
De school is in staat om
leerlingen met een
gedragsprobleem onderwijs
te kunnen bieden.
Deskundigheid
De school heeft een aantal medewerkers die ervaring hebben met
leerlingen in het speciaal onderwijs. De visie van de school rust,
orde en regelmaat geeft deze doelgroep structuur en houvast. De
mate van de zorg die hierin geboden kan worden, hangt samen
met de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen. Niet in alle
gevallen zijn deze lln plaatsbaar.
De school heeft in dergelijke gevallen contact met het
samenwerkingsverband en de andere scholen binnen het bestuur
of de gevraagde expertise dan wel kan worden geboden.
Aandacht en tijd
Leerlingen met genoemde ondersteuningsbehoeften kunnen
worden geplaatst als de school in staat is om te voldoen aan de
hulpvraag van deze leerlingen.
Plaatsingen worden besproken in het zorgteam en worden per
situatie beoordeeld in samenhang met de huidige
groepssamenstelling en aard en mate van de zorg. De
gedragscomponent van de lln is bepalend voor de mate van de
zorg die wij kunnen bieden.
Voorzieningen
De school heeft hiervoor geen specifieke voorzieningen.
Gebouw
Er zijn geen specifieke voorwaarden te benomen waaraan het
gebouw zou moeten voldoen
5. Conclusie en ambities
De ambitie van de school is om de leerlingen zo adequaat mogelijk te begeleiden in hun
ontwikkelingsproces. De zorg die de school kan bieden is mede afhankelijk van de mogelijkheden
en middelen die de school ter beschikking heeft of door externen ter beschikking worden gesteld.
De ondersteuning die de school vraagt aan externen om een leerling te kunnen begeleiden moet
door hen praktisch kunnen worden ingevuld. Dit is een voorwaarde om kinderen met bepaalde
ondersteuningsbehoeften op school te kunnen begeleiden
Het kunnen plaatsen van leerlingen hangt ook samen met de omstandigheden in de groep. Het
aantal leerlingen is medebepalend of de gevraagde zorg ook geboden kan worden.
Ook de aanwezige leerlingen die al extra onderwijsondersteuningsbehoeften hebben, vormen mede
een uitgangspunt om meerdere leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften aan te nemen.
Hierbij wordt uitgegaan van het kunnen bieden van een realistisch perspectief met betrekking tot
de haalbaarheid van een eventuele plaatsing op de school.
Het gevolg hiervan is dat niet alle leerlingen met genoemde ondersteuningsbehoeften plaatsbaar
zullen zijn. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar eventuele plaatsing in een bepaalde groep,
maar ook of dit op schoolniveau haalbaar is. Daarnaast is de vorm van externe hulp die moet
worden geboden medebepalend voor plaatsing.
Met name de gedragscomponent van de leerling is bepalend voor de reikwijdte van de zorg die
de school kan bieden.
Het uitgangspunt om te kunnen beoordelen of de leerling plaatsbaar is, is dat er een goede
diagnose is gesteld, daarna wordt bekeken of er aan de eventuele randvoorwaarden kan worden
voldaan.
Om een gedegen afweging te kunnen maken over de eventuele plaatsing van een leerling is het
belangrijk dat de school vroegtijdig de juiste informatie ontvangt van de peuterspeelzalen en de
ouders/verzorgers.
De Braskörf maakt passend onderwijs passend.