Schoolgids De Leidse Buitenschool 2014-2015 Schoolgids De Leidse Buitenschool 2014-2015 Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 Inleiding 2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 De Leidse Buitenschool 2.10 2.10.1 2.10.2 2.10.3 2.10.4 2.11 2.11.1 2.11.2 2.11.3 Waarom een schoolgids voor ouders/verzorgers Wie hebben aan de schoolgids gewerkt? Wat is nieuw in onze schoolgids Beoordeling schoolgids door de lezers Verklaring Medezeggenschapsraad Verzoek aan ouders/verzorgers om te reageren Adresgegevens De Leidse Buitenschool Dienst Expertise en Begeleiding Campus Katwijk Campus Lisse Bevoegd gezag De Leidse Buitenschool Directie Vervanging van de directeur Situering van de school Een stukje geschiedenis De betekenis van het vignet Groei van de school Een school voor leerlingen met psychiatrische problematiek en/of gedragsstoornissen De doelen van het onderwijs op De Leidse Buitenschool Didactisch doel Sociaal emotioneel doel Pedagogisch klimaat Ontwikkelingen op de Leidse Buitenschool De regels op De Leidse Buitenschool Algemene regels Regels en afspraken voor de kinderen Pestprotocol 4 5 5 5 6 6 6 7 8 8 8 8 9 9 9 9 10 10 12 12 13 14 14 14 14 17 19 19 21 22 2.11.4 2.11.5 2.11.6 2.11.7 2.11.8 2.11.9 2.12 2.12.1 2.12.2 2.13 2.14 2.15 2.15.1 2.15.2 2.15.3 2.15.4 2.15.5 2.15.6 2.15.7 2.16 3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7 3.2.8 3.3 Internet website-protocol Incidentenregistratieformulier leerlingen. Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen. Protocol vernieling andermans eigendommen Protocol bij vermoeden van kindermishandeling/ Meldcode Protocol bescherming privacy leerlingen Medische zaken en hygiëne Beleid bloedoverdraagbare infectieziekten Tanden poetsen Verplicht overblijven Pennen op school Integraal veiligheidsbeleid De brandmeldinstallatie. Het ontruimingsplan en de ontruimingsoefening Gebruikersvergunning Het speelplein Algemene veiligheid inspectie Incidentenregistratieformulier Legionella beheersplan Sponsoring 22 23 23 25 26 De organisatie van het onderwijs 34 35 37 37 37 De groepsindeling De activiteiten voor de kinderen Didactische leerlijnen Basisvaardigheden (lezen, taal, schrijven en rekenen) Sociaal-emotionele ontwikkeling (PAD) Wereldoriënterende vakken Expressieactiviteiten Bewegingsonderwijs Godsdienstonderwijs Schooltelevisie Het gebruik van pictogrammen 28 28 29 29 30 30 30 31 31 31 32 32 32 32 33 38 38 38 39 39 39 39 3.4 3.4.1 3.4.2 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5 3.5.6 3.5.7 3.6 Naschoolse activiteiten voor kinderen Het geven van huiswerk Spreekbeurten/werkstukken Buitenschoolse activiteiten voor kinderen Sportochtend/-middag Schoolkamp Schoolreisje Excursies Verkeersdiploma Schoolverlatersavond Lidmaatschap bibliotheek Speciale voorzieningen in en om het schoolgebouw 40 40 40 40 40 41 41 41 41 42 43 43 4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 De zorg voor kinderen 44 45 45 46 46 46 4.2.4 4.2.5 4.2.6 4.2.7 4.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7 De plaatsing van een kind op school Het leerlingvolgsysteem Het vastleggen van de resultaten Het algemeen dossier Het pedagogisch-didactisch dossier (digitaal en papier) Het toetsresultaten dossier Het CITO-leerlingvolgsysteem Het OVM Het bespreken van de resultaten De planning van de toetsen, besprekingen en rapportages De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Specialistische hulp De gezondheidszorg psycholoog (GZ) De schoolmaatschappelijk werker De jeugdarts De zorgcoödinator (deel van de taak van de locatiecoördinator) De intern begeleiders De fysiotherapeut 47 47 48 48 50 53 54 54 54 55 56 56 57 4.4.8 4.4.9 4.4.10 4.4.11 4.5 4.6 4.7 4.8 5 5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.3 5.4 5.5 5.5.1 5.5.2 5.5.3 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.14.1 De logopediste De orthopedagoog, ontwikkelingspsycholoog en schoolpsycholoog Samenwerking Bureau Jeugdzorg en Cardea Jeugdzorg Het CJG en uw kind op de basisschool Passend onderwijs: de beste kansen voor élk kind De begeleiding van de overgang van de kinderen naar het voortgezet onderwijs Het vervolgonderwijs na De Leidse Buitenschool Ambulante Begeleiding 57 58 De ouders 68 69 70 Het belang van de betrokkenheid van ouders Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school De schoolgids LBSnieuwsbrief De website De weekbrief De medezeggenschapsraad De ouderraad Contact tussen de groepsleerkracht en de ouders Algemeen Het heen-en-weerschriftje Informatie aan ouders Klachtenregeling Meldpunt vertrouwensinspecteurs 5010 voor ouders over onderwijs Ouderbijdrage Financiële ondersteuning Schoolfotograaf Schoolverzekering voor leerlingen Aangepast vervoer Landelijke ouderverenigingen Balans 58 59 60 63 64 66 70 70 70 70 71 71 72 72 72 73 74 75 76 76 77 78 78 78 79 79 5.14.2 Nederlandse Vereniging voor Autisme 80 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 Het team 81 82 82 83 84 85 7 7.1 De ontwikkeling van het onderwijs 7.1.1 7.1.2 7.2 8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.4.1 8.4.2 8.4.3 8.4.4 8.4.5 8.4.6 8.4.7 8.4.8 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9 De samenstelling van het team Protocol vervanging bij ziekte Deeltijdleerkrachten De begeleiding en inzet van stagiaires Scholing van teamleden Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Enquetes Het schoolplan/ jaarplan School Video Interactie Begeleiding Regeling school- en vakantietijden Schooltijden Pauze Regels voor aanvang en einde schooltijd Maatregelen preventie schoolverzuim Ziekte leerling Schoolverzuim Verlof voor bezoek aan huisarts, tandarts of ziekenhuis Verlof voor huwelijken, jubilea, begrafenissen Verlof vanwege andere gewichtige omstandigheden Verlof voor vakantie Plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging Algemene regels bij verlofaanvragen De leerplichtwet De leerplichtambtenaar Vakantietijden 2014-2015 Vieringen Overige dagen 86 87 87 87 87 89 90 90 90 91 91 91 92 92 92 92 93 93 94 94 94 95 95 9 9.1 9.1.1 9.1.2 9.1.3 9.2 9.3 9.4 9.5 9.5.1 9.5.2 9.5.3 9.6 9.6.1 9.6.2 9.6.3 9.6.4 9.6.5 9.6.6 Belangrijke namen en adressen E-mail adressen teamleden Hulpverleners Contactpersoon Klachtencommissie Contactpersoon Schoolverlaters Bevoegd gezag Ouderraad Medezeggenschapsraad REC-WEST Commissie voor Indicatiestelling REC-WEST Bureau Intake SO Duin- en Bollenstreek Ambulant Educatieve Dienst Leiden Overige belangrijke adressen en telefoonnummers Inspecteur Expertisecentra Vertrouwenspersonen ASOJ Landelijke klachtencommissie VOS/ABB Meldpunt vertrouwensinspecteurs Jeugdarts Landelijke ouderverenigingen 97 99 99 99 99 100 100 100 101 101 101 101 101 102 102 102 102 102 103 10 afkortingen 104 1 ::: 1 Inleiding 1.1 Waarom een schoolgids voor ouders/verzorgers Sinds 1 januari 1999 dient elke school een schoolgids te hebben. De schoolgids is bestemd voor ouders/verzorgers waarvan hun zoon/dochter De Leidse Buitenschool bezoekt en voor de ouders van nieuwe leerlingen. Deze gids laat zien wat de ouders van de school kunnen verwachten en wat de school voor hun kind kan betekenen. 1.2 Wie hebben aan de schoolgids gewerkt? In het schooljaar 1998-1999 is de schoolgids op De Leidse Buitenschool voor het eerst uitgekomen. De jaren daarop is de gids fors uitgebreid. Voor het huidige schooljaar zijn er enkele wijzigingen aangebracht en is de schoolgids geactualiseerd door de locatiedirecteur en de locatiecoördinator, met behulp van diverse teamleden. 1.3 Wat is nieuw in onze schoolgids De schoolgids van schooljaar 2013-2014 is geactualiseerd voor het nieuwe schooljaar. In grote lijnen is de inhoud gelijk gebleven, een groot aantal adressen en telefoonnummers is gewijzigd. Daarnaast vindt u informatie over de vorming van het Orthopedagogisch Educatief Centrum Katwijk (OECK) INLEIDING 5 1.4 Beoordeling schoolgids door de lezers Het oudertevredenheidsonderzoek van 2014 heeft geen specifieke vraag over de schoolgids gesteld. 1.5 Verklaring Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad van De Leidse Buitenschool heeft kennis genomen van de schoolgids en stemt op 22 januari 2014 hiermee in. 1.6 Verzoek aan ouders/verzorgers om te reageren Indien u wensen heeft betreffende de schoolgids of suggesties tot verbetering kunt u contact opnemen met de directeur van de school. 6 INLEIDING 2 ::: 2 De Leidse Buitenschool 2.1 Adresgegevens 2.1.1 De Leidse Buitenschool De Leidse Buitenschool Duinoordweg 2 - 4 2224 CD Katwijk aan Zee Telefoon 071 4012273 Telefax 071 4017263 E-mail [email protected] Website www.leidse-buitenschool.nl 2.1.2 Dienst Expertise en Begeleiding Dienst Expertise en Begeleiding Duin- en Bollenstreek (voorheen Ambulante Dienst Duin- en Bollenstreek) Bureau Toeleiding Indicatie Cluster 4 Duinoordweg 2-4 2224 CD Katwijk aan Zee Telefoon 071 4010234 Telefax 071 4017263 E-mail [email protected] Website www.ambulantedienstduinenbollenstreek.nl 2.1.3 Campus Katwijk Campus Katwijk De Krom 102 2221 KK Katwijk Telefoon 06 14151784 8 DE LEIDSE BUITENSCHOOL 2.1.4 Campus Lisse Campus Lisse Broekweg 112 2161 XG Lisse Telefoon 0252 429095 2.2 Bevoegd gezag De Leidse Buitenschool Het bevoegd gezag van onze school is de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg (ASOJ). Dit bestuur is eindverantwoordelijk voor datgene wat er op school gebeurt. De ASOJ is een landelijk werkende onderwijsstichting die 21 scholen op 47 locaties in 27 gemeenten bestuurt. Deze scholen werken samen binnen 3 sectoren. Onze school valt onder de sector West. Sectordirecteur is Frank Zopfi. De ASOJ kent het reglement Bovenschools Management. In dit reglement staan de taken en bevoegdheden vermeld van de algemeen directeur, de sectordirecteur en de locatiedirecteur. Het reglement is te vinden op de website van de ASOJ. De ASOJ stelt zich ten doel zorg te verlenen aan kinderen die kwetsbaar zijn, die ondersteuning nodig hebben bij het proces van zelfstandig leren worden en onderwijs te geven, gericht op de specifieke vragen die elk kind aan ons stelt. De missie van de ASOJ luidt dan ook: “Wij hebben zorg voor ieder ander, met name voor hen die het moeilijker hebben dan wijzelf en dat doen wij door volhardend te zijn in onze betrokkenheid.” De begrippen Kracht, Onvoorwaardelijk en Passie staan centraal in ons werken met en voor de kinderen. 2.3 Directie Arjen Karelse, locatiedirecteur Ada van Duijn, locatiecoördinator 2.4 Vervanging van de directeur De locatiedirecteur is binnen het OECK tevens locatiedirecteur van SBO de Windvang. De dagelijkse leiding van de Leidse Buitenschool is vanaf DE LEIDSE BUITENSCHOOL 9 januari 2012 in handen van Arjen Karelse en Ada van Duijn. Een van beide is op de locatie aanwezig. Bij langere afwezigheid van een van beiden treedt het protocol vervanging in werking. Onder leiding van de sectordirecteur wordt dan gezocht naar adequate vervanging. 2.5 Situering van de school Onze school is gelegen in Katwijk aan Zee, nabij het gemeentehuis en het zwembad. De school is omgeven door veel groen en is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Op loopafstand zijn twee bushaltes aanwezig: Halte Duinoord: lijn 31. Halte Katwijk Raadhuis: lijn 30; 31; 37; 90; 221 en 385. Voor informatie over vertrek- en aankomsttijden kunt u bellen met de openbaar vervoer reisinformatielijn 0900 – 2022022 of kijken op www.arriva.nl 2.6 Een stukje geschiedenis De naam Buitenschool houdt verband met het principe dat de school buiten de bebouwde kom is gebouwd. Dit in tegenstelling tot een openluchtschool die in principe binnen de bebouwde kom is gebouwd. De eerste Buitenschool in de omgeving van Scheveningen kent zijn oorsprong in 1905 en is officieel opgericht in 1917. Herstellingsoord ‘De Eerste Nederlandsche Buitenschool’ is aanvankelijk als stadsgezondheidskolonie opgericht door de ‘Vereniging voor Vacantiekolonies’ met een preventieve doelstelling. In deze tijd leden grote groepen van de bevolking aan aandoeningen van de luchtwegen, met name aan de besmettelijke ziekte tuberculose. De Buitenschool, gelegen in een bosrijke omgeving in het duin, bood de kinderen de heilzame werking van het milde zeeklimaat. Zo dacht men aan het begin van de eeuw. De nog niet zieke kinderen uit sociaal achtergestelde gezinnen kwamen zo’n zes weken aansterken aan de zee, teneinde minder bevattelijk te zijn voor ziektes. De therapie bestond uit bedrust en een verblijf in de gezonde lucht. Destijds werd gesproken van een verpleging in een soort openluchtschool, 10 DE LEIDSE BUITENSCHOOL maar van een school kan nog niet worden gesproken. In de eerste jaren stond met name de verpleging centraal, pas later rond 1930 kwamen de schoolbelangen op de eerste plaats. Professor dr. E. Gorter trok zich het lot aan van de kinderen, die hij bleekneusjes noemde. Hij heeft zich ingezet voor de opening van de tweede Buitenschool in Nederland. Negentig jaar geleden, op 28 september 1921, werd de vereniging Herstellingsoord ‘De Leidsche Buitenschool’ opgericht. Een klein jaar later op 16 september 1922 werd de ‘Leidsche Buitenschool’ in ‘Villa Duinlust’ in Katwijk geopend. Leiden kent geen duinlandschap en had geen geschikte locatie binnen de gemeentegrens, waardoor men was aangewezen op de buurgemeente. De kinderen kwamen voornamelijk uit Leiden en de Duin- en Bollenstreek die zich uitstrekt van Sassenheim tot Wassenaar en van Alphen aan den Rijn tot Katwijk aan Zee. De naam Herstellingsoord klinkt misschien beladen, maar niet voor die tijd. De Vereniging stelde tot doel het voorkomen van tuberculose bij kinderen die schoolplichtig waren. Veel kinderen op de buitenschool bleven intern, revalideerden in een schone omgeving en kregen onderwijs in een aangepast tempo. ‘Buiten les’ op school werd zelfs letterlijk genomen; zodra het weer het toeliet, nam de groep leerlingen gehuld in dekens plaats op de houten schoolbankjes die rij aan rij stonden op de gemarkeerde ‘lokalen’ in het zand tussen de duintoppen. Naast de lessen moesten kinderen tot tien jaar verplicht rusten op vaste tijden op de ruststoelen tussen de bosjes in de buitenlucht of op de bedden in de lighallen. In 1961 is de naam Het Herstellingsoord ‘Leidsche Buitenschool’ veranderd in ‘De Leidse Buitenschool’. Tot ver in de jaren ‘70 was de villa het middelpunt van de school. Hierin was het internaat gevestigd met twee slaapzaaltjes voor jongens en meisjes en twee eetzalen voor de kleine en de grote kinderen. De kinderen verblijven echter al lang niet meer intern. Op de plaats van de villa is in 1991 een appartementencomplex gebouwd. Het oude schoolgebouw staat nog steeds aan de ingang van de school. Tot 1 juli 2004 bood dit onderdak aan de Vereniging Kleindierensport Katwijk. In 1965 werd het huidige schoolgebouw op het duin achter het oude schoolgebouw in gebruik genomen. Via een trap tegen het duin op wordt de ingang bereikt. Na de bouw bestond de school uit twee lokalen, een tussenruimte en een paar kleine ruimtes. In de jaren die daarop volgden, werd de school nog drie keer verbouwd. De doucheruimte en het handenarbeidlokaal hebben plaatsgemaakt voor nieuwe werkruimtes. DE LEIDSE BUITENSCHOOL 11 Tevens werd er een zesde groepslokaal aan de school gebouwd. Het oude schoolgebouw is in ere hersteld en biedt vanaf 1 januari 2005 plaats aan drie groepen. In het schooljaar 2008-2009 is De Leidse Buitenschool uitgebreid met een gymzaal, twee lokalen en twee werkruimtes. 2.7 De betekenis van het vignet Het logo van De Leidse Buitenschool is aangepast aan het logo dat gebruikt wordt door alle scholen welke deel uitmaken van de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg (ASOJ). Het symboliseert de eenheid van de scholen die worden bestuurd vanuit de ASOJ. Alle zorg voor de leerlingen onder één paraplu. 2.8 Groei van de school Naast de groei van De Leidse Buitenschool op de Duinoordweg is de school ook in de breedte in ontwikkeling. • Sinds juni 2005 verzorgt De Leidse Buitenschool het onderwijs aan de Campus in Katwijk. In deze campus wordt Jeugdzorg gecombineerd met onderwijs aan jonge kinderen. Hier werken onderwijs en Cardea jeugdzorg nauw samen. De ouders worden actief betrokken bij de behandeling van hun kind. Ieder gezin krijgt een vaste Intensieve Gezinsbegeleider (IGB) die regelmatig aanwezig is in de thuissituatie en helpt bij ontwikkeling- en opvoedingsproblemen. • Sinds augustus 2006 verzorgt De Leidse Buitenschool ook het onderwijs aan de Campus in Lisse, vanuit hetzelfde concept. • Vanuit De Leidse Buitenschool wordt een aantal kinderen en hun school begeleid in het regulier en het speciaal basisonderwijs (SBO). Door middel van deze ambulante begeleiding krijgen kinderen met een handicap of leerproblemen de kans om binnen het regulier onderwijs dan wel het SBO te blijven of te re-integreren. De dienst Expertise en Begeleiding (voorheen Ambulante Dienst Duin- en Bollenstreek) is gehuisvest in het hoofdgebouw van de Leidse Buitenschool en is naast de begeleidende rol die zij heeft op de reguliere scholen ook verbonden met het onderwijs op de hoofdlocatie. Tevens onderstuent de dienst expertise en begeleiding scholing binnen het 12 DE LEIDSE BUITENSCHOOL BAO en SBO. Een produktenlijst is aanwezig. • Vanaf schooljaar 2010-2011 wordt op de hoofdlocatie van de Leidse Buitenschool intensief samengewerkt met de medewerkers van Cardea Jeugdzorg in gezamenlijke onderwijs-zorg trajecten voor die leerlingen die meer zorg behoeven binnen het onderwijs. Deze trajecten zijn niet voor iedere leerling noodzakelijk, daar waar ondersteuning gewenst is, zal school contact opnemen met de ouders en het traject bespreken. 2.9 Een school voor leerlingen met psychiatrische problematiek en/of gedragsstoornissen De Leidse Buitenschool is, zoals beschreven, met haar tijd meegegroeid. Inmiddels heeft de school zich ontwikkeld tot een orthopedagogische leeromgeving voor leerlingen die door uiteenlopende psychiatrische problematiek en/of gedragsstoornissen problemen ondervinden tijdens het leren en/of in de omgang met anderen. De school is bestemd voor kinderen bij wie het ontwikkelingsproces anders, dan wel vertraagd verloopt en die extra hulp nodig hebben op didactisch en/of sociaal-emotioneel gebied. De oorzaak, aard en aanpak zijn voor bijna ieder kind anders. Niet zelden is er sprake van een complexe problematiek. Hierdoor zijn zowel in de persoonlijkheidsontwikkeling als in de onderwijsparticipatie ernstige belemmeringen ontstaan, waarvoor specialistische hulp nodig is. De kinderen op de Leidse Buitenschool dienen te beschikken over een cluster 4 indicatie/ Toelatingsverklaring. Bij de kinderen die onze school op dit moment bezoeken, is er onder meer sprake van de volgende problematiek: • Angststoornis, selectief mutisme, stemmingsstoornis, hechtingsstoornis en psychosomatische stoornis. • Stoornis binnen het autisme spectrum (autistische stoornis, stoornis van Asperger, PDD-NOS). • Aandachtstekortstoornis (ADHD, ADD). • Opstandige gedragsstoornis (ODD, CD) De school stelt zich ten doel alle kinderen een veilige omgeving te bieden, waarbij wordt aangesloten bij de specifieke hulpvraag van het kind. DE LEIDSE BUITENSCHOOL 13 Daarnaast wordt een schoolomgeving aangeboden, waarin de kinderen uitgedaagd worden tot groei en ontwikkeling op zowel sociaal-emotioneel als didactisch gebied. 2.10 De doelen van het onderwijs op De Leidse Buitenschool 2.10.1 Didactisch doel In het onderwijsleerprogramma wordt gestreefd naar het behalen van de eindtermen van het basisonderwijs. Doordat de problematiek van de leerlingen veelal reeds voor plaatsing tot onderwijsachterstand heeft geleid, werkt de school aan een minimale doelstelling van niveau eind groep 6 basisonderwijs. Voor de leerlingen die een hoger niveau aan kunnen, wordt gestreefd naar niveau eind groep 8 basisonderwijs. 2.10.2 Sociaal emotioneel doel De school geeft de leerlingen inzicht in hun sociaal emotionele problematiek en leert hen hiermee zo optimaal mogelijk om te gaan. In 2000-2001 is onder deskundige begeleiding van de Hogeschool Utrecht een leerlijn sociaal emotionele ontwikkeling ingevoerd; het zogenaamde Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD). In hoofdstuk 3 vindt u hierover meer informatie. Daarnaast wordt in de gehele school gewerkt met PBS (Positive Behavior Support) Goed Gedrag kun je leren! 2.10.3 Pedagogisch klimaat PBS (Positive Behavior Support) is een schoolbrede aanpak gericht op het stimuleren van gewenst gedrag bij kinderen. Het is bekend dat kinderen groeien door aandacht. Aandacht is: ‘gezien worden’: een compliment geven (op uiterlijk, op gedrag), zeggen dat je goed gedrag hebt gezien, opmerken dat het gewenste gedrag een voordeel voor het kind of de omgeving heeft opgeleverd. Kinderen willen weten hoe gewenst gedrag eruit ziet. Het is niet voor alle kinderen vanzelfsprekend om te weten hoe zij zich moeten gedragen. Gewenst gedrag moet dus expliciet aangeleerd worden, net als rekenen, lezen en schrijven. Gewenst gedrag moet door de omgeving ‘gezien’, erkend en gewaardeerd 14 DE LEIDSE BUITENSCHOOL worden, wil het voort bestaan. Dit kan door aandacht: een compliment geven, zeggen dat je goed gedrag hebt gezien, opmerken wat dit gedrag bijdraagt aan de omgeving. Onderzoek wijst uit: Zodra een school kinderen leert hoe gewenst gedrag eruit moet zien en de kinderen tijdens het vertonen van dit gedrag ‘gezien’ worden zal een groot deel (80 %) van de kinderen het gewenste gedrag tonen. Zodra een school minder tijd kwijt is aan gedragsproblemen ontstaat meer tijd voor leren van schoolse vakken. Dit betekent dus dat een school proactief bezig moet zijn met gedrag. Voordat je als school verder kan moet je verwachtingen rond dat gedrag helder hebben. Welke waarden vind je belangrijk? Waarden hebben wij omschreven als breed geldige en gedeelde idealen en motieven binnen onze school. In onze school zijn dat veiligheid, respect en duidelijkheid. Samen streven we hiermee betrokkenheid na. Gewenst veilig, respectvol en duidelijk gedrag stimuleren betekent dat je moet aangeven hoe je het wilt hebben: dit doel dienen de regels die in de school hangen. Regels maken is niet gemakkelijk. Regels moeten begrijpelijk geformuleerd worden. Regels moeten kort én duidelijk én positief geformuleerd zijn. Het gedrag dat je wél wilt zien moet erin zitten. Onze nieuwe regels vindt u onder ‘afspraken en regels in de school’. De regels op onze school zijn sinds 2011 voorzien van pictogrammen, zodat ook de leerlingen die (nog) niet kunnen lezen, of de leerlingen die sneller informatie oppikken uit een visueel beeld dan uit tekst de regels goed kunnen begrijpen. Om gewenst gedrag volgens de regels te stimuleren worden de regels opgehangen. Het gewenste gedrag wordt aangeleerd en herhaald: een paar keer per jaar leren de kinderen door te oefenen (bv. middels rollenspelletjes) het gewenste gedrag aan. Omdat het voor kinderen belangrijk is te weten dat zij gewenst gedrag hebben laten zien krijgen ze niet alleen een gesproken compliment maar ook een kaartje: zo kunnen ze ook later nog laten zien dat zij gewenst gedrag hebben vertoond. De school heeft een beloningssysteem ontwikkeld dat door alle medewerkers gebruikt wordt. DE LEIDSE BUITENSCHOOL 15 Als ondanks de positieve aanpak ongewenst gedrag optreedt, is daarop beleid noodzakelijk. In het schooljaar 2012-2013 wordt dit in de school verder beleidsmatig uitgewerkt. Belangrijk bij al onze feedback (en dus ook beloningen) aan de leerlingen is het volgende: 1. Routinematig werken: omdat het voor leerlingen fijn is te weten hoe dingen gaan, werken we routinematig: bij het uitdelen van de beloning beginnen onze zinnen steeds met de regel en eindigen met de waarde: ‘Goed dat je loopt in de school / Ik zie dat je loopt in de school, goed zo / want daardoor is iedereen in de gang veilig’. 2. Effectieve taal gebruiken: we houden geen lange verhalen en zetten ‘doe-woorden’ vooraan in de zin: voor onze leerlingen is dat het vaak het best te begrijpen. Dit vinden we ook terug in de regels. Bijvoorbeeld: ‘Wij lopen rustig in de gang’. 3. Uitzonderingssituaties: Ieder kind vergeet wel eens te lopen, en rent bv. uit enthousiasme op zijn verjaardag de school binnen. Dan refereren we aan de regel, maar tonen ook begrip: ‘jij weet best dat we lopen in de school maar nu ben je zo blij dat je het even vergeten bent’. Op de ouderavond in het voorjaar van 2012 is opnieuw met ouders van gedachten gewisseld. Ouders en leerkrachten hebben een poster gemaakt met daarop voorbeelden van complimenten, de complimentenposter is aan alle ouders aangeboden. In 2013/2014 worden opnieuw ouderavonden over PBS ingepland. Een school die PBS invoert, heeft een PBS-coach nodig. Deze wordt opgeleid via de begeleidende instanties in Nederland: de hogescholen Windesheim en Fontys en TNO Kwaliteit van Leven. De PBS-coach is een externe begeleider in dienst van Cardea; op de LBS is er intern een PBS-coach opgeleid: Brit Slotboom. De coach wordt voortdurend bijgeschoold en neemt deel aan intervisiebijeenkomsten. het komende schooljaar zullen we ook ondersteuning krijgen van een externe PBS-coach in de persoon van mevrouw Lut Neefjes. In 2010 is het registratieformulier ten aanzien van vormen van probleemgedrag bijgewerkt (voor intern gebruik). In 2012 zal het verder verfijnd worden. In het kader van PBS zullen alle leerkrachten werken met 16 DE LEIDSE BUITENSCHOOL de nieuwe registratieformulieren. Uit deze registratieformulieren zijn overzichten af te leiden in de vorm van staafdiagrammen. Deze geven (anoniem) een beeld van locaties, tijdstippen, type probleemgedrag, kind of leerkracht (die signaleert). de registratieformulieren zijn het afgelopen jaar gedigitaliseert. Dit schooljaar zullen wij ons verder richten op de analyse van de gegevens Op grond van de resultaten hopen wij nog meer nauwgezet in beeld te kunnen brengen waar specifieke probleemsituaties ontstaan en zal vervolgens worden gezocht naar oplossingen en mogelijkheden voor pro-actief handelen. 2.10.4 Ontwikkelingen op de Leidse Buitenschool Sinds 1 januari 2012 maakt de Leidse Buitenschool samen met De Windvang (SBO) deel uit van het Orthopedagogisch Expertise Centrum Katwijk. Het OECK wil voor alle kinderen die dit nodig hebben passend (speciaal) onderwijs bieden alsook haar expertise ter beschikking stellen van alle scholen in de regio die daar behoefte aan hebben. Door samenwerking tussen beide scholen te organiseren en te formaliseren zullen wij deze doelen bereiken. In het schooljaar 2014-2015 richten wij ons op het verder uitwerken en borgen van deze samenwerking. Vergroting van de expertise en verdere samenwerking zijn daarbij sleutelbegrippen. Daarnaast zal expliciet aandacht worden geschonken aan de ontwikkeling en positionering van de Dienst Expertise en Begeleiding van onze scholen. Deze dienst zal producten en activiteiten ontwikkelen ten behoeve van kinderen op alle basisscholen en scholen voor Voortgezet Onderwijs in de Duin- en Bollenstreek. Op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling zullen wij verder werken aan PBS en wordt het PAD programma opnieuw geëvalueerd en geborgd in het onderwijs. In de interactie tussen leerkrachten en leerlingen komt het aan op iets wezenlijks, iets bijzonders, iets dat zich bijna niet laat omschrijven. Iets waarin zichtbaar en voelbaar is dat de leerkracht op het goede moment de goede dingen doet en zegt, óók in de ogen van de kinderen. Dit noemen we Pedagogische Tact. Het werken vanuit de principes van Pedagogische Tact wordt dit jaar verder uitgewerkt, geïmplementeerd en geborgd in de school. Verder zullen wij ons buigen over de herijking van onze visie op goed DE LEIDSE BUITENSCHOOL 17 onderwijs op De Leidse Buitenschool en de consequenties daarvan. Deze herijking vormt de opmaat tot het ontwikkelen van het nieuwe schoolplan. De begrippen Kracht, Onvoorwaardelijkheid en Passie komen ook in deze ontwikkeling terug. Een aantal activiteiten zullen in gang worden gezet, waaronder het werken met groepsplannen. Deze ontwikkelingen bouwen we verder uit, om ze vervolgens te borgen. Dat geldt ook voor het gedigitaliseerd leerlingvolgsysteem, het zg. Ontwikkelings Volg Model (OVM), gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling. De uitgever van het OVM is met een gebruiksvriendelijker versie gaan werken. Ook is de lay out gewijzigd. Dit vraagt de nodige investering. Aan het OVM gekoppeld wordt de invoering van ESIS-B. Dit instrument verzamelt didactische gegevens waarmee de leeropbrengsten van de kinderen in kaart worden gebracht. Wij hebben ons georiënteerd op de vervanging van onze test- en toetsbatterij. Afgelopen jaar hebben wij gebruik gemaakt van de CITO toetsen voor Speciale Kinderen. In het nieuwe schooljaar zal het CITO leerlingvolgsysteem voor Speciale Kinderen dan ook geïmplementeerd worden. In het ontwikkelplan werken wij ook verder met de begrippen ontwikkelingsperspectief en uitstroomperspectief. In het eerste geval geven wij aan wat het te verwachten niveau van een leerling zal zijn, gegeven de test- en toetsresultaten en de vorderingen in de groep. In het tweede geval koppelen wij daaraan een prognose (na 40 maanden onderwijs) voor het type vervolgonderwijs waar een kind voor in aanmerking gaat komen. (De deelname aan het invoeringstraject van de zg. PO-planner, een digitaal instrument dat ontwikkeld is om de perspectieven en de leerarrangementen te verwoorden, maakt daar deel van uit.) Ook daar zullen wij de komende schooljaren mee aan de slag gaan. De bedoeling is dat alle volg- en planningsinstrumenten geïntegreerd worden, zodat er een OECK specifieke methodiek ontstaat die de toets der kritiek kan doorstaan. Afgelopen schooljaren hebben wij ons gebogen over de vervanging en vernieuwing van enkele methoden. De hoogste groepen zullen daar waar kan, met de methode Engels, Take it Easy, gaan werken. Opnieuw zullen we dit schooljaar ons richten op het zoeken van een goede methode voor de taalontwikkeling en een methodiek voor wereldoriëntatie. Het is een hele toer om een juiste- en goed aan onze leerlingen- aangepaste methode te vinden. Soms duurt het langer om een goede methode te vinden. We houden 18 DE LEIDSE BUITENSCHOOL u op de hoogte. De leerlijn technisch lezen is nog steeds in ontwikkeling, na de methode Veilig Leren Lezen voor de jongste leerlingen is dit jaar de methode voor technisch lezen 'Lekker Lezen' aangeschaft. In alle groepen wordt met deze nieuwe methode gewerkt. In een aantal groepen ook groepsdoorbroken. Ieder kind kan op zijn of haar eigen niveau verder ontwikkelen. Komend jaar gaan we ook verder met de verbetering van het leesonderwijs door het volgen van een specifiek dyslexieprotocol voor onze school. De ontwikkeling en invoering van het protocol en teven het invoeren van compenserende leermiddelen is hier onderdeel van. Naast het leesonderwijs is er een aanvang gemaakt met de verbetering van het rekenonderwijs in de jongste groepen. 'Met Sprongen Vooruit' is een methodiek voor de jongste leerlingen tot en met het niveau groep 4. We verwachten van al deze nieuwe methodes dat onze leerlingen zich steeds beter kunnen ontwikkelen en de opbrengsten van het onderwijs verhogen. Het is een vol maar uitdagend programma. Verdere modernisering en vervanging van methodes blijft ook voor het komend schooljaar een speerpunt. 2.11 De regels op De Leidse Buitenschool 2.11.1 Algemene regels Voor een aantal van onze leerlingen geldt dat zij moeilijkheden hebben in de omgang met medeleerlingen en volwassenen. Tijdens de gewone lessen, maar ook in de pauzes besteden wij daar veel tijd, energie en geduld aan. Heel soms gaat er weleens iets mis; de school hanteert het registratie formulier om incidenten te beschrijven en waar nodig deze met de ouders te bespreken. Om de omgang iets eenvoudiger te maken hebben wij een aantal voorzorgsmaatregelen getroffen. Kleding Op onze school zijn geen kledingvoorschriften, maar kleding met voor anderen kwetsende teksten en/of uitdagende kleding is niet toegestaan. Het waarom hiervan zal een ieder duidelijk zijn. Indien naar onze mening toch ernstige misdragingen optreden zullen wij contact met de ouders van deze DE LEIDSE BUITENSCHOOL 19 leerlingen opnemen. Ook het dragen van petjes in de klas is niet toegestaan. Hierop kunnen op medische gronden uitzonderingen gemaakt worden. Verder adviseren wij u dringend om uw kind geen kostbare kleding en/of schoeisel mee aan naar school te geven. De school kan geen verantwoordelijkheid nemen als er stukken kwijtraken. Gevaarlijke voorwerpen Sporadisch duiken er aanstekers, lucifers, een zakmes e.d. op. Deze worden ingenomen en afgegeven bij de directeur en later aan de ouders teruggegeven. Indien dit naar onze mening noodzakelijk is, nemen we hierover contact op met de ouders. Mobiele telefoon Steeds meer leerlingen nemen hun mobiele telefoon mee naar school. Als kinderen zelfstandig naar school komen, vormt dat voor veel ouders een geruststelling. Echter, zodra de leerling het schoolgebouw binnen komt, mag er met het toestel niet meer worden gebeld. Ook sms-en en foto’s en/of geluidsopnamen maken (mobiel, -digitale- camera) is dan niet meer toegestaan. De mobiel wordt ’s morgens ingeleverd bij de groepsleerkracht, die er zorg voor draagt dat de mobiel goed bewaard wordt. Aan het eind van schooldag wordt de mobiel weer aan het kind geretourneerd. In een enkel geval kan de school vragen de mobiele telefoon thuis te laten. Juffen en meesters Van de leerlingen verwachten wij dat zij al het personeel op school met juf(frouw) of mees(ter) aanspreken. Op deze wijze willen wij respect uitdrukken voor de relatie die er is tussen uw kind en zijn/haar leerkracht. Speelgoed Kinderen vinden het leuk om hun speelgoed mee naar school te nemen. Hiertegen hebben wij geen enkel bezwaar. De groepsleerkracht bepaalt op welke dag en op welk tijdstip er mee gespeeld kan worden. Dit is terug te vinden in de klassenregels. We hebben de afspraak gemaakt dat geweldspeelgoed of spellen waarin geweld gebruikt wordt niet zijn toegestaan. De school is niet aansprakelijk indien speelgoed stuk gaat en/of verdwijnt. Het wordt daarom ten sterkste afgeraden om duur speelgoed mee te nemen (zie hiervoor het protocol vernieling andermans eigendommen). 20 DE LEIDSE BUITENSCHOOL 2.11.2 Regels en afspraken voor de kinderen Op onze school zijn regels waar alle kinderen zich aan dienen te houden. In het schooljaar 2010-2011 zijn alle regels opnieuw bekeken en PBS proef gemaakt. De regels hangen in alle klassen en in de gangen van de school. Vanuit PBS oefenen we (twee) wekelijks één regel van de schoolregels met de kinderen en zij kunnen hier een klassikale beloning mee verdienen. Heeft u als ouder iets op deze regels en afspraken aan te merken, dan kunt u contact opnemen met de directeur. In het schooljaar 2014-2015 zullen we u regelmatig over het inoefenen van de regels berichten. Regels op De Leidse Buitenschool Hele school: • Ik loop in de school • Ik schakel op school mijn telefoon uit • Ik noem een ander bij zijn naam en let op mijn taalgebruik • Ik luister naar alle juffen en meesters • Ik doe in het schoolgebouw capuchon, pet en zonnebril af • Ik blijf van een ander en andermans spullen af Gangen en ruimtes: • Ik praat zachtjes op de gang • Ik doe mijn jas in mijn luizenzak Magazijn, keuken, kelder: • Ik kom alleen in het magazijn, de keuken en de kelder met toestemming van de juf of meester Plein: • Ik ga tijdens buitenspelen naar buiten • Ik loop rechts op de trap • Ik blijf binnen de gele lijnen • Ik loop naast mijn fiets op het plein Kleedkamer: • Ik ben rustig in de kleedkamer DE LEIDSE BUITENSCHOOL 21 • Ik kleed me om op een vaste plaats • Als ik klaar ben wacht ik op mijn vaste plaats • In de kleedkamer is het spel klaar Gymzaal: • Ik doe mee aan de gym • Ik mag de gymzaal in als er een meester of juf aanwezig is • Ik draag geen horloge en sieraden • Als ik de gymzaal in kom, ga ik zelf kiezen • Als er een pilon op staat dan mag ik dat niet kiezen • In de bergruimte mag ik alleen met toestemming komen • Aan het einde van de les ga ik naar de kleedkamer Toilet: • Na gebruik van de wc trek ik door • Ik was mijn handen met zeep en droog daarna mijn handen • Ik loop rustig naar mijn plaats 2.11.3 Pestprotocol Onze school heeft een pestprotocol opgesteld, waarin staat beschreven hoe het team omgaat met pestgedrag en wat de hoofdregels zijn van onze school. Het volledige document kunt u ter inzage vragen aan de directeur en is te vinden op de website. (2014-2015) 2.11.4 Internet website-protocol De website wordt gebouwd en actueel gehouden door Agnes de Bruin, de webmaster. Zij is te bereiken via het e-mailadres: [email protected] Op de website, te bereiken via www.leidse-buitenschool.nl kunt u veel informatie vinden over onze school naast werk en foto’s van de leerlingen. Indien u bezwaar heeft tegen het publiceren van de naam en/of de foto (veelal groepsfoto’s) van uw kind op onze website, kunt u dat doorgeven aan de webmaster. Nieuwe ouders zullen voordat hun kind op onze school komt een brief ontvangen om eventuele bezwaren tegen publicatie kenbaar te maken. Ieder jaar wordt uw toestemming opnieuw gevraagd. Op onze school is elke computer aangesloten op internet en bestaat de mogelijkheid tot e-mailen. Daarom hebben wij op school een Internet 22 DE LEIDSE BUITENSCHOOL Website-protocol waarin de doelstelling, verantwoording en de werkwijze van de website is omschreven. Ook hoe de privacy van de leerlingen en de teamleden is geregeld wordt uitvoerig omschreven. Daarnaast zijn er Internetregels voor de kinderen opgesteld: • Ik spreek met mijn leerkracht af wanneer en hoe lang ik op Internet mag en van welke programma’s ik gebruik mag maken. • Ik zal nooit contact leggen met anderen of persoonlijke informatie doorgeven op Internet, zoals mijn achternaam, adres en telefoonnummer of van anderen, zonder toestemming van mijn ouders of leerkracht. • Filmpjes kijken en muziek luisteren doen wij alleen na toestemming van de leerkracht. • Als we een spelletje spelen, een filmpje kijken en/of muziek luisteren dan mag hier geen geweld en/of schieten in voorkomen. Ook mag het niet seksueel van aard zijn. • Ik vertel het leerkracht meteen als ik op een site terecht kom wat niet de bedoeling is. Het volledige protocol kunt u bekijken via onze website www.leidse-buitenschool.nl. U kunt het ook ter inzage vragen aan de directeur. 2.11.5 Incidentenregistratieformulier leerlingen. Binnen de school wordt gewerkt met een digitaal incidentenregistratieformulier. Indien er sprake is van een incident waarbij leerlingen zijn betrokken, zijn teamleden verplicht een intern incidentenregistratieformulier in te vullen. In dit formulier wordt een korte beschrijving van het incident weergegeven, er worden suggesties voor verdere afhandeling gegeven en er worden suggesties voor preventie in de toekomst gegeven. De formulieren worden bewaard zodat we een overzicht krijgen van het aantal incidenten. Indien daartoe aanleiding bestaat worden de incidenten in de zorgbespreking en/of met de ouders besproken. Zie ook paragraaf 2.15.6. 2.11.6 Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen. Het protocol schorsing en verwijdering van leerlingen treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en/of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht. Er worden drie vormen van maatregelen genomen: • Time-out: een ernstig incident (ter beoordeling van de DE LEIDSE BUITENSCHOOL 23 directeur/locatiecoördinator en /of intern begeleider) leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang, waarbij de leerling gedurende de rest van de dag de toegang tot de klas en/of de school wordt ontzegd. • Schorsing: pas bij een volgend ernstig incident, of in het afzonderlijke geval dat het voorgevallen incident zo ernstig is (ter beoordeling van de directeur), kan worden overgegaan tot een formele schorsing. De leerling wordt dan gedurende de schorsing de toegang tot de school ontzegd. • Verwijdering: bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering. Zowel voor schorsing als verwijdering geldt dat de wettelijke regeling voor het Bijzonder Onderwijs hierbij van toepassing is. Het volledige protocol ligt ter inzage bij de directeur. Vanaf 1 augustus 2014 biedt de Wet op de expertisecentra (v)so-scholen de mogelijkheid om leerlingen te schorsen. Op dit moment bestaat die mogelijkheid in de wet niet, waardoor de schorsing van een leerling een zaak tussen ouders en school is waar de inspectie officieel niet bij betrokken is. Dat gaat echter veranderen; nu schorsing in de wet wordt opgenomen, gaat de inspectie hierop toezien. Van scholen wordt verwacht dat zij in geval van schorsing zorgvuldig te werk gaan en vaste procedures volgen. Veel scholen en besturen stellen daarom een schorsings- en verwijderingsprotocol op. In voorkomende gevallen toetst de rechter of dit protocol gevolgd is. In een protocol moet ook staan wie bevoegd is om tot schorsing te besluiten. Dat is in eerste instantie het bestuur, maar het bestuur mag deze bevoegdheid mandateren aan bijvoorbeeld de schooldirecteur. Dit dient te zijn opgenomen in de schoolgids, omdat het ook voor ouders belangrijke informatie is. De school, in het bijzonder de leerkracht, dient in geval van schorsing te zorgen voor voortgang van het onderwijs aan de geschorste leerling. Dat betekent bijvoorbeeld dat er huiswerk wordt meegegeven en dat dit ook wordt beoordeeld en besproken met de leerling. De school zorgt er ook voor dat de contacten met de leerling en de ouders in de schorsingsperiode naar behoren worden onderhouden. De inspectie toetst of de school en/of het bestuur zich aan de wet houdt. Dat betekent dat zij de volgende punten controleert: 1.Duurt de schorsing korter dan maximaal 5 schooldagen? 24 DE LEIDSE BUITENSCHOOL 2.Zijn de procedures correct gevolgd (schriftelijk en met opgave van redenen, hoor- en wederhoor, voortgang van onderwijs)? De inspectie controleert dus niet of de school om de juiste redenen een leerling schorst. Daartoe is zij niet bevoegd. Volgens de nieuwe regels zijn scholen verplicht om schorsingen van langer dan één dag bij de inspectie te melden. 2.11.7 Protocol vernieling andermans eigendommen Binnen de school komt het incidenteel voor dat leerlingen (vaak uit boosheid) andermans eigendommen vernielen. Soms doen ze dat alleen, een andere keer samen met anderen. De school is van mening dat iedereen elkaars eigendommen moet respecteren. Indien hiervan wordt afgeweken, besteedt de school hier extra aandacht aan. Algemeen • Onder het vernielen van andermans eigendommen valt ook het moedwillig vernielen of kwijtraken van eigendommen van de school, zoals potloden, etuis, stiften e.d. • De school is niet verantwoordelijk en/of aansprakelijk voor beschadigingen aangebracht aan eigendommen van derden. Deze verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid liggen bij de ouders wiens kind de betreffende beschadiging heeft aangebracht. Eventueel kunnen zij hun verzekering inschakelen. • Het protocol treedt in werking wanneer de vermoedde schade geschat wordt op een bedrag groter dan € 5,00. Bij een kleiner bedrag probeert de leerkracht er zelf achter te komen wie verantwoordelijk is voor de vernieling en wordt eveneens contact opgenomen met de ouders. Er kan aan hen gevraagd worden zelf contact op te nemen met de ouders van de gedupeerde leerling, zodat beide partijen samen tot een oplossing kunnen komen. Het protocol • De leerling meldt vernieling bij leerkracht. • De leerkracht tracht er zelf achter te komen wie voor de schade verantwoordelijk is en probeert het probleem op te lossen. De leerkracht meldt vernieling aan de ouders van de gedupeerde leerling en vertelt hen de verdere procedure. • Wanneer het niet lukt de verantwoordelijke te vinden, meldt de leerkracht DE LEIDSE BUITENSCHOOL 25 de vernieling d.m.v. verslaggeving bij de intern begeleider of de directeur/locatiecoördinator. Deze hoort de leerling en tracht nogmaals uit te vinden wie de vernieling heeft veroorzaakt. Indien de dader wordt gevonden, neemt de intern begeleider of de directeur contact op met de ouders. Met hen wordt besproken dat zij verantwoordelijk zijn voor de schade die hun kind heeft veroorzaakt. Daarnaast wordt besproken op welke wijze de schade vergoed kan worden. Met de gedupeerde leerling en zijn/haar ouders wordt contact opgenomen door de intern begeleider of directeur en wordt het bereikte resultaat medegedeeld. • Indien de dader(s) niet wordt/worden gevonden, wordt ook dit aan de gedupeerde leerling en zijn/haar ouders medegedeeld. De kosten komen in dit geval helaas voor de eigen rekening van de ouders. De verslaggeving van de leerkracht wordt aangevuld met de nieuwe informatie en/of eventuele afspraken. Het wordt gevoegd bij het dossier van de betreffende leerling(en) en gaat ter informatie naar de leerkracht(en). 2.11.8 Protocol bij vermoeden van kindermishandeling/ Meldcode Medio 2012 treedt de wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in werking. In het kader van kwaliteitszorg, wordt de plicht opgelegd om een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en kindermishandeling, daaronder ook begrepen seksueel geweld, vrouwelijke genitale verminking (ook wel genoemd meisjesbesnijdenis) en eer-gerelateerd geweld. De verplichting geldt voor alle organisaties en zelfstandige medewerkers in de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg, justitie en politie. Wat is het doel en de functie van de meldcode: De verplichting voor de school om een meldcode te hanteren, heeft tot doel medewerkers te ondersteunen in de omgang met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. De meldcode bevat een stappenplan. De stappen maken de medewerker duidelijk wat er van hem wordt verwacht bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling en hoe hij op een verantwoorde wijze komt tot een besluit over het doen van een melding. Deze ondersteuning van medewerkers in de vorm van het stappenplan, levert, zo mag worden verwacht, een bijdrage aan een effectieve aanpak van 26 DE LEIDSE BUITENSCHOOL huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarnaast fungeert de meldcode als toetssteen voor de school én voor de individuele medewerker. De school zal, als zij aan toezicht door de inspectie van het onderwijs is onderworpen, door de inspectie kunnen worden aangesproken op het beschikken over een deugdelijke meldcode én op het scheppen van de randvoorwaarden waardoor de medewerkers die binnen een school werkzaam zijn, de meldcode in een veilig werkklimaat kunnen toepassen. Voor het signaleren en het zetten van de stappen is een goede implementatie van de meldcode en een veilig werkklimaat noodzakelijk. De Aloysiusstichting heeft per school een aandachtsfunctionaris aangesteld voor advies en ondersteuning bij het zetten van deze stappen. Binnen de Leidse Buitenschool is dat Sandra van der Lans (schoolmaatschappelijk werker). De aandachtsfunctionaris heeft een centrale rol in de stappen rond het signaleren en handelen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling in huiselijke kring en dient het onderwerp huiselijk geweld en kindermishandeling binnen de instelling te borgen. Ondertussen is het protocol Meldcode klaar . Het protocol kunt u inzien bij de directeur en is te vinden op de website. DE LEIDSE BUITENSCHOOL 27 2.11.9 Protocol bescherming privacy leerlingen Dit protocol is vastgesteld op basis van eisen die de wet op privacy heeft vastgesteld. Om deze eisen na te komen, hanteert de school de volgende afspraken. • Informatie (zoals onderzoeksgegevens over de diagnose van het kind, observaties van de groepsleerkracht, aanwijzingen voor werkpunten, informatie over medische gegevens, enz.) over leerlingen mag nooit aan derden (bijvoorbeeld informatie die wordt aangevraagd door bijvoorbeeld hulpverleningsinstanties zoals het Riagg, Curium, Centrum Autisme of Jeugdzorg, en collega IB-ers, groepsleerkrachten van andere scholen, enz.) worden verstrekt, zonder toestemming van de ouders. Het aanvragen van informatie door ‘derden’ gaat altijd via de directeur/locatiecoördinator en/of intern begeleider. Zie voor meer informatie ‘samenwerking jeugdhulpverlening/school’. Dit geldt ook wanneer een overleg georganiseerd moet worden, waar externe instanties bij betrokken zijn. • Ouders moeten schriftelijk toestemming geven over alle informatie van hun kind die naar buiten de school gaat. Dit wordt geregeld via een toestemmingsformulier. • Wanneer informatie over een leerling, na toestemming van de ouders, in een rapport of overdracht wordt opgenomen door een externe instantie, dan moet de Leidse Buitenschool dit voor akkoord verklaren; alle uitgaande post wordt gezien door een van de CVB leden. • Deze afspraken gelden tevens voor telefoneren. Het is onze medewerkers niet toegestaan om mondeling informatie te geven aan derden. Tenzij hier afspraken over gemaakt zijn met ouders en hiervoor schriftelijk toestemming is gegeven. 2.12 Medische zaken en hygiëne Medicatieprotocol De regels rondom het gebruik van medicijnen door de leerlingen op de Leidse Buitenschool staan sinds kort beschreven in ons protocol medicijn verstrekking. Op deze manier proberen wij op een verantwoorde en veilige manier uw kind medicatie toe te dienen en gevaarlijke situaties te voorkomen. 28 DE LEIDSE BUITENSCHOOL Het is belangrijk dat de ouders/verzorgers de bijlagen bij dit protocol invullen en ondertekenen, zodat de leerkrachten de juiste medicijnen kunnen toedienen bij hun zoon of dochter. Aan het begin van elk schooljaar worden de bijlagen meegegeven waarop de ouders/verzorgers kunnen aangeven welk medicijn, hoe, hoe vaak en hoe laat dient te worden gegeven aan zijn of haar kind. Wij gaan er ook voor zorgen dat deze bijlage te downloaden zijn vanaf onze internetsite. Een belangrijke aantekening bij dit protocol is dat u elke medicatie wijziging opnieuw via de bijlagen en ondertekend aan school moet doorgeven. Zonder deze bijlagen en handtekening kunnen wij u kind geen medicijnen geven. Als deze medicatie wel van belang zijn voor de ondersteuning van de ontwikkeling van uw kind, zal school direct contact met u opnemen. Het protocol is op de website en op school ter inzage. 2.12.1 Beleid bloedoverdraagbare infectieziekten Een deel van de mensen (en kinderen) in onze samenleving is geïnfecteerd met een virus ‘via bloed - bloed contact’. Bloedoverdraagbare infectieziekten kunnen grotendeels worden voorkomen door op tijd de juiste maatregelen te treffen. Bloedende wonden/wondjes worden zo snel mogelijk behandeld en afgedekt. In iedere teamkamer is een grote verbanddoos aanwezig. Hierin is alles te vinden voor goede wondverzorging. Ieder lokaal is voorzien van een kleine verbanddoos. Het gebruik van steriele handschoenen is verplicht. Wanneer bekend is dat een kind geïnfecteerd is met het hepatitis B of C virus of HIV zal met de ouders worden besproken of bijzondere maatregelen in het belang van het kind nodig zijn. Er wordt uiterst zorgvuldig omgegaan met de privacy. De ouders bepalen wie wel en niet geïnformeerd mogen worden. Voor alle overige infectieziekten met een hoog besmettingsgevaar volgen wij de richtlijnen van de GGD. 2.12.2 Tanden poetsen Indien u het belangrijk vindt, kunt u met uw zoon/dochter bespreken dat hij/zij na iedere maaltijd zijn/haar tanden moet poetsen. De leerkracht zal uw kind daartoe de gelegenheid geven. U dient zelf voor een tandenborstel en tandpasta te zorgen. DE LEIDSE BUITENSCHOOL 29 2.13 Verplicht overblijven Omdat onze school werkt met een continue rooster is overblijven verplicht. De begeleiding tijdens het overblijven wordt door het eigen personeel van de school verzorgd. U zorgt zelf voor een lunchpakket voor uw zoon/dochter. Ook voor fruit en drinken zorgt u zelf. Indien gewenst kunt u een abonnement op schoolmelk nemen. Contactpersoon op school hiervoor is mevrouw Agnes de Bruin (administratie). 2.14 Pennen op school Voor leerlingen met schrijfmotorische problemen zijn speciale pennen en (kleur)potloden. De kinderen die starten met het schrijfonderwijs, schrijven met een driehoekspotlood. Indien nodig krijgen kinderen aangepaste potloden. Wanneer het schrijfonderwijs op gang is gekomen, schrijven de kinderen zowel met pen als met potlood. Het schrijven met een potlood verdwijnt van hieruit steeds meer naar de achtergrond. Kinderen met schijfmotorische problemen kunnen gebruik maken van de Griptec/ Stabilo pen. De oudste kinderen mogen als zij dat willen, met een vulpen schrijven. U moet zelf voor vulpen/Stabilo-pen zorgen. 2.15 Integraal veiligheidsbeleid De huidige maatschappelijke ontwikkelingen hebben er voor gezorgd dat veiligheid, in brede zin, een belangrijk thema is binnen de scholen. In het door de ASOJ ontwikkelde kaderstellende kwaliteitsbeleid is het integraal veiligheidsbeleid dan ook een belangrijke paragraaf. In het schoolplan 2012-2016 kunt u hierover meer lezen. Voor een deel is het veiligheidsbeleid op onze school reeds in uitvoering. Zo kent onze school een ontruimingsplan en worden er jaarlijks een of meerdere ontruimingsoefeningen gehouden. Ook heeft de school een gebruikersvergunning en hebben diverse teamleden een BedrijfsHulpVerlenings-diploma en/of een EHBO-diploma. Wat betreft de sociale veiligheid zijn er regels en afspraken voor de kinderen, is er een pestprotocol, een internet website-protocol en een protocol schorsing en verwijdering. Om de drie jaar worden er 30 DE LEIDSE BUITENSCHOOL tevredenheidsmetingen gehouden onder leerlingen, personeel, ouders en externen, waarbij gevraagd wordt naar de sociale veiligheid. Tevens zijn er mogelijkheden, zowel in- als extern, om klachten te uiten. Om pro-sociaal gedrag bij de kinderen en medewerkers te bevorderen wordt deelgenomen aan het programma voor sociaal-emotionele ontwikkeling: Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD) en werkt de school met PBS, Goed Gedrag kun je leren! De directeur van onze school is tevens de veiligheidscoördinator. Om het veiligheidsbeleid efficiënt te kunnen uitvoering is een integraal schoolveiligheidsplan nodig, hieraan wordt bestuursbreed gewerkt. 2.15.1 De brandmeldinstallatie. Op onze school is een brandmeldinstallatie geïnstalleerd. Deze installatie bestaat uit een aantal handmelders en sirenes. Bij brand en/of andere calamiteiten wordt door middel van de handmelder iedereen die zich op dat moment in de school bevindt, gewaarschuwd voor gevaren. Hiermee treedt het ontruimingsplan in werking. Ook zijn in de school rookmelders geïnstalleerd. Zodra deze melders rook signaleren, gaat het alarm af en treedt eveneens het ontruimingsplan in werking. De brandmeldinstallatie staat in verbinding met een meldkamer. 2.15.2 Het ontruimingsplan en de ontruimingsoefening In het ontruimingsplan staat omschreven hoe de teamleden en de leerlingen moeten handelen bij eventuele gevaren. In het algemeen verlaten alle teamleden met de leerlingen de school wanneer de sirene van brandmeldinstallatie afgaat. De leerlingen en de teamleden mogen dan niets meenemen, zodat iedereen direct het gebouw kan verlaten. Iedereen komt samen op de afgesproken plaats aan de Duinoordweg. Jaarlijks houden de teamleden regelmatig ontruimingsoefeningen met de kinderen. Binnen de groep wordt er tevens veel aandacht aan geschonken. In elke werkruimte en klaslokaal is het ontruimingsplan opgehangen. Bent u op school, lees het ontruimingsplan eens door, zodat u ook weet wat u moet doen indien het signaal afgaat als u op school bent! Om alles in goede banen te leiden, is een aantal teamleden opgeleid als Bedrijfshulpverleners. 2.15.3 Gebruikersvergunning Op 4 maart 2009 hebben de Burgemeester en Wethouders van de Gemeente DE LEIDSE BUITENSCHOOL 31 Katwijk de Gebruiksvergunning aan onze school verleend. Een Gebruiksvergunning zorgt er voor dat een bouwwerk (onze school dus) een bepaald minimaal niveau van brandveiligheid heeft. Daarnaast bevat de Gebruiksvergunning een tweetal bijlagen met 28 artikelen, waarin de gebruikseisen staan beschreven. Indien u dat wenst kunt u dit document op school inkijken. 2.15.4 Het speelplein Het speelplein is in de zomervakantie (2011) opnieuw ingericht en betegeld. Op het speelplein staat divers speelmateriaal; een schommel, een kleinere schommel met klimnet, een lignet, twee uitkijktorens met een loopnet en een glijbaan, een bandentoren, een drakentafel, een voetbalveld, een hinkelbaan en knikkerpotjes. In schooljaar 2012-2013 zijn nog nieuwe speelmaterialen aan het schoolplein worden toegevoegd. Alle speeltoestellen zijn na de installatie op veiligheid gekeurd. Wekelijks worden de toestellen door de conciërge van de school op veiligheid geïnspecteerd. Dit wordt in een logboek bijgehouden. Indien u dat wenst kunt u dit logboek inzien. 2.15.5 Algemene veiligheid inspectie Jaarlijks worden door de teamleden lijsten ingevuld, waarbij verschillende ruimtes van de school worden geïnspecteerd. De resultaten hiervan worden verwerkt in een veiligheidsverslag waarin, indien noodzakelijk een plan van aanpak is verwerkt. Ook u als ouder kunt hieraan meewerken. Heeft u hiervoor belangstelling, neem dan contact op met de directeur. 2.15.6 Incidentenregistratieformulier Binnen de school wordt gewerkt met een digitaal incidentenregistratieformulier. Indien er sprake is van een incident, zijn teamleden verplicht een intern incidentenregistratieformulier in te vullen. In dit formulier wordt een korte beschrijving van het incident weergegeven, er worden suggesties voor verdere afhandeling gegeven en er worden suggesties voor preventie in de toekomst gegeven. De formulieren worden bewaard zodat we een overzicht krijgen van het aantal incidenten. Indien daartoe aanleiding bestaat wordt bij een ernstig ongeval de arbeidsinspectie ingeschakeld en/of melding bij de politie gedaan. Zie ook paragraaf 2.11.5. 32 DE LEIDSE BUITENSCHOOL 2.15.7 Legionella beheersplan In het voorjaar van 2014 is het systeem van de waterleidingen inclusief de watertappunten gecontroleerd door de Water Inspectiedienst. Hierbij heeft De Leidse Buitenschool aangetoond te beschikken over een geïmplementeerd legionellapreventiesysteem. 2.16 Sponsoring Het ministerie van OCW heeft samen met zestien organisaties een convenant gesloten waarin afspraken voor sponsoring met geld, goederen of diensten in het primair en voortgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het convenant bevat gedragsregels die scholen als richtlijn kunnen gebruiken in hun sponsorbeleid, zoals waar scholen op moeten letten, waar sponsors aan gebonden zijn, risico’s van sponsoring, inspraak van ouders en leerlingen, wettelijke voorwaarden en een checklist met wat wel/niet kan m.b.t. het afsluiten van een sponsorovereenkomst. Het bevoegd gezag van De Leidse Buitenschool voert tot op heden geen eigen beleid t.a.v. sponsoring en conformeert zich aan het hiervoor genoemde convenant. Het convenant is ter inzage bij de directeur van de school. DE LEIDSE BUITENSCHOOL 33 3 ::: 3 De organisatie van het onderwijs 3.1 De groepsindeling Op De Leidse Buitenschool wordt in de (onderwijs) aanpak aangesloten op de cognitieve mogelijkheden, gedragsproblematiek en het ontwikkelingsniveau van de leerlingen. De leerlingen hebben naast structuur, voorspelbaarheid en veiligheid ook zoveel mogelijk uitdaging nodig op cognitief en/of sociaal-emotioneel niveau. De leerlingen die op school komen, worden ingedeeld in die groep waar ze het best tot hun recht komen. Uitgangspunt is daarbij de didaktische ontwikkelingen en de gedragsaanpak die leerling nodig heeft om zich zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen. De oorzaak, de aard en de aanpak van de problematiek is voor iedere leerling anders. Terwijl de ene leerling een directe aanpak en veel structuur nodig heeft om tot leren te komen, is de andere leerling naast structuur gebaat bij een meer activerende, uitdagende aanpak. Voor alle groepen geldt dat de leerkracht een pedagogisch klimaat probeert te scheppen waardoor de sociale en emotionele onrust geminimaliseerd wordt. Naast de aanpak op gedragsniveau besteedt de leerkracht aandacht aan het vormgeven van een didactisch klimaat, waarin kinderen uitgedaagd en gestimuleerd worden. Daarbij wordt bekeken hoever de leerling is met de ontwikkeling van de schoolse vaardigheden. Verder speelt de leerkracht in op het vergroten van de zelfstandigheid en het versterken van competentiebeleving. Dit houdt in dat naast aandacht voor de leerresultaten aandacht wordt besteed aan de leermotivatie, de taakbeleving en het omgaan met leerproblemen. In de loop van de schoolcarrière van de leerling kunnen er verschuivingen optreden in de groepssamenstelling. Reden hiervoor is de missie van de school om in de zorg voor de leerlingen zo optimaal mogelijk te blijven aansluiten op de hulpvraag van de leerlingen. Daarnaast bepaalt ook de instroom van nieuwe leerlingen jaarlijks tot een herbezinning van de DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 35 groepsindeling. De ouders worden hierover, evenals over de schoolprestaties geïnformeerd tijdens de ontwikkelplanbesprekingen of op een andere wijze. Het onderwijs en de zorg voor de sociale en emotionele ontwikkeling worden geboden in de volgende groepen: • Een aanvangsgroep jonge leerlingen, waarin het accent ligt op het ontwikkelen van de juiste leervoorwaarden en gestart wordt met het aanvankelijk leren. • Groepen die, naast de geboden structuur en aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, profiteren van cognitieve uitdaging. • Twee speciale groepen voor leerlingen met een hoge behoefte aan structuur (midden-middenbovenbouw + bovenbouw). Deze leerlingen zijn gebaat bij een klassenklimaat met een zeer hoge mate van voorspelbaarheid in onder meer tijd, ruimte en materiaal. •Eén groep voor leerlingen die dit jaar de school gaan verlaten. Een deel van de nieuwe leerlingen komt reeds bij ons op school met een achterstand in de schoolse vaardigheden en/of op sociaal en emotioneel gebied. Daarnaast heeft een aantal van onze leerlingen meer tijd nodig voordat zij klaar zijn voor het vervolgonderwijs. Het komt dan ook voor dat een leerling, die wat betreft leeftijd toe is aan schoolverlating, nog een jaar bij ons op school blijft om optimaal voorbereid te zijn op de overstap naar het voortgezet onderwijs. Samenvattend • Het onderwijs is verdeeld over verschillende groepen die aansluiten op de diverse hulpvragen van de leerlingen. • Uitgangspunten bij de indeling zijn het welzijn en de optimale ontwikkelingskansen van de leerlingen. • Bepalend voor de aanbieding van de lesstof is het eigen niveau van de leerling. De ouders krijgen hierover informatie op onder meer de contactavonden. • De ouders kunnen altijd informatie vragen over het niveau van de leerling wat betreft de diverse vakken en het sociale en emotionele niveau. Globaal kan de school daarbij aangeven hoe dit zich verhoudt tot het reguliere onderwijs. • Het moment van schoolverlating wordt samen met de ouders bepaald. De school adviseert hierbij met betrekking tot de keuze van het vervolgonderwijs. 36 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.2 De activiteiten voor de kinderen 3.2.1 Didactische leerlijnen Het streven is om in didactisch opzicht het onderwijs op De Leidse Buitenschool zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de individuele leerniveaus van uw kind. Om te waarborgen dat uw kind aan het einde van de schoolloopbaan op De Leidse Buitenschool de lesstof tot minimaal groep zes basisonderwijs aangeboden heeft gekregen, zijn hierover per groep richtlijnen opgesteld. De groepsleerkracht baseert hierop, ondersteund door de intern begeleider, het lesprogramma. Voor de leerlingen die een hoger niveau aankunnen, wordt gestreefd naar minimaal niveau eind groep 8 basisonderwijs. Prioriteit ligt bij de basisvakken: lezen, spelling, rekenen en taal. Voor deze vakken geldt dat het kan voorkomen dat in één groep verschillende niveaus worden aangeboden. De groepsleerkracht wordt bij de organisatie ondersteund door de specialisten van de school. Het onderwijsaanbod wordt middels een groepsplan geconcretiseerd. Voor alle vakken geldt dat deze zo veel mogelijk in de groep gegeven worden hoewel waar nodig ook greopsdoorbroken gewerkt wordt. 3.2.2 Basisvaardigheden (lezen, taal, schrijven en rekenen) Leerlingen op De Leidse Buitenschool komen op een verschillend moment binnen. Jonge kinderen moeten veelal nog aan de basisvaardigheden beginnen. Wat oudere leerlingen hebben al wat schoolse kennis opgedaan. Voor alle leerlingen geldt dat er gestart wordt met een niveaubepaling. Dit wordt gedaan door de leerkrachten met behulp van de CITO-toetsen, eventueel aangevuld met onderzoek door de intern begeleider, de logopedist en/of de fysiotherapeut. Hierna kan het leren beginnen. Bij enkele leerlingen is de weerstand t.o.v. het leren te groot. De leerkracht zal eerst hieraan de aandacht geven boven het leren. Binnen de groep wordt met verschillende niveaus gewerkt, waarbij het zelfstandig werken zoveel mogelijk wordt gestimuleerd. Indien noodzakelijk kan uitwisseling van kinderen tussen de groepen plaatsvinden bij bepaalde leervakken. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 37 3.2.3 Sociaal-emotionele ontwikkeling (PAD) De letters PAD staan voor ‘Programma Alternatieve Denkstrategieën’. Het PAD-leerplan is gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Kinderen leren door middel van PAD hoe zij kunnen omgaan met dagelijkse problemen die zij tegenkomen, met zichzelf en met elkaar. Er wordt onder meer aandacht besteed aan gevoelens als verdrietig, blij, bang of boos zijn en aan conflicten met andere kinderen en hoe deze kunnen worden opgelost. De kinderen leren anders te denken, waardoor zij vaardiger worden in het omgaan met emoties en moeilijke situaties. Over het PAD-programma is een uitgebreide informatiefolder beschikbaar. Indien u dat wenst kunt u deze folder krijgen. De folder is tevens beschikbaar via de website. 3.2.4 Wereldoriënterende vakken In de jongste groepen wordt thematisch gewerkt. In de andere groepen krijgen de leerlingen natuuronderwijs, geschiedenis, verkeer, aardrijkskunde en topografie. 3.2.5 Expressieactiviteiten Aan de expressie activiteiten wordt uiteraard aandacht besteed. Het betreft hier de vakken handvaardigheid, tekenen en muziek. Ook wordt in verschillende groepen klas doorbroken gewerkt tijdens creatieve middagen. 38 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.2.6 Bewegingsonderwijs Het bewegingsonderwijs van alle groepen wordt verzorgd door de vakleerkracht. Alle groepen gymmen in de inpandige gymzaal. De kinderen dienen zelf gymkleding en gymschoenen (geen zwarte zolen) mee te nemen. Het is voor teamleden en leerlingen niet toegestaan de gymzaal te betreden op sokken in verband met de mogelijkheid tot uitglijden en verwonden. Uiteraard dient u met uw kind zelf afspraken te maken over het naar huis nemen van de kleding om te wassen. Aan het begin van het schooljaar wordt u geïnformeerd op welke dagen uw kind gymles krijgt. 3.2.7 Godsdienstonderwijs Onze school is een algemeen bijzondere school. Dit houdt in dat de school open staat voor leerlingen van alle gezindten. Om deze reden wordt op onze school geen godsdienstonderwijs gegeven 3.2.8 Schooltelevisie Ter ondersteuning van de hiervoor genoemde vakken kijken de leerlingen naar programma’s die uitgezonden worden op de televisie. Deze programma’s worden verzorgd door de Stichting Teleac/NOT en sluiten aan bij de lessen die in de groep worden gegeven. 3.3 Het gebruik van pictogrammen In de school wordt gebruik gemaakt van de pictogrammen uit de PictoBase van Stichting Viataal. Dit zijn afbeeldingen die worden gebruikt ter ondersteuning van het dag- en weekritme, de regels en afspraken en verschillende handelingen. De functie hiervan is meervoudig: • Voorspelbaarheid; doordat het kind ziet wat er gaat gebeuren, krijgt het rust. • Aandacht richten; aan de hand van het pictogram ziet het kind wat het belangrijkste is. • Geheugensteun; het pictogram helpt het kind, wanneer het moeite heeft met het onthouden van zaken. • Begrip; aan de hand van het pictogram weet het kind wat het te doen staat. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 39 De visuele ondersteuning (ook het activebord speelt hier een rol bij) vormt voor de kinderen een hulpmiddel om zelf duidelijkheid over de situatie te verkrijgen en te behouden. Door middel van de pictogrammen op het schoolbord, ziet het kind wat er die dag aan activiteiten zal worden gedaan en in welke volgorde. Wanneer een activiteit is afgerond, wordt de kaart omgedraaid en is het kind hiermee ook klaar. Op het bord aan de muur kan het kind het weekoverzicht verkrijgen; hierop staan per dag eventueel afwijkende zaken vermeld, zoals de aanwezigheid van een invalleerkracht of een gymles. In combinatie met stimulerende reacties van de leerkracht wordt op deze manier de mogelijkheid vergroot om stap voor stap greep te krijgen op de wereld om hen heen. 3.4 Naschoolse activiteiten voor kinderen 3.4.1 Het geven van huiswerk In een aantal groepen wordt huiswerk meegegeven. Hierbij wordt naar de mogelijkheden van de leerlingen gekeken. Huiswerk op de Leidse Buitenschool heeft als doel bij te dragen aan de ontwikkeling van de kinderen. Op de algemene ouderavond zal de groepsleerkracht u daar informatie over geven. Indien nodig wordt het huiswerkprogramma afgestemd op uw kind. 3.4.2 Spreekbeurten/werkstukken In de hogere groepen worden spreekbeurten gehouden en werkstukken gemaakt. De leerling bedenkt zelf, of met hulp van u of de leerkracht een onderwerp en bereidt thuis de spreekbeurt voor. Het is fijn als u een handje wilt helpen door met uw kind op zoek te gaan naar informatie over het gekozen onderwerp. Op deze manier wordt het houden van een spreekbeurt een leuke bezigheid. 3.5 Buitenschoolse activiteiten voor kinderen 3.5.1 Sportochtend/-middag Onze jaarlijkse sportmiddag/-ochtend wordt gehouden in de maand februari. 40 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS Deze activiteit wordt georganiseerd door de vakleerkracht gymnastiek. .De school kent verschillende sportdagdelen; tijdens ieder deel is een aantal klassen aan de beurt, waarbij de kinderen worden verdeeld over kleinere groepjes. Hierbij kunnen wij hulp van ouders gebruiken. U kunt zich opgeven via de ouderraad. Er wordt naar gestreefd om de groepsleerkracht geen eigen groepje te geven, zodat hij/zij extra ondersteuning aan bepaalde leerlingen kan bieden. 3.5.2 Schoolkamp De groepen met de meeste schoolverlaters zullen aan het begin van het schooljaar op kamp gaan in Wassenaar. Hierdoor kan het voorkomen dat een kind die in een andere groep zit maar wel van school gaat, niet mee kan op kamp.Jaarlijks wordt in het team afgewogen of de schoolverlatergroepen toe zijn aan op kamp gaan. Informatie hierover ontvangt u bij de start van het schooljaar. 3.5.3 Schoolreisje De groepen die niet op kamp gaan, gaan aan het eind van het schooljaar op schoolreisje naar een pretpark o.i.d. Zowel de bestemming als de dag waarop het schoolreisje plaatsvindt, kunnen per schooljaar verschillen. U wordt hierover tijdig geïnformeerd. 3.5.4 Excursies De Leidse Buitenschool probeert elk jaar in alle groepen een aantal buitenschoolse activiteiten te organiseren naar musea, de speeltuin, de kinderboerderij en toneelvoorstellingen. Het komt helaas niet altijd van de grond, omdat onze leerlingen naar deze plaatsen vervoerd moeten worden. We proberen steeds voldoende ouders te vinden die ons willen helpen de leerlingen met de auto te vervoeren. U kunt bij de leerkracht van uw kind aangeven of u hierbij wilt ondersteunen. 3.5.5 Verkeersdiploma Verkeersopvoeding is een belangrijke taak van het onderwijs. Ook onze school onderkent het belang van verkeerslessen. Een flink deel van de leerlingen komt zelfstandig te voet of per fiets naar school. Het is van belang de kinderen een goed inzicht te geven in hun eigen functioneren in het (drukke) verkeer. In de jongste groepen krijgt het verkeersonderwijs vorm als onderdeel van DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 41 de alledaagse gang van zaken op eenvoudig en praktisch niveau. Tevens wordt gebruik gemaakt van de verkeersmethode Claxon. In de middelste groep wordt in aparte lessen aan de hand van de verkeersmethode Claxon de theoretische kennis vergroot. Tevens heeft de groep een abonnement op ‘Op Voeten en Fietsen’. Deze uitgave van Veilig Verkeer Nederland geeft ons de mogelijkheden elk jaar weer de meest actuele verkeerssituaties en verkeersregels te behandelen. In de hoogste groepen wordt de theoretische kennis eveneens vergroot in aparte lessen aan de hand van de verkeersmethode Claxon. Tevens hebben de groepen een abonnement op ‘De Jeugdverkeerskrant’. Deze uitgave van Veilig Verkeer Nederland geeft ons de mogelijkheden elk jaar weer de meest actuele verkeerssituaties en verkeersregels te behandelen. Het zwaartepunt van het verkeersonderwijs ligt in de bovenbouw. Het voornaamste doel van de lessen is de voorbereiding op het verkeersexamen. Dit examen bestaat uit: • Toetsing van de theoretische kennis door middel van het invullen van een toetsboekje, meestal in de maand april. De toets wordt door de groepsleerkrachten nagekeken en beoordeeld door Veilig Verkeer Nederland in samenwerking met de politie. De uitslag komt pas na geruime tijd beschikbaar. In principe doen alle schoolverlaters aan deze toetsing mee. • Per jaar wordt besloten of er ook tot toetsing van de praktische kennis van het verkeersdiploma zal worden overgegaan. De vaardigheid op de fiets en kennis van regels worden dan beoordeeld. De kinderen dienen dit examen af te leggen op een wettelijk goedgekeurde fiets. Is dit niet het geval dan volgt uitsluiting van het examen. Bij goed gevolg krijgen de kinderen een verkeersdiploma of een deelcertificaat verkeersdiploma uitgereikt. 3.5.6 Schoolverlatersavond Als een leerling naar het voortgezet onderwijs gaat, wil De Leidse Buitenschool de schoolperiode prettig afsluiten. Dat gebeurt door een laatste fijne week in elkaar te zetten. In deze week wordt ook een schoolverlatersavond georganiseerd. We hebben dan een gezellige avond met een musical óf met sketches, liedjes, toneelstukjes of een quiz. De groepsleerkrachten beslissen elk jaar wat er op deze avond gebeurt. We 42 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS besluiten de avond met een afscheidswoordje voor elke leerling en drinken met de ouders en de leerlingen een drankje op de goede afloop. 3.5.7 Lidmaatschap bibliotheek Elke groep op onze school heeft een abonnement op de bibliotheek in Katwijk. Hier worden dan voor de groep leesboeken en informatieboeken geleend. Sommige groepen bezoeken de bibliotheek zelf, voor andere groepen haalt de groepsleerkracht boeken. Sinds augustus 2012 heeft ook de school zelf een goed voorziene bibliotheek, alle leerlingen maken gebruik van de schoolbibliotheek. 3.6 Speciale voorzieningen in en om het schoolgebouw Van oorsprong bestaat het schoolgebouw van De Leidse Buitenschool uit twee gebouwen: het hoofdgebouw op de Duinoordweg 4 en het bijgebouw op de Duinoordweg 2. Sinds de laatste uitbreiding in 2008 heeft de school een eigen gymzaal. Deze gymzaal is zodanig tussen de beide gebouwen in geplaatst dat er niet langer sprake is van twee aparte gebouwen maar van één schoolgebouw. We spreken daarom ook van het bovengebouw (voorheen het hoofdgebouw) en het benedengebouw (voorheen het bijgebouw). In het bovengebouw is de aula gesitueerd. De dienst Expertise en Begeleiding maakt gebruik van een ruimte welke naast de aula gesitueerd is. In het bovengebouw zijn ook de werkruimtes van alle specialisten te vinden. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 43 4 ::: 4 De zorg voor kinderen 4.1 De plaatsing van een kind op school Om op De Leidse Buitenschool toegelaten te worden was voorheen een indicatie cluster IV noodzakelijk. Alle huidige leerlingen van de Leidse Buitenschool hebben een indicatie cluster 4. Per 1 augustus 2014 is deze indicatie vervallen en in het kader van de wet Passend Onderwijs is hier de Toelaatbaarheidsverklaring voor in de plaats gekomen. Met een Toelaatbaarheidsverklaring geeft het samenwerkingsverband aan dat een leerling niet binnen het reguliere onderwijs, maar bij het speciaal onderwijs cluster 3 en 4 of het speciaal basisonderwijs (SBAO) ingeschreven moet worden. Als uw kind in het bezit is van een TLV, kunt u een afspraak maken voor een kennismakingsbezoek op de Leidse Buitenschool. Na invulling van het aanmeldingsformulier worden u en uw kind zo spoedig mogelijk uitgenodigd voor een intakegesprek en -onderzoek. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek wordt in de Commissie van Begeleiding gezocht naar de juiste greop voor uw kind en wordt het startontwikkelplan opgesteld. 4.2 Het leerlingvolgsysteem De resultaten van het geboden onderwijs worden verkregen door: • het observeren van leerlingen • het verzamelen van resultaten d.m.v. methode afhankelijke toetsen • het afnemen van CITO-toetsen (methode onafhankelijke toetsen). • het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling door middel van het Ontwikkelings VolgModel (OVM) De methode-onafhankelijke toetsen, de CITO-toetsen en de AVI en DMT leestoetsen, worden twee maal per jaar afgenomen. In het schooljaar 2007-2008 is in de groepen van de Campus en in de jongste twee groepen van de hoofdlocatie een start gemaakt met het volgen van de (m.n. sociale en emotionele) ontwikkeling van de leerlingen door middel DE ZORG VOOR KINDEREN 45 van het OVM. In het schooljaar 2008-2009 zijn ook de overige groepen overgegaan tot het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling door middel van het OVM. De school wordt hierbij begeleid door medewerkers van het Seminarium van Orthopedagogiek. Het invoeringstraject beslaat een aantal jaren. In het komend schooljaar zullen we u aan de hand van dit instrument op de hoogte houden over de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. 4.2.1 Het vastleggen van de resultaten De resultaten van het onderwijs op De Leidse Buitenschool worden vastgelegd in het leerling-dossier(zowel schriftelijk als digitaal), dat bestaat uit: • het algemeen dossier. • het pedagogisch-didactisch dossier. • het toetsresultaten dossier. • het CITO-leerlingvolgsysteem. • het OVM dossier Het leerling-dossier is vertrouwelijk en slechts door de ouders van het betreffende kind in te zien. Daarnaast wordt het leerling-dossier gebruikt door die teamleden die met het betreffende kind werken. 4.2.2 Het algemeen dossier Het algemene dossier bevat het volledige dossier van het kind bij aanmelding op onze school. Tevens bevat het dossier een kopie van de brief voor toelating tot onze school, eventuele verlofaanvragen van de ouders en correspondentie met de ouders welke niet in het pedagogisch-didactisch dossier is te plaatsen. 4.2.3 Het pedagogisch-didactisch dossier (digitaal en papier) Tijdens de schoolloopbaan van uw kind wordt een pedagogisch-didactisch dossier bijgehouden. In dit dossier worden de volgende gegevens verzameld: • Het startontwikkelplan • De ontwikkelplannen • Het individueel handelingsplan bij kindgebonden specifieke leer- en/of gedragsproblematiek. (indien aanwezig) 46 DE ZORG VOOR KINDEREN • Informatie vanuit methode en niet-methode gebonden toetsen • Informatie vanuit leerling- en groepsbesprekingen • Informatie vanuit de overdracht van de leerling aan de volgende groepsleerkracht • Onderzoeksresultaten en handelingsplannen van interne en externe specialisten • Verslaglegging van vernielingen/conflictsituaties • Verslaglegging van een eventueel huisbezoek, overige gesprekken met ouders en externe hulpverleners. • Verslaglegging van aanvraag van herindicatie 4.2.4 Het toetsresultaten dossier Van alle methode onafhankelijke toetsen worden de toetsbladen van het afgelopen jaarvan de leerlingen bewaard in een apart toetsresultaten dossier. 4.2.5 Het CITO-leerlingvolgsysteem Onze school maakt, evenals het regulier basisonderwijs, gebruik van CITO-toetsen. Door de intern begeleiders en groepsleerkrachten wordt gekeken naar de ontwikkeling van onze leerlingen: is er extra hulp nodig, werkt de leerling nog op het juiste niveau? Ook wordt bekeken hoe de ontwikkeling van alle leerlingen is in vergelijking met de vorige toetsperiodes. Vrijwel alle leerlingen maken in november en maart/april de volgende CITO toetsen: de spellingstoets SVS, de toets voor rekenen en wiskunde, de drie minuten leestoets en de toetsen voor begrijpend lezen. Alle leerlingen 3 komen voor deze toetsen in aanmerking. Op onze school start een leerling ongeacht de leeftijd met de laagste CITO-toets. Afhankelijk van de score wordt er doorgetoetst met het volgende niveau. Elke leerling krijgt zo een individueel traject en de school is daardoor in staat om voor elke leerling te bepalen wat zijn/haar niveau is op dat moment, zodat het onderwijsprogramma hierop kan worden afgestemd. Daarnaast kan ook worden bepaald in welke mate een leerling toetsbaar is met een toets die voornamelijk bestemd is voor het regulier basisonderwijs. De gegevens worden in het geautomatiseerde volgsysteem en het pedagogisch-didactisch dossier bewaard. In het Ontwikkelplan worden de Cito resultaten afgedrukt.De resultaten van alle leerlingen worden verwerkt in tabellen en grafieken. DE ZORG VOOR KINDEREN 47 4.2.6 Het OVM In het leerlingvolgdeel van het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) zijn allerlei aspecten van de kinderlijke ontwikkeling van 0 tot 13 jaar uitgewerkt in ontwikkelingslijnen. Uitgangspunt daarbij is dat ieder kind zich op eigen en unieke wijze ontwikkelt. Signalering van het ontwikkelingsverloop gebeurt door middel van systematische observaties in dagelijkse onderwijssituaties. In die situaties vindt immers het leren plaats, dus daar moeten we zijn om betekenisvolle informatie te verkrijgen. Hoe snel pakt het kind de instructie op, welke instructiebehoeften heeft het kind, hoe snel maakt het kind zich de inhouden eigen, op welke wijze vindt transfer van het geleerde naar andere situaties plaat? Het gaat er niet alleen om welke leerstof en welke gedragingen het kind zich eigen maakt, maar ook op welke manier de informatieverwerking en gedragsverandering plaatsvindt. Dus niet alleen wat, maar ook hoe. De stappen in ontwikkeling zijn uitgewerkt in verschillende ontwikkelingslijnen. Daarmee is het mogelijk om de samenhang in ontwikkeling zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld de samenhang tussen het gedrag en de taalontwikkeling van een kind. Ook het ontwikkelingsverloop van allerlei deelaspecten is waarneembaar. Is hier sprake van een gangbare ontwikkeling, loopt het kind voor of achter in ontwikkeling in vergelijking met andere kinderen op deze leeftijd, gaat de ontwikkeling sneller of juist steeds trager, maakt het kind zich ondanks allerlei oefeningen en hulp bepaalde leerstofonderdelen onvoldoende eigen, is er sprake van een terugval, enzovoort. Zo worden zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens rond het leerproces van een kind verkregen. Het OVM is gebaseerd op een ontwikkelingsgerichte onderwijsvisie. Ieder kind heeft een eigen potentieel. Kinderen verschillen dus in ontwikkeling, maar ook ten aanzien van de verschillende ontwikkelingsaspecten zijn bij een kind verschillen waarneembaar. Binnen de ontwikkelingsgerichte visie wordt een gedifferentieerd onderwijsaanbod gegeven. 4.2.7 Het bespreken van de resultaten De resultaten worden besproken in: • de Ontwikkelplanbespreking • de zorgbespreking (CVB bespreking) 48 DE ZORG VOOR KINDEREN • de werkbespreking • de rapportbespreking De Ontwikkelplanbespreking Gedurende het schooljaar staan er twee Ontwikkelbesprekingen met ouders ingepland. Voor de ouders van de nieuwe leerlingen is er één bespreking extra. Voor de start van het schooljaar wordt het Ontwikkelplan, dat opgesteld is door de leerkracht met de ouders van de zittende leerlingen besproken. Voor de nieuwe leerlingen wordt een Ontwikkelplan samengesteld in de eerste vier weken van het schooljaar. De ouders van de nieuwe leerlingen worden individueel uitgenodigd om het Ontwikkelplan te bespreken. Hierbij staat centraal welke doelen worden gesteld. Halverwege het schooljaar staat de tweede bespreking gepland: de tussenevaluatie. Hierbij wordt gekeken in hoeverre de doelen gehaald lijken te worden of dienen bijgesteld te worden. Aan het einde van het schooljaar vindt de eindevaluatie plaats, waarbij met de ouders wordt besproken of de gestelde doelen gehaald zijn. Hierbij worden ook de uitslagen van de CITO-toetsen besproken. Het Ontwikkelplan voor het komende schooljaar wordt ook opgesteld en besproken.. De Ontwikkelplannen worden ook besproken met de Commissie van Begeleiding (CvB), de zorgcoördinator, de intern begeleider en de groepsleerkracht. Doel van deze bespreking is een evaluatie van het plan, gekoppeld aan het vaststellen van nieuwe doelen voor de komende periode. Naast een "pas op de plaats" is het Ontwikkelplan daarmee ook een planningsinstrument. In het Ontwikkelplan wordt middels de zg Beinvloedende factoren een analyse gemaakt van de mate van welbevinfen van het kinfd in elke sociale situaatie. Indien noodzakelijk kunnen dan plannen gemaakt worden hoe eventuele obstakels in de ontwikkeling van het kind te ruimen. In het Ontwikkelplan wordt ook de zg. leerroute benoemd. De Leidse Buitenschool kent drie leerroutes: Leerroute 1: Dit is de gevorderde standaard. Wordt door andere scholen verdiept arrangement genoemd. De LBS heeft ervoor gekozen om dit leerroute 1 (= leerroute die werkt naar uitstroombestemming VMBO-T of hoger) te noemen. Leerroute 2: Dit is de voldoende standaard. Wordt door andere scholen basis DE ZORG VOOR KINDEREN 49 arrangement genoemd. De LBS heeft ervoor gekozen om dit leerroute 2 (= leerroute die werkt naar uitstroombestemming VMBO-BB/BK met of zonder LWOO) te noemen. Leerroute 3: Dit is de minimum standaard. Wordt door andere scholen intensief arrangement genoemd. De LBS heeft ervoor gekozen om dit leerroute 3 (= leerroute die werkt naar uitstroombestemming PrO) te noemen. Na iedere bespreking wordt het plan in conceptvorm vastgesteld door de directeur. Voorafgaand aan de Ontwikkelplanbespreking worden de plannen in conceptvorm toegestuurd aan de ouders. De werkbespreking De intern begeleider en de groepsleerkracht bekijken tijdens de werkbespreking aan de hand van het ontwikkelplan hoe de zorg betreffende de leerlingen verloopt. Ook worden de pedagogische en didactische aanpak in de groep besproken en geëvalueerd. de besprekingen vinden plaats aan de hand van het groepsplan. De zorg/ CVB bespreking Structureel en naar aanleiding van de werkbesprekingen van intern begeleiders en groepsleerkracht komt de Commissie van Begeleiding bij elkaar om de zorgleerlingen te bespreken en de interne en externe hulp te evalueren dan wel bij te stellen. Hierbij komt tevens het Ontwikkelplan aan de orde. De rapportbespreking Twee keer per schooljaar krijgen de leerlingen een rapport. Het rapport is in de eerste plaats kindgericht en wordt dan ook door de leerkracht met het kind besproken. Het nivo van uw kind is in dit rapport niet te vinden. Dit wordt vermeld in het Ontwikkelplan. Tussentijds is het altijd mogelijk om met de groepsleerkracht of één van de specialisten een afspraak te maken, de resultaten van het leerproces wordt met de ouders besproken in de handelingsplanbespreking op de oudercontactavonden. 50 DE ZORG VOOR KINDEREN 4.3 De planning van de toetsen, besprekingen en rapportages Maand Activiteit en betrokkenen Start schooljaar handelingsgericht Bespreking startplan in CVB: aanvullend onderzoek op indicatie van de CvB betreffende de nieuwe leerlingen door de logopedist, fysiotherapeut en orthopedagoog. Bespreking Ontwikkelplan door de leerkracht met ouders nieuwe leerlingen. Bespreking startplan door de CvB met leerkracht. Instapniveau nieuwe leerlingen bepalen door de intern begeleiders. Zorgbespreking door CvB en leerkracht September Opstellen Ontwikkelplan van nieuwe leerlingen door groepsleerkracht. Algemene ouderavond voor ouders door groepsleerkracht. Zorgbespreking door CvB en leerkracht Bespreking Ontwikkelplan door groepsleerkracht met intern begeleiders. Ontwikkelplanbespreking met ouders van nieuwe leerlingen door de groepsleerkracht. Informatieavond voor ouders van leerlingen van 10 jaar en ouder betreffende het schoolverlaterstraject. Zorgbespreking door CvB en leerkracht Oktober Interne adviesbespreking schoolverlaters door groepsleerkracht, intern begeleider, GZ-psycholoog, DE ZORG VOOR KINDEREN 51 locatiecoördinator/directeur. Werkbespreking door intern begeleiders en groepsleerkracht. Zorgbespreking door CvB en leerkracht November Adviesbespreking schoolverlaters door groepsleerkracht, intern begeleider, GZ-psycholoog en ouders. Afname leestoetsen bij alle leerlingen. Citotoetsen rekenen en spelling alle klassen Invullen OVM sociaal emotionele ontwikkeling en werkhouding door groepsleerkracht. Zorgbespreking door CvB en leerkracht Januari Bijstelling Ontwikkelplan door groepsleerkracht. Evaluatie Ontwikkelplan door CvB, intern begeleider en groepsleerkracht. Citotoets begrijpend lezen (1 x per jaar) Zorgbespreking door CvB en leerkracht Februari en ouders. Tussenevaluatie Ontwikkelplan door groepsleerkracht Zorgbespreking door CvB en leerkracht Maart groepsleerkracht. Werkbespreking door intern begeleider en Invullen OVM sociaal emotionele ontwikkeling en werkhouding door groepsleerkracht. Zorgbespreking door CvB en leerkracht 52 April Afname CITO-toetsen lezen, rekenen en spelling door groepsleerkracht en remedial teachers. Zorgbespreking door CvB en leerkracht Mei Bijstelling Ontwikkelplan door groepsleerkracht. Voorbereiding nieuwe Ontwikkelplan door DE ZORG VOOR KINDEREN groepsleerkracht. Zorgbespreking door CvB en leerkracht Juni begeleider en Eindevaluatie Ontwikkelplan door CvB, intern groepsleerkracht. Eindevaluatie Ontwikkelplan en vaststelling nieuw Ontwikkelplan door groepsleerkracht met ouders. Groepsoverdracht met nieuwe groepsleerkracht door groepsleerkracht. Zorgbespreking door CvB en leerkracht N.B.: Gedurende het schooljaar zal bovenstaande planning worden geëvalueerd en indien nodig worden bijgesteld. 4.4 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Stepped-care zorgstructuur. In de LBS is het afgelopen jaar gezocht naar betere afstemming het inzetten van de medewerkers naar zorgbehoefte van een leerling. Een leerling die binnen de school een positieve ontwikkeling laat zien op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling, gedrag en leren, krijgt het aanbod zoals dat voor alle kinderen bestaat: met het PBS aanbod van de regels en de beloningen, en met zijn leerkracht, vakleerkrachten en specialisten, het handelingsplan en de zorgbesprekingen. Stepped-care zorg wil zeggen dat een leerling die meer behoeft dan dit aanbod dat ook krijgt afhankelijk van zijn/haar hulpbehoefte. De locatie/zorgoördinator, Intern Begeleiders en schoolpsychologen alsmede de School Maatschappelijk Werker (allen leden van de CVB) kunnen hierbij ondersteunen. Ook zijn medewerkers van Cardea (Pedagogisch Medewerkers) inzetbaar. Verder in de zorgpiramide kunnen de schoolarts, directeur en Buro Jeugd Zorg extra hulp bieden. Zodra voor een kind meer ondersteuning nodig is wordt dit met de DE ZORG VOOR KINDEREN 53 ouders/verzorgers besproken; ook de begeleiding en zorg wordt in overleg met ouders/verzorgers uitgevoerd. 4.4.1 Specialistische hulp Soms is het voor een kind niet mogelijk om zich op een bepaald gebied positief te ontwikkelen in een groep. Binnen de school kan de groepsleerkracht dan een beroep doen op een groot aantal specialisten, die speciaal opgeleid zijn om specifiek onderzoek te doen en een hulptraject op te zetten voor de desbetreffende leerling. Soms zal deze hulp in de groep uitgevoerd worden. Soms is het nodig om de hulp in een één op één situatie aan te bieden. Dit wordt dan ook door de specialisten gedaan. Uitgangspunt voor de speciale hulp is dat er gewerkt wordt met een van te voren opgesteld plan. Om de zes tot acht weken wordt gecontroleerd of de speciale hulp een positieve ontwikkeling bij het kind in gang zet. Deze speciale hulp wordt niet ingezet in de eerste en laatste weken van een schooljaar, omdat de kinderen het dan in de klas al druk genoeg hebben. Indien een ontwikkeling uitblijft na een aantal periodes waarin extra hulp geboden wordt, kan aanvullend extern onderzoek gewenst zijn. 4.4.2 De gezondheidszorg psycholoog (GZ) De GZ-psycholoog neemt deel aan de wettelijk verplichte Schoolgebonden Commissie van Begeleiding en verricht werkzaamheden die gericht zijn op een verantwoorde plaatsing van de leerlingen in de school. Zij neemt deel aan de multidisciplinaire besprekingen, waarin de ontwikkeling van de leerlingen en de handelingsplannen besproken worden. Daar waar langdurige stagnatie van de ontwikkeling van een kind zich voordoet, zal de GZ psycholoog contact opnemen met de ouders en kan een voorstel gedaan worden om te komen tot een onderzoek. Met inacht nemen van de geldende beroepscode van NIP, NVO en NVMW is onze werkwijze als volgt: bij handelingsgerichte tips voor wat betreft de toepassingsmoglijkheden in de groep, zoals is besproken en zo nodig aangepast, in de CVB, volgt het verslag dat met ouders/verzorgers wordt besproken. Voorts levert de GZ-psycholoog een bijdrage aan de schoolorganisatie bijvoorbeeld door het bijwonen van teamvergaderingen en neemt zij deel aan de professionaliseringsactiviteiten van het team. 54 DE ZORG VOOR KINDEREN 4.4.3 De schoolmaatschappelijk werker De schoolmaatschappelijk werker maakt deel uit van de Schoolgebonden Commissie van Begeleiding en is betrokken bij de multidisciplinaire besprekingen, waarin de ontwikkeling van de leerlingen en de handelingsplannen besproken worden. Vanuit deze besprekingen kan de schoolmaatschappelijk werker contact opnemen met de ouders. De inzet van het schoolmaatschappelijk werk is erop gericht de schoolloopbaan en de ontwikkeling van de leerlingen waar nodig te ondersteunen, waarbij zij een verbindende factor vormt tussen de leerling, de school, thuis en eventueel hulpverlenende instanties. Wanneer de ouders vragen hebben over hun kind of als er zich in de gezinssituatie veranderingen voordoen die van invloed kunnen zijn op het gedrag van het kind op school, kunnen zij contact opnemen met de schoolmaatschappelijk werkster. De schoolmaatschappelijk werker coördineert ook de samenwerkende zorg tussen school en de medewerkers van Cardea Jeugdzorg betreffende de afgesproken onderwijs- zorg arrangementen en heeft contact met de gezinsbegeleiders van Cardea Jeugdzorg. 4.4.4 De jeugdarts De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) begeleidt de groei en ontwikkeling van jeugdigen van 4 tot 19 jaar. De jeugdarts maakt deel uit van de Schoolgebonden Commissie van Begeleiding, maar is verbonden aan de GGD Zuid-Holland Noord locatie Katwijk en niet aan de school. In het kader van de toelating van de leerlingen op de Leidse Buitenschool zullen ouder en kind worden opgeroepen door de jeugdarts; er is een breed onderzoek waar wordt onderzocht of er wellicht binnen school ondersteuning moet zijn op een van de fysieke onderdelen in het onderzoek. Het onderzoek vindt plaats op de Leidse Buitenschool, ouders krijgen individueel een uitnodiging. Tevens vindt om de twee à drie jaar een herhalingsonderzoek plaats. Dit gebeurt ofwel op school ofwel in het gezondheidscentrum. Verder kunnen er onderzoeken op indicatie plaatsvinden. De ouders krijgen hiervoor een oproep thuisgestuurd. U kunt ook zelf contact met hen opnemen als u vragen of zorgen hebt over DE ZORG VOOR KINDEREN 55 de gezondheid, ontwikkeling of opvoeding van uw kind. Indien nodig overlegt de jeugdarts of sociaal verpleegkundige JGZ met de leerkracht, huisarts of andere instanties. De afdeling JGZ geeft de school ook adviezen over veiligheid, hygiene, infectieziekten, omgaan met elkaar, pesten voeding, beweging en dergelijke. De JGZ ondersteunt de school bij het uitvoeren van gezondheidsprojecten. Meer informatie kunt u vinden op de website: www.ggdhm.nl. 4.4.5 De zorgcoödinator (deel van de taak van de locatiecoördinator) De zorgcoördinator maakt deel uit van het managementteam van de Leidse Buitenschool. Zij richt zich vooral op het aansturen van de zorgstructuur, onderwijskundige vernieuwing, professionele ontwikkeling van de teamleden en het treffen van zorgverbredingmaatregelen in de schoolorganisatie. Daarnaast voert zij de kennismakingsgesprekken met de ouders binnen het intakegesprek, organiseert zij de voorlichtingsavond betreffende het voortgezet onderwijs en voert zij de gesprekken met de ouders betreffende de doorverwijzing. 4.4.6 De intern begeleiders De leerlingenzorg op De Leidse Buitenschool is gebaseerd op een systeem van interne begeleiding, gericht op planmatig handelen. Dit betreft het signaleren van problemen, diagnosticeren, oplossingen voorbereiden, oplossingen uitvoeren en het evalueren van de gekozen oplossingen. Door gebruik te maken van dit systeem streven we er naar om leerlingen optimaal te laten profiteren van het aangeboden onderwijs. Ook de school wordt op deze manier gestimuleerd om het aangeboden onderwijs te vervolgen of bij te stellen en aan te passen aan de mogelijkheden van een individuele leerling of groep. Aanspreekpunt voor deze leerlingenzorg is de intern begeleider. Deze bewaakt de afspraken die gemaakt zijn met betrekking tot bovengenoemde systeem. Hierdoor werkt de intern begeleider aan het optimaliseren van de voorwaarden waarbinnen de leerlingenzorg uitgevoerd moet worden en geeft zo indirecte hulp aan de leerlingen. De intern begeleider coördineert de hulp aan leerlingen die extra zorg nodig hebben en verzorgt tevens afspraken met leerkrachten en specialisten in en buiten de school. Wanneer er problemen zijn die niet in de eerste plaats in overleg met de leerkracht kunnen worden opgelost, maakt de intern begeleider een 56 DE ZORG VOOR KINDEREN afspraak met u als ouder. Verder is de intern begeleider verantwoordelijk voor alle interne zaken m.b.t. de leerlingenzorg. In het schooljaar 2014/2015 zal één van de intern begeleiders zich expliciet richten op de ontwikkeling van het leesonderwijs in de school. Daarnaast zal een aanzet worden gegeven tot het komen van adequate leerlijnen die van belang zijn om te komen tot een aantal leerarrangementen die in het kader van Passend Onderwijs van belang zijn. De intern begeleiders zijn tevens adviserend lid van de schoolgebonden Commissie van Begeleiding. 4.4.7 De fysiotherapeut De kinderfysiotherapie op De Leidse Buitenschool is erop gericht om de lichamelijke en zintuiglijke ontwikkeling van het kind te stimuleren. Aan het begin van het schooljaar worden op indicatie van de Schoolgebonden Commissie van begeleiding nieuwe kinderen door de fysiotherapeut onderzocht. Na deze screening wordt in overleg bepaald welke leerlingen fysiotherapeutische begeleiding krijgen. De individuele fysiotherapie is gemiddeld een half uur per week. Hierbij is plezier beleven in het gericht bewegen en spel van groot belang. Het accent bij het oefenen zal afhankelijk van de problematiek bij het ene kind ergens anders liggen dan bij het andere kind. Zo kunnen met spelen/oefenen met de skippybal, de evenwichtsplank en de wiebeltol verschillende doelstellingen beoogd worden bij kinderen, zoals ontspanning en houdingsverbetering, ontwikkelen van de ruimtelijke oriëntatie, evenwichtsverbetering, coördinatie of symmetrie. Met behulp van constructiemateriaal, klei, verf en zand kan worden gewerkt aan o.a. oog-handcoördinatie, fijne handmotoriek, lichaamsbesef en ruimtelijke oriëntatie. De fysiotherapeut begeleidt ook de houding en de beweging van uw kind in de klas. Dit kan de zithouding betreffen, maar ook het (voorbereidend) schrijven en ontwikkelingsspel ter stimulering van ruimtelijk inzichtelijke vaardigheden. 4.4.8 De logopediste Logopedie is geen synoniem voor spraakles. De logopedist houdt zich bezig met alle problemen die met spreken en verstaan te maken hebben. Deze problemen kunnen een weerslag hebben op de (sociaal-emotionele) DE ZORG VOOR KINDEREN 57 ontwikkeling van het kind en schoolprestaties. De logopediste op De Leidse Buitenschool behandelt kinderen die problemen hebben met hun stem, spraak en taal. U kunt dan denken aan bijvoorbeeld hese of schorre stem, stotteren, slissen, onduidelijk praten, door de neus praten, bepaalde klanken fout uitspreken, mondademen, duimen, geen goede zinsbouw, te kleine woordenschat, onvoldoende taalbegrip of problemen met auditieve vaardigheden. Op school zal de logopedist in samenwerking met bijvoorbeeld de ouders, leerkracht en remedial teacher het kind logopedisch onderzoeken en zo nodig behandelen en/of begeleiden. Ook ondersteunt de logopediste de taalontwikkeling bij de jongste leerlingen in de groep. 4.4.9 De orthopedagoog, ontwikkelingspsycholoog en schoolpsycholoog Aan de school zijn een GZ-psycholoog, een schoolpsycholoog, een orthopedagoog en een ontwikkelingspsycholoog verbonden. Zij houden zich bezig met een breed scala aan relevante aandachtsgebieden. Hierbij valt te denken aan remedial teaching en onderzoek en begeleiding op het gebied van leerstoornissen. Het dyslexieprotocol wordt gevolgd. Tevens is een gedragswetenschapper verbonden aan beide Campussen. Voor de beide Campussen verricht de gedragswetenschapper een psychologisch onderzoek. De schoolpsycholoog verricht ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de Commissie van Begeleiding. Deze werkzaamheden hebben betrekking op de aanmelding van nieuwe leerlingen. Daarnaast verricht zij tevens psychologisch onderzoek. De gedragswetenschappers van de Leidse Buitenschool werken volgens de richtlijnen van NIP/NVO. Na een Handelings Gericht Diagnostisch onderzoek worden de bevindingen en de handelingsgerichte adviezen in de CvB besproken. Zo nodig worden de adviezen bijgesteld. Daarna wordt het volledige verslag van het onderzoek met de ouders besproken. Wanneer de ouders/verzorgers met deze procedure niet akkoord gaan kunnen zij dit kenbaar maken bij de betrokken gedragswetenschapper. 4.4.10 Samenwerking Bureau Jeugdzorg en Cardea Jeugdzorg Sinds schooljaar 2010-2011 is er een intensieve samenwerking met Bureau 58 DE ZORG VOOR KINDEREN Jeugdzorg en Cardea Jeugdzorg en de Leidse Buitenschool. Daar waar meer (of intensievere) zorg vereist is om een leerling in de klas en zijn omgeving te laten functioneren, kan ondersteuning gezocht worden. De hulpvraag kan vanuit de ouders, leerkracht of bureau Jeugdzorg komen. Samen met de ouders wordt onderzocht welke extra zorg geboden moet en kan worden. Als een leerling een indicatie voor extra zorg krijgt van Bureau Jeugdzorg, kan het ondersteuning in de klas krijgen op een aantal vooraf gestelde doelen, tevens kan een gezinsbegeleider met de ouders in het gezin aan een aantal doelen werken. De zorg die geboden wordt is vooraf geïntegreerd in de klassensituatie; leerkracht en pedagogisch medewerker kennen elkaars doelen en vullen elkaar aan. Een medewerker van Bureau Jeugdzorg is aanwezig bij de zorgbesprekingen in de Commissie van Begeleiding. Als er een onderwijs-zorgtraject wordt overwogen, neemt de maatschappelijk werkende van de school contact op met de ouders. Door zorg en onderwijs met elkaar te combineren neemt de mogelijkheid voor een kind om zich te ontwikkelen toe. 4.4.11 Het CJG en uw kind op de basisschool Waarvoor kan ik terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)? Ouders, kinderen en jongeren kunnen bij de CJG’s terecht met al hun vragen over opgroeien en opvoeden. Wij denken met u mee en bieden waar nodig ondersteuning. In het CJG werken verschillende professionals , zoals jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, (jeugd)maatschappelijk werkers en pedagogen, samen. Iedere medewerker heeft eigen specifieke deskundigheid en taken maar ze werken allemaal ter ondersteuning van u en uw kinderen. Alle kinderen krijgen gedurende de schoolperiode een uitnodiging van de jeugdgezondheidszorg voor een onderzoek van 5-6 jarigen (groep 2), 10-11 jarigen (groep 7) en 13-14 jarigen (klas 2 van het voortgezet onderwijs). Tijdens deze contacten kunnen ouders en kinderen hun vragen stellen aan de jeugdartsen of de jeugdverpleegkundigen. Maar ook buiten deze contactmomenten staan wij voor u klaar en kunt u met uiteenlopende vragen bij een CJG medeweker terecht. Hoe bereikt u het CJG? Medewerkers van het CJG zijn te vinden in de CJG’s, maar ook op scholen. De jeugd maatschappelijk werkers/ jeugd- en gezinswerker houden op de DE ZORG VOOR KINDEREN 59 meeste scholen spreekuren voor leerlingen, leerkrachten en ouders. De leerkracht/interne begeleider kan u ook informeren over de bereikbaarheid van de CJG medewerkers die aan de school van uw kind verbonden zijn. Voor algemene informatie, bijvoorbeeld over de openingstijden, kunt u terecht op de website van het CJG: www.cjgkatwijk.nl. Wij zijn ook telefonisch te bereiken via 088 – 254 23 84. Een (anonieme) vraag stellen via de website is ook mogelijk. Het CJG organiseert een groot aantal cursussen en themabijeenkomsten rond opvoeden en opgroeien. Meer informatie daarover vind u ook op de website. Centrum voor Jeugd en Gezin Centrum voor Jeugd en Gezin Schimmelpenninckstraat 10 Burg. Koomansplein 1 2221 EP Katwijk 2231 DA Rijnsburg 4.5 Passend onderwijs: de beste kansen voor élk kind De meeste kinderen doen het prima op school: ze ontwikkelen zich naar verwachting en leren zonder problemen. Sommigen hebben meer begeleiding nodig, van specifiek lesmateriaal tot een aangepaste leeromgeving. Het organiseren van deze ondersteuning, zo snel, licht en dichtbij mogelijk, dat is de kern van Passend onderwijs. De nieuwe wet geldt vanaf 1 augustus 2014 en verandert de manier waarop deze ondersteuning kan worden aangevraagd, en hoe die georganiseerd en betaald wordt. Passend onderwijs in het kort: • Scholen in de regio werken samen om alle leerlingen de beste onderwijsplek te bieden • Het speciaal (basis) onderwijs blijft gewoon bestaan voor leerlingen die dat echt nodig hebben • Scholen kijken naar wat een leerling wél kan, het liefst op een gewone basisschool in de buurt • Er zijn geen bezuinigingen op extra ondersteuning aan leerlingen Zorgplicht Voorheen moesten ouders van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 hebben scholen een zorgplicht. Dit betekent dat we elk kind een passende 60 DE ZORG VOOR KINDEREN onderwijsplek moeten bieden. Dat kan op deze school zelf zijn, maar ook op een andere basisschool of school voor speciaal (basis)onderwijs. Ouders worden vanaf begin tot eind bij dit proces betrokken: u kent uw kind immer het beste. Samenwerkingsverband Om elk kind een goede plek te kunnen bieden, werken alle basisscholen en speciale scholen in de regio met elkaar samen. Onze school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek. Dit verband bestaat uit vijftien schoolbesturen in de gemeenten Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen. Basisondersteuning Schoolbesturen hebben met elkaar afgesproken wat elke school in principe moet kunnen bieden aan ondersteuning. Dit wordt basisondersteuning genoemd. Hierdoor weet u wat u als ouders ten minste mag verwachten van het onderwijs en ondersteuning op een school. Elke basisschool krijgt een eigen ondersteuningsbudget en de beschikking over expertise waarmee de ondersteuning die kinderen nodig hebben, kan worden georganiseerd. De route Om passend onderwijs voor elke leerling snel en goed te kunnen organiseren, heeft het samenwerkingsverband een route afgesproken. Deze route bestaat uit verschillende stappen: 1) Het begint bij de leerkracht. Hij of zij signaleert dat de ontwikkeling van een kind stagneert. Samen met u als ouders gaat de leerkracht vervolgens op zoek gaat naar de juiste aanpak voor uw kind. 2) Met hulp van de IB’er Als een leerkracht de leerling zelf niet verder kan helpen, roept hij de hulp in van de intern begeleider van de school. De IB’er maakt een gedegen analyse van de situatie en geeft vervolgens advies over een mogelijke aanpak. Ook hierbij is het informeren en betrekken van u als ouders van groot belang. De IB’er voert vervolgens de regie over het afgesproken traject. 3) Met hulp van het ondersteuningsteam (OT) Als zowel de leerkracht als de intern begeleider en de ouders er niet uitkomen, wordt de hulp van het ondersteuningsteam (OT) ingeroepen. DE ZORG VOOR KINDEREN 61 Naast de leerkracht, ouders en ib’er, kan zo’n team bestaan uit de directeur van de school, onderwijsspecialist en een jeugd- en gezinswerker. Het ondersteuningsteam overlegt wat het kind nodig heeft, de aanpak die is afgesproken, wordt arrangement genoemd. Afhankelijk van wat er nodig is, kan dit op vele manieren worden vormgegeven: - hulp die een school zelf kan bieden - hulp die een school kan bieden met expertise van buiten - verwijzing naar een speciale onderwijsvoorziening Verwijzing naar een speciale onderwijsvoorziening Stap 1: Gesprek met sbo- of so-school Als duidelijk is dat een speciale school voor een leerling beter geschikt is, wordt een deskundige van die school uitgenodigd om te praten over de duur en intensiviteit van het arrangement. Stap 2: Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) Als de eerste stap is afgerond, kan bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd. Er zijn twee mogelijkheden: - Speciaal basisonderwijs - Speciaal onderwijs: Categorie I: zeer moeilijk lerende kinderen, langdurig zieke kinderen, kinderen met epilepsie of ernstige gedragsproblematiek Categorie II: lichamelijk gehandicapte kinderen Categorie III: meervoudig gehandicapte kinderen Stap 3: Bieden van extra ondersteuning Als een leerling een toelaatbaarheidsverklaring heeft gekregen wordt de plaatsing zo spoedig mogelijk gerealiseerd. Stap 4: Terugplaatsing vanuit het so of sbo Bij plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs wordt in het ontwikkelingsperspectief beschreven hoe aan terugplaatsing naar de reguliere school gewerkt wordt. Als bij evaluatie blijkt dat dit een optie is, vindt overleg plaats met ouders en de school van herkomst. Een andere reguliere school die meer passend is, bestaat ook tot de mogelijkheden. Ontwikkelingsperspectief Een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld als resultaten achterblijven ondanks de ondersteuning op de basisschool, al dan niet met hulp van 62 DE ZORG VOOR KINDEREN buiten. Voor deze leerlingen is een perspectief voor langere termijn nodig om de onderwijsbehoeften goed te kunnen bepalen. Rechtstreekse instroom Voor een groep leerlingen is al snel duidelijk dat zij aangewezen zijn op het speciaal onderwijs. Deze leerlingen hoeven niet de reguliere route te volgen. Een team van onderwijsspecialisten zal het verzoek om rechtstreekse instroom behandelen. Meer informatie over de organisatie van passend onderwijs in uw regio vindt u op de websites van het samenwerkingsverband PO Duin- en Bollenstreek: http://po.swv-db.nl en www.swv-db.nl. 4.6 De begeleiding van de overgang van de kinderen naar het voortgezet onderwijs Elk schooljaar gaan er leerlingen naar het voortgezet onderwijs. De Leidse Buitenschool neemt in het voorlaatste- en laatste schooljaar met de leerling en de ouders een aantal stappen die leiden tot een goed afgewogen schooladvies. De coördinator en contactpersoon voor de schoolverlaters is Brit Slotboom. • In september/oktober wordt er een algemene informatieavond over het vervolgonderwijs gehouden. Alle ouders van leerlingen van 10 jaar en ouder worden hier voor uitgenodigd. • Alle schoolverlaters doen mee met een klassikaal gericht intelligentieonderzoek (NIO). • De Commissie van Begeleiding bespreekt alle -potentiëleschoolverlaters; dit zijn de leerlingen die in dit schooljaar 12 jaar worden. Daarnaast wordt er advies geformuleerd. • In de maand oktober wordt dit advies met de ouders besproken; U krijgt dit advies ook op papier. • Ouders en leerling kunnen vanaf deze tijd de scholen bezoeken die hun voorkeur hebben én die genoemd zijn bij het adviesgesprek. • Ouders melden hun kind zelf aan bij de school van hun keuze! Het is prettig als u aan de contactpersoon Schoolverlaters van De Leidse Buitenschool laat weten bij welke school u uw kind hebt aangemeld. • De Leidse Buitenschool verzorgt het benodigde Onderwijskundig Rapport DE ZORG VOOR KINDEREN 63 voor de nieuwe school. Een rapport waarin didactische en pedagogische gegevens genoteerd worden. U moet dit Onderwijskundig Rapport voor akkoord tekenen. De Leidse Buitenschool stuurt dit rapport naar de nieuwe school. • Voor leerlingen die aangemeld zijn bij de Prof. Dr. Leo Kannerschool (of afdelingen daarvan) geldt dat op verzoek van de betreffende school door de leerkracht een formulier met startinformatie wordt ingevuld. Ouders ontvangen hiervan een kopie. • Leerlingen die aangemeld zijn voor VMBO/ LWOO (LeerWegOndersteunend Onderwijs) of Praktijkonderwijs moeten op één van de VMBO scholen in de regio mee doen aan de LWOO toetsen. De Leidse Buitenschool meldt deze leerlingen aan bij de VMBO school, u ontvangt ook van De Leidse Buitenschool de gegevens van de afgenomen testen en toetsen. Pas na deze toetsen is duidelijk of uw kind geplaatst kan worden op de VMBO/LWOO school van uw keuze. • Voor plaatsing in het Voortgezet Speciaal Onderwijs is een indicatie voor cluster 4, of een Toelaatbaarheidsverklaring nodig. De VSO scholen verzorgen zelf de aanname van uw kind, de contacten lopen dus via hen; ook hier is het prettig als u aan De Leidse Buitenschool laat weten of- en waar uw kind geplaatst is. • Leerlingen die naar het regulier Voortgezet Onderwijs gaan en een indicatie hebben, kunnen ondersteund worden door een ambulant begeleider. Bij het adviesgesprek krijgt u de benodigde informatie. Er is een goed contact met verschillende scholen voor Voortgezet Onderwijs. Wanneer een school bij De Leidse Buitenschool niet bekend is, wordt er met de betreffende school kennisgemaakt en worden de mogelijkheden voor de leerling besproken. Na plaatsing van de leerling onderhoudt de LBS gedurende één leerjaar contact met de (reguliere) vervolgschool. 4.7 Het vervolgonderwijs na De Leidse Buitenschool Aan het eind van elk schooljaar is er een groep schoolverlaters. In 64 DE ZORG VOOR KINDEREN verschillende groepen worden zij voorbereid op de eisen die het voortgezet onderwijs stelt. Soms ook verlaat een kind de school tussentijds. Het kan bijvoorbeeld naar het basisonderwijs of naar een andere vorm van speciaal onderwijs doorstromen. In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal schoolverlaters per jaar in combinatie met het schooltype. Vorm van onderwijs en type school Juli 2014 Voortgezet onderwijs HAVO/ VWO met LGF VMBO met LGF VMBO LWOO/VMBO LWOO/VMBO met LGF Praktijkschool Praktijkschool met LGF Cluster 3 Cluster 4 Cluster 4 HAVO/ VWO Cluster 4 VMBO basis/ kader Cluster 4 Praktijkonderwijs Cluster 1 3 1 21 - Speciaal onderwijs Cluster 3 Cluster 4 Primair Onderwijs Speciaal Basisonderwijs Basisonderwijs Basisonderwijs met LGF Cluster 4 basisonderwijs Cluster 3 basisonderwijs Cluster 2 basisonderwijs Bao met LGF 6 1 4 3 1 - Totaal aantal schoolverlaters * totaal aantal leerlingen. 40 DE ZORG VOOR KINDEREN 65 4.8 Ambulante Begeleiding Vanuit De Leidse Buitenschool wordt een groot aantal kinderen en hun school begeleid in het regulier basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs (SBO) en het Voortgezet Onderwijs. De scholen liggen binnen de Duin- en Bollenstreek. Door middel van deze begeleiding krijgen kinderen met cluster 4 problemen de kans om binnen het regulier (voortgezet) onderwijs dan wel het SBO te blijven of te reïntegreren. Er bestaan drie mogelijke vormen van begeleiding. Preventieve Ambulante Begeleiding (PAB) De begeleiding wordt geboden aan de leerkracht van een kind dat dreigt vast te lopen binnen het basisonderwijs, nadat is gebleken dat preventieve ambulante begeleiding vanuit het speciaal basisonderwijs ontoereikend is. De begeleiding vanuit het speciaal onderwijs, vindt kortdurend plaats en is erop gericht de school handvatten te bieden om te kunnen omgaan met kinderen waarbij zich lichte leer- en gedragsproblemen voordoen. Indien ook deze hulp vanuit het speciaal onderwijs onvoldoende blijkt te zijn, kan de basisschool de ouders adviseren een Cluster IV indicatie aan te vragen. Geïndiceerde Ambulante Begeleiding/ Leerlinggebonden Financiering (GAB/LGF) Tegenwoordig hebben de ouders van een kind met een Cluster IV indicatie de mogelijkheid te kiezen tussen plaatsing binnen het speciaal onderwijs of extra begeleiding binnen het basisonderwijs (de rugzak). Vanuit de overheid is voor deze laatste vorm van hulp geld ter beschikking gesteld om de zorgleerlingen in het basisonderwijs extra te ondersteunen. De ondersteuning bestaat uit extra formatie voor de basisschool, financiering voor extra leermiddelen en 60 uur per leerling op jaarbasis Ambulante Begeleiding vanuit een cluster 4 school. (Voor het Voortgezet onderwijs is dit 40 uur per leerling op jaarbasis.) Deze ondersteuning geldt voor een periode van drie jaar. De Ambulante Begeleiding wordt regionaal verzorgd vanuit de bestaande samenwerkings-verbanden binnen de Duin- en Bollenstreek, zodat er één Ambulant Begeleider aan één school gekoppeld kan worden. Daarnaast is de coördinator van de Ambulante Begeleidingsdienst beschikbaar om 66 DE ZORG VOOR KINDEREN vragen van ouders en scholen te beantwoorden. Er wordt nauw samengewerkt met de dienst Preventieve Ambulante begeleiding van SBO De Windvang. Samen met deze dienst wordt nagedacht over toekomstige ontwikkelingen als gevolg van de invoering van Passend Onderwijs. Binnen Passend Onderwijs is het aflopen van de indicatie cluster 4 ook de begeleiding vanuit het cluster onderwijs beëindigd. De regulier (VO en BaO) scholen ontvangen in hun zorgarrangementen de financiering van hun zorgleerlingen. De scholen kunnen zorg inkopen bij diverse ondersteuningsbureaus, waaronder de Dienst Expertise en Begeleiding van de Leidse Buitenschool DE ZORG VOOR KINDEREN 67 5 ::: 5 De ouders 5.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders Het belang van de betrokkenheid van ouders is een zo vanzelfsprekende zaak dat dit geen nadere toelichting lijkt nodig te hebben. Toch volgen hier enige opmerkingen: - voor ons zijn de ouders de eerst-deskundigen waar het om hun kind gaat. Daarmee zijn de ouders voor ons als schoolteam samenwerkingspartners. School en ouders werken samen om de ontwikkeling van het kind zo optimaal mogelijk te laten verlopen. • Betrokkenheid vergroot het inzicht van de ouders in wat er op school gaande is. • De kennis van wat op school gaande is, is nodig om het kind het gevoel te geven dat ouders voor hem of haar belangstelling hebben. • Belangstelling van de ouders voor de school en voor wat het kind daar doet, leert, beleeft, maakt, enz. zorgt ervoor dat het kind zich gesteund voelt. • Een kind dat zich gesteund voelt door zijn ouders zal tot betere resultaten komen. Dit geldt niet alleen op het gebied van het schoolse leren, maar zeker ook op dat van het sociale leren en het omgaan met elkaar. De betrokkenheid van ouders bij de school kenmerkt zich in het bovenstaande, maar zeker ook in het actief zijn bij het verschaffen van hand- en spandiensten voor de school. De ouders leren de school kennen door deel te nemen aan ondersteunende activiteiten welke worden georganiseerd door de ouderraad, de medezeggenschapsraad en door de leden van het team. Betrokkenheid komt dan tot uiting door positief te reageren op oproepen tot ondersteuning. Daarnaast blijkt betrokkenheid ook uit aanwezigheid op door de school georganiseerde ouderavonden en contactavonden en het ingaan op uitnodigingen van de school om tot een overleg te komen. De teamleden zullen hun verantwoordelijkheid in deze moeten nemen door van hun kant de ouders die aan hun betrokkenheid uiting willen geven, ook DE OUDERS 69 de gelegenheid te bieden. Ook zullen met name de groepsleerkrachten de betrokkenheid van de ouders moeten stimuleren waar het gaat om het geven van informatie over de leervorderingen of leerproblemen en positieve of negatieve zaken betreffende het gedrag van het kind. Betrokkenheid van ouders bij de school komt tevens de school ten goede. Het stimuleert de teamleden tot een nog actievere instelling waar het gaat om samenwerking met de ouders. Dit alles zal een wisselwerking opleveren met het resultaat dat met name de leerling meer mogelijkheden krijgt zich op een wijze te ontwikkelen die ouders en school voor ogen hebben. Wanneer de school van mening is dat uw kind steun, begeleiding dan wel externe training of therapie behoeft, dan verwachten wij dat de ouder(s) hun rol samen met de school als partners vervullen. Dit heet partnerschap, een wederzijdse betrokkenheid van ouders en school teneinde optimale omstandigheden te realiseren voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, thuis en op school. Daartoe gaan we met elkaar in gesprek en werken ze zoveel mogelijk samen.We gaan samen op zoek naar de juiste ondersteuning. 5.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school 5.2.1 De schoolgids De schoolgids wordt ieder jaar geactualiseerd en op de website weergegeven. In de schoolgids staat alle informatie betreffende de school, zodat alle ouders een goed inzicht krijgen in wat er op de school gebeurt. 5.2.2 LBSnieuwsbrief Er wordt naar gestreefd aan het eind van iedere maand de LBSnieuwsbrief te laten uitkomen. Hierin kunt u actuele nieuwtjes betreffende de school lezen. 5.2.3 De website De website van de Leidse Buitenschool wordt in de eerst maanden van het nieuwe schooljaar gerestyled. 70 DE OUDERS 5.2.4 De weekbrief Iedere leerkracht verzorgt voor zijn of haar groep één keer per week een weekbrief waarin alle belangrijke zaken van de afgelopen week vermeld staan. Ook wordt er vooruit gekeken naar de activiteiten van de komende week. Als u de weekbrief mist, laat dit dan even weten. 5.3 De medezeggenschapsraad Sinds 1 januari 2007 is de Wet Medezeggenschap op scholen (WMS) in werking getreden. De MR bestaat uit acht leden; vier personeelsleden en vier ouders van leerlingen. De MR behartigt de belangen van het personeel en van de ouders en leerlingen van De Leidse Buitenschool. De MR heeft advies- en/of instemmingsrecht inzake de belangrijke beleidsvoornemens van het bestuur op het gebied van personeel, onderwijs en financiën. De vergaderingen van de MR vinden plaats op school en kunnen op verzoek worden bijgewoond. De Leidse Buitenschool is ook vertegenwoordigd in de GMR, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de Aloysiusstichting. 5.4 De ouderraad Op de Leidse Buitenschool bestaat al een aantal jaren een zeer bedrijvige ouderraad. Deze ouderraad bestaat uit ouders die het leuk vinden om mee te helpen met de ondersteuning van activiteiten, die op school georganiseerd worden. U kunt dan denken aan activiteiten, zoals de viering van Sinterklaas, Kerst, Carnaval, Pasen, sportdagen, de themaweek en de afsluiting van het schooljaar. Ongeveer één keer per maand wordt er ’s ochtends tijdens de lessen op school vergaderd. Een van de Intern Begeleiders is contactpersoon tussen de ouderraad en het team. Zij zorgen er voor dat de ideeën van de raad bij het team ter sprake worden gebracht en vice versa. Ouders die zich willen aanmelden voor de ouderraad doen dit bij de voorzitter van de ouderraad. Naam en telefoonnummer kunt u vinden in hoofdstuk 9. De school maakt ook gebruik van klassenouders. Een ouder van een leerling in de klas zorgt voor helpende handen in de groep als deze nodig DE OUDERS 71 zijn. Aan het begin van het jaar bekijkt de ouderraad samen met de leerkracht welke ouders zich hiervoor beschikbaar willen stellen. De klassenouder is het contact tussen de leerkracht, de andere ouders van de groep en de ouderraad. De klassenouder ondersteunt ook hier weer vooral in de organisatie van de extra’s in de klas. De activiteiten die door de ouderraad worden georganiseerd, kunnen niet tot stand komen zonder uw vrijwillige bijdrage, het schoolfonds. U krijgt aan het begin van het schooljaar een acceptgiro thuis gestuurd met het verzoek een bijdrage te geven aan het schoolfonds. De hoogte van de bijdrage kunt u lezen in paragraaf 5.10. De bijdrage is niet verplicht, maar wordt zeer op prijs gesteld. De ouderraad heeft een eigen penningmeester, die jaarlijks verslag uitbrengt van de uitgaven. Haar werk wordt gecontroleerd door een kascommissie waarin ook de medezeggenschapsraad is vertegenwoordigd. 5.5 Contact tussen de groepsleerkracht en de ouders 5.5.1 Algemeen Een grote groep van onze leerlingen woont buiten Katwijk. Dagelijks contact met de leerkracht is vaak hierdoor niet mogelijk. Veel ouders vinden dit jammer en missen dat. Helaas het is niet anders. Toch is het mogelijk om geregeld contact met de leerkracht te hebben door een telefoontje of een afspraak na lestijd. Voor een aantal kinderen kan een huisbezoek door de leerkracht belangrijk zijn. Dit huisbezoek wordt, indien gewenst, samen met de schoolmaatschappelijk werker afgelegd. Het is een goede gewoonte dat de leerkracht bij alle leerlingen die dit schooljaar voor het eerst de Leidse Buitenschool bezoeken een huisbezoek af legt. 5.5.2 Het heen-en-weerschriftje Het doel van het heen-en-weerschriftje is informatie-uitwisseling over algemene zaken tussen school en thuis. Voor alle groepen geldt dat u geïnformeerd wordt over wat er op school gebeurt door middel van een weekbrief. Deze wordt geplaatst in het schriftje of verspreid via e-mail, indien u hier de voorkeur aan geeft. Naast de informatie vanuit de weekbrief 72 DE OUDERS geldt dat het schriftje ook gebruikt kan worden voor andere doeleinden. Met name in de jongste groep(en) vindt in beginsel dagelijks contact plaats via het schriftje. In de middenbouw op aanvraag van ouders.. De onderwerpen waarover u via het schriftje geïnformeerd wordt zijn onder meer de klassenregels en afspraken, thema’s uit de groep, bijzondere gebeurtenissen, afwezigheid en vervanging van de leerkracht, CITO-toetsen en wijzigingen in het schoolprogramma. Ook wordt het schriftje gebruikt om andere brieven in het ‘vervoeren’. Hierbij kunt u denken aan informatie van de ouderraad, uitnodiging voor de rapportavond, enz. U als ouder hebt via het schriftje of de mail de mogelijkheid om korte vragen/opmerkingen te noteren, waarbij telefonisch contact niet noodzakelijk is. Tevens kan het gebruikt worden om afspraken te maken of te bevestigen. Er zijn echter ook grenzen aan het ‘praten’ via het schrift of de mail. Zo moeten we er rekening mee houden dat het schriftje kwijt kan raken. Privacygevoelige onderwerpen mogen daarom niet opgeschreven worden in het schrift. In dezelfde lijn ligt het verzoek om zo min mogelijk namen te noemen van andere leerlingen. Dit is vooral belangrijk in moeilijke situaties.Voor de e-mail gelden dezelfde beperkingen. In beide gevallen willen we graag dat u rechtstreeks contact opneemt met de groepsleerkracht. Indien uw kind een heen-en-weerschrift heeft, is het handig dat u een afspraak maakt over de bewaarplaats van het schrift. Handig is dat het altijd in de schooltas blijft, zodat zowel de ouder als de leerkracht er gebruik van kunnen maken. 5.5.3 Informatie aan ouders De school volgt de wettelijke regels met betrekking tot de informatieplicht jegens gescheiden ouders. Dat betekent dat de school ervan uitgaat dat ouders die beiden het ouderlijk gezag hebben verkregen elkaar informeren met betrekking tot zaken rondom hun zoon of dochter (artikel 1:377b Burgerlijk Wetboek). Beide ouders zijn ook gezamenlijk welkom bij de ouderavonden en de 10 minutengesprekken. In overleg met de directie kan daarvan worden afgeweken. Verder informatie vindt u in het protocol dat via de administratie van de school te verkrijgen is. Ouders die geen gezag (meer) hebben over hun kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. De ouder zal daar echter wel zelf om moeten (artikel 1:377c Burgerlijk Wetboek). Het beleid van de school hierover is als volgt; DE OUDERS 73 - Wij informeren beide ouders op gelijke wijze - Het adres van de niet met het ouderlijk gezag belast zijnde ouder of ouder waarbij het kind niet woont dient u zelf kenbaar te maken bij de administratie en wordt vervolgens in onze administratie opgenomen - In voorkomende gevallen wordt afgesproken hoe de informatievoorziening wordt vormgegeven. Van deze afspraak wordt een kopie in het leerling-dossier gedaan - Als de informatievoorziening niet is toegestaan (bijvoorbeeld door een gerechtelijke uitspraak) moet een schriftelijk bewijs hiervan aan de directie worden overlegd. 5.6 Klachtenregeling Per 1 augustus 1998 is in het basis- en voortgezet onderwijs de ‘Wet op de Kwaliteitszorg’ van kracht. Eén van de onderdelen van deze Kwaliteitswet is het ‘Klachtrecht’. Het klachtrecht geeft ouders en leerlingen (vanaf 12 jaar) het recht om te klagen over maatregelen vanuit de school, gedragingen van personeel en/of schoolleiding dan wel nalatigheid van de school. Het bevoegd gezag van onze is de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg (ASOJ). De klachtenregeling houdt het volgende in: • De ASOJ gebruikt het model klachtenregeling van de landelijke ouderorganisaties, schoolleidersorganisaties, vakorganisaties en besturenorganisaties. • De ASOJ heeft twee vertrouwenspersonen aangesteld. • Binnen onze school is door de de directie één contactpersoon is aangesteld. Jaarlijks wordt er door de ASOJ een studiedag voor contactpersonen georganiseerd. • De Leidse Buitenschool lid is van VOS/ABB (een besturenorganisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs) en derhalve lid van de Landelijke Klachtencommissie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs. De afhandeling van een klacht Iedereen die iets met de school te maken heeft kan een klacht indienen. Het indienen van een formele klacht kan altijd rechtstreeks bij de klachtencommissie. Voorkomen is echter beter dan genezen. Het is daarom 74 DE OUDERS belangrijk dat binnen de school goed wordt omgegaan met klachten, waarbij zoveel mogelijk wordt voorkomen dat onvrede uitmondt in een formele klacht bij de klachtencommissie. Deze commissie zal ook altijd informeren wat er op schoolniveau aan gedaan is en zo nodig terugverwijzen naar de school. Binnen de school geldt de volgende procedure, waarbij de ontvanger altijd aan de directeur meldt dat er een klacht is ontvangen. 1. Ouders proberen in eerste instantie hun klacht met de (groeps)leerkracht te bespreken en op te lossen. 2. Indien dit niet tot een bevredigende oplossing leidt, nemen ouders contact op met een van de intern begeleiders. Zij zal eventueel samen met de ouders de klacht met de betreffende leerkracht bespreken en oplossen. Voor de Campus geldt dat in deze fase contact wordt opgenomen met de locatieleider van de Campus. 3. Indien dit ook niet tot een bevredigend resultaat leidt, nemen ouders contact op met de locatiecoördinator of de directeur. Wanneer de bovenstaande procedure niet tot een oplossing leidt, kan de klager contact opnemen met de contactpersoon van de school. Hij/zij gaat na waar de klacht over gaat en met wie deze reeds besproken is. De contactpersoon zal opnieuw pogingen doen de klacht op te lossen. Wanneer dit niet lukt, verwijst de contactpersoon de klager door naar de vertrouwenspersonen van de ASOJ, waarmee de formele klachtenprocedure in werking treedt. Namen, adressen en/of telefoonnummers van de contactpersoon, de vertrouwenspersonen en de klachtencommissie kunt u vinden in hoofdstuk 9 van deze schoolgids. 5.7 Meldpunt vertrouwensinspecteurs Binnen de inspectie van het onderwijs is een aantal mensen aangewezen als vertrouwensinspecteurs. Deze inspecteurs hebben een adviserende en ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele intimidatie. Ieder bevoegd gezag van een school of onderwijsinstelling is wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Deze verplichting geldt voor DE OUDERS 75 klachten over leraren, directies en anderen die aan de school contractueel verbonden zijn. Ook als niet meteen duidelijk is of sprake is van strafbare feiten dient de vertrouwensinspecteur ingeschakeld te worden voor overleg. De inspecteur heeft geheimhoudingsplicht bij klachten over seksueel misbruik. Hij of zij zal in alle gevallen in overleg met de klager komen tot afspraken over de verdere afhandeling van de klacht en de stappen die worden genomen. Scholen en ook leerlingen kunnen eveneens contact opnemen met de vertrouwensinspecteur als zich situaties van ernstig fysiek en geestelijk geweld hebben voorgedaan. Anders dan bij seksueel misbruik zijn scholen in dit geval niet verplicht zich tot de vertrouwensinspecteur te wenden. Het telefoonnummer van het meldpunt kunt u vinden in hoofdstuk 9 van deze schoolgids. Meer informatie kunt u opvragen via de website van het Ministerie van Onderwijs: www.minocw.nl. De brochure is ook bij de directeur op te vragen. 5.8 5010 voor ouders over onderwijs 5010 is de vraagbaak voor ouders van kinderen die naar het basis en voortgezet onderwijs gaan. 5010, het telefonisch en digitaal loket voor informatie en advies. Telefonisch met een gratis nummer: 0800 5010, dat bereikbaar is op schooldagen tussen tien en drie uur. Digitaal met een website: www.50tien.nl waar veel informatie opstaat. Bovendien is vanaf de website de mogelijkheid om per email een vraag te stellen. De doelstelling van 5010 is helder en simpel: antwoord geven. Antwoord, en als het nodig is een advies, op alle vragen die ouders kunnen hebben over het onderwijs aan hun kinderen. 5010 is een samenwerking van de organisaties voor ouders in het onderwijs (bijvoorbeeld LOBO en NKO) en organisaties voor leer-, gedrags- en ontwikkelingsproblemen en handicaps (bijvoorbeeld Balans). Dit brede samenwerkingsverband geeft een groot draagvlak en bundelt de expertise om te voorzien in de vragen van ouders. 5.9 Ouderbijdrage De ouderbijdrage wordt vastgesteld door de Ouderraad met instemming van 76 DE OUDERS de Medezeggenschapsraad. Van deze bijdrage worden rekeningen betaald, die niet door het Rijk of de Gemeente worden vergoed. De ouderbijdrage is dit jaar vastgesteld op € 30,-Het gaat om de betaling van of een bijdrage in de kosten van: • Festiviteiten, waaron¬der Sint Nicolaas, Sportdag, Kerstmis en Pasen.¬ • Activiteiten in de consumptieve sfeer, waarvoor geen schoolbudget aanwezig is, zoals koken/bakken en speelgoed. Om deze activiteiten elk jaar weer opnieuw te kunnen organiseren vragen wij aan de ouders een bijdrage. Zoals u begrijpt moet deze bijdrage kostendekkend zijn. U ontvangt elk schooljaar een acceptgiro waarmee u deze bijdrage kunt betalen. Deze ouderbijdrage bent u niet verplicht te betalen. Echter zonder uw bijdrage zal het op den duur niet meer mogelijk zijn deze niet-schoolse activiteiten te blijven organiseren. Ouderbijdrage De ouderraad heeft een eigen girorekening waarop de bijdragen van de ouders gestort kunnen worden i.v.m. het schoolfonds: Gironummer: 8288907 Ten naam van: Ouderraad Leidse Buitenschool Duinoordweg 2-4 2224 CD Katwijk Schoolreisjes en schoolkampen Overige kosten gedurende het schooljaar: Het schoolreisje € 30,00 Het schoolkamp € 50,00 (voor de twee oudste groepen) De school heeft een eigen girorekening waarop de bijdrage van de ouders gestort kunnen worden i.v.m. de schoolreisjes en de schoolkampen: Banknummer: 3677 83 614 Ten naam van: Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Inzake De Leidse Buitenschool Duinoordweg 2-4 2224 CD Katwijk DE OUDERS 77 5.10 Financiële ondersteuning Wij vinden het op school heel belangrijk dat alle kinderen aan al onze activiteiten kunnen meedoen. Soms kunnen er echter omstandigheden zijn waardoor het niet mogelijk is voor ouders om het schoolreisje of een excursie te betalen. We hebben op school wel een klein ‘potje’, maar u kunt ook bij uw woongemeente vragen of zij kunnen bijdragen in de kosten (vraag om een afspraak te maken naar de afdeling Werk en Inkomen, of naar de Sociale Dienst) De stichting Leergeld staat ervoor om kinderen niet in een isolement te laten geraken doordat er gebrek aan geld is. U kunt bij hen contact opnemen via www.leergeld.nl. Veel informatie is ook te vinden op de website: www.grijpjekansen.nl, De school-maatschappelijk werkende kan u ondersteunen om mogelijkheden te vinden om toch aan de verplichtingen te kunnen voldoen. 5.11 Schoolfotograaf Jaarlijks komt de schoolfotograaf op onze school om foto’s te maken van uw zoon of dochter. Ook wordt er een groepsfoto gemaakt. 5.12 Schoolverzekering voor leerlingen Voor de buitenschoolse uren waaronder ook op weg naar en van school dienen ouders, indien zij dit wensen, zelf een ongevallenverzekering af te sluiten. Voor evenementen in schoolverband (schoolreis; excursie, e.d.) is er een ongevallenverzekering afgesloten. De school is NIET verzekerd voor schade aan waardevolle materialen. Als er op school door toedoen van derden schade ontstaat aan bijvoorbeeld een spelcomputer of iets dergelijks dan kan een beroep gedaan worden op de aansprakelijkheidsverzekering van de betrokkene. Dat geldt ook voor schade die aan het gebouw of materialen van de school ontstaat. 5.13 Aangepast vervoer 78 DE OUDERS Leerlingen die om wat voor reden dan ook niet zelfstandig naar en van school kunnen reizen, komen in aanmerking voor het zogenaamde aangepaste vervoer. Ouders dienen dit vervoer aan te vragen bij de afdeling Publiekszaken op het Gemeentehuis van hun woonplaats. De Gemeente Katwijk hanteert bij de aanvraag de zgn. vierkilometer grens. Bent u woonachtig binnen de afstand van vier kilometer van de school, komt uw kind niet in aanmerking voor aangepast vervoer, tenzij u zeer grondige redenen hebt. Bij het vervoer aan uw kind zijn verschillende personen en organisaties betrokken, namelijk de ouders, de chauffeur, het vervoersbedrijf, de gemeente en de school. Iedereen heeft hierin zijn eigen taken en verantwoordelijkheden. De school hanteert hierbij de uitgangspunten zoals die omschreven staan in de brochure ‘vlug & veilig naar school’, een uitgave van de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad en de landelijke organisaties van ouders in het onderwijs. Via deze brochure kunt u zich laten informeren over wat te doen bij problemen. Bij de start van het nieuwe schooljaar zullen we u het protocol taxivervoer toezenden, in dit protocol staan alle afspraken die er zijn tussen school, leerling en ouders, vervoerbedrijf en chauffeur genoteerd. Afspraken over verzoeken, klachten, ziek- en herstelmeldingen, waar en hoe laat uw kind klaar moet staan en wanneer en waar het weer wordt afgezet, worden met u gemaakt door het betreffende vervoersbedrijf. Als een leerling zelfstandig kan reizen, komen de ouders in aanmerking voor een vergoeding van de reiskosten van bijvoorbeeld het openbaar vervoer. Ook hiervoor kunt u terecht op het Gemeentehuis van uw woonplaats. Zijn er over het vervoer zaken waarvan u uiteindelijk geen kans ziet om deze naar behoren te regelen, willen wij u graag behulpzaam zijn. U kunt dan contact opnemen met de intern begeleider. 5.14 Landelijke ouderverenigingen 5.14.1 Balans Balans is de landelijke vereniging voor ouders en kinderen/jongeren met ontwikkelings-, gedrags- en leerproblemen, waaronder ADHD en Dyslexie. DE OUDERS 79 Balans probeert deze ouders, kinderen en jongeren te helpen door hen te informeren en hen in contact te brengen met elkaar. Daarnaast komt Balans, waar nodig, op voor de belangen van de kinderen, jongeren en ouders. De landelijke vereniging geeft een tweemaandelijkse tijdschrift Balans Belang uit. De school is lid van de vereniging en het tijdschrift is voor eenieder die dat wil op school in te zien. Actuele informatie kunt u vinden op de website van Balans: www.balansdigitaal.nl. 5.14.2 Nederlandse Vereniging voor Autisme De Nederlandse Vereniging voor Autisme stelt zich ten doel de belangen van mensen met een stoornis binnen het autismespectrum en die van de ouders te behartigen in de ruimste zin van het woord. Daarnaast wil de NVA een ontmoetingsplek zijn, waar de ouders steun vinden bij elkaar en waar door middel van het uitwisselen van informatie en ervaringen de eigen ‘ervaringsdeskundigheid’ opgebouwd en uitgediept wordt. De vereniging geeft een tweemaandelijks tijdschrift Engagement uit. Hiermee informeert de vereniging iedereen over de ontwikkelingen rond het autismespectrum. De school is lid van deze vereniging is de school lid en heeft het tijdschrift voor eenieder ter inzage. Actuele informatie kunt u vinden op de website van de NVA: www.autisme-nva.nl. 80 DE OUDERS 6 ::: 6 Het team 6.1 De samenstelling van het team Op De Leidse Buitenschool zijn de volgende disciplines werkzaam: directeur, locatiecoördinator, intern begeleiders, GZ- psycholoog, schoolmaatschappelijk werker, orthopedagoog, remedial teacher, schoolpsycholoog, groepsleerkrachten, vakleraar gymnastiek, ICT-taakleerkracht, onderwijsassistent, leerkrachtondersteuners, logopedist, fysiotherapeut, ambulant begeleiders, administratieve kracht, medewerker huishoudelijke dienst, conciërge en schoolassistent. 6.2 Protocol vervanging bij ziekte De afgelopen jaren is het vinden van vervanging bij ziekte van leerkrachten in het primair onderwijs een toenemend probleem aan het worden. De laatste maanden is het in Katwijk meerdere malen voorgekomen dat directies geen vervanging konden vinden. Vanuit de directies van alle scholen voor primair onderwijs in Katwijk is er daarom in januari 2000 een gezamenlijke brief uitgegaan naar de ouders van al onze leerlingen. Inhoud van deze brief was het signaleren van het probleem en het doen van een oproep naar vervangers onder ouders. In de nabije toekomst zal dit probleem alleen maar groter worden, vanwege de krapte op de arbeidsmarkt. Naast de kwantitatieve problemen speelt ook het kwalitatieve probleem dat onder de schaars beschikbare vervangers geen mensen zijn voor scholen met leerlingen met een complexe problematiek. Het hieronder beschreven beleid wil een overzicht geven van de stappen die genomen moeten en kunnen worden bij ziekte of verlof van een leerkracht. Beleid bij ziektevervanging 1. Bij een ziektemelding trachten we in te schatten hoe lang vervanging 82 HET TEAM noodzakelijk is. 2. Er wordt uitgezocht of de parttime leerkrachten/ de leerkrachtondersteuners die verbonden zijn aan de school, mogelijkheden hebben om in te vallen. Bij de start van het schooljaar zijn hier afspraken over gemaakt. 3. Een leerkracht met speciale taken gaat voor de groep. 4. De groep verdelen over andere groepen (maximaal voor een dag en alleen als het redelijkerwijs mogelijk is) Bieden voorgaande mogelijkheden geen aanvaardbare oplossing, dan blijven de kinderen van de betreffende groep thuis, volgens de richtlijnen van de hoofdinspectie, met daarbij de volgende afspraken: - in principe niet de eerste dag; - alleen in het uiterste geval; - ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld; - voor leerlingen die geen opvang hebben, wordt binnen de school opvang geregeld. N.B.: Op opeenvolgende dagen worden verschillende groepen naar huis gestuurd. Toelichting protocol Ad 2 tot en met 4 Deze mogelijkheden kunnen worden benut als dat redelijkerwijs mogelijk is. Of het onderwijskundig enigszins verantwoord is, hangt af van vele factoren. Dit is ter beoordeling van de directeur. De samenstelling van de groep(en) kan aanleiding zijn hier niet voor te kiezen. De eerste ziektedag is veelal pas diezelfde morgen bekend. Dan valt er naar de ouders vaak weinig meer te regelen. De hoofdinspectie stelt zich op het standpunt, dat wanneer men een groep naar huis stuurt omdat er geen vervanging is, men moet kunnen aangeven zijn uiterste best te hebben gedaan om een invaller te krijgen of iets anders te regelen voor de groep. N.B.: De hierboven omschreven volgorde is een willekeurige volgorde. De directeur bepaalt afhankelijk van de situatie de volgorde. Dit protocol ‘vervanging bij ziekte’ is zowel door het bestuur als de MR van onze school vastgesteld. HET TEAM 83 6.3 Deeltijdleerkrachten Er zijn leerkrachten die niet fulltime werken. Toch is er voor elke groep een leerkracht die de eindverantwoordelijkheid over de groep draagt. Uiteraard krijgt u van ons te horen van welke juf en/of meester uw zoon/dochter les krijgt. 6.4 De begeleiding en inzet van stagiaires Wij bieden de mogelijkheid aan een aantal onderwijsinstellingen hun studenten een stageplaats op De Leidse Buitenschool aan te bieden. Iedere stagiaire wordt aan een leerkracht/specialist gekoppeld. Deze begeleidt de stagiaire en is eindverantwoordelijk. MBO stagiaires Afhankelijk van het aantal dagen (drie of vier dagen per week) zijn deze stagiaires een half of een heel jaar aanwezig op onze school. De overige dagen gaan ze naar hun eigen opleidingsschool. Deze opleiding leidt op tot beroepen als: klassenassistent, onderwijsassistent, medewerker buurthuis of kinderdagverblijf, groepsleider, enz.. Op onze school kunnen de stagiaires ervaringen opdoen met het aanbieden van activiteiten in kleine groepjes, mee helpen organiseren van bijzondere activiteiten als schoolkamp en creatieve middagen e.d. HBO stagiaires Afhankelijk van de soort opleiding worden HBO-stagiaires opgeleid tot leraar basisonderwijs, sociaal- en/of orthopedagogisch hulpverlener. Hieronder volgt een korte beschrijving van de inhoud van hun stages. Van de leraren opleiding basisonderwijs (de PABO) ontvangen wij soms stagiaires die vier tot zes weken een ‘snuffelstage’ in het speciaal onderwijs willen volgen. Door bij ons op school te mogen kijken, krijgen ze een beeld van wat het lesgeven op een school voor speciaal onderwijs inhoudt. Het komt ook steeds meer voor dat er stagiaires Leraar In Opleiding in onze organisatie komen. Een LIO-stagiaire zit in de afstudeerfase van de PABO en staat gedurende zijn/haar stage voor de klas onder begeleiding van de groepsleerkracht. Stagiaires die leren voor orthopedagogische hulpverlener zijn een jaar lang vier dagen per week bij ons op school. Zij assisteren bij niveaugroepen, bieden zelfstandig activiteiten aan met betrekking tot de invulling van 84 HET TEAM pauzes van de kinderen en geven ondersteuning bij het opzetten en uitvoeren van handelingsplannen vooral op sociaal-emotioneel gebied. Tot slot bieden ze ondersteuning bij taken die voortvloeien uit verschillende activiteiten leerlingenzorg. 6.5 Scholing van teamleden In het schooljaar 2013-2014 zullen we onze deskundigheid bevorderen op de volgende terreinen: - Pedagogisch klimaat/ PBS; - Verdere invoering van het Ontwikkeling Volg Model. - Agressie-interventie - meldcode kindermishandeling - Vervolgtrainingen gericht op Pedagogische Tact - Training rond invoering Methodiek, Relationele en Sexuele ontwikkeling HET TEAM 85 7 ::: 7 De ontwikkeling van het onderwijs 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school 7.1.1 Enquetes Vanaf 1999 wordt er elke vier jaar een ouderenquête, een leerlingtevredenheidsenquete en een medewerkerstevredenheidenquete gehouden. In 2013 zijn alle tevredenheidsonderzoeken opnieuw afgenomen. De uitkomsten van de enquêtes worden zoveel mogelijk gepubliceerd in de LBSnieuwsbrief. Indien u belangstelling heeft voor een verslag van een enquête kunt u contact opnemen met de directeur. Naast de enquêtes is er tevens ieder jaar een interne audit waar collega's van de Aloysiusstichting de school tegen het licht houden. 7.1.2 Het schoolplan/ jaarplan In een, door de overheid verplicht, schoolplan staan de beleidsvoornemens voor de komende vier schooljaren beschreven. Deze voornemens worden in overleg met het team door de directeur samengesteld en worden zowel door de MR als het bestuur van de school goedgekeurd. In het schooljaar 2012/2013 is het nieuwe vierjarenplan 2012-2016 geschreven. Aan de hand van de vierjaarlijkse doelen die gesteld zijn, wordt jaarlijks een jaarplan geschreven dat loopt van januari tot januari. Half jaarlijks wordt de stand van zaken geëvalueerd en waar noodzakelijk bijgesteld. Het schoolplan en het jaarplan zijn ter inzage in school of te lezen op de website. Indien u dat wenst kunt u contact opnemen met de directeur. 7.2 School Video Interactie Begeleiding DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS 87 School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is één van de begeleidingsmethodieken, die de school incidenteel hanteert om het onderwijs te evalueren. Dit gebeurt door middel van korte video-opnames, die éénmalig of gedurende een bepaalde periode worden gemaakt. Door de beelden te bekijken, wordt de groepsleerkracht in staat gesteld om vroegtijdig negatieve sociaal-emotionele interactiepatronen in de groep te onderkennen en te door breken, waardoor een positief pedagogisch/didactisch klimaat gewaarborgd kan blijven. Ten tweede heeft de leerkracht de mogelijkheid om n.a.v. de beelden te beoordelen of aanpassingen nodig zijn met betrekking tot omgang t.o.v. een bepaalde leerling. Ten derde kunnen beelden gebruikt worden om nieuw ingezette leermethodes te evalueren in teamverband. Zo levert SVIB ook een belangrijke bijdrage aan onderwijsvernieuwing. Een aantal medewerkers op school zijn speciaal bevoegd om te werken met de methodiek van SVIB. De SVIB-er werkt vanuit een omschreven beroepscode, waarin o.a. aangegeven staat dat gemaakte opnames niet voor andere doeleinden mogen gebruikt worden dan omschreven in het bovenstaande gedeelte. De videobeelden die in de klas gemaakt worden, blijven te alle tijden in beheer van de SVIB-er. De beelden zijn voor intern gebruik en mogen niet, zonder toestemming van alle andere betrokkenen aan derden worden vertoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van een leerling is goedkeuring van de ouders middels een handtekening nodig. Ouders zullen hiervoor van te voren op de hoogte worden gebracht. 88 DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS 8 ::: 8 Regeling school- en vakantietijden 8.1 Schooltijden Lestijden Leidse buitenschool maandag en dinsdag woensdag donderdag vrijdag 08.30 - 15.00 uur 08.30 - 12.30 uur 08.30 - 15.00 uur 08.30 - 12.30 uur 8.2 Pauze Alle groepen pauzeren ’s morgens een kwartier en tussen de middag 25 minuten. Deze tijd is bestemd om buiten te spelen. Hiervoor wordt een rooster gemaakt, zodat er niet te veel kinderen tegelijk op het schoolplein zijn en er altijd voldoende pleinwacht aanwezig is om toezicht te houden. 8.3 Regels voor aanvang en einde schooltijd De school is geopend van 8.30 uur tot en met 15.00 uur. De leerlingen worden om half negen op school verwacht. Vanaf 8.25 uur is er toezicht op 90 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN het plein. Het is belangrijk dat de kinderen niet te laat, maar ook zeker niet te vroeg op school zijn. Leerlingen die met de fiets komen, lopen met de fiets aan de hand naar het fietsenhok. Alle leerlingen gaan direct naar hun eigen klas en worden daar ontvangen door een personeelslid. Na schooltijd wachten de kinderen, die met een taxi vervoerd worden op een genummerde plaats op het schoolplein, die hen door de leerkracht is gewezen. De taxichauffeur haalt de leerlingen hier op en loopt met hen naar de taxi. Vanuit school is de leerkracht van de groep aanwezig om de kinderen naar buiten het hek te begeleiden. 8.4 Maatregelen preventie schoolverzuim 8.4.1 Ziekte leerling Bij ziekte van uw kind wordt u verzocht dit telefonisch vóór schooltijd te melden aan de school. De persoon die de telefoon opneemt, geeft de boodschap door aan de groepsleerkracht. Indien van te voren bekend is, dat uw kind op een bepaald moment afwezig is, kunt u de leerkracht hiervan op de hoogte te stellen via het heen en weer schriftje of de e-mail. Wilt u de leerkracht zelf spreken, dan kan dit buiten de lestijden. Uw kind kan natuurlijk ook tijdens de schooluren ziek worden of gewond raken. Als een kind op school ziek wordt, proberen we de ouders van het kind telefonisch te bereiken. Wij vragen u dan het kind op school te komen ophalen. Indien wij geen gehoor krijgen, blijft het kind op school, totdat wij u hebben bereikt. Als het kind zodanig ziek is dat verzorging onmiddellijk nodig is, schakelen we als school medische hulp in. Wanneer uw kind meteen naar de dokter of het ziekenhuis moet, proberen we uiteraard eerst u als ouders te bellen, zodat u met uw kind naar uw eigen arts of naar het ziekenhuis kunt gaan. Dat is prettiger voor uw kind. Als wij u niet kunnen bereiken, dan gaat een teamlid mee als begeleiding. U wordt dan achteraf op de hoogte gebracht. 8.4.2 Schoolverzuim Wanneer uw kind zonder bekendmaking van reden afwezig is aan het begin van de dag, nemen wij telefonisch contact met u op. Bij meerdere malen verzuim zonder duidelijke reden, is de directeur verplicht contact te zoeken REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 91 met de leerplichtambtenaar. Hiervan wordt u door ons op de hoogte gebracht. 8.4.3 Verlof voor bezoek aan huisarts, tandarts of ziekenhuis Indien het niet anders te plannen is, kan het noodzakelijk zijn dat uw kind onder lestijd naar de huisarts, tandarts of ziekenhuis moet. U hoeft hiervoor geen verlof aan te vragen, een berichtje in het heen-en-weerschriftje, een telefoontje of een e-mail aan de leerkracht is voldoende. 8.4.4 Verlof voor huwelijken, jubilea, begrafenissen Indien uw kind afwezig zal zijn in verband met een huwelijk, jubileum of begrafenis dient u hiervoor verlof aan te vragen. Dit formulier kunt u aanvragen via de administratie van de school of via de leerkracht van uw kind. U kunt het formulier ook vinden op de website. Na invullen en uiteraard het inleveren van het formulier bij de directeur krijgt u via uw kind schriftelijk bericht of uw verzoek is ingewilligd. 8.4.5 Verlof vanwege andere gewichtige omstandigheden Indien er buiten de wil van de ouders en/of het kind externe omstandigheden plaatsvinden is het mogelijk om hiervoor verlof aan te vragen. Tot en met tien schooldagen per jaar beslist de directeur over het al dan niet toekennen van het verlof. Bij meer dan tien dagen beslist de leerplichtambtenaar, nadat hij de directeur heeft gehoofd. Het formulier kunt u aanvragen via de administratie van de school of via de leerkracht van uw kind. Na invullen en uiteraard het inleveren van het formulier bij de directeur krijgt u via uw kind schriftelijk bericht of uw verzoek is ingewilligd. 8.4.6 Verlof voor vakantie In uitzonderingsgevallen kan voor vakantie buiten de reguliere vakantieperioden toestemming gegeven worden. Ook hier dient u verlof voor aan te vragen. Het betreffende formulier kunt u opvragen via de administratie van de school of via de leerkracht van uw kind. U kunt het formulier ook vinden op de website. Belangrijk hierbij is dat u een schriftelijke toelichting geeft. Nadat u het ingevuld heeft, kunt u of uw kind het formulier inleveren bij de directeur. Van hem ontvangt u via uw kind schriftelijk bericht of uw verzoek is ingewilligd. Vakantieverlof kan alleen goedgekeurd worden indien: 92 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN - Het wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het alleen mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan. - Een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat geen verlof in de officiële schoolvakanties mogelijk is. Daarnaast gelden de volgende specifieke regels: - Het verlof mag slechts eenmaal per schooljaar worden verleend. - Het verlof mag (in totaal) niet langer duren dan tien schooldagen. - Het verlof mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het nieuwe schooljaar. 8.4.7 Plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging Het is mogelijk om verlof aan te vragen voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging. Hierbij gelden de volgende regels: - Verlof wordt alleen voor religieuze feestdagen verleend. - Bij verzoeken voor geregeld verlof, in verband met religieuze feestdagen, maximaal één dag per feest, ongeacht de duur van het feest. 8.4.8 Algemene regels bij verlofaanvragen Bij de aanvragen van alle vormen van verlof is de directeur gebonden aan wettelijke bepalingen en aan afspraken met de leerplichtambtenaar van de gemeente Katwijk. U dient dan ook de meeste verlofaanvragen uiterlijk een maand voor het gevraagde verlof schriftelijk bij de directeur in te dienen. Indien u korter dan een maand van tevoren het verlof aanvraagt, kan een beslissing vooraf niet worden gegarandeerd. Als u een beroep doet op vrijstelling wegens andere gewichtige omstandigheden, dient u als u niet in staat was deze vrijstelling van tevoren aan te vragen, de directeur binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering de redenen daarvan schriftelijk mee te delen. Daarnaast dient u bij de aanvraag er mee rekening te houden dat voor verlof bij huwelijken, jubilea, begrafenissen en vakantie bij elkaar opgeteld ten hoogste tien schooldagen verlof per schooljaar gegeven kan worden. Indien u bezwaar hebt tegen het besluit van de directeur dan wel de leerplichtambtenaar kunt u een bezwaarschrift indienen bij de directeur van de school of bij de leerplichtambtenaar bij de gemeente van uw woonplaats. Meer informatie hierover kunt u lezen in het verlofformulier ‘verzoek om vrijstelling schoolbezoek Gemeente Katwijk’. REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 93 8.5 De leerplichtwet In de leerplichtwet staat dat alle kinderen in Nederland naar school moeten. De ouders, voogden of verzorgers van een leerplichtig kind zijn verplicht hun kind in te schrijven op een school. Tevens zijn zij ervoor verantwoordelijk dat hun kind ook daadwerkelijk de school bezoekt. Elk kind wordt leerplichtig op de eerste schooldag van de maand, volgend op de maand waarin het kind vijf jaar is geworden. De volledige leerplicht eindigt aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan tenminste twaalf volledige schooljaren één of meerdere scholen zijn bezocht, of aan het einde van het schooljaar (31 juli) waarin de jongere de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, tevens zal een jongere een kwalificatie moeten hebben behaald. In de leerplichtwet staan ook regels waaraan de schoolleiding zich moet houden. De schoolleiding is verplicht het schoolverzuim zorgvuldig bij te houden en onwettig verzuim binnen drie dagen te melden bij de leerplichtambtenaar. Ook dienen zij in- en uitschrijvingen van leerlingen binnen een week door te geven aan Burgemeester en Wethouders van de woongemeente. 8.6 De leerplichtambtenaar De taken van de leerplichtambtenaar zijn de volgende: - Erop toezien dat ouders, leerlingen en scholen zich aan de Leerplichtwet houden. - Adviseren en begeleiden van de leerling (of het gezin) bij problemen met betrekking tot de leerplicht. - Onderhouden van contacten met scholen, onderwijsinstituten en hulpverleningsinstanties met betrekking tot de leerplicht en schoolverzuim. - Indien gewenst, bemiddelen bij plaatsing van een kind op een andere school. 8.7 Vakantietijden 2014-2015 94 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN De vakantieregeling van onze school is een mix van de vakantieregeling van de Gemeente Katwijk en de Gemeente Leiden. Houd u er dus rekening mee, dat er enige verschillen kunnen optreden. Op 3 oktober (Leidens Ontzet) hebben onze leerlingen gewoon school. Indien u in de Gemeente Leiden, Leiderdorp, Voorschoten of Oegstgeest woont en van plan bent dit feest actief mee te vieren, kunt u voor uw kind verlof aanvragen. Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Koningsdag Meivakantie Pinksteren Zomervakantie Studiedagen 20 t/m 24 oktober 2014 22 december 2014 t/m 2 januari 2015 23 t/m 27 februari 2015 3 t/m 6 april 2015 27 april 2015 4 mei t/m 15 mei 2015 25 mei 2015 13 juli t/m 21 augustus 2015 6 oktober 2014 8 januari 2015 7 april 2015 (Overige dagen moeten nog worden ingeroosterd. U ontvangt deze data zo spoedig mogelijk) 8.8 Vieringen Sinterklaas Kerstmis Pasen Schoolverlatersavond 5 december 2014 19 december 2014 2 april 2015 7 juli 2015 8.9 Overige dagen Algemene ouderavond 8 september Informatieavond relationele en sexuele ontwikkeling 28 oktober Contactavond bespreking Startontwikkelplan: 29 september t/m 3 oktober 2014 1e bespreking Ontwikkelplan: 2e week februari 2015 2e bespreking Ontwikkelplan: laatste week juni 2015 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 95 Informatieavond schoolverlaters 25 september 2014 Meegeven van rapporten 18 december 2014 en 9 juli 2015 Sportdag 19 en 20 februari 2015 Toetsmaand januari 2014 en juni 2014 Themaweek nader te bepalen Schoolkamp 29 september t/m 3 oktober 2014 (groepen nader te bepalen) Schoolreisje 2 juni 2015 96 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 9 ::: 9 Belangrijke namen en adressen Hoofdlocatie Arjen Karelse Ada van Duijn Agnes de Bruin Ankie van Seters Brit Slotboom Cisca Kerkman Conny Souisa Geertje Zeijlmaker Gusta de Heer Ingeborg Middelkoop Janna van der Plas Karin van Maren Krijna van de Bent Lieke Vleugel Lillian Versluijs Linda Werter Lisette Middelkoop Marieke van den Bergh Marije de Vries Marlies Houdijk Maudy van der Slot Menno Kindt Natascha Sluijmer Nicoline Visscher Nynke van der Zee Sandra van der Lans Wiebe van der Salm Yolanda Verbeek Wietske van Ittersum Campus Katwijk en Lisse 98 BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN Locatiedirecteur Locatiecoördinator Administratief medewerker Fysiotherapeut GZ-psycholoog Logopedist Onderwijsassistent Groepsleerkracht Groepsleerkracht Groepsleerkracht Groepsleerkracht Leerkrachtondersteuner Schoolassistent Groepsleerkracht Onderwijsassistent Groepsleerkracht Groepsleerkracht Schoolpsycholoog Leerkrachtondersteuner Remedial Teacher/Groepsleerkracht Gymleerkracht Leerkrachtondersteuner Groepsleerkracht Intern Begeleider/ Coördinator didactiek Schoolmaatschappelijk werkende Conciërge Schoolassistent Groepsleerkracht Tessa van de Griend Nancy Hoogkamer Lindy Corver Marianne Otto Groepsleerkracht /Intern Begeleider Orthopedagoog/Coördinator Campus Katwijk en Lisse Groepsleerkracht Groepsleerkracht Dienst Ambulante Begeleiding Alies Madera Jeannette Peak Jet Doornbos Liesbeth Hersman Marjolijn Voordijk Paul Gerritsen Renske Lambregts Ambulant Begeleider Administratief medewerker Coördinator Ambulant Begeleiding Ambulant Begeleider/gedragswetenschapper Ambulant Begeleider Ambulant Begeleider Ambulant Begeleider Ambulant Begeleider Teamleden 9.1 E-mail adressen teamleden Voor de teamleden van De Leidse Buitenschool worden de volgende e-mailadressen gebruikt: [email protected] Bijvoorbeeld: [email protected] 9.1.1 Hulpverleners EHBO: Krijna van de Bent, Lillian Versluijs, Wiebe van der Salm, Marije de Vries, Menno Kindt BHV : Menno Kindt, Wiebe van der Salm, Tessa van der Valk, Wietske van Ittersum, Andy de Zeeuw, Ingeborg Middelkoop, Jet Doornbos, Jeannette Peak, Agnes de Bruin en Ada van Duijn Veiligheidscoördinator: Arjen Karelse 9.1.2 Contactpersoon Klachtencommissie Sandra van der Lans/ Brit Slotboom BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN 99 9.1.3 Contactpersoon Schoolverlaters Brit Slotboom 9.2 Bevoegd gezag Bestuur Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Leidsevaart 2 2215 RE Voorhout 0252 434000 Algemeen directeur: drs. H. Kelderman Sector West Postbus 98 2215 ZH VOORHOUT Sectordirecteur sector West : Frank Zopfi. 9.3 Ouderraad Voorzitter: Penningmeester: Monique van de Willik Overige leden: Ellen Brussee Brigitte van Beelen Ingrid Bilardie Joyce Devilee Ada Groenendijk 9.4 Medezeggenschapsraad Oudergeleding: Andrea Varkevisser vacature vacature 100 BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN Personeelsgeleding: Lindy Corver - Voorzitter Brit Slotboom 9.5 REC-WEST 9.5.1 Commissie voor Indicatiestelling REC-WEST Binkhorstlaan 145 2516 BA Den Haag 070-3052065 fax: 070-3052066 Email: [email protected] Website: www.recwest.nl 9.5.2 Bureau Intake SO Duin- en Bollenstreek Jet Doornbos Liesbeth Hersman e-mail: [email protected] [email protected] Duinoordweg 2-4 2224CD Katwijk 071 4010234 fax 071 4017263 9.5.3 Ambulant Educatieve Dienst Leiden Mevrouw Mirjam Moons Lammenschansweg 130d 2331 JX Leiden 071 5288010 BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN 101 9.6 Overige belangrijke adressen en telefoonnummers 9.6.1 Inspecteur Expertisecentra Dhr. E. Hoeksma 0800 8051 Email: [email protected] website: www.onderwijsinspectie.nl 9.6.2 Vertrouwenspersonen ASOJ Dhr. C. van Meurs Mevr. drs. I.L.A. Wielinga 0252 434000 9.6.3 Landelijke klachtencommissie VOS/ABB Postbus 162 3440 AD Woerden 0348 405205 Email: [email protected] 9.6.4 Meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 1113111 Te bereiken op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur. 9.6.5 Jeugdarts Linda Breedeveld, jeugdarts Marion Spierenburg, assistente JGZ GGD Hollands midden Schimmelpenninckstraat 10 2221 EP Katwijk Telefoon: 088-3083204 Postadres: 102 BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN Postbus 121 2300 AC Leiden Email: [email protected] Website: www.cjgkatwijk.nl 9.6.6 Landelijke ouderverenigingen Balans Postbus 93 3720 AB Bilthoven 030 2255050 Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) Prof. Bronkhorstlaan 10 3723 MB Bilthoven 030 2299800 Email: [email protected] Website: http://www.autisme. BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN 103 10 ::: 10 afkortingen ADHD ASOJ CD CVB Aandachtstekort Hyperactiviteitstoornis Attention Deficit Hyperactivity Disorder Aloysiusstichting Onderwijs Jeugdzorg Conduct Disorder Antisociale Gedragsstoornis Commissie van Begeleiding EHBO Eerste Hulp Bij Ongelukken ESIS A +B Administratieprogramma GMR Gemeenschappelijke Medenzeggenschaps Raad GZ psycholoog Gezondheidszorg Psycholoog JGZ Jeugdgezondheidszorg LBS LGF LWOO LZK MR OCW ODD OECK Leidse BuitenSchool LeelingGebondenFinanciering (‘rugzakje’) Leerweg Ondersteunende Opleiding (hoort bij VMBO) Langdurig Zieke Kinderen Medezeggenschapsraad Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Oppositional Defiant Disorder Orthopedagogisch Educatief Centrum Katwijk Oppositionele Opstandige Gedragstoornis OntwikkelingsVolgModel Preventieve Ambulante Begeleiding Pedagogische Academie voor Basis Onderwijs Programma Alternatieve Denk strategieën Positive Behavior Support (Goed gedrag kun je leren) OVM PAB PABO PAD PBS AFKORTINGEN 105 PDD NOS Specified Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Pervasieve Ontwikkelingsstoornis Niet Anders 106 Omschreven PI PIQ PO planner REC West SBO SO SVIB TAB TIQ VIQ VMBO VSO Pedologisch Instituur Performaal Intelligentie Quotiënt Primair Onderwijs planner Regionaal Expertise Centrum Speciaal BasisOnderwijs Speciaal Onderwijs School Video Interactie Begeleiding Terugplaatsings Ambulante Begeleiding Totaal Intelligentie Quotiënt Verbaal Intelligentie Quotiënt Voortgezet Middelbaar Beroeps Onderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs WMS Wet Medezeggenschap op Scholen ZMOK Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen AFKORTINGEN
© Copyright 2024 ExpyDoc