Schoolgids De Leidse Buitenschool

Schoolgids
De Leidse
Buitenschool
2014-2015
Schoolgids
De Leidse
Buitenschool
2014-2015
Inhoudsopgave
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
Inleiding
2
2.1
2.1.1
2.1.2
2.1.3
2.1.4
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
2.9
De Leidse Buitenschool
2.10
2.10.1
2.10.2
2.10.3
2.10.4
2.11
2.11.1
2.11.2
2.11.3
Waarom een schoolgids voor ouders/verzorgers
Wie hebben aan de schoolgids gewerkt?
Wat is nieuw in onze schoolgids
Beoordeling schoolgids door de lezers
Verklaring Medezeggenschapsraad
Verzoek aan ouders/verzorgers om te reageren
Adresgegevens
De Leidse Buitenschool
Dienst Expertise en Begeleiding
Campus Katwijk
Campus Lisse
Bevoegd gezag De Leidse Buitenschool
Directie
Vervanging van de directeur
Situering van de school
Een stukje geschiedenis
De betekenis van het vignet
Groei van de school
Een school voor leerlingen met psychiatrische
problematiek en/of gedragsstoornissen
De doelen van het onderwijs op De Leidse
Buitenschool
Didactisch doel
Sociaal emotioneel doel
Pedagogisch klimaat
Ontwikkelingen op de Leidse Buitenschool
De regels op De Leidse Buitenschool
Algemene regels
Regels en afspraken voor de kinderen
Pestprotocol
4
5
5
5
6
6
6
7
8
8
8
8
9
9
9
9
10
10
12
12
13
14
14
14
14
17
19
19
21
22
2.11.4
2.11.5
2.11.6
2.11.7
2.11.8
2.11.9
2.12
2.12.1
2.12.2
2.13
2.14
2.15
2.15.1
2.15.2
2.15.3
2.15.4
2.15.5
2.15.6
2.15.7
2.16
3
3.1
3.2
3.2.1
3.2.2
3.2.3
3.2.4
3.2.5
3.2.6
3.2.7
3.2.8
3.3
Internet website-protocol
Incidentenregistratieformulier leerlingen.
Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen.
Protocol vernieling andermans eigendommen
Protocol bij vermoeden van kindermishandeling/
Meldcode
Protocol bescherming privacy leerlingen
Medische zaken en hygiëne
Beleid bloedoverdraagbare infectieziekten
Tanden poetsen
Verplicht overblijven
Pennen op school
Integraal veiligheidsbeleid
De brandmeldinstallatie.
Het ontruimingsplan en de ontruimingsoefening
Gebruikersvergunning
Het speelplein
Algemene veiligheid inspectie
Incidentenregistratieformulier
Legionella beheersplan
Sponsoring
22
23
23
25
26
De organisatie van het onderwijs
34
35
37
37
37
De groepsindeling
De activiteiten voor de kinderen
Didactische leerlijnen
Basisvaardigheden (lezen, taal, schrijven en
rekenen)
Sociaal-emotionele ontwikkeling (PAD)
Wereldoriënterende vakken
Expressieactiviteiten
Bewegingsonderwijs
Godsdienstonderwijs
Schooltelevisie
Het gebruik van pictogrammen
28
28
29
29
30
30
30
31
31
31
32
32
32
32
33
38
38
38
39
39
39
39
3.4
3.4.1
3.4.2
3.5
3.5.1
3.5.2
3.5.3
3.5.4
3.5.5
3.5.6
3.5.7
3.6
Naschoolse activiteiten voor kinderen
Het geven van huiswerk
Spreekbeurten/werkstukken
Buitenschoolse activiteiten voor kinderen
Sportochtend/-middag
Schoolkamp
Schoolreisje
Excursies
Verkeersdiploma
Schoolverlatersavond
Lidmaatschap bibliotheek
Speciale voorzieningen in en om het schoolgebouw
40
40
40
40
40
41
41
41
41
42
43
43
4
4.1
4.2
4.2.1
4.2.2
4.2.3
De zorg voor kinderen
44
45
45
46
46
46
4.2.4
4.2.5
4.2.6
4.2.7
4.3
4.4
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
4.4.5
4.4.6
4.4.7
De plaatsing van een kind op school
Het leerlingvolgsysteem
Het vastleggen van de resultaten
Het algemeen dossier
Het pedagogisch-didactisch dossier (digitaal en
papier)
Het toetsresultaten dossier
Het CITO-leerlingvolgsysteem
Het OVM
Het bespreken van de resultaten
De planning van de toetsen, besprekingen en
rapportages
De speciale zorg voor kinderen met specifieke
behoeften
Specialistische hulp
De gezondheidszorg psycholoog (GZ)
De schoolmaatschappelijk werker
De jeugdarts
De zorgcoödinator (deel van de taak van de
locatiecoördinator)
De intern begeleiders
De fysiotherapeut
47
47
48
48
50
53
54
54
54
55
56
56
57
4.4.8
4.4.9
4.4.10
4.4.11
4.5
4.6
4.7
4.8
5
5.1
5.2
5.2.1
5.2.2
5.2.3
5.2.4
5.3
5.4
5.5
5.5.1
5.5.2
5.5.3
5.6
5.7
5.8
5.9
5.10
5.11
5.12
5.13
5.14
5.14.1
De logopediste
De orthopedagoog, ontwikkelingspsycholoog en
schoolpsycholoog
Samenwerking Bureau Jeugdzorg en Cardea
Jeugdzorg
Het CJG en uw kind op de basisschool
Passend onderwijs: de beste kansen voor élk kind
De begeleiding van de overgang van de kinderen naar
het voortgezet onderwijs
Het vervolgonderwijs na De Leidse Buitenschool
Ambulante Begeleiding
57
58
De ouders
68
69
70
Het belang van de betrokkenheid van ouders
Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs
en de school
De schoolgids
LBSnieuwsbrief
De website
De weekbrief
De medezeggenschapsraad
De ouderraad
Contact tussen de groepsleerkracht en de ouders
Algemeen
Het heen-en-weerschriftje
Informatie aan ouders
Klachtenregeling
Meldpunt vertrouwensinspecteurs
5010 voor ouders over onderwijs
Ouderbijdrage
Financiële ondersteuning
Schoolfotograaf
Schoolverzekering voor leerlingen
Aangepast vervoer
Landelijke ouderverenigingen
Balans
58
59
60
63
64
66
70
70
70
70
71
71
72
72
72
73
74
75
76
76
77
78
78
78
79
79
5.14.2
Nederlandse Vereniging voor Autisme
80
6
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
Het team
81
82
82
83
84
85
7
7.1
De ontwikkeling van het onderwijs
7.1.1
7.1.2
7.2
8
8.1
8.2
8.3
8.4
8.4.1
8.4.2
8.4.3
8.4.4
8.4.5
8.4.6
8.4.7
8.4.8
8.5
8.6
8.7
8.8
8.9
De samenstelling van het team
Protocol vervanging bij ziekte
Deeltijdleerkrachten
De begeleiding en inzet van stagiaires
Scholing van teamleden
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de
school
Enquetes
Het schoolplan/ jaarplan
School Video Interactie Begeleiding
Regeling school- en vakantietijden
Schooltijden
Pauze
Regels voor aanvang en einde schooltijd
Maatregelen preventie schoolverzuim
Ziekte leerling
Schoolverzuim
Verlof voor bezoek aan huisarts, tandarts of
ziekenhuis
Verlof voor huwelijken, jubilea, begrafenissen
Verlof vanwege andere gewichtige omstandigheden
Verlof voor vakantie
Plichten voortvloeiend uit godsdienst of
levensovertuiging
Algemene regels bij verlofaanvragen
De leerplichtwet
De leerplichtambtenaar
Vakantietijden 2014-2015
Vieringen
Overige dagen
86
87
87
87
87
89
90
90
90
91
91
91
92
92
92
92
93
93
94
94
94
95
95
9
9.1
9.1.1
9.1.2
9.1.3
9.2
9.3
9.4
9.5
9.5.1
9.5.2
9.5.3
9.6
9.6.1
9.6.2
9.6.3
9.6.4
9.6.5
9.6.6
Belangrijke namen en adressen
E-mail adressen teamleden
Hulpverleners
Contactpersoon Klachtencommissie
Contactpersoon Schoolverlaters
Bevoegd gezag
Ouderraad
Medezeggenschapsraad
REC-WEST
Commissie voor Indicatiestelling REC-WEST
Bureau Intake SO Duin- en Bollenstreek
Ambulant Educatieve Dienst Leiden
Overige belangrijke adressen en telefoonnummers
Inspecteur Expertisecentra
Vertrouwenspersonen ASOJ
Landelijke klachtencommissie VOS/ABB
Meldpunt vertrouwensinspecteurs
Jeugdarts
Landelijke ouderverenigingen
97
99
99
99
99
100
100
100
101
101
101
101
101
102
102
102
102
102
103
10
afkortingen
104
1
::: 1 Inleiding
1.1 Waarom een schoolgids voor
ouders/verzorgers
Sinds 1 januari 1999 dient elke school een schoolgids te hebben. De
schoolgids is bestemd voor ouders/verzorgers waarvan hun zoon/dochter
De Leidse Buitenschool bezoekt en voor de ouders van nieuwe leerlingen.
Deze gids laat zien wat de ouders van de school kunnen verwachten en wat
de school voor hun kind kan betekenen.
1.2 Wie hebben aan de schoolgids gewerkt?
In het schooljaar 1998-1999 is de schoolgids op De Leidse Buitenschool voor
het eerst uitgekomen. De jaren daarop is de gids fors uitgebreid. Voor het
huidige schooljaar zijn er enkele wijzigingen aangebracht en is de
schoolgids geactualiseerd door de locatiedirecteur en de locatiecoördinator,
met behulp van diverse teamleden.
1.3 Wat is nieuw in onze schoolgids
De schoolgids van schooljaar 2013-2014 is geactualiseerd voor het nieuwe
schooljaar. In grote lijnen is de inhoud gelijk gebleven, een groot aantal
adressen en telefoonnummers is gewijzigd.
Daarnaast vindt u informatie over de vorming van het Orthopedagogisch
Educatief Centrum Katwijk (OECK)
INLEIDING
5
1.4 Beoordeling schoolgids door de lezers
Het oudertevredenheidsonderzoek van 2014 heeft geen specifieke vraag over
de schoolgids gesteld.
1.5 Verklaring Medezeggenschapsraad
De Medezeggenschapsraad van De Leidse Buitenschool heeft kennis
genomen van de schoolgids en stemt op 22 januari 2014 hiermee in.
1.6 Verzoek aan ouders/verzorgers om te
reageren
Indien u wensen heeft betreffende de schoolgids of suggesties tot
verbetering kunt u contact opnemen met de directeur van de school.
6
INLEIDING
2
::: 2 De Leidse Buitenschool
2.1 Adresgegevens
2.1.1 De Leidse Buitenschool
De Leidse Buitenschool
Duinoordweg 2 - 4
2224 CD Katwijk aan Zee
Telefoon 071 4012273
Telefax 071 4017263
E-mail [email protected]
Website www.leidse-buitenschool.nl
2.1.2 Dienst Expertise en Begeleiding
Dienst Expertise en Begeleiding Duin- en Bollenstreek (voorheen
Ambulante Dienst Duin- en Bollenstreek)
Bureau Toeleiding Indicatie Cluster 4
Duinoordweg 2-4
2224 CD Katwijk aan Zee
Telefoon 071 4010234
Telefax 071 4017263
E-mail [email protected]
Website www.ambulantedienstduinenbollenstreek.nl
2.1.3 Campus Katwijk
Campus Katwijk
De Krom 102
2221 KK Katwijk
Telefoon 06 14151784
8
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
2.1.4 Campus Lisse
Campus Lisse
Broekweg 112
2161 XG Lisse
Telefoon 0252 429095
2.2 Bevoegd gezag De Leidse Buitenschool
Het bevoegd gezag van onze school is de Aloysius Stichting Onderwijs
Jeugdzorg (ASOJ). Dit bestuur is eindverantwoordelijk voor datgene wat er
op school gebeurt. De ASOJ is een landelijk werkende onderwijsstichting
die 21 scholen op 47 locaties in 27 gemeenten bestuurt. Deze scholen
werken samen binnen 3 sectoren. Onze school valt onder de sector West.
Sectordirecteur is Frank Zopfi.
De ASOJ kent het reglement Bovenschools Management. In dit reglement
staan de taken en bevoegdheden vermeld van de algemeen directeur, de
sectordirecteur en de locatiedirecteur. Het reglement is te vinden op de
website van de ASOJ. De ASOJ stelt zich ten doel zorg te verlenen aan
kinderen die kwetsbaar zijn, die ondersteuning nodig hebben bij het proces
van zelfstandig leren worden en onderwijs te geven, gericht op de specifieke
vragen die elk kind aan ons stelt. De missie van de ASOJ luidt dan ook: “Wij
hebben zorg voor ieder ander, met name voor hen die het moeilijker hebben
dan wijzelf en dat doen wij door volhardend te zijn in onze betrokkenheid.”
De begrippen Kracht, Onvoorwaardelijk en Passie staan centraal in ons
werken met en voor de kinderen.
2.3 Directie
Arjen Karelse, locatiedirecteur
Ada van Duijn, locatiecoördinator
2.4 Vervanging van de directeur
De locatiedirecteur is binnen het OECK tevens locatiedirecteur van SBO de
Windvang. De dagelijkse leiding van de Leidse Buitenschool is vanaf
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
9
januari 2012 in handen van Arjen Karelse en Ada van Duijn. Een van beide is
op de locatie aanwezig.
Bij langere afwezigheid van een van beiden treedt het protocol vervanging in
werking. Onder leiding van de sectordirecteur wordt dan gezocht naar
adequate vervanging.
2.5 Situering van de school
Onze school is gelegen in Katwijk aan Zee, nabij het gemeentehuis en het
zwembad. De school is omgeven door veel groen en is goed bereikbaar met
het openbaar vervoer. Op loopafstand zijn twee bushaltes aanwezig:
Halte Duinoord: lijn 31.
Halte Katwijk Raadhuis: lijn 30; 31; 37; 90; 221 en 385.
Voor informatie over vertrek- en aankomsttijden kunt u bellen met de
openbaar vervoer reisinformatielijn 0900 – 2022022 of kijken op
www.arriva.nl
2.6 Een stukje geschiedenis
De naam Buitenschool houdt verband met het principe dat de school buiten
de bebouwde kom is gebouwd. Dit in tegenstelling tot een openluchtschool
die in principe binnen de bebouwde kom is gebouwd.
De eerste Buitenschool in de omgeving van Scheveningen kent zijn
oorsprong in 1905 en is officieel opgericht in 1917. Herstellingsoord ‘De
Eerste Nederlandsche Buitenschool’ is aanvankelijk als
stadsgezondheidskolonie opgericht door de ‘Vereniging voor
Vacantiekolonies’ met een preventieve doelstelling. In deze tijd leden grote
groepen van de bevolking aan aandoeningen van de luchtwegen, met name
aan de besmettelijke ziekte tuberculose. De Buitenschool, gelegen in een
bosrijke omgeving in het duin, bood de kinderen de heilzame werking van
het milde zeeklimaat. Zo dacht men aan het begin van de eeuw. De nog niet
zieke kinderen uit sociaal achtergestelde gezinnen kwamen zo’n zes weken
aansterken aan de zee, teneinde minder bevattelijk te zijn voor ziektes. De
therapie bestond uit bedrust en een verblijf in de gezonde lucht.
Destijds werd gesproken van een verpleging in een soort openluchtschool,
10
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
maar van een school kan nog niet worden gesproken. In de eerste jaren
stond met name de verpleging centraal, pas later rond 1930 kwamen de
schoolbelangen op de eerste plaats.
Professor dr. E. Gorter trok zich het lot aan van de kinderen, die hij
bleekneusjes noemde. Hij heeft zich ingezet voor de opening van de tweede
Buitenschool in Nederland. Negentig jaar geleden, op 28 september 1921,
werd de vereniging Herstellingsoord ‘De Leidsche Buitenschool’ opgericht.
Een klein jaar later op 16 september 1922 werd de ‘Leidsche Buitenschool’
in ‘Villa Duinlust’ in Katwijk geopend. Leiden kent geen duinlandschap en
had geen geschikte locatie binnen de gemeentegrens, waardoor men was
aangewezen op de buurgemeente. De kinderen kwamen voornamelijk uit
Leiden en de Duin- en Bollenstreek die zich uitstrekt van Sassenheim tot
Wassenaar en van Alphen aan den Rijn tot Katwijk aan Zee. De naam
Herstellingsoord klinkt misschien beladen, maar niet voor die tijd. De
Vereniging stelde tot doel het voorkomen van tuberculose bij kinderen die
schoolplichtig waren. Veel kinderen op de buitenschool bleven intern,
revalideerden in een schone omgeving en kregen onderwijs in een
aangepast tempo. ‘Buiten les’ op school werd zelfs letterlijk genomen;
zodra het weer het toeliet, nam de groep leerlingen gehuld in dekens plaats
op de houten schoolbankjes die rij aan rij stonden op de gemarkeerde
‘lokalen’ in het zand tussen de duintoppen. Naast de lessen moesten
kinderen tot tien jaar verplicht rusten op vaste tijden op de ruststoelen
tussen de bosjes in de buitenlucht of op de bedden in de lighallen.
In 1961 is de naam Het Herstellingsoord ‘Leidsche Buitenschool’ veranderd
in ‘De Leidse Buitenschool’. Tot ver in de jaren ‘70 was de villa het
middelpunt van de school. Hierin was het internaat gevestigd met twee
slaapzaaltjes voor jongens en meisjes en twee eetzalen voor de kleine en de
grote kinderen. De kinderen verblijven echter al lang niet meer intern. Op
de plaats van de villa is in 1991 een appartementencomplex gebouwd. Het
oude schoolgebouw staat nog steeds aan de ingang van de school. Tot 1 juli
2004 bood dit onderdak aan de Vereniging Kleindierensport Katwijk.
In 1965 werd het huidige schoolgebouw op het duin achter het oude
schoolgebouw in gebruik genomen. Via een trap tegen het duin op wordt de
ingang bereikt. Na de bouw bestond de school uit twee lokalen, een
tussenruimte en een paar kleine ruimtes. In de jaren die daarop volgden,
werd de school nog drie keer verbouwd. De doucheruimte en het
handenarbeidlokaal hebben plaatsgemaakt voor nieuwe werkruimtes.
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
11
Tevens werd er een zesde groepslokaal aan de school gebouwd. Het oude
schoolgebouw is in ere hersteld en biedt vanaf 1 januari 2005 plaats aan drie
groepen.
In het schooljaar 2008-2009 is De Leidse Buitenschool uitgebreid met een
gymzaal, twee lokalen en twee werkruimtes.
2.7 De betekenis van het vignet
Het logo van De Leidse Buitenschool is aangepast aan het logo dat gebruikt
wordt door alle scholen welke deel uitmaken van de Aloysius Stichting
Onderwijs Jeugdzorg (ASOJ). Het symboliseert de eenheid van de scholen
die worden bestuurd vanuit de ASOJ. Alle zorg voor de leerlingen onder één
paraplu.
2.8 Groei van de school
Naast de groei van De Leidse Buitenschool op de Duinoordweg is de school
ook in de breedte in ontwikkeling.
• Sinds juni 2005 verzorgt De Leidse Buitenschool het onderwijs aan de
Campus in Katwijk. In deze campus wordt Jeugdzorg gecombineerd met
onderwijs aan jonge kinderen. Hier werken onderwijs en Cardea jeugdzorg
nauw samen. De ouders worden actief betrokken bij de behandeling van
hun kind. Ieder gezin krijgt een vaste Intensieve Gezinsbegeleider (IGB) die
regelmatig aanwezig is in de thuissituatie en helpt bij ontwikkeling- en
opvoedingsproblemen.
• Sinds augustus 2006 verzorgt De Leidse Buitenschool ook het onderwijs
aan de Campus in Lisse, vanuit hetzelfde concept.
• Vanuit De Leidse Buitenschool wordt een aantal kinderen en hun school
begeleid in het regulier en het speciaal basisonderwijs (SBO). Door middel
van deze ambulante begeleiding krijgen kinderen met een handicap of
leerproblemen de kans om binnen het regulier onderwijs dan wel het SBO
te blijven of te re-integreren. De dienst Expertise en Begeleiding (voorheen
Ambulante Dienst Duin- en Bollenstreek) is gehuisvest in het hoofdgebouw
van de Leidse Buitenschool en is naast de begeleidende rol die zij heeft op
de reguliere scholen ook verbonden met het onderwijs op de hoofdlocatie.
Tevens onderstuent de dienst expertise en begeleiding scholing binnen het
12
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
BAO en SBO. Een produktenlijst is aanwezig.
• Vanaf schooljaar 2010-2011 wordt op de hoofdlocatie van de Leidse
Buitenschool intensief samengewerkt met de medewerkers van Cardea
Jeugdzorg in gezamenlijke onderwijs-zorg trajecten voor die leerlingen die
meer zorg behoeven binnen het onderwijs. Deze trajecten zijn niet voor
iedere leerling noodzakelijk, daar waar ondersteuning gewenst is, zal
school contact opnemen met de ouders en het traject bespreken.
2.9 Een school voor leerlingen met
psychiatrische problematiek en/of
gedragsstoornissen
De Leidse Buitenschool is, zoals beschreven, met haar tijd meegegroeid.
Inmiddels heeft de school zich ontwikkeld tot een orthopedagogische
leeromgeving voor leerlingen die door uiteenlopende psychiatrische
problematiek en/of gedragsstoornissen problemen ondervinden tijdens het
leren en/of in de omgang met anderen.
De school is bestemd voor kinderen bij wie het ontwikkelingsproces anders,
dan wel vertraagd verloopt en die extra hulp nodig hebben op didactisch
en/of sociaal-emotioneel gebied. De oorzaak, aard en aanpak zijn voor bijna
ieder kind anders. Niet zelden is er sprake van een complexe problematiek.
Hierdoor zijn zowel in de persoonlijkheidsontwikkeling als in de
onderwijsparticipatie ernstige belemmeringen ontstaan, waarvoor
specialistische hulp nodig is. De kinderen op de Leidse Buitenschool dienen
te beschikken over een cluster 4 indicatie/ Toelatingsverklaring. Bij de
kinderen die onze school op dit moment bezoeken, is er onder meer sprake
van de volgende problematiek:
• Angststoornis, selectief mutisme, stemmingsstoornis, hechtingsstoornis
en
psychosomatische stoornis.
• Stoornis binnen het autisme spectrum (autistische stoornis, stoornis van
Asperger, PDD-NOS).
• Aandachtstekortstoornis (ADHD, ADD).
• Opstandige gedragsstoornis (ODD, CD)
De school stelt zich ten doel alle kinderen een veilige omgeving te bieden,
waarbij wordt aangesloten bij de specifieke hulpvraag van het kind.
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
13
Daarnaast wordt een schoolomgeving aangeboden, waarin de kinderen
uitgedaagd worden tot groei en ontwikkeling op zowel sociaal-emotioneel
als didactisch gebied.
2.10 De doelen van het onderwijs op De Leidse
Buitenschool
2.10.1 Didactisch doel
In het onderwijsleerprogramma wordt gestreefd naar het behalen van de
eindtermen van het basisonderwijs. Doordat de problematiek van de
leerlingen veelal reeds voor plaatsing tot onderwijsachterstand heeft geleid,
werkt de school aan een minimale doelstelling van niveau eind groep 6
basisonderwijs. Voor de leerlingen die een hoger niveau aan kunnen, wordt
gestreefd naar niveau eind groep 8 basisonderwijs.
2.10.2 Sociaal emotioneel doel
De school geeft de leerlingen inzicht in hun sociaal emotionele
problematiek en leert hen hiermee zo optimaal mogelijk om te gaan. In
2000-2001 is onder deskundige begeleiding van de Hogeschool Utrecht een
leerlijn sociaal emotionele ontwikkeling ingevoerd; het zogenaamde
Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD). In hoofdstuk 3 vindt u
hierover meer informatie. Daarnaast wordt in de gehele school gewerkt met
PBS (Positive Behavior Support) Goed Gedrag kun je leren!
2.10.3 Pedagogisch klimaat
PBS (Positive Behavior Support) is een schoolbrede aanpak gericht op het
stimuleren van gewenst gedrag bij kinderen. Het is bekend dat kinderen
groeien door aandacht. Aandacht is: ‘gezien worden’: een compliment geven
(op uiterlijk, op gedrag), zeggen dat je goed gedrag hebt gezien, opmerken
dat het gewenste gedrag een voordeel voor het kind of de omgeving heeft
opgeleverd.
Kinderen willen weten hoe gewenst gedrag eruit ziet. Het is niet voor alle
kinderen vanzelfsprekend om te weten hoe zij zich moeten gedragen.
Gewenst gedrag moet dus expliciet aangeleerd worden, net als rekenen,
lezen en schrijven.
Gewenst gedrag moet door de omgeving ‘gezien’, erkend en gewaardeerd
14
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
worden, wil het voort bestaan. Dit kan door aandacht: een compliment
geven, zeggen dat je goed gedrag hebt gezien, opmerken wat dit gedrag
bijdraagt aan de omgeving.
Onderzoek wijst uit: Zodra een school kinderen leert hoe gewenst gedrag
eruit moet zien en de kinderen tijdens het vertonen van dit gedrag ‘gezien’
worden zal een groot deel (80 %) van de kinderen het gewenste gedrag
tonen. Zodra een school minder tijd kwijt is aan gedragsproblemen ontstaat
meer tijd voor leren van schoolse vakken. Dit betekent dus dat een school
proactief bezig moet zijn met gedrag.
Voordat je als school verder kan moet je verwachtingen rond dat gedrag
helder hebben. Welke waarden vind je belangrijk? Waarden hebben wij
omschreven als breed geldige en gedeelde idealen en motieven binnen onze
school.
In onze school zijn dat veiligheid, respect en duidelijkheid. Samen streven
we hiermee betrokkenheid na.
Gewenst veilig, respectvol en duidelijk gedrag stimuleren betekent dat je
moet aangeven hoe je het wilt hebben: dit doel dienen de regels die in de
school hangen.
Regels maken is niet gemakkelijk. Regels moeten begrijpelijk geformuleerd
worden. Regels moeten kort én duidelijk én positief geformuleerd zijn. Het
gedrag dat je wél wilt zien moet erin zitten.
Onze nieuwe regels vindt u onder ‘afspraken en regels in de school’.
De regels op onze school zijn sinds 2011 voorzien van pictogrammen, zodat
ook de leerlingen die (nog) niet kunnen lezen, of de leerlingen die sneller
informatie oppikken uit een visueel beeld dan uit tekst de regels goed
kunnen begrijpen.
Om gewenst gedrag volgens de regels te stimuleren worden de regels
opgehangen. Het gewenste gedrag wordt aangeleerd en herhaald: een paar
keer per jaar leren de kinderen door te oefenen (bv. middels rollenspelletjes)
het gewenste gedrag aan.
Omdat het voor kinderen belangrijk is te weten dat zij gewenst gedrag
hebben laten zien krijgen ze niet alleen een gesproken compliment maar
ook een kaartje: zo kunnen ze ook later nog laten zien dat zij gewenst
gedrag hebben vertoond. De school heeft een beloningssysteem ontwikkeld
dat door alle medewerkers gebruikt wordt.
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
15
Als ondanks de positieve aanpak ongewenst gedrag optreedt, is daarop
beleid noodzakelijk. In het schooljaar 2012-2013 wordt dit in de school verder
beleidsmatig uitgewerkt.
Belangrijk bij al onze feedback (en dus ook beloningen) aan de leerlingen is
het volgende:
1. Routinematig werken: omdat het voor leerlingen fijn is te weten hoe
dingen gaan, werken we routinematig: bij het uitdelen van de beloning
beginnen onze zinnen steeds met de regel en eindigen met de waarde:
‘Goed dat je loopt in de school / Ik zie dat je loopt in de school, goed zo /
want daardoor is iedereen in de gang veilig’.
2. Effectieve taal gebruiken: we houden geen lange verhalen en zetten
‘doe-woorden’ vooraan in de zin: voor onze leerlingen is dat het vaak het
best te begrijpen. Dit vinden we ook terug in de regels. Bijvoorbeeld: ‘Wij
lopen rustig in de gang’.
3. Uitzonderingssituaties: Ieder kind vergeet wel eens te lopen, en rent bv.
uit enthousiasme op zijn verjaardag de school binnen. Dan refereren we aan
de regel, maar tonen ook begrip: ‘jij weet best dat we lopen in de school
maar nu ben je zo blij dat je het even vergeten bent’.
Op de ouderavond in het voorjaar van 2012 is opnieuw met ouders van
gedachten gewisseld. Ouders en leerkrachten hebben een poster gemaakt
met daarop voorbeelden van complimenten, de complimentenposter is aan
alle ouders aangeboden. In 2013/2014 worden opnieuw ouderavonden over
PBS ingepland.
Een school die PBS invoert, heeft een PBS-coach nodig. Deze wordt
opgeleid via de begeleidende instanties in Nederland: de hogescholen
Windesheim en Fontys en TNO Kwaliteit van Leven. De PBS-coach is een
externe begeleider in dienst van Cardea; op de LBS is er intern een
PBS-coach opgeleid: Brit Slotboom. De coach wordt voortdurend
bijgeschoold en neemt deel aan intervisiebijeenkomsten. het komende
schooljaar zullen we ook ondersteuning krijgen van een externe PBS-coach
in de persoon van mevrouw Lut Neefjes.
In 2010 is het registratieformulier ten aanzien van vormen van
probleemgedrag bijgewerkt (voor intern gebruik). In 2012 zal het verder
verfijnd worden. In het kader van PBS zullen alle leerkrachten werken met
16
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
de nieuwe registratieformulieren. Uit deze registratieformulieren zijn
overzichten af te leiden in de vorm van staafdiagrammen. Deze geven
(anoniem) een beeld van locaties, tijdstippen, type probleemgedrag, kind of
leerkracht (die signaleert). de registratieformulieren zijn het afgelopen jaar
gedigitaliseert. Dit schooljaar zullen wij ons verder richten op de analyse
van de gegevens Op grond van de resultaten hopen wij nog meer
nauwgezet in beeld te kunnen brengen waar specifieke probleemsituaties
ontstaan en zal vervolgens worden gezocht naar oplossingen en
mogelijkheden voor pro-actief handelen.
2.10.4 Ontwikkelingen op de Leidse Buitenschool
Sinds 1 januari 2012 maakt de Leidse Buitenschool samen met De Windvang
(SBO) deel uit van het Orthopedagogisch Expertise Centrum Katwijk. Het
OECK wil voor alle kinderen die dit nodig hebben passend (speciaal)
onderwijs bieden alsook haar expertise ter beschikking stellen van alle
scholen in de regio die daar behoefte aan hebben. Door samenwerking
tussen beide scholen te organiseren en te formaliseren zullen wij deze
doelen bereiken.
In het schooljaar 2014-2015 richten wij ons op het verder uitwerken en
borgen van deze samenwerking. Vergroting van de expertise en verdere
samenwerking zijn daarbij sleutelbegrippen. Daarnaast zal expliciet
aandacht worden geschonken aan de ontwikkeling en positionering van de
Dienst Expertise en Begeleiding van onze scholen. Deze dienst zal
producten en activiteiten ontwikkelen ten behoeve van kinderen op alle
basisscholen en scholen voor Voortgezet Onderwijs in de Duin- en
Bollenstreek.
Op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling zullen wij verder werken
aan PBS en wordt het PAD programma opnieuw geëvalueerd en geborgd in
het onderwijs.
In de interactie tussen leerkrachten en leerlingen komt het aan op iets
wezenlijks, iets bijzonders, iets dat zich bijna niet laat omschrijven. Iets
waarin zichtbaar en voelbaar is dat de leerkracht op het goede moment de
goede dingen doet en zegt, óók in de ogen van de kinderen. Dit noemen we
Pedagogische Tact. Het werken vanuit de principes van Pedagogische Tact
wordt dit jaar verder uitgewerkt, geïmplementeerd en geborgd in de school.
Verder zullen wij ons buigen over de herijking van onze visie op goed
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
17
onderwijs op De Leidse Buitenschool en de consequenties daarvan. Deze
herijking vormt de opmaat tot het ontwikkelen van het nieuwe schoolplan.
De begrippen Kracht, Onvoorwaardelijkheid en Passie komen ook in deze
ontwikkeling terug. Een aantal activiteiten zullen in gang worden gezet,
waaronder het werken met groepsplannen. Deze ontwikkelingen bouwen
we verder uit, om ze vervolgens te borgen.
Dat geldt ook voor het gedigitaliseerd leerlingvolgsysteem, het zg.
Ontwikkelings Volg Model (OVM), gericht op de sociaal-emotionele
ontwikkeling. De uitgever van het OVM is met een gebruiksvriendelijker
versie gaan werken. Ook is de lay out gewijzigd. Dit vraagt de nodige
investering.
Aan het OVM gekoppeld wordt de invoering van ESIS-B. Dit instrument
verzamelt didactische gegevens waarmee de leeropbrengsten van de
kinderen in kaart worden gebracht.
Wij hebben ons georiënteerd op de vervanging van onze test- en
toetsbatterij. Afgelopen jaar hebben wij gebruik gemaakt van de CITO
toetsen voor Speciale Kinderen. In het nieuwe schooljaar zal het CITO
leerlingvolgsysteem voor Speciale Kinderen dan ook geïmplementeerd
worden.
In het ontwikkelplan werken wij ook verder met de begrippen
ontwikkelingsperspectief en uitstroomperspectief. In het eerste geval geven
wij aan wat het te verwachten niveau van een leerling zal zijn, gegeven de
test- en toetsresultaten en de vorderingen in de groep. In het tweede geval
koppelen wij daaraan een prognose (na 40 maanden onderwijs) voor het
type vervolgonderwijs waar een kind voor in aanmerking gaat komen. (De
deelname aan het invoeringstraject van de zg. PO-planner, een digitaal
instrument dat ontwikkeld is om de perspectieven en de leerarrangementen
te verwoorden, maakt daar deel van uit.) Ook daar zullen wij de komende
schooljaren mee aan de slag gaan. De bedoeling is dat alle volg- en
planningsinstrumenten geïntegreerd worden, zodat er een OECK specifieke
methodiek ontstaat die de toets der kritiek kan doorstaan.
Afgelopen schooljaren hebben wij ons gebogen over de vervanging en
vernieuwing van enkele methoden. De hoogste groepen zullen daar waar
kan, met de methode Engels, Take it Easy, gaan werken. Opnieuw zullen we
dit schooljaar ons richten op het zoeken van een goede methode voor de
taalontwikkeling en een methodiek voor wereldoriëntatie. Het is een hele
toer om een juiste- en goed aan onze leerlingen- aangepaste methode te
vinden. Soms duurt het langer om een goede methode te vinden. We houden
18
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
u op de hoogte. De leerlijn technisch lezen is nog steeds in ontwikkeling, na
de methode Veilig Leren Lezen voor de jongste leerlingen is dit jaar de
methode voor technisch lezen 'Lekker Lezen' aangeschaft. In alle groepen
wordt met deze nieuwe methode gewerkt. In een aantal groepen ook
groepsdoorbroken. Ieder kind kan op zijn of haar eigen niveau verder
ontwikkelen. Komend jaar gaan we ook verder met de verbetering van het
leesonderwijs door het volgen van een specifiek dyslexieprotocol voor onze
school. De ontwikkeling en invoering van het protocol en teven het invoeren
van compenserende leermiddelen is hier onderdeel van. Naast het
leesonderwijs is er een aanvang gemaakt met de verbetering van het
rekenonderwijs in de jongste groepen. 'Met Sprongen Vooruit' is een
methodiek voor de jongste leerlingen tot en met het niveau groep 4. We
verwachten van al deze nieuwe methodes dat onze leerlingen zich steeds
beter kunnen ontwikkelen en de opbrengsten van het onderwijs verhogen.
Het is een vol maar uitdagend programma. Verdere modernisering en
vervanging van methodes blijft ook voor het komend schooljaar een
speerpunt.
2.11 De regels op De Leidse Buitenschool
2.11.1 Algemene regels
Voor een aantal van onze leerlingen geldt dat zij moeilijkheden hebben in de
omgang met medeleerlingen en volwassenen. Tijdens de gewone lessen,
maar ook in de pauzes besteden wij daar veel tijd, energie en geduld aan.
Heel soms gaat er weleens iets mis; de school hanteert het registratie
formulier om incidenten te beschrijven en waar nodig deze met de ouders te
bespreken. Om de omgang iets eenvoudiger te maken hebben wij een
aantal voorzorgsmaatregelen getroffen.
Kleding
Op onze school zijn geen kledingvoorschriften, maar kleding met voor
anderen kwetsende
teksten en/of uitdagende kleding is niet toegestaan. Het waarom hiervan zal
een ieder duidelijk zijn. Indien naar onze mening toch ernstige
misdragingen optreden zullen wij contact met de ouders van deze
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
19
leerlingen opnemen. Ook het dragen van petjes in de klas is niet toegestaan.
Hierop kunnen op medische gronden uitzonderingen gemaakt worden.
Verder adviseren wij u dringend om uw kind geen kostbare kleding en/of
schoeisel mee aan naar school te geven. De school kan geen
verantwoordelijkheid nemen als er stukken kwijtraken.
Gevaarlijke voorwerpen
Sporadisch duiken er aanstekers, lucifers, een zakmes e.d. op. Deze
worden ingenomen en afgegeven bij de directeur en later aan de ouders
teruggegeven. Indien dit naar onze mening noodzakelijk is, nemen we
hierover contact op met de ouders.
Mobiele telefoon
Steeds meer leerlingen nemen hun mobiele telefoon mee naar school. Als
kinderen zelfstandig naar school komen, vormt dat voor veel ouders een
geruststelling. Echter, zodra de leerling het schoolgebouw binnen komt,
mag er met het toestel niet meer worden gebeld. Ook sms-en en foto’s
en/of geluidsopnamen maken (mobiel, -digitale- camera) is dan niet meer
toegestaan. De mobiel wordt ’s morgens ingeleverd bij de groepsleerkracht,
die er zorg voor draagt dat de mobiel goed bewaard wordt. Aan het eind van
schooldag wordt de mobiel weer aan het kind geretourneerd.
In een enkel geval kan de school vragen de mobiele telefoon thuis te laten.
Juffen en meesters
Van de leerlingen verwachten wij dat zij al het personeel op school met
juf(frouw) of mees(ter) aanspreken. Op deze wijze willen wij respect
uitdrukken voor de relatie die er is tussen uw kind en zijn/haar leerkracht.
Speelgoed
Kinderen vinden het leuk om hun speelgoed mee naar school te nemen.
Hiertegen hebben wij geen enkel bezwaar. De groepsleerkracht bepaalt op
welke dag en op welk tijdstip er mee gespeeld kan worden. Dit is terug te
vinden in de klassenregels. We hebben de afspraak gemaakt dat
geweldspeelgoed of spellen waarin geweld gebruikt wordt niet zijn
toegestaan.
De school is niet aansprakelijk indien speelgoed stuk gaat en/of verdwijnt.
Het wordt daarom ten sterkste afgeraden om duur speelgoed mee te
nemen (zie hiervoor het protocol vernieling andermans eigendommen).
20
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
2.11.2 Regels en afspraken voor de kinderen
Op onze school zijn regels waar alle kinderen zich aan dienen te houden. In
het schooljaar 2010-2011 zijn alle regels opnieuw bekeken en PBS proef
gemaakt. De regels hangen in alle klassen en in de gangen van de school.
Vanuit PBS oefenen we (twee) wekelijks één regel van de schoolregels met
de kinderen en zij kunnen hier een klassikale beloning mee verdienen.
Heeft u als ouder iets op deze regels en afspraken aan te merken, dan kunt
u contact opnemen met de directeur. In het schooljaar 2014-2015 zullen we
u regelmatig over het inoefenen van de regels berichten.
Regels op De Leidse Buitenschool
Hele school:
• Ik loop in de school
• Ik schakel op school mijn telefoon uit
• Ik noem een ander bij zijn naam en let op mijn taalgebruik
• Ik luister naar alle juffen en meesters
• Ik doe in het schoolgebouw capuchon, pet en zonnebril af
• Ik blijf van een ander en andermans spullen
af
Gangen en ruimtes:
• Ik praat zachtjes op de gang
• Ik doe mijn jas in mijn luizenzak
Magazijn, keuken, kelder:
• Ik kom alleen in het magazijn, de keuken en de kelder met toestemming
van de juf of meester
Plein:
• Ik ga tijdens buitenspelen naar buiten
• Ik loop rechts op de trap
• Ik blijf binnen de gele lijnen
• Ik loop naast mijn fiets op het plein
Kleedkamer:
• Ik ben rustig in de kleedkamer
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
21
• Ik kleed me om op een vaste plaats
• Als ik klaar ben wacht ik op mijn vaste plaats
• In de kleedkamer is het spel klaar
Gymzaal:
• Ik doe mee aan de gym
• Ik mag de gymzaal in als er een meester of juf aanwezig is
• Ik draag geen horloge en sieraden
• Als ik de gymzaal in kom, ga ik zelf kiezen
• Als er een pilon op staat dan mag ik dat niet kiezen
• In de bergruimte mag ik alleen met toestemming komen
• Aan het einde van de les ga ik naar de kleedkamer
Toilet:
• Na gebruik van de wc trek ik door
• Ik was mijn handen met zeep en droog daarna mijn handen
• Ik loop rustig naar mijn plaats
2.11.3 Pestprotocol
Onze school heeft een pestprotocol opgesteld, waarin staat beschreven hoe
het team omgaat met pestgedrag en wat de hoofdregels zijn van onze
school.
Het volledige document kunt u ter inzage vragen aan de directeur en is te
vinden op de website. (2014-2015)
2.11.4 Internet website-protocol
De website wordt gebouwd en actueel gehouden door Agnes de Bruin, de
webmaster. Zij is te bereiken via het e-mailadres:
[email protected] Op de website, te bereiken via
www.leidse-buitenschool.nl kunt u veel informatie vinden over onze school
naast werk en foto’s van de leerlingen.
Indien u bezwaar heeft tegen het publiceren van de naam en/of de foto
(veelal groepsfoto’s) van uw kind op onze website, kunt u dat doorgeven aan
de webmaster. Nieuwe ouders zullen voordat hun kind op onze school komt
een brief ontvangen om eventuele bezwaren tegen publicatie kenbaar te
maken. Ieder jaar wordt uw toestemming opnieuw gevraagd.
Op onze school is elke computer aangesloten op internet en bestaat de
mogelijkheid tot e-mailen. Daarom hebben wij op school een Internet
22
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
Website-protocol waarin de doelstelling, verantwoording en de werkwijze
van de website is omschreven. Ook hoe de privacy van de leerlingen en de
teamleden is geregeld wordt uitvoerig omschreven. Daarnaast zijn er
Internetregels voor de kinderen opgesteld:
• Ik spreek met mijn leerkracht af wanneer en hoe lang ik op Internet mag
en van welke programma’s ik gebruik mag maken.
• Ik zal nooit contact leggen met anderen of persoonlijke informatie
doorgeven op Internet, zoals mijn achternaam, adres en telefoonnummer of
van anderen, zonder toestemming van mijn ouders of leerkracht.
• Filmpjes kijken en muziek luisteren doen wij alleen na toestemming van
de leerkracht.
• Als we een spelletje spelen, een filmpje kijken en/of muziek luisteren dan
mag hier geen geweld en/of schieten in voorkomen. Ook mag het niet
seksueel van aard zijn.
• Ik vertel het leerkracht meteen als ik op een site terecht kom wat niet de
bedoeling is.
Het volledige protocol kunt u bekijken via onze website
www.leidse-buitenschool.nl. U kunt het ook ter inzage vragen aan de
directeur.
2.11.5 Incidentenregistratieformulier leerlingen.
Binnen de school wordt gewerkt met een digitaal
incidentenregistratieformulier. Indien er sprake is van een incident waarbij
leerlingen zijn betrokken, zijn teamleden verplicht een intern
incidentenregistratieformulier in te vullen. In dit formulier wordt een korte
beschrijving van het incident weergegeven, er worden suggesties voor
verdere afhandeling gegeven en er worden suggesties voor preventie in de
toekomst gegeven. De formulieren worden bewaard zodat we een overzicht
krijgen van het aantal incidenten. Indien daartoe aanleiding bestaat worden
de incidenten in de zorgbespreking en/of met de ouders besproken. Zie ook
paragraaf 2.15.6.
2.11.6 Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen.
Het protocol schorsing en verwijdering van leerlingen treedt in werking als
er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij
psychisch en/of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht.
Er worden drie vormen van maatregelen genomen:
• Time-out: een ernstig incident (ter beoordeling van de
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
23
directeur/locatiecoördinator en /of intern begeleider) leidt tot een time-out
met onmiddellijke ingang, waarbij de leerling gedurende de rest van de dag
de toegang tot de klas en/of de school wordt ontzegd.
• Schorsing: pas bij een volgend ernstig incident, of in het afzonderlijke
geval dat het voorgevallen incident zo ernstig is (ter beoordeling van de
directeur), kan worden overgegaan tot een formele schorsing. De leerling
wordt dan gedurende de schorsing de toegang tot de school ontzegd.
• Verwijdering: bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident,
dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de onderwijskundige
voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering.
Zowel voor schorsing als verwijdering geldt dat de wettelijke regeling voor
het Bijzonder Onderwijs hierbij van toepassing is. Het volledige protocol ligt
ter inzage bij de directeur.
Vanaf 1 augustus 2014 biedt de Wet op de expertisecentra (v)so-scholen de
mogelijkheid om leerlingen te schorsen. Op dit moment bestaat die
mogelijkheid in de wet niet, waardoor de schorsing van een leerling een
zaak tussen ouders en school is waar de inspectie officieel niet bij
betrokken is. Dat gaat echter veranderen; nu schorsing in de wet wordt
opgenomen, gaat de inspectie hierop toezien. Van scholen wordt verwacht
dat zij in geval van schorsing zorgvuldig te werk gaan en vaste procedures
volgen. Veel scholen en besturen stellen daarom een schorsings- en
verwijderingsprotocol op. In voorkomende gevallen toetst de rechter of dit
protocol gevolgd is. In een protocol moet ook staan wie bevoegd is om tot
schorsing te besluiten. Dat is in eerste instantie het bestuur, maar het
bestuur mag deze bevoegdheid mandateren aan bijvoorbeeld de
schooldirecteur. Dit dient te zijn opgenomen in de schoolgids, omdat het
ook voor ouders belangrijke informatie is.
De school, in het bijzonder de leerkracht, dient in geval van schorsing te
zorgen voor voortgang van het onderwijs aan de geschorste leerling. Dat
betekent bijvoorbeeld dat er huiswerk wordt meegegeven en dat dit ook
wordt beoordeeld en besproken met de leerling. De school zorgt er ook voor
dat de contacten met de leerling en de ouders in de schorsingsperiode naar
behoren worden onderhouden.
De inspectie toetst of de school en/of het bestuur zich aan de wet houdt. Dat
betekent dat zij de volgende punten controleert:
1.Duurt de schorsing korter dan maximaal 5 schooldagen?
24
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
2.Zijn de procedures correct gevolgd (schriftelijk en met opgave van
redenen, hoor- en wederhoor, voortgang van onderwijs)?
De inspectie controleert dus niet of de school om de juiste redenen een
leerling schorst. Daartoe is zij niet bevoegd.
Volgens de nieuwe regels zijn scholen verplicht om schorsingen van langer
dan één dag bij de inspectie te melden.
2.11.7 Protocol vernieling andermans eigendommen
Binnen de school komt het incidenteel voor dat leerlingen (vaak uit
boosheid) andermans eigendommen vernielen. Soms doen ze dat alleen,
een andere keer samen met anderen. De school is van mening dat iedereen
elkaars eigendommen moet respecteren. Indien hiervan wordt afgeweken,
besteedt de school hier extra aandacht aan.
Algemeen
• Onder het vernielen van andermans eigendommen valt ook het moedwillig
vernielen of kwijtraken van eigendommen van de school, zoals potloden,
etuis, stiften e.d.
• De school is niet verantwoordelijk en/of aansprakelijk voor
beschadigingen aangebracht aan eigendommen van derden. Deze
verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid liggen bij de ouders wiens kind
de betreffende beschadiging heeft aangebracht. Eventueel kunnen zij hun
verzekering inschakelen.
• Het protocol treedt in werking wanneer de vermoedde schade geschat
wordt op een bedrag groter dan € 5,00. Bij een kleiner bedrag probeert de
leerkracht er zelf achter te komen wie verantwoordelijk is voor de vernieling
en wordt eveneens contact opgenomen met de ouders. Er kan aan hen
gevraagd worden zelf contact op te nemen met de ouders van de
gedupeerde leerling, zodat beide partijen samen tot een oplossing kunnen
komen.
Het protocol
• De leerling meldt vernieling bij leerkracht.
• De leerkracht tracht er zelf achter te komen wie voor de schade
verantwoordelijk is en probeert het probleem op te lossen. De leerkracht
meldt vernieling aan de ouders van de gedupeerde leerling en vertelt hen de
verdere procedure.
• Wanneer het niet lukt de verantwoordelijke te vinden, meldt de leerkracht
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
25
de vernieling d.m.v. verslaggeving bij de intern begeleider of de
directeur/locatiecoördinator. Deze hoort de leerling en tracht nogmaals uit
te vinden wie de vernieling heeft veroorzaakt. Indien de dader wordt
gevonden, neemt de intern begeleider of de directeur contact op met de
ouders. Met hen wordt besproken dat zij verantwoordelijk zijn voor de
schade die hun kind heeft veroorzaakt. Daarnaast wordt besproken op
welke wijze de schade vergoed kan worden. Met de gedupeerde leerling en
zijn/haar ouders wordt contact opgenomen door de intern begeleider of
directeur en wordt het bereikte resultaat medegedeeld.
• Indien de dader(s) niet wordt/worden gevonden, wordt ook dit aan de
gedupeerde leerling en zijn/haar ouders medegedeeld. De kosten komen in
dit geval helaas voor de eigen rekening van de ouders.
De verslaggeving van de leerkracht wordt aangevuld met de nieuwe
informatie en/of eventuele afspraken. Het wordt gevoegd bij het dossier van
de betreffende leerling(en) en gaat ter informatie naar de leerkracht(en).
2.11.8 Protocol bij vermoeden van kindermishandeling/
Meldcode
Medio 2012 treedt de wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling in werking. In het kader van kwaliteitszorg, wordt de
plicht opgelegd om een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en
kindermishandeling, daaronder ook begrepen seksueel geweld, vrouwelijke
genitale verminking (ook wel genoemd meisjesbesnijdenis) en
eer-gerelateerd geweld. De verplichting geldt voor alle organisaties en
zelfstandige medewerkers in de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang,
maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg, justitie en politie.
Wat is het doel en de functie van de meldcode:
De verplichting voor de school om een meldcode te hanteren, heeft tot doel
medewerkers te ondersteunen in de omgang met signalen van huiselijk
geweld en kindermishandeling. De meldcode bevat een stappenplan. De
stappen maken de medewerker duidelijk wat er van hem wordt verwacht bij
signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling en hoe hij op een
verantwoorde wijze komt tot een besluit over het doen van een melding.
Deze ondersteuning van medewerkers in de vorm van het stappenplan,
levert, zo mag worden verwacht, een bijdrage aan een effectieve aanpak van
26
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
huiselijk geweld en kindermishandeling.
Daarnaast fungeert de meldcode als toetssteen voor de school én voor de
individuele medewerker.
De school zal, als zij aan toezicht door de inspectie van het onderwijs is
onderworpen, door de inspectie kunnen worden aangesproken op het
beschikken over een deugdelijke meldcode én op het scheppen van de
randvoorwaarden waardoor de medewerkers die binnen een school
werkzaam zijn, de meldcode in een veilig werkklimaat kunnen toepassen.
Voor het signaleren en het zetten van de stappen is een goede
implementatie van de meldcode en een veilig werkklimaat noodzakelijk. De
Aloysiusstichting heeft per school een aandachtsfunctionaris aangesteld
voor advies en ondersteuning bij het zetten van deze stappen.
Binnen de Leidse Buitenschool is dat Sandra van der Lans
(schoolmaatschappelijk werker). De aandachtsfunctionaris heeft een
centrale rol in de stappen rond het signaleren en handelen bij vermoedens
van huiselijk geweld en kindermishandeling in huiselijke kring en dient het
onderwerp huiselijk geweld en kindermishandeling binnen de instelling te
borgen. Ondertussen is het protocol Meldcode klaar . Het protocol kunt u
inzien bij de directeur en is te vinden op de website.
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
27
2.11.9 Protocol bescherming privacy leerlingen
Dit protocol is vastgesteld op basis van eisen die de wet op privacy heeft
vastgesteld. Om deze eisen na te komen, hanteert de school de volgende
afspraken.
• Informatie (zoals onderzoeksgegevens over de diagnose van het kind,
observaties van de groepsleerkracht, aanwijzingen voor werkpunten,
informatie over medische gegevens, enz.) over leerlingen mag nooit aan
derden (bijvoorbeeld informatie die wordt aangevraagd door bijvoorbeeld
hulpverleningsinstanties zoals het Riagg, Curium, Centrum Autisme of
Jeugdzorg, en collega IB-ers, groepsleerkrachten van andere scholen,
enz.) worden verstrekt, zonder toestemming van de ouders. Het aanvragen
van informatie door ‘derden’ gaat altijd via de directeur/locatiecoördinator
en/of intern begeleider. Zie voor meer informatie ‘samenwerking
jeugdhulpverlening/school’. Dit geldt ook wanneer een overleg
georganiseerd moet worden, waar externe instanties bij betrokken zijn.
• Ouders moeten schriftelijk toestemming geven over alle informatie van
hun kind die naar buiten de school gaat. Dit wordt geregeld via een
toestemmingsformulier.
• Wanneer informatie over een leerling, na toestemming van de ouders, in
een rapport of overdracht wordt opgenomen door een externe instantie, dan
moet de Leidse Buitenschool dit voor akkoord verklaren; alle uitgaande post
wordt gezien door een van de CVB leden.
• Deze afspraken gelden tevens voor telefoneren. Het is onze medewerkers
niet toegestaan om mondeling informatie te geven aan derden. Tenzij hier
afspraken over gemaakt zijn met ouders en hiervoor schriftelijk
toestemming is gegeven.
2.12 Medische zaken en hygiëne
Medicatieprotocol
De regels rondom het gebruik van medicijnen door de leerlingen op de
Leidse Buitenschool staan sinds kort beschreven in ons protocol medicijn
verstrekking. Op deze manier proberen wij op een verantwoorde en veilige
manier uw kind medicatie toe te dienen en gevaarlijke situaties te
voorkomen.
28
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
Het is belangrijk dat de ouders/verzorgers de bijlagen bij dit protocol
invullen en ondertekenen, zodat de leerkrachten de juiste medicijnen
kunnen toedienen bij hun zoon of dochter.
Aan het begin van elk schooljaar worden de bijlagen meegegeven waarop de
ouders/verzorgers kunnen aangeven welk medicijn, hoe, hoe vaak en hoe
laat dient te worden gegeven aan zijn of haar kind. Wij gaan er ook voor
zorgen dat deze bijlage te downloaden zijn vanaf onze internetsite. Een
belangrijke aantekening bij dit protocol is dat u elke medicatie wijziging
opnieuw via de bijlagen en ondertekend aan school moet doorgeven. Zonder
deze bijlagen en handtekening kunnen wij u kind geen medicijnen geven.
Als deze medicatie wel van belang zijn voor de ondersteuning van de
ontwikkeling van uw kind, zal school direct contact met u opnemen. Het
protocol is op de website en op school ter inzage.
2.12.1 Beleid bloedoverdraagbare infectieziekten
Een deel van de mensen (en kinderen) in onze samenleving is geïnfecteerd
met een virus ‘via bloed - bloed contact’. Bloedoverdraagbare
infectieziekten kunnen grotendeels worden voorkomen door op tijd de juiste
maatregelen te treffen.
Bloedende wonden/wondjes worden zo snel mogelijk behandeld en
afgedekt. In iedere teamkamer is een grote verbanddoos aanwezig. Hierin is
alles te vinden voor goede wondverzorging. Ieder lokaal is voorzien van een
kleine verbanddoos. Het gebruik van steriele handschoenen is verplicht.
Wanneer bekend is dat een kind geïnfecteerd is met het hepatitis B of C
virus of HIV zal met de ouders worden besproken of bijzondere maatregelen
in het belang van het kind nodig zijn. Er wordt uiterst zorgvuldig omgegaan
met de privacy. De ouders bepalen wie wel en niet geïnformeerd mogen
worden.
Voor alle overige infectieziekten met een hoog besmettingsgevaar volgen wij
de richtlijnen van de GGD.
2.12.2 Tanden poetsen
Indien u het belangrijk vindt, kunt u met uw zoon/dochter bespreken dat
hij/zij na iedere maaltijd zijn/haar tanden moet poetsen. De leerkracht zal
uw kind daartoe de gelegenheid geven. U dient zelf voor een tandenborstel
en tandpasta te zorgen.
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
29
2.13 Verplicht overblijven
Omdat onze school werkt met een continue rooster is overblijven verplicht.
De begeleiding tijdens het overblijven wordt door het eigen personeel van de
school verzorgd. U zorgt zelf voor een lunchpakket voor uw zoon/dochter.
Ook voor fruit en drinken zorgt u zelf. Indien gewenst kunt u een
abonnement op schoolmelk nemen. Contactpersoon op school hiervoor is
mevrouw Agnes de Bruin (administratie).
2.14 Pennen op school
Voor leerlingen met schrijfmotorische problemen zijn speciale pennen en
(kleur)potloden. De kinderen die starten met het schrijfonderwijs, schrijven
met een driehoekspotlood. Indien nodig krijgen kinderen aangepaste
potloden. Wanneer het schrijfonderwijs op gang is gekomen, schrijven de
kinderen zowel met pen als met potlood. Het schrijven met een potlood
verdwijnt van hieruit steeds meer naar de achtergrond. Kinderen met
schijfmotorische problemen kunnen gebruik maken van de Griptec/ Stabilo
pen. De oudste kinderen mogen als zij dat willen, met een vulpen schrijven.
U moet zelf voor vulpen/Stabilo-pen zorgen.
2.15 Integraal veiligheidsbeleid
De huidige maatschappelijke ontwikkelingen hebben er voor gezorgd dat
veiligheid, in brede zin, een belangrijk thema is binnen de scholen. In het
door de ASOJ ontwikkelde kaderstellende kwaliteitsbeleid is het integraal
veiligheidsbeleid dan ook een belangrijke paragraaf. In het schoolplan
2012-2016 kunt u hierover meer lezen.
Voor een deel is het veiligheidsbeleid op onze school reeds in uitvoering. Zo
kent onze school een ontruimingsplan en worden er jaarlijks een of
meerdere ontruimingsoefeningen gehouden. Ook heeft de school een
gebruikersvergunning en hebben diverse teamleden een
BedrijfsHulpVerlenings-diploma en/of een EHBO-diploma.
Wat betreft de sociale veiligheid zijn er regels en afspraken voor de
kinderen, is er een pestprotocol, een internet website-protocol en een
protocol schorsing en verwijdering. Om de drie jaar worden er
30
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
tevredenheidsmetingen gehouden onder leerlingen, personeel, ouders en
externen, waarbij gevraagd wordt naar de sociale veiligheid. Tevens zijn er
mogelijkheden, zowel in- als extern, om klachten te uiten.
Om pro-sociaal gedrag bij de kinderen en medewerkers te bevorderen
wordt deelgenomen aan het programma voor sociaal-emotionele
ontwikkeling: Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD) en werkt de
school met PBS, Goed Gedrag kun je leren! De directeur van onze school is
tevens de veiligheidscoördinator.
Om het veiligheidsbeleid efficiënt te kunnen uitvoering is een integraal
schoolveiligheidsplan nodig, hieraan wordt bestuursbreed gewerkt.
2.15.1 De brandmeldinstallatie.
Op onze school is een brandmeldinstallatie geïnstalleerd. Deze installatie
bestaat uit een aantal handmelders en sirenes. Bij brand en/of andere
calamiteiten wordt door middel van de handmelder iedereen die zich op dat
moment in de school bevindt, gewaarschuwd voor gevaren. Hiermee treedt
het ontruimingsplan in werking. Ook zijn in de school rookmelders
geïnstalleerd. Zodra deze melders rook signaleren, gaat het alarm af en
treedt eveneens het ontruimingsplan in werking. De brandmeldinstallatie
staat in verbinding met een meldkamer.
2.15.2 Het ontruimingsplan en de ontruimingsoefening
In het ontruimingsplan staat omschreven hoe de teamleden en de
leerlingen moeten handelen bij eventuele gevaren. In het algemeen verlaten
alle teamleden met de leerlingen de school wanneer de sirene van
brandmeldinstallatie afgaat. De leerlingen en de teamleden mogen dan
niets meenemen, zodat iedereen direct het gebouw kan verlaten. Iedereen
komt samen op de afgesproken plaats aan de Duinoordweg.
Jaarlijks houden de teamleden regelmatig ontruimingsoefeningen met de
kinderen. Binnen de groep wordt er tevens veel aandacht aan geschonken.
In elke werkruimte en klaslokaal is het ontruimingsplan opgehangen. Bent
u op school, lees het ontruimingsplan eens door, zodat u ook weet wat u
moet doen indien het signaal afgaat als u op school bent! Om alles in goede
banen te leiden, is een aantal teamleden opgeleid als Bedrijfshulpverleners.
2.15.3 Gebruikersvergunning
Op 4 maart 2009 hebben de Burgemeester en Wethouders van de Gemeente
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
31
Katwijk de Gebruiksvergunning aan onze school verleend. Een
Gebruiksvergunning zorgt er voor dat een bouwwerk (onze school dus) een
bepaald minimaal niveau van brandveiligheid heeft. Daarnaast bevat de
Gebruiksvergunning een tweetal bijlagen met 28 artikelen, waarin de
gebruikseisen staan beschreven. Indien u dat wenst kunt u dit document op
school inkijken.
2.15.4 Het speelplein
Het speelplein is in de zomervakantie (2011) opnieuw ingericht en betegeld.
Op het speelplein staat divers speelmateriaal; een schommel, een kleinere
schommel met klimnet, een lignet, twee uitkijktorens met een loopnet en
een glijbaan, een bandentoren, een drakentafel, een voetbalveld, een
hinkelbaan en knikkerpotjes. In schooljaar 2012-2013 zijn nog nieuwe
speelmaterialen aan het schoolplein worden toegevoegd.
Alle speeltoestellen zijn na de installatie op veiligheid gekeurd. Wekelijks
worden de toestellen door de conciërge van de school op veiligheid
geïnspecteerd. Dit wordt in een logboek bijgehouden. Indien u dat wenst
kunt u dit logboek inzien.
2.15.5 Algemene veiligheid inspectie
Jaarlijks worden door de teamleden lijsten ingevuld, waarbij verschillende
ruimtes van de school worden geïnspecteerd. De resultaten hiervan worden
verwerkt in een veiligheidsverslag waarin, indien noodzakelijk een plan van
aanpak is verwerkt. Ook u als ouder kunt hieraan meewerken. Heeft u
hiervoor belangstelling, neem dan contact op met de directeur.
2.15.6 Incidentenregistratieformulier
Binnen de school wordt gewerkt met een digitaal
incidentenregistratieformulier. Indien er sprake is van een incident, zijn
teamleden verplicht een intern incidentenregistratieformulier in te vullen. In
dit formulier wordt een korte beschrijving van het incident weergegeven, er
worden suggesties voor verdere afhandeling gegeven en er worden
suggesties voor preventie in de toekomst gegeven. De formulieren worden
bewaard zodat we een overzicht krijgen van het aantal incidenten. Indien
daartoe aanleiding bestaat wordt bij een ernstig ongeval de arbeidsinspectie
ingeschakeld en/of melding bij de politie gedaan. Zie ook paragraaf 2.11.5.
32
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
2.15.7 Legionella beheersplan
In het voorjaar van 2014 is het systeem van de waterleidingen inclusief de
watertappunten gecontroleerd door de Water Inspectiedienst. Hierbij heeft
De Leidse Buitenschool aangetoond te beschikken over een
geïmplementeerd legionellapreventiesysteem.
2.16 Sponsoring
Het ministerie van OCW heeft samen met zestien organisaties een
convenant gesloten waarin afspraken voor sponsoring met geld, goederen
of diensten in het primair en voortgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het
convenant bevat gedragsregels die scholen als richtlijn kunnen gebruiken in
hun sponsorbeleid, zoals waar scholen op moeten letten, waar sponsors
aan gebonden zijn, risico’s van sponsoring, inspraak van ouders en
leerlingen, wettelijke voorwaarden en een checklist met wat wel/niet kan
m.b.t. het afsluiten van een sponsorovereenkomst.
Het bevoegd gezag van De Leidse Buitenschool voert tot op heden geen
eigen beleid t.a.v. sponsoring en conformeert zich aan het hiervoor
genoemde convenant.
Het convenant is ter inzage bij de directeur van de school.
DE LEIDSE BUITENSCHOOL
33
3
::: 3 De organisatie van het
onderwijs
3.1 De groepsindeling
Op De Leidse Buitenschool wordt in de (onderwijs) aanpak aangesloten op
de cognitieve mogelijkheden, gedragsproblematiek en het
ontwikkelingsniveau van de leerlingen. De leerlingen hebben naast
structuur, voorspelbaarheid en veiligheid ook zoveel mogelijk uitdaging
nodig op cognitief en/of sociaal-emotioneel niveau. De leerlingen die op
school komen, worden ingedeeld in die groep waar ze het best tot hun recht
komen. Uitgangspunt is daarbij de didaktische ontwikkelingen en
de gedragsaanpak die leerling nodig heeft om zich zo goed mogelijk te
kunnen ontwikkelen. De oorzaak, de aard en de aanpak van de problematiek
is voor iedere leerling anders. Terwijl de ene leerling een directe aanpak en
veel structuur nodig heeft om tot leren te komen, is de andere leerling
naast structuur gebaat bij een meer activerende, uitdagende aanpak. Voor
alle groepen geldt dat de leerkracht een pedagogisch klimaat probeert te
scheppen waardoor de sociale en emotionele onrust geminimaliseerd wordt.
Naast de aanpak op gedragsniveau besteedt de leerkracht aandacht aan het
vormgeven van een didactisch klimaat, waarin kinderen uitgedaagd en
gestimuleerd worden. Daarbij wordt bekeken hoever de leerling is met de
ontwikkeling van de schoolse vaardigheden. Verder speelt de leerkracht in
op het vergroten van de zelfstandigheid en het versterken van
competentiebeleving. Dit houdt in dat naast aandacht voor de leerresultaten
aandacht wordt besteed aan de leermotivatie, de taakbeleving en het
omgaan met leerproblemen.
In de loop van de schoolcarrière van de leerling kunnen er verschuivingen
optreden in de groepssamenstelling. Reden hiervoor is de missie van de
school om in de zorg voor de leerlingen zo optimaal mogelijk te blijven
aansluiten op de hulpvraag van de leerlingen. Daarnaast bepaalt ook de
instroom van nieuwe leerlingen jaarlijks tot een herbezinning van de
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
35
groepsindeling. De ouders worden hierover, evenals over de
schoolprestaties geïnformeerd tijdens de ontwikkelplanbesprekingen of op
een andere wijze.
Het onderwijs en de zorg voor de sociale en emotionele ontwikkeling
worden geboden in de volgende groepen:
• Een aanvangsgroep jonge leerlingen, waarin het accent ligt op het
ontwikkelen van de juiste leervoorwaarden en gestart wordt met het
aanvankelijk leren.
• Groepen die, naast de geboden structuur en aandacht voor de
sociaal-emotionele ontwikkeling, profiteren van cognitieve uitdaging.
• Twee speciale groepen voor leerlingen met een hoge behoefte aan
structuur (midden-middenbovenbouw + bovenbouw). Deze leerlingen zijn
gebaat bij een klassenklimaat met een zeer hoge mate van
voorspelbaarheid in onder meer tijd, ruimte en materiaal.
•Eén groep voor leerlingen die dit jaar de school gaan verlaten.
Een deel van de nieuwe leerlingen komt reeds bij ons op school met een
achterstand in de schoolse vaardigheden en/of op sociaal en emotioneel
gebied. Daarnaast heeft een aantal van onze leerlingen meer tijd nodig
voordat zij klaar zijn voor het vervolgonderwijs. Het komt dan ook voor dat
een leerling, die wat betreft leeftijd toe is aan schoolverlating, nog een jaar
bij ons op school blijft om optimaal voorbereid te zijn op de overstap naar
het voortgezet onderwijs.
Samenvattend
• Het onderwijs is verdeeld over verschillende groepen die aansluiten op de
diverse hulpvragen van de leerlingen.
• Uitgangspunten bij de indeling zijn het welzijn en de optimale
ontwikkelingskansen van de leerlingen.
• Bepalend voor de aanbieding van de lesstof is het eigen niveau van de
leerling. De ouders krijgen hierover informatie op onder meer de
contactavonden.
• De ouders kunnen altijd informatie vragen over het niveau van de leerling
wat betreft de diverse vakken en het sociale en emotionele niveau. Globaal
kan de school daarbij aangeven hoe dit zich verhoudt tot het reguliere
onderwijs.
• Het moment van schoolverlating wordt samen met de ouders bepaald. De
school adviseert hierbij met betrekking tot de keuze van het
vervolgonderwijs.
36
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
3.2 De activiteiten voor de kinderen
3.2.1 Didactische leerlijnen
Het streven is om in didactisch opzicht het onderwijs op De Leidse
Buitenschool zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de individuele
leerniveaus van uw kind. Om te waarborgen dat uw kind aan het einde van
de schoolloopbaan op De Leidse Buitenschool de lesstof tot minimaal groep
zes basisonderwijs aangeboden heeft gekregen, zijn hierover per groep
richtlijnen opgesteld. De groepsleerkracht baseert hierop, ondersteund
door de intern begeleider, het lesprogramma. Voor de leerlingen die een
hoger niveau aankunnen, wordt gestreefd naar minimaal niveau eind groep
8 basisonderwijs.
Prioriteit ligt bij de basisvakken: lezen, spelling, rekenen en taal. Voor deze
vakken geldt dat het kan voorkomen dat in één groep verschillende niveaus
worden aangeboden. De groepsleerkracht wordt bij de organisatie
ondersteund door de specialisten van de school. Het onderwijsaanbod
wordt middels een groepsplan geconcretiseerd. Voor alle vakken geldt dat
deze zo veel mogelijk in de groep gegeven worden hoewel waar nodig ook
greopsdoorbroken gewerkt wordt.
3.2.2 Basisvaardigheden (lezen, taal, schrijven en rekenen)
Leerlingen op De Leidse Buitenschool komen op een verschillend moment
binnen. Jonge kinderen moeten veelal nog aan de basisvaardigheden
beginnen. Wat oudere leerlingen hebben al wat schoolse kennis opgedaan.
Voor alle leerlingen geldt dat er gestart wordt met een niveaubepaling. Dit
wordt gedaan door de leerkrachten met behulp van de CITO-toetsen,
eventueel aangevuld met onderzoek door de intern begeleider, de
logopedist en/of de fysiotherapeut. Hierna kan het leren beginnen. Bij
enkele leerlingen is de weerstand t.o.v. het leren te groot. De leerkracht zal
eerst hieraan de aandacht geven boven het leren.
Binnen de groep wordt met verschillende niveaus gewerkt, waarbij het
zelfstandig werken zoveel mogelijk wordt gestimuleerd. Indien noodzakelijk
kan uitwisseling van kinderen tussen de groepen plaatsvinden bij bepaalde
leervakken.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
37
3.2.3 Sociaal-emotionele ontwikkeling (PAD)
De letters PAD staan voor ‘Programma Alternatieve Denkstrategieën’. Het
PAD-leerplan is gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.
Kinderen leren door middel van PAD hoe zij kunnen omgaan met dagelijkse
problemen die zij tegenkomen, met zichzelf en met elkaar. Er wordt onder
meer aandacht besteed aan gevoelens als verdrietig, blij, bang of boos zijn
en aan conflicten met andere kinderen en hoe deze kunnen worden
opgelost.
De kinderen leren anders te denken, waardoor zij vaardiger worden in het
omgaan met emoties en moeilijke situaties.
Over het PAD-programma is een uitgebreide informatiefolder beschikbaar.
Indien u dat wenst kunt u deze folder krijgen. De folder is tevens
beschikbaar via de website.
3.2.4 Wereldoriënterende vakken
In de jongste groepen wordt thematisch gewerkt. In de andere groepen
krijgen de leerlingen natuuronderwijs, geschiedenis, verkeer,
aardrijkskunde en topografie.
3.2.5 Expressieactiviteiten
Aan de expressie activiteiten wordt uiteraard aandacht besteed. Het betreft
hier de vakken handvaardigheid, tekenen en muziek. Ook wordt in
verschillende groepen klas doorbroken gewerkt tijdens creatieve middagen.
38
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
3.2.6 Bewegingsonderwijs
Het bewegingsonderwijs van alle groepen wordt verzorgd door de
vakleerkracht. Alle groepen gymmen in de inpandige gymzaal. De kinderen
dienen zelf gymkleding en gymschoenen (geen zwarte zolen) mee te nemen.
Het is voor teamleden en leerlingen niet toegestaan de gymzaal te betreden
op sokken in verband met de mogelijkheid tot uitglijden en verwonden.
Uiteraard dient u met uw kind zelf afspraken te maken over het naar huis
nemen van de kleding om te wassen.
Aan het begin van het schooljaar wordt u geïnformeerd op welke dagen uw
kind gymles krijgt.
3.2.7 Godsdienstonderwijs
Onze school is een algemeen bijzondere school. Dit houdt in dat de school
open staat voor leerlingen van alle gezindten. Om deze reden wordt op onze
school geen godsdienstonderwijs gegeven
3.2.8 Schooltelevisie
Ter ondersteuning van de hiervoor genoemde vakken kijken de leerlingen
naar programma’s die uitgezonden worden op de televisie. Deze
programma’s worden verzorgd door de Stichting Teleac/NOT en sluiten aan
bij de lessen die in de groep worden gegeven.
3.3 Het gebruik van pictogrammen
In de school wordt gebruik gemaakt van de pictogrammen uit de PictoBase
van Stichting Viataal. Dit zijn afbeeldingen die worden gebruikt ter
ondersteuning van het dag- en weekritme, de regels en afspraken en
verschillende handelingen. De functie hiervan is meervoudig:
• Voorspelbaarheid; doordat het kind ziet wat er gaat gebeuren, krijgt het
rust.
• Aandacht richten; aan de hand van het pictogram ziet het kind wat het
belangrijkste is.
• Geheugensteun; het pictogram helpt het kind, wanneer het moeite heeft
met het onthouden van zaken.
• Begrip; aan de hand van het pictogram weet het kind wat het te doen staat.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
39
De visuele ondersteuning (ook het activebord speelt hier een rol bij) vormt
voor de kinderen een hulpmiddel om zelf duidelijkheid over de situatie te
verkrijgen en te behouden. Door middel van de pictogrammen op het
schoolbord, ziet het kind wat er die dag aan activiteiten zal worden gedaan
en in welke volgorde. Wanneer een activiteit is afgerond, wordt de kaart
omgedraaid en is het kind hiermee ook klaar.
Op het bord aan de muur kan het kind het weekoverzicht verkrijgen; hierop
staan per dag eventueel afwijkende zaken vermeld, zoals de aanwezigheid
van een invalleerkracht of een gymles.
In combinatie met stimulerende reacties van de leerkracht wordt op deze
manier de mogelijkheid vergroot om stap voor stap greep te krijgen op de
wereld om hen heen.
3.4 Naschoolse activiteiten voor kinderen
3.4.1 Het geven van huiswerk
In een aantal groepen wordt huiswerk meegegeven. Hierbij wordt naar de
mogelijkheden van de leerlingen gekeken. Huiswerk op de Leidse
Buitenschool heeft als doel bij te dragen aan de ontwikkeling van de
kinderen. Op de algemene ouderavond zal de groepsleerkracht u daar
informatie over geven. Indien nodig wordt het huiswerkprogramma
afgestemd op uw kind.
3.4.2 Spreekbeurten/werkstukken
In de hogere groepen worden spreekbeurten gehouden en werkstukken
gemaakt. De leerling bedenkt zelf, of met hulp van u of de leerkracht een
onderwerp en bereidt thuis de spreekbeurt voor. Het is fijn als u een handje
wilt helpen door met uw kind op zoek te gaan naar informatie over het
gekozen onderwerp. Op deze manier wordt het houden van een spreekbeurt
een leuke bezigheid.
3.5 Buitenschoolse activiteiten voor kinderen
3.5.1 Sportochtend/-middag
Onze jaarlijkse sportmiddag/-ochtend wordt gehouden in de maand februari.
40
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
Deze activiteit wordt georganiseerd door de vakleerkracht gymnastiek. .De
school kent verschillende sportdagdelen; tijdens ieder deel is een aantal
klassen aan de beurt, waarbij de kinderen worden verdeeld over kleinere
groepjes. Hierbij kunnen wij hulp van ouders gebruiken. U kunt zich
opgeven via de ouderraad. Er wordt naar gestreefd om de groepsleerkracht
geen eigen groepje te geven, zodat hij/zij extra ondersteuning aan bepaalde
leerlingen kan bieden.
3.5.2 Schoolkamp
De groepen met de meeste schoolverlaters zullen aan het begin van het
schooljaar op kamp gaan in Wassenaar. Hierdoor kan het voorkomen dat
een kind die in een andere groep zit maar wel van school gaat, niet mee
kan op kamp.Jaarlijks wordt in het team afgewogen of de
schoolverlatergroepen toe zijn aan op kamp gaan. Informatie hierover
ontvangt u bij de start van het schooljaar.
3.5.3 Schoolreisje
De groepen die niet op kamp gaan, gaan aan het eind van het schooljaar op
schoolreisje naar een pretpark o.i.d. Zowel de bestemming als de dag
waarop het schoolreisje plaatsvindt, kunnen per schooljaar verschillen. U
wordt hierover tijdig geïnformeerd.
3.5.4 Excursies
De Leidse Buitenschool probeert elk jaar in alle groepen een aantal
buitenschoolse activiteiten te organiseren naar musea, de speeltuin, de
kinderboerderij en toneelvoorstellingen. Het komt helaas niet altijd van de
grond, omdat onze leerlingen naar deze plaatsen vervoerd moeten worden.
We proberen steeds voldoende ouders te vinden die ons willen helpen de
leerlingen met de auto te vervoeren. U kunt bij de leerkracht van uw kind
aangeven of u hierbij wilt ondersteunen.
3.5.5 Verkeersdiploma
Verkeersopvoeding is een belangrijke taak van het onderwijs. Ook onze
school onderkent het belang van verkeerslessen. Een flink deel van de
leerlingen komt zelfstandig te voet of per fiets naar school. Het is van
belang de kinderen een goed inzicht te geven in hun eigen functioneren in
het (drukke) verkeer.
In de jongste groepen krijgt het verkeersonderwijs vorm als onderdeel van
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
41
de alledaagse gang van zaken op eenvoudig en praktisch niveau. Tevens
wordt gebruik gemaakt van de verkeersmethode Claxon.
In de middelste groep wordt in aparte lessen aan de hand van de
verkeersmethode Claxon de theoretische kennis vergroot. Tevens heeft de
groep een abonnement op ‘Op Voeten en Fietsen’. Deze uitgave van Veilig
Verkeer Nederland geeft ons de mogelijkheden elk jaar weer de meest
actuele verkeerssituaties en verkeersregels te behandelen.
In de hoogste groepen wordt de theoretische kennis eveneens vergroot in
aparte lessen aan de hand van de verkeersmethode Claxon. Tevens hebben
de groepen een abonnement op ‘De Jeugdverkeerskrant’. Deze uitgave van
Veilig Verkeer Nederland geeft ons de mogelijkheden elk jaar weer de
meest actuele verkeerssituaties en verkeersregels te behandelen.
Het zwaartepunt van het verkeersonderwijs ligt in de bovenbouw. Het
voornaamste doel van de lessen is de voorbereiding op het verkeersexamen.
Dit examen bestaat uit:
• Toetsing van de theoretische kennis door middel van het invullen van een
toetsboekje, meestal in de maand april. De toets wordt door de
groepsleerkrachten nagekeken en beoordeeld door Veilig Verkeer
Nederland in samenwerking met de politie. De uitslag komt pas na geruime
tijd beschikbaar. In principe doen alle schoolverlaters aan deze toetsing
mee.
• Per jaar wordt besloten of er ook tot toetsing van de praktische kennis van
het verkeersdiploma zal worden overgegaan. De vaardigheid op de fiets en
kennis van regels worden dan beoordeeld. De kinderen dienen dit examen
af te leggen op een wettelijk goedgekeurde fiets. Is dit niet het geval dan
volgt uitsluiting van het examen.
Bij goed gevolg krijgen de kinderen een verkeersdiploma of een
deelcertificaat verkeersdiploma uitgereikt.
3.5.6 Schoolverlatersavond
Als een leerling naar het voortgezet onderwijs gaat, wil De Leidse
Buitenschool de schoolperiode prettig afsluiten. Dat gebeurt door een
laatste fijne week in elkaar te zetten. In deze week wordt ook een
schoolverlatersavond georganiseerd. We hebben dan een gezellige avond
met een musical óf met sketches, liedjes, toneelstukjes of een quiz. De
groepsleerkrachten beslissen elk jaar wat er op deze avond gebeurt. We
42
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
besluiten de avond met een afscheidswoordje voor elke leerling en drinken
met de ouders en de leerlingen een drankje op de goede afloop.
3.5.7 Lidmaatschap bibliotheek
Elke groep op onze school heeft een abonnement op de bibliotheek in
Katwijk. Hier worden dan voor de groep leesboeken en informatieboeken
geleend. Sommige groepen bezoeken de bibliotheek zelf, voor andere
groepen haalt de groepsleerkracht boeken.
Sinds augustus 2012 heeft ook de school zelf een goed voorziene bibliotheek,
alle leerlingen maken gebruik van de schoolbibliotheek.
3.6 Speciale voorzieningen in en om het
schoolgebouw
Van oorsprong bestaat het schoolgebouw van De Leidse Buitenschool uit
twee gebouwen: het hoofdgebouw op de Duinoordweg 4 en het bijgebouw op
de Duinoordweg 2. Sinds de laatste uitbreiding in 2008 heeft de school een
eigen gymzaal. Deze gymzaal is zodanig tussen de beide gebouwen in
geplaatst dat er niet langer sprake is van twee aparte gebouwen maar van
één schoolgebouw. We spreken daarom ook van het bovengebouw
(voorheen het hoofdgebouw) en het benedengebouw (voorheen het
bijgebouw).
In het bovengebouw is de aula gesitueerd. De dienst Expertise en
Begeleiding maakt gebruik van een ruimte welke naast de aula gesitueerd
is. In het bovengebouw zijn ook de werkruimtes van alle specialisten te
vinden.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
43
4
::: 4 De zorg voor kinderen
4.1 De plaatsing van een kind op school
Om op De Leidse Buitenschool toegelaten te worden was voorheen een
indicatie cluster IV noodzakelijk. Alle huidige leerlingen van de Leidse
Buitenschool hebben een indicatie cluster 4. Per 1 augustus 2014 is deze
indicatie vervallen en in het kader van de wet Passend Onderwijs is hier de
Toelaatbaarheidsverklaring voor in de plaats gekomen. Met een
Toelaatbaarheidsverklaring geeft het samenwerkingsverband aan dat een
leerling niet binnen het reguliere onderwijs, maar bij het speciaal onderwijs
cluster 3 en 4 of het speciaal basisonderwijs (SBAO) ingeschreven moet
worden. Als uw kind in het bezit is van een TLV, kunt u een afspraak maken
voor een kennismakingsbezoek op de Leidse Buitenschool. Na invulling van
het aanmeldingsformulier worden u en uw kind zo spoedig mogelijk
uitgenodigd voor een intakegesprek en -onderzoek. Naar aanleiding van de
uitkomsten van dit onderzoek wordt in de Commissie van Begeleiding
gezocht naar de juiste greop voor uw kind en wordt het startontwikkelplan
opgesteld.
4.2 Het leerlingvolgsysteem
De resultaten van het geboden onderwijs worden verkregen door:
• het observeren van leerlingen
• het verzamelen van resultaten d.m.v. methode afhankelijke toetsen
• het afnemen van CITO-toetsen (methode onafhankelijke toetsen).
• het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling door middel van het
Ontwikkelings VolgModel (OVM)
De methode-onafhankelijke toetsen, de CITO-toetsen en de AVI en DMT
leestoetsen, worden twee maal per jaar afgenomen.
In het schooljaar 2007-2008 is in de groepen van de Campus en in de jongste
twee groepen van de hoofdlocatie een start gemaakt met het volgen van de
(m.n. sociale en emotionele) ontwikkeling van de leerlingen door middel
DE ZORG VOOR KINDEREN
45
van het OVM. In het schooljaar 2008-2009 zijn ook de overige groepen
overgegaan tot het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling door
middel van het OVM.
De school wordt hierbij begeleid door medewerkers van het Seminarium
van Orthopedagogiek. Het invoeringstraject beslaat een aantal jaren. In het
komend schooljaar zullen we u aan de hand van dit instrument op de hoogte
houden over de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind.
4.2.1 Het vastleggen van de resultaten
De resultaten van het onderwijs op De Leidse Buitenschool worden
vastgelegd in het leerling-dossier(zowel schriftelijk als digitaal), dat bestaat
uit:
• het algemeen dossier.
• het pedagogisch-didactisch dossier.
• het toetsresultaten dossier.
• het CITO-leerlingvolgsysteem.
• het OVM dossier
Het leerling-dossier is vertrouwelijk en slechts door de ouders van het
betreffende kind in te zien. Daarnaast wordt het leerling-dossier gebruikt
door die teamleden die met het betreffende kind werken.
4.2.2 Het algemeen dossier
Het algemene dossier bevat het volledige dossier van het kind bij
aanmelding op onze school. Tevens bevat het dossier een kopie van de brief
voor toelating tot onze school, eventuele verlofaanvragen van de ouders en
correspondentie met de ouders welke niet in het pedagogisch-didactisch
dossier is te plaatsen.
4.2.3 Het pedagogisch-didactisch dossier (digitaal en
papier)
Tijdens de schoolloopbaan van uw kind wordt een pedagogisch-didactisch
dossier bijgehouden. In dit dossier worden de volgende gegevens verzameld:
• Het startontwikkelplan
• De ontwikkelplannen
• Het individueel handelingsplan bij kindgebonden specifieke leer- en/of
gedragsproblematiek. (indien aanwezig)
46
DE ZORG VOOR KINDEREN
• Informatie vanuit methode en niet-methode gebonden toetsen
• Informatie vanuit leerling- en groepsbesprekingen
• Informatie vanuit de overdracht van de leerling aan de volgende
groepsleerkracht
• Onderzoeksresultaten en handelingsplannen van interne en externe
specialisten
• Verslaglegging van vernielingen/conflictsituaties
• Verslaglegging van een eventueel huisbezoek, overige gesprekken met
ouders en externe hulpverleners.
• Verslaglegging van aanvraag van herindicatie
4.2.4 Het toetsresultaten dossier
Van alle methode onafhankelijke toetsen worden de toetsbladen van het
afgelopen jaarvan de leerlingen bewaard in een apart toetsresultaten
dossier.
4.2.5 Het CITO-leerlingvolgsysteem
Onze school maakt, evenals het regulier basisonderwijs, gebruik van
CITO-toetsen. Door de intern begeleiders en groepsleerkrachten wordt
gekeken naar de ontwikkeling van onze leerlingen: is er extra hulp nodig,
werkt de leerling nog op het juiste niveau? Ook wordt bekeken hoe de
ontwikkeling van alle leerlingen is in vergelijking met de vorige
toetsperiodes.
Vrijwel alle leerlingen maken in november en maart/april de volgende CITO
toetsen: de spellingstoets SVS, de toets voor rekenen en wiskunde, de drie
minuten leestoets en de toetsen voor begrijpend lezen. Alle leerlingen 3
komen voor deze toetsen in aanmerking. Op onze school start een leerling
ongeacht de leeftijd met de laagste CITO-toets. Afhankelijk van de score
wordt er doorgetoetst met het volgende niveau. Elke leerling krijgt zo een
individueel traject en de school is daardoor in staat om voor elke leerling te
bepalen wat zijn/haar niveau is op dat moment, zodat het
onderwijsprogramma hierop kan worden afgestemd. Daarnaast kan ook
worden bepaald in welke mate een leerling toetsbaar is met een toets die
voornamelijk bestemd is voor het regulier basisonderwijs. De gegevens
worden in het geautomatiseerde volgsysteem en het
pedagogisch-didactisch dossier bewaard. In het Ontwikkelplan worden de
Cito resultaten afgedrukt.De resultaten van alle leerlingen worden verwerkt
in tabellen en grafieken.
DE ZORG VOOR KINDEREN
47
4.2.6 Het OVM
In het leerlingvolgdeel van het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) zijn allerlei
aspecten van de kinderlijke ontwikkeling van 0 tot 13 jaar uitgewerkt in
ontwikkelingslijnen. Uitgangspunt daarbij is dat ieder kind zich op eigen en
unieke wijze ontwikkelt. Signalering van het ontwikkelingsverloop gebeurt
door middel van systematische observaties in dagelijkse onderwijssituaties.
In die situaties vindt immers het leren plaats, dus daar moeten we zijn om
betekenisvolle informatie te verkrijgen. Hoe snel pakt het kind de instructie
op, welke instructiebehoeften heeft het kind, hoe snel maakt het kind zich
de inhouden eigen, op welke wijze vindt transfer van het geleerde naar
andere situaties plaat? Het gaat er niet alleen om welke leerstof en welke
gedragingen het kind zich eigen maakt, maar ook op welke manier de
informatieverwerking en gedragsverandering plaatsvindt. Dus niet alleen
wat, maar ook hoe.
De stappen in ontwikkeling zijn uitgewerkt in verschillende
ontwikkelingslijnen. Daarmee is het mogelijk om de samenhang in
ontwikkeling zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld de samenhang tussen het
gedrag en de taalontwikkeling van een kind. Ook het ontwikkelingsverloop
van allerlei deelaspecten is waarneembaar. Is hier sprake van een
gangbare ontwikkeling, loopt het kind voor of achter in ontwikkeling in
vergelijking met andere kinderen op deze leeftijd, gaat de ontwikkeling
sneller of juist steeds trager, maakt het kind zich ondanks allerlei
oefeningen en hulp bepaalde leerstofonderdelen onvoldoende eigen, is er
sprake van een terugval, enzovoort. Zo worden zowel kwantitatieve als
kwalitatieve gegevens rond het leerproces van een kind verkregen. Het OVM
is gebaseerd op een ontwikkelingsgerichte onderwijsvisie. Ieder kind heeft
een eigen potentieel. Kinderen verschillen dus in ontwikkeling, maar ook
ten aanzien van de verschillende ontwikkelingsaspecten zijn bij een kind
verschillen waarneembaar. Binnen de ontwikkelingsgerichte visie wordt een
gedifferentieerd onderwijsaanbod gegeven.
4.2.7 Het bespreken van de resultaten
De resultaten worden besproken in:
• de Ontwikkelplanbespreking
• de zorgbespreking (CVB bespreking)
48
DE ZORG VOOR KINDEREN
• de werkbespreking
• de rapportbespreking
De Ontwikkelplanbespreking
Gedurende het schooljaar staan er twee Ontwikkelbesprekingen met ouders
ingepland. Voor de ouders van de nieuwe leerlingen is er één bespreking
extra. Voor de start van het schooljaar wordt het Ontwikkelplan, dat
opgesteld is door de leerkracht met de ouders van de zittende leerlingen
besproken. Voor de nieuwe leerlingen wordt een Ontwikkelplan
samengesteld in de eerste vier weken van het schooljaar. De ouders van de
nieuwe leerlingen worden individueel uitgenodigd om het Ontwikkelplan te
bespreken. Hierbij staat centraal welke doelen worden gesteld. Halverwege
het schooljaar staat de tweede bespreking gepland: de tussenevaluatie.
Hierbij wordt gekeken in hoeverre de doelen gehaald lijken te worden of
dienen bijgesteld te worden. Aan het einde van het schooljaar vindt de
eindevaluatie plaats, waarbij met de ouders wordt besproken of de gestelde
doelen gehaald zijn. Hierbij worden ook de uitslagen van de CITO-toetsen
besproken. Het Ontwikkelplan voor het komende schooljaar wordt ook
opgesteld en besproken..
De Ontwikkelplannen worden ook besproken met de Commissie van
Begeleiding (CvB), de zorgcoördinator, de intern begeleider en de
groepsleerkracht. Doel van deze bespreking is een evaluatie van het plan,
gekoppeld aan het vaststellen van nieuwe doelen voor de komende periode.
Naast een "pas op de plaats" is het Ontwikkelplan daarmee ook een
planningsinstrument. In het Ontwikkelplan wordt middels de zg
Beinvloedende factoren een analyse gemaakt van de mate van welbevinfen
van het kinfd in elke sociale situaatie. Indien noodzakelijk kunnen dan
plannen gemaakt worden hoe eventuele obstakels in de ontwikkeling van
het kind te ruimen.
In het Ontwikkelplan wordt ook de zg. leerroute benoemd. De Leidse
Buitenschool kent drie leerroutes:
Leerroute 1:
Dit is de gevorderde standaard. Wordt door andere scholen verdiept
arrangement genoemd. De LBS heeft ervoor gekozen om dit leerroute 1 (=
leerroute die werkt naar uitstroombestemming VMBO-T of hoger) te
noemen.
Leerroute 2:
Dit is de voldoende standaard. Wordt door andere scholen basis
DE ZORG VOOR KINDEREN
49
arrangement genoemd. De LBS heeft ervoor gekozen om dit leerroute 2 (=
leerroute die werkt naar uitstroombestemming VMBO-BB/BK met of zonder
LWOO) te noemen.
Leerroute 3:
Dit is de minimum standaard. Wordt door andere scholen intensief
arrangement genoemd. De LBS heeft ervoor gekozen om dit leerroute 3 (=
leerroute die werkt naar uitstroombestemming PrO) te noemen.
Na iedere bespreking wordt het plan in conceptvorm vastgesteld door de
directeur. Voorafgaand aan de Ontwikkelplanbespreking worden de plannen
in conceptvorm toegestuurd aan de ouders.
De werkbespreking
De intern begeleider en de groepsleerkracht bekijken tijdens de
werkbespreking aan de hand van het ontwikkelplan hoe de zorg betreffende
de leerlingen verloopt. Ook worden de pedagogische en didactische aanpak
in de groep besproken en geëvalueerd. de besprekingen vinden plaats aan
de hand van het groepsplan.
De zorg/ CVB bespreking
Structureel en naar aanleiding van de werkbesprekingen van intern
begeleiders en groepsleerkracht komt de Commissie van Begeleiding bij
elkaar om de zorgleerlingen te bespreken en de interne en externe hulp te
evalueren dan wel bij te stellen. Hierbij komt tevens het Ontwikkelplan aan
de orde.
De rapportbespreking
Twee keer per schooljaar krijgen de leerlingen een rapport. Het rapport is
in de eerste plaats kindgericht en wordt dan ook door de leerkracht met het
kind besproken. Het nivo van uw kind is in dit rapport niet te vinden. Dit
wordt vermeld in het Ontwikkelplan.
Tussentijds is het altijd mogelijk om met de groepsleerkracht of één van de
specialisten een afspraak te maken, de resultaten van het leerproces wordt
met de ouders besproken in de handelingsplanbespreking op de
oudercontactavonden.
50
DE ZORG VOOR KINDEREN
4.3 De planning van de toetsen, besprekingen
en rapportages
Maand
Activiteit en betrokkenen
Start schooljaar
handelingsgericht
Bespreking startplan in CVB: aanvullend
onderzoek op indicatie van de CvB betreffende de
nieuwe leerlingen
door de logopedist, fysiotherapeut en orthopedagoog.
Bespreking Ontwikkelplan door de leerkracht met
ouders nieuwe
leerlingen.
Bespreking startplan door de CvB met leerkracht.
Instapniveau nieuwe leerlingen bepalen door de
intern begeleiders.
Zorgbespreking door CvB en leerkracht
September
Opstellen Ontwikkelplan van nieuwe leerlingen
door groepsleerkracht.
Algemene ouderavond voor ouders door
groepsleerkracht.
Zorgbespreking door CvB en leerkracht
Bespreking Ontwikkelplan door groepsleerkracht met
intern
begeleiders.
Ontwikkelplanbespreking met ouders van nieuwe
leerlingen door de
groepsleerkracht.
Informatieavond voor ouders van leerlingen van 10 jaar
en ouder betreffende
het schoolverlaterstraject.
Zorgbespreking door CvB en leerkracht
Oktober
Interne adviesbespreking schoolverlaters door
groepsleerkracht, intern
begeleider, GZ-psycholoog,
DE ZORG VOOR KINDEREN
51
locatiecoördinator/directeur.
Werkbespreking door intern begeleiders en
groepsleerkracht.
Zorgbespreking door CvB en leerkracht
November
Adviesbespreking schoolverlaters door
groepsleerkracht, intern begeleider,
GZ-psycholoog en ouders.
Afname leestoetsen bij alle leerlingen.
Citotoetsen rekenen en spelling alle klassen
Invullen OVM sociaal emotionele ontwikkeling en
werkhouding door
groepsleerkracht.
Zorgbespreking door CvB en leerkracht
Januari
Bijstelling Ontwikkelplan door groepsleerkracht.
Evaluatie Ontwikkelplan door CvB, intern begeleider en
groepsleerkracht.
Citotoets begrijpend lezen (1 x per jaar)
Zorgbespreking door CvB en leerkracht
Februari
en ouders.
Tussenevaluatie Ontwikkelplan door groepsleerkracht
Zorgbespreking door CvB en leerkracht
Maart
groepsleerkracht.
Werkbespreking door intern begeleider en
Invullen OVM sociaal emotionele ontwikkeling en
werkhouding door
groepsleerkracht.
Zorgbespreking door CvB en leerkracht
52
April
Afname CITO-toetsen lezen, rekenen en spelling
door groepsleerkracht en remedial teachers.
Zorgbespreking door CvB en leerkracht
Mei
Bijstelling Ontwikkelplan door groepsleerkracht.
Voorbereiding nieuwe Ontwikkelplan door
DE ZORG VOOR KINDEREN
groepsleerkracht.
Zorgbespreking door CvB en leerkracht
Juni
begeleider en
Eindevaluatie Ontwikkelplan door CvB, intern
groepsleerkracht.
Eindevaluatie Ontwikkelplan en vaststelling nieuw
Ontwikkelplan door groepsleerkracht met ouders.
Groepsoverdracht met nieuwe groepsleerkracht door
groepsleerkracht.
Zorgbespreking door CvB en leerkracht
N.B.: Gedurende het schooljaar zal bovenstaande planning worden
geëvalueerd en indien nodig worden bijgesteld.
4.4 De speciale zorg voor kinderen met
specifieke behoeften
Stepped-care zorgstructuur.
In de LBS is het afgelopen jaar gezocht naar betere afstemming het inzetten
van de medewerkers naar zorgbehoefte van een leerling.
Een leerling die binnen de school een positieve ontwikkeling laat zien op
het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling, gedrag en leren, krijgt het
aanbod zoals dat voor alle kinderen bestaat: met het PBS aanbod van de
regels en de beloningen, en met zijn leerkracht, vakleerkrachten en
specialisten, het handelingsplan en de zorgbesprekingen.
Stepped-care zorg wil zeggen dat een leerling die meer behoeft dan dit
aanbod dat ook krijgt afhankelijk van zijn/haar hulpbehoefte. De
locatie/zorgoördinator, Intern Begeleiders en schoolpsychologen alsmede
de School Maatschappelijk Werker (allen leden van de CVB) kunnen hierbij
ondersteunen. Ook zijn medewerkers van Cardea (Pedagogisch
Medewerkers) inzetbaar. Verder in de zorgpiramide kunnen de schoolarts,
directeur en Buro Jeugd Zorg extra hulp bieden.
Zodra voor een kind meer ondersteuning nodig is wordt dit met de
DE ZORG VOOR KINDEREN
53
ouders/verzorgers besproken; ook de begeleiding en zorg wordt in overleg
met ouders/verzorgers uitgevoerd.
4.4.1 Specialistische hulp
Soms is het voor een kind niet mogelijk om zich op een bepaald gebied
positief te ontwikkelen in een groep. Binnen de school kan de
groepsleerkracht dan een beroep doen op een groot aantal specialisten, die
speciaal opgeleid zijn om specifiek onderzoek te doen en een hulptraject op
te zetten voor de desbetreffende leerling. Soms zal deze hulp in de groep
uitgevoerd worden. Soms is het nodig om de hulp in een één op één situatie
aan te bieden. Dit wordt dan ook door de specialisten gedaan. Uitgangspunt
voor de speciale hulp is dat er gewerkt wordt met een van te voren
opgesteld plan. Om de zes tot acht weken wordt gecontroleerd of de
speciale hulp een positieve ontwikkeling bij het kind in gang zet. Deze
speciale hulp wordt niet ingezet in de eerste en laatste weken van een
schooljaar, omdat de kinderen het dan in de klas al druk genoeg hebben.
Indien een ontwikkeling uitblijft na een aantal periodes waarin extra hulp
geboden wordt, kan aanvullend extern onderzoek gewenst zijn.
4.4.2 De gezondheidszorg psycholoog (GZ)
De GZ-psycholoog neemt deel aan de wettelijk verplichte Schoolgebonden
Commissie van Begeleiding en verricht werkzaamheden die gericht zijn op
een verantwoorde plaatsing van de leerlingen in de school. Zij neemt deel
aan de multidisciplinaire besprekingen, waarin de ontwikkeling van de
leerlingen en de handelingsplannen besproken worden. Daar waar
langdurige stagnatie van de ontwikkeling van een kind zich voordoet, zal de
GZ psycholoog contact opnemen met de ouders en kan een voorstel gedaan
worden om te komen tot een onderzoek. Met inacht nemen van de geldende
beroepscode van NIP, NVO en NVMW is onze werkwijze als volgt: bij
handelingsgerichte tips voor wat betreft de toepassingsmoglijkheden in de
groep, zoals is besproken en zo nodig aangepast, in de CVB, volgt het
verslag dat met ouders/verzorgers wordt besproken. Voorts levert de
GZ-psycholoog een bijdrage aan de schoolorganisatie bijvoorbeeld door het
bijwonen van teamvergaderingen en neemt zij deel aan de
professionaliseringsactiviteiten van het team.
54
DE ZORG VOOR KINDEREN
4.4.3 De schoolmaatschappelijk werker
De schoolmaatschappelijk werker maakt deel uit van de Schoolgebonden
Commissie van Begeleiding en is betrokken bij de multidisciplinaire
besprekingen, waarin de ontwikkeling van de leerlingen en de
handelingsplannen besproken worden. Vanuit deze besprekingen kan de
schoolmaatschappelijk werker contact opnemen met de ouders.
De inzet van het schoolmaatschappelijk werk is erop gericht de
schoolloopbaan en de ontwikkeling van de leerlingen waar nodig te
ondersteunen, waarbij zij een verbindende factor vormt tussen de leerling,
de school, thuis en eventueel hulpverlenende instanties.
Wanneer de ouders vragen hebben over hun kind of als er zich in de
gezinssituatie veranderingen voordoen die van invloed kunnen zijn op het
gedrag van het kind op school, kunnen zij contact opnemen met de
schoolmaatschappelijk werkster.
De schoolmaatschappelijk werker coördineert ook de samenwerkende zorg
tussen school en de medewerkers van Cardea Jeugdzorg betreffende de
afgesproken onderwijs- zorg arrangementen en heeft contact met de
gezinsbegeleiders van Cardea Jeugdzorg.
4.4.4 De jeugdarts
De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) begeleidt de groei en ontwikkeling
van jeugdigen van 4 tot 19 jaar.
De jeugdarts maakt deel uit van de Schoolgebonden Commissie van
Begeleiding, maar is verbonden aan de GGD Zuid-Holland Noord locatie
Katwijk en niet aan de school. In het kader van de toelating van de
leerlingen op de Leidse Buitenschool zullen ouder en kind worden
opgeroepen door de jeugdarts; er is een breed onderzoek waar wordt
onderzocht of er wellicht
binnen school ondersteuning moet zijn op een van de fysieke onderdelen in
het onderzoek.
Het onderzoek vindt plaats op de Leidse Buitenschool, ouders krijgen
individueel een uitnodiging.
Tevens vindt om de twee à drie jaar een herhalingsonderzoek plaats. Dit
gebeurt ofwel op school ofwel in het gezondheidscentrum. Verder kunnen
er onderzoeken op indicatie plaatsvinden. De ouders krijgen hiervoor een
oproep thuisgestuurd.
U kunt ook zelf contact met hen opnemen als u vragen of zorgen hebt over
DE ZORG VOOR KINDEREN
55
de gezondheid, ontwikkeling of opvoeding van uw kind. Indien nodig overlegt
de jeugdarts of sociaal verpleegkundige JGZ met de leerkracht, huisarts of
andere instanties.
De afdeling JGZ geeft de school ook adviezen over veiligheid, hygiene,
infectieziekten, omgaan met elkaar, pesten voeding, beweging en dergelijke.
De JGZ ondersteunt de school bij het uitvoeren van gezondheidsprojecten.
Meer informatie kunt u vinden op de website: www.ggdhm.nl.
4.4.5 De zorgcoödinator (deel van de taak van de
locatiecoördinator)
De zorgcoördinator maakt deel uit van het managementteam van de Leidse
Buitenschool. Zij richt zich vooral op het aansturen van de zorgstructuur,
onderwijskundige vernieuwing, professionele ontwikkeling van de
teamleden en het treffen van zorgverbredingmaatregelen in de
schoolorganisatie. Daarnaast voert zij de kennismakingsgesprekken met de
ouders binnen het intakegesprek, organiseert zij de voorlichtingsavond
betreffende het voortgezet onderwijs en voert zij de gesprekken met de
ouders betreffende de doorverwijzing.
4.4.6 De intern begeleiders
De leerlingenzorg op De Leidse Buitenschool is gebaseerd op een systeem
van interne begeleiding, gericht op planmatig handelen. Dit betreft het
signaleren van problemen, diagnosticeren, oplossingen voorbereiden,
oplossingen uitvoeren en het evalueren van de gekozen oplossingen. Door
gebruik te maken van dit systeem streven we er naar om leerlingen
optimaal te laten profiteren van het aangeboden onderwijs. Ook de school
wordt op deze manier gestimuleerd om het aangeboden onderwijs te
vervolgen of bij te stellen en aan te passen aan de mogelijkheden van een
individuele leerling of groep.
Aanspreekpunt voor deze leerlingenzorg is de intern begeleider. Deze
bewaakt de afspraken die gemaakt zijn met betrekking tot bovengenoemde
systeem. Hierdoor werkt de intern begeleider aan het optimaliseren van de
voorwaarden waarbinnen de leerlingenzorg uitgevoerd moet worden en
geeft zo indirecte hulp aan de leerlingen. De intern begeleider coördineert
de hulp aan leerlingen die extra zorg nodig hebben en verzorgt tevens
afspraken met leerkrachten en specialisten in en buiten de school.
Wanneer er problemen zijn die niet in de eerste plaats in overleg met de
leerkracht kunnen worden opgelost, maakt de intern begeleider een
56
DE ZORG VOOR KINDEREN
afspraak met u als ouder. Verder is de intern begeleider verantwoordelijk
voor alle interne zaken m.b.t. de leerlingenzorg.
In het schooljaar 2014/2015 zal één van de intern begeleiders zich expliciet
richten op de ontwikkeling van het leesonderwijs in de school. Daarnaast
zal een aanzet worden gegeven tot het komen van adequate leerlijnen die
van belang zijn om te komen tot een aantal leerarrangementen die in het
kader van Passend Onderwijs van belang zijn.
De intern begeleiders zijn tevens adviserend lid van de schoolgebonden
Commissie van Begeleiding.
4.4.7 De fysiotherapeut
De kinderfysiotherapie op De Leidse Buitenschool is erop gericht om de
lichamelijke en zintuiglijke ontwikkeling van het kind te stimuleren.
Aan het begin van het schooljaar worden op indicatie van de
Schoolgebonden Commissie van begeleiding nieuwe kinderen door de
fysiotherapeut onderzocht. Na deze screening wordt in overleg bepaald
welke leerlingen fysiotherapeutische begeleiding krijgen.
De individuele fysiotherapie is gemiddeld een half uur per week. Hierbij is
plezier beleven in het gericht bewegen en spel van groot belang. Het accent
bij het oefenen zal afhankelijk van de problematiek bij het ene kind ergens
anders liggen dan bij het andere kind.
Zo kunnen met spelen/oefenen met de skippybal, de evenwichtsplank en de
wiebeltol verschillende doelstellingen beoogd worden bij kinderen, zoals
ontspanning en houdingsverbetering, ontwikkelen van de ruimtelijke
oriëntatie, evenwichtsverbetering, coördinatie of symmetrie. Met behulp van
constructiemateriaal, klei, verf en zand kan worden gewerkt aan o.a.
oog-handcoördinatie, fijne handmotoriek, lichaamsbesef en ruimtelijke
oriëntatie.
De fysiotherapeut begeleidt ook de houding en de beweging van uw kind in
de klas. Dit kan de zithouding betreffen, maar ook het (voorbereidend)
schrijven en ontwikkelingsspel ter stimulering van ruimtelijk inzichtelijke
vaardigheden.
4.4.8 De logopediste
Logopedie is geen synoniem voor spraakles. De logopedist houdt zich bezig
met alle problemen die met spreken en verstaan te maken hebben. Deze
problemen kunnen een weerslag hebben op de (sociaal-emotionele)
DE ZORG VOOR KINDEREN
57
ontwikkeling van het kind en schoolprestaties. De logopediste op De Leidse
Buitenschool behandelt kinderen die problemen hebben met hun stem,
spraak en taal. U kunt dan denken aan bijvoorbeeld hese of schorre stem,
stotteren, slissen, onduidelijk praten, door de neus praten, bepaalde
klanken fout uitspreken, mondademen, duimen, geen goede zinsbouw, te
kleine woordenschat, onvoldoende taalbegrip of problemen met auditieve
vaardigheden. Op school zal de logopedist in samenwerking met
bijvoorbeeld de ouders, leerkracht en remedial teacher het kind
logopedisch onderzoeken en zo nodig behandelen en/of begeleiden. Ook
ondersteunt de logopediste de taalontwikkeling bij de jongste leerlingen in
de groep.
4.4.9 De orthopedagoog, ontwikkelingspsycholoog en
schoolpsycholoog
Aan de school zijn een GZ-psycholoog, een schoolpsycholoog, een
orthopedagoog en een ontwikkelingspsycholoog verbonden.
Zij houden zich bezig met een breed scala aan relevante aandachtsgebieden.
Hierbij valt te denken aan remedial teaching en onderzoek en begeleiding
op het gebied van leerstoornissen. Het dyslexieprotocol wordt gevolgd.
Tevens is een gedragswetenschapper verbonden aan beide Campussen.
Voor de beide Campussen verricht de gedragswetenschapper een
psychologisch onderzoek.
De schoolpsycholoog verricht ondersteunende werkzaamheden ten behoeve
van de Commissie van Begeleiding. Deze werkzaamheden hebben
betrekking op de aanmelding van nieuwe leerlingen. Daarnaast verricht zij
tevens psychologisch onderzoek.
De gedragswetenschappers van de Leidse Buitenschool werken volgens de
richtlijnen van NIP/NVO. Na een Handelings Gericht Diagnostisch
onderzoek worden de bevindingen en de handelingsgerichte adviezen in de
CvB besproken. Zo nodig worden de adviezen bijgesteld. Daarna wordt het
volledige verslag van het onderzoek met de ouders besproken.
Wanneer de ouders/verzorgers met deze procedure niet akkoord gaan
kunnen zij dit kenbaar maken bij de betrokken gedragswetenschapper.
4.4.10 Samenwerking Bureau Jeugdzorg en Cardea
Jeugdzorg
Sinds schooljaar 2010-2011 is er een intensieve samenwerking met Bureau
58
DE ZORG VOOR KINDEREN
Jeugdzorg en Cardea Jeugdzorg en de Leidse Buitenschool. Daar waar
meer (of intensievere) zorg vereist is om een leerling in de klas en zijn
omgeving te laten functioneren, kan ondersteuning gezocht worden. De
hulpvraag kan vanuit de ouders, leerkracht of bureau Jeugdzorg komen.
Samen met de ouders wordt onderzocht welke extra zorg geboden moet en
kan worden. Als een leerling een indicatie voor extra zorg krijgt van Bureau
Jeugdzorg, kan het ondersteuning in de klas krijgen op een aantal vooraf
gestelde doelen, tevens kan een gezinsbegeleider met de ouders in het
gezin aan een aantal doelen werken. De zorg die geboden wordt is vooraf
geïntegreerd in de klassensituatie; leerkracht en pedagogisch medewerker
kennen elkaars doelen en vullen elkaar aan. Een medewerker van Bureau
Jeugdzorg is aanwezig bij de zorgbesprekingen in de Commissie van
Begeleiding. Als er een onderwijs-zorgtraject wordt overwogen, neemt de
maatschappelijk werkende van de school contact op met de ouders. Door
zorg en onderwijs met elkaar te combineren neemt de mogelijkheid voor
een kind om zich te ontwikkelen toe.
4.4.11 Het CJG en uw kind op de basisschool
Waarvoor kan ik terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)?
Ouders, kinderen en jongeren kunnen bij de CJG’s terecht met al hun
vragen over opgroeien en opvoeden.
Wij denken met u mee en bieden waar nodig ondersteuning. In het CJG
werken verschillende professionals , zoals jeugdartsen,
jeugdverpleegkundigen, (jeugd)maatschappelijk werkers en pedagogen,
samen. Iedere medewerker heeft eigen specifieke deskundigheid en taken
maar ze werken allemaal ter ondersteuning van u en uw kinderen.
Alle kinderen krijgen gedurende de schoolperiode een uitnodiging van de
jeugdgezondheidszorg voor een onderzoek van 5-6 jarigen (groep 2), 10-11
jarigen (groep 7) en 13-14 jarigen (klas 2 van het voortgezet onderwijs).
Tijdens deze contacten kunnen ouders en kinderen hun vragen stellen aan
de jeugdartsen of de jeugdverpleegkundigen. Maar ook buiten deze
contactmomenten staan wij voor u klaar en kunt u met uiteenlopende
vragen bij een CJG medeweker terecht.
Hoe bereikt u het CJG?
Medewerkers van het CJG zijn te vinden in de CJG’s, maar ook op scholen.
De jeugd maatschappelijk werkers/ jeugd- en gezinswerker houden op de
DE ZORG VOOR KINDEREN
59
meeste scholen spreekuren voor leerlingen, leerkrachten en ouders. De
leerkracht/interne begeleider kan u ook informeren over de bereikbaarheid
van de CJG medewerkers die aan de school van uw kind verbonden zijn.
Voor algemene informatie, bijvoorbeeld over de openingstijden, kunt u
terecht op de website van het CJG: www.cjgkatwijk.nl. Wij zijn ook
telefonisch te bereiken via 088 – 254 23 84. Een (anonieme) vraag stellen via
de website is ook mogelijk. Het CJG organiseert een groot aantal cursussen
en themabijeenkomsten rond opvoeden en opgroeien. Meer informatie
daarover vind u ook op de website.
Centrum voor Jeugd en Gezin
Centrum voor Jeugd en Gezin
Schimmelpenninckstraat 10
Burg. Koomansplein 1
2221 EP Katwijk
2231 DA Rijnsburg
4.5 Passend onderwijs: de beste kansen voor
élk kind
De meeste kinderen doen het prima op school: ze ontwikkelen zich naar
verwachting en leren zonder problemen. Sommigen hebben meer
begeleiding nodig, van specifiek lesmateriaal tot een aangepaste
leeromgeving. Het organiseren van deze ondersteuning, zo snel, licht en
dichtbij mogelijk, dat is de kern van Passend onderwijs. De nieuwe wet geldt
vanaf 1 augustus 2014 en verandert de manier waarop deze ondersteuning
kan worden aangevraagd, en hoe die georganiseerd en betaald wordt.
Passend onderwijs in het kort:
• Scholen in de regio werken samen om alle leerlingen de beste
onderwijsplek te bieden
• Het speciaal (basis) onderwijs blijft gewoon bestaan voor leerlingen die
dat echt nodig hebben
• Scholen kijken naar wat een leerling wél kan, het liefst op een gewone
basisschool in de buurt
• Er zijn geen bezuinigingen op extra ondersteuning aan leerlingen
Zorgplicht
Voorheen moesten ouders van kinderen die extra ondersteuning nodig
hebben, zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014
hebben scholen een zorgplicht. Dit betekent dat we elk kind een passende
60
DE ZORG VOOR KINDEREN
onderwijsplek moeten bieden. Dat kan op deze school zelf zijn, maar ook op
een andere basisschool of school voor speciaal (basis)onderwijs. Ouders
worden vanaf begin tot eind bij dit proces betrokken: u kent uw kind immer
het beste.
Samenwerkingsverband
Om elk kind een goede plek te kunnen bieden, werken alle basisscholen en
speciale scholen in de regio met elkaar samen. Onze school maakt deel uit
van het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek.
Dit verband bestaat uit vijftien schoolbesturen in de gemeenten Hillegom,
Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen.
Basisondersteuning
Schoolbesturen hebben met elkaar afgesproken wat elke school in principe
moet kunnen bieden aan ondersteuning. Dit wordt basisondersteuning
genoemd. Hierdoor weet u wat u als ouders ten minste mag verwachten van
het onderwijs en ondersteuning op een school. Elke basisschool krijgt een
eigen ondersteuningsbudget en de beschikking over expertise waarmee de
ondersteuning die kinderen nodig hebben, kan worden georganiseerd.
De route
Om passend onderwijs voor elke leerling snel en goed te kunnen
organiseren, heeft het samenwerkingsverband een route afgesproken. Deze
route bestaat uit verschillende stappen:
1) Het begint bij de leerkracht.
Hij of zij signaleert dat de ontwikkeling van een kind stagneert. Samen met
u als ouders gaat de leerkracht vervolgens op zoek gaat naar de juiste
aanpak voor uw kind.
2) Met hulp van de IB’er
Als een leerkracht de leerling zelf niet verder kan helpen, roept hij de hulp
in van de intern begeleider van de school. De IB’er maakt een gedegen
analyse van de situatie en geeft vervolgens advies over een mogelijke
aanpak. Ook hierbij is het informeren en betrekken van u als ouders van
groot belang. De IB’er voert vervolgens de regie over het afgesproken
traject.
3) Met hulp van het ondersteuningsteam (OT)
Als zowel de leerkracht als de intern begeleider en de ouders er niet
uitkomen, wordt de hulp van het ondersteuningsteam (OT) ingeroepen.
DE ZORG VOOR KINDEREN
61
Naast de leerkracht, ouders en ib’er, kan zo’n team bestaan uit de directeur
van de school, onderwijsspecialist en een jeugd- en gezinswerker. Het
ondersteuningsteam overlegt wat het kind nodig heeft, de aanpak die is
afgesproken, wordt arrangement genoemd. Afhankelijk van wat er nodig is,
kan dit op vele manieren worden vormgegeven:
- hulp die een school zelf kan bieden
- hulp die een school kan bieden met expertise van buiten
- verwijzing naar een speciale onderwijsvoorziening
Verwijzing naar een speciale onderwijsvoorziening
Stap 1: Gesprek met sbo- of so-school
Als duidelijk is dat een speciale school voor een leerling beter geschikt is,
wordt een deskundige van die school uitgenodigd om te praten over de duur
en intensiviteit van het arrangement.
Stap 2: Toelaatbaarheidsverklaring (TLV)
Als de eerste stap is afgerond, kan bij het samenwerkingsverband een
toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd. Er zijn twee
mogelijkheden:
- Speciaal basisonderwijs
- Speciaal onderwijs:
Categorie I: zeer moeilijk lerende kinderen, langdurig zieke kinderen,
kinderen met epilepsie of ernstige gedragsproblematiek
Categorie II: lichamelijk gehandicapte kinderen
Categorie III: meervoudig gehandicapte kinderen
Stap 3: Bieden van extra ondersteuning
Als een leerling een toelaatbaarheidsverklaring heeft gekregen wordt de
plaatsing zo spoedig mogelijk gerealiseerd.
Stap 4: Terugplaatsing vanuit het so of sbo
Bij plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs wordt in het
ontwikkelingsperspectief beschreven hoe aan terugplaatsing naar de
reguliere school gewerkt wordt. Als bij evaluatie blijkt dat dit een optie is,
vindt overleg plaats met ouders en de school van herkomst. Een andere
reguliere school die meer passend is, bestaat ook tot de mogelijkheden.
Ontwikkelingsperspectief
Een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld als resultaten achterblijven
ondanks de ondersteuning op de basisschool, al dan niet met hulp van
62
DE ZORG VOOR KINDEREN
buiten. Voor deze leerlingen is een perspectief voor langere termijn nodig
om de onderwijsbehoeften goed te kunnen bepalen.
Rechtstreekse instroom
Voor een groep leerlingen is al snel duidelijk dat zij aangewezen zijn op het
speciaal onderwijs. Deze leerlingen hoeven niet de reguliere route te
volgen. Een team van onderwijsspecialisten zal het verzoek om
rechtstreekse instroom behandelen.
Meer informatie over de organisatie van passend onderwijs in uw regio vindt
u op de websites van het samenwerkingsverband PO Duin- en Bollenstreek:
http://po.swv-db.nl en www.swv-db.nl.
4.6 De begeleiding van de overgang van de
kinderen naar het voortgezet onderwijs
Elk schooljaar gaan er leerlingen naar het voortgezet onderwijs. De Leidse
Buitenschool neemt in het voorlaatste- en laatste schooljaar met de
leerling en de ouders een aantal stappen die leiden tot een goed afgewogen
schooladvies. De coördinator en contactpersoon voor de schoolverlaters is
Brit Slotboom.
• In september/oktober wordt er een algemene informatieavond over het
vervolgonderwijs gehouden. Alle ouders van leerlingen van 10 jaar en ouder
worden hier voor uitgenodigd.
• Alle schoolverlaters doen mee met een klassikaal gericht
intelligentieonderzoek (NIO).
• De Commissie van Begeleiding bespreekt alle -potentiëleschoolverlaters; dit zijn de leerlingen die in dit schooljaar 12 jaar worden.
Daarnaast wordt er advies geformuleerd.
• In de maand oktober wordt dit advies met de ouders besproken; U krijgt
dit advies ook op papier.
• Ouders en leerling kunnen vanaf deze tijd de scholen bezoeken die hun
voorkeur hebben én die genoemd zijn bij het adviesgesprek.
• Ouders melden hun kind zelf aan bij de school van hun keuze!
Het is prettig als u aan de contactpersoon Schoolverlaters van De Leidse
Buitenschool laat weten bij welke school u uw kind hebt aangemeld.
• De Leidse Buitenschool verzorgt het benodigde Onderwijskundig Rapport
DE ZORG VOOR KINDEREN
63
voor de nieuwe school. Een rapport waarin didactische en pedagogische
gegevens genoteerd worden. U moet dit Onderwijskundig Rapport voor
akkoord tekenen. De Leidse Buitenschool stuurt dit rapport naar de nieuwe
school.
• Voor leerlingen die aangemeld zijn bij de Prof. Dr. Leo Kannerschool (of
afdelingen daarvan) geldt dat op verzoek van de betreffende school door de
leerkracht een formulier met startinformatie wordt ingevuld. Ouders
ontvangen hiervan een kopie.
• Leerlingen die aangemeld zijn voor VMBO/ LWOO
(LeerWegOndersteunend Onderwijs) of Praktijkonderwijs moeten op één
van de VMBO scholen in de regio mee doen aan de LWOO toetsen.
De Leidse Buitenschool meldt deze leerlingen aan bij de VMBO school, u
ontvangt ook van De Leidse Buitenschool de gegevens van de afgenomen
testen en toetsen. Pas na deze toetsen is duidelijk of uw kind geplaatst kan
worden op de VMBO/LWOO school van uw keuze.
• Voor plaatsing in het Voortgezet Speciaal Onderwijs is een indicatie voor
cluster 4, of een Toelaatbaarheidsverklaring nodig.
De VSO scholen verzorgen zelf de aanname van uw kind, de contacten lopen
dus via hen; ook hier is het prettig als u aan De Leidse Buitenschool laat
weten of- en waar uw kind geplaatst is.
• Leerlingen die naar het regulier Voortgezet Onderwijs gaan en een
indicatie hebben, kunnen ondersteund worden door een ambulant
begeleider. Bij het adviesgesprek krijgt u de benodigde informatie.
Er is een goed contact met verschillende scholen voor Voortgezet Onderwijs.
Wanneer een school bij De Leidse Buitenschool niet bekend is, wordt er met
de betreffende school kennisgemaakt en worden de mogelijkheden voor de
leerling besproken.
Na plaatsing van de leerling onderhoudt de LBS gedurende één leerjaar
contact met de (reguliere) vervolgschool.
4.7 Het vervolgonderwijs na De Leidse
Buitenschool
Aan het eind van elk schooljaar is er een groep schoolverlaters. In
64
DE ZORG VOOR KINDEREN
verschillende groepen worden zij voorbereid op de eisen die het voortgezet
onderwijs stelt. Soms ook verlaat een kind de school tussentijds. Het kan
bijvoorbeeld naar het basisonderwijs of naar een andere vorm van speciaal
onderwijs doorstromen.
In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal
schoolverlaters per jaar in combinatie met het schooltype.
Vorm van onderwijs en type school
Juli
2014
Voortgezet onderwijs
HAVO/ VWO met LGF
VMBO met LGF
VMBO
LWOO/VMBO
LWOO/VMBO met LGF
Praktijkschool
Praktijkschool met LGF
Cluster 3
Cluster 4
Cluster 4 HAVO/ VWO
Cluster 4 VMBO basis/ kader
Cluster 4 Praktijkonderwijs
Cluster 1
3
1
21
-
Speciaal onderwijs
Cluster 3
Cluster 4
Primair Onderwijs
Speciaal Basisonderwijs
Basisonderwijs
Basisonderwijs met LGF
Cluster 4 basisonderwijs
Cluster 3 basisonderwijs
Cluster 2 basisonderwijs
Bao met LGF
6
1
4
3
1
-
Totaal aantal schoolverlaters
* totaal aantal leerlingen.
40
DE ZORG VOOR KINDEREN
65
4.8 Ambulante Begeleiding
Vanuit De Leidse Buitenschool wordt een groot aantal kinderen en hun
school begeleid in het regulier basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs
(SBO) en het Voortgezet Onderwijs. De scholen liggen binnen de Duin- en
Bollenstreek. Door middel van deze begeleiding krijgen kinderen met
cluster 4 problemen de kans om binnen het regulier (voortgezet) onderwijs
dan wel het SBO te blijven of te reïntegreren. Er bestaan drie mogelijke
vormen van begeleiding.
Preventieve Ambulante Begeleiding (PAB)
De begeleiding wordt geboden aan de leerkracht van een kind dat dreigt
vast te lopen binnen het basisonderwijs, nadat is gebleken dat preventieve
ambulante begeleiding vanuit het speciaal basisonderwijs ontoereikend is.
De begeleiding vanuit het speciaal onderwijs, vindt kortdurend plaats en is
erop gericht de school handvatten te bieden om te kunnen omgaan met
kinderen waarbij zich lichte leer- en gedragsproblemen voordoen. Indien
ook deze hulp vanuit het speciaal onderwijs onvoldoende blijkt te zijn, kan
de basisschool de ouders adviseren een Cluster IV indicatie aan te vragen.
Geïndiceerde Ambulante Begeleiding/ Leerlinggebonden Financiering
(GAB/LGF)
Tegenwoordig hebben de ouders van een kind met een Cluster IV indicatie
de mogelijkheid te kiezen tussen plaatsing binnen het speciaal onderwijs of
extra begeleiding binnen het basisonderwijs (de rugzak). Vanuit de overheid
is voor deze laatste vorm van hulp geld ter beschikking gesteld om de
zorgleerlingen in het basisonderwijs extra te ondersteunen.
De ondersteuning bestaat uit extra formatie voor de basisschool,
financiering voor extra leermiddelen en 60 uur per leerling op jaarbasis
Ambulante Begeleiding vanuit een cluster 4 school. (Voor het Voortgezet
onderwijs is dit 40 uur per leerling op jaarbasis.) Deze ondersteuning geldt
voor een periode van drie jaar.
De Ambulante Begeleiding wordt regionaal verzorgd vanuit de bestaande
samenwerkings-verbanden binnen de Duin- en Bollenstreek, zodat er één
Ambulant Begeleider aan één school gekoppeld kan worden. Daarnaast is
de coördinator van de Ambulante Begeleidingsdienst beschikbaar om
66
DE ZORG VOOR KINDEREN
vragen van ouders en scholen te beantwoorden.
Er wordt nauw samengewerkt met de dienst Preventieve Ambulante
begeleiding van SBO De Windvang. Samen met deze dienst wordt nagedacht
over toekomstige ontwikkelingen als gevolg van de invoering van Passend
Onderwijs. Binnen Passend Onderwijs is het aflopen van de indicatie cluster
4 ook de begeleiding vanuit het cluster onderwijs beëindigd. De regulier (VO
en BaO) scholen ontvangen in hun zorgarrangementen de financiering van
hun zorgleerlingen. De scholen kunnen zorg inkopen bij diverse
ondersteuningsbureaus, waaronder de Dienst Expertise en Begeleiding van
de Leidse Buitenschool
DE ZORG VOOR KINDEREN
67
5
::: 5 De ouders
5.1 Het belang van de betrokkenheid van
ouders
Het belang van de betrokkenheid van ouders is een zo vanzelfsprekende
zaak dat dit geen nadere toelichting lijkt nodig te hebben. Toch volgen hier
enige opmerkingen:
- voor ons zijn de ouders de eerst-deskundigen waar het om hun kind gaat.
Daarmee zijn de ouders voor ons als schoolteam samenwerkingspartners.
School en ouders werken samen om de ontwikkeling van het kind zo
optimaal mogelijk te laten verlopen.
• Betrokkenheid vergroot het inzicht van de ouders in wat er op school
gaande is.
• De kennis van wat op school gaande is, is nodig om het kind het gevoel te
geven dat ouders voor hem of haar belangstelling hebben.
• Belangstelling van de ouders voor de school en voor wat het kind daar
doet, leert, beleeft, maakt, enz. zorgt ervoor dat het kind zich gesteund voelt.
• Een kind dat zich gesteund voelt door zijn ouders zal tot betere resultaten
komen. Dit geldt niet alleen op het gebied van het schoolse leren, maar
zeker ook op dat van het sociale leren en het omgaan met elkaar.
De betrokkenheid van ouders bij de school kenmerkt zich in het
bovenstaande, maar zeker ook in het actief zijn bij het verschaffen van
hand- en spandiensten voor de school. De ouders leren de school kennen
door deel te nemen aan ondersteunende activiteiten welke worden
georganiseerd door de ouderraad, de medezeggenschapsraad en door de
leden van het team. Betrokkenheid komt dan tot uiting door positief te
reageren op oproepen tot ondersteuning. Daarnaast blijkt betrokkenheid
ook uit aanwezigheid op door de school georganiseerde ouderavonden en
contactavonden en het ingaan op uitnodigingen van de school om tot een
overleg te komen.
De teamleden zullen hun verantwoordelijkheid in deze moeten nemen door
van hun kant de ouders die aan hun betrokkenheid uiting willen geven, ook
DE OUDERS
69
de gelegenheid te bieden. Ook zullen met name de groepsleerkrachten de
betrokkenheid van de ouders moeten stimuleren waar het gaat om het
geven van informatie over de leervorderingen of leerproblemen en positieve
of negatieve zaken betreffende het gedrag van het kind.
Betrokkenheid van ouders bij de school komt tevens de school ten goede.
Het stimuleert de teamleden tot een nog actievere instelling waar het gaat
om samenwerking met de ouders.
Dit alles zal een wisselwerking opleveren met het resultaat dat met name
de leerling meer mogelijkheden krijgt zich op een wijze te ontwikkelen die
ouders en school voor ogen hebben.
Wanneer de school van mening is dat uw kind steun, begeleiding dan wel
externe training of therapie behoeft, dan verwachten wij dat de ouder(s) hun
rol samen met de school als partners vervullen. Dit heet partnerschap, een
wederzijdse betrokkenheid van ouders en school teneinde
optimale omstandigheden te realiseren voor de ontwikkeling en het
leren van kinderen, thuis en op school. Daartoe gaan we met elkaar
in gesprek en werken ze zoveel mogelijk samen.We gaan samen op zoek
naar de juiste ondersteuning.
5.2 Informatievoorziening aan ouders over het
onderwijs en de school
5.2.1 De schoolgids
De schoolgids wordt ieder jaar geactualiseerd en op de website
weergegeven. In de schoolgids staat alle informatie betreffende de school,
zodat alle ouders een goed inzicht krijgen in wat er op de school gebeurt.
5.2.2 LBSnieuwsbrief
Er wordt naar gestreefd aan het eind van iedere maand de LBSnieuwsbrief
te laten uitkomen. Hierin kunt u actuele nieuwtjes betreffende de school
lezen.
5.2.3 De website
De website van de Leidse Buitenschool wordt in de eerst maanden van het
nieuwe schooljaar gerestyled.
70
DE OUDERS
5.2.4 De weekbrief
Iedere leerkracht verzorgt voor zijn of haar groep één keer per week een
weekbrief waarin alle belangrijke zaken van de afgelopen week vermeld
staan. Ook wordt er vooruit gekeken naar de activiteiten van de komende
week. Als u de weekbrief mist, laat dit dan even weten.
5.3 De medezeggenschapsraad
Sinds 1 januari 2007 is de Wet Medezeggenschap op scholen (WMS) in
werking getreden. De MR bestaat uit acht leden; vier personeelsleden en
vier ouders van leerlingen.
De MR behartigt de belangen van het personeel en van de ouders en
leerlingen van De Leidse Buitenschool.
De MR heeft advies- en/of instemmingsrecht inzake de belangrijke
beleidsvoornemens van het bestuur op het gebied van personeel, onderwijs
en financiën. De vergaderingen van de MR vinden plaats op school en
kunnen op verzoek worden bijgewoond.
De Leidse Buitenschool is ook vertegenwoordigd in de GMR, de
gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de Aloysiusstichting.
5.4 De ouderraad
Op de Leidse Buitenschool bestaat al een aantal jaren een zeer bedrijvige
ouderraad. Deze ouderraad bestaat uit ouders die het leuk vinden om mee
te helpen met de ondersteuning van activiteiten, die op school
georganiseerd worden. U kunt dan denken aan activiteiten, zoals de viering
van Sinterklaas, Kerst, Carnaval, Pasen, sportdagen, de themaweek en de
afsluiting van het schooljaar. Ongeveer één keer per maand wordt er ’s
ochtends tijdens de lessen op school vergaderd. Een van de Intern
Begeleiders is contactpersoon tussen de ouderraad en het team. Zij zorgen
er voor dat de ideeën van de raad bij het team ter sprake worden gebracht
en vice versa. Ouders die zich willen aanmelden voor de ouderraad doen dit
bij de voorzitter van de ouderraad. Naam en telefoonnummer kunt u vinden
in hoofdstuk 9.
De school maakt ook gebruik van klassenouders. Een ouder van een
leerling in de klas zorgt voor helpende handen in de groep als deze nodig
DE OUDERS
71
zijn. Aan het begin van het jaar bekijkt de ouderraad samen met de
leerkracht welke ouders zich hiervoor beschikbaar willen stellen. De
klassenouder is het contact tussen de leerkracht, de andere ouders van de
groep en de ouderraad. De klassenouder ondersteunt ook hier weer vooral
in de organisatie van de extra’s in de klas.
De activiteiten die door de ouderraad worden georganiseerd, kunnen niet tot
stand komen zonder uw vrijwillige bijdrage, het schoolfonds. U krijgt aan
het begin van het schooljaar een acceptgiro thuis gestuurd met het verzoek
een bijdrage te geven aan het schoolfonds. De hoogte van de bijdrage kunt u
lezen in paragraaf 5.10. De bijdrage is niet verplicht, maar wordt zeer op
prijs gesteld.
De ouderraad heeft een eigen penningmeester, die jaarlijks verslag
uitbrengt van de uitgaven. Haar werk wordt gecontroleerd door een
kascommissie waarin ook de medezeggenschapsraad is vertegenwoordigd.
5.5 Contact tussen de groepsleerkracht en de
ouders
5.5.1 Algemeen
Een grote groep van onze leerlingen woont buiten Katwijk. Dagelijks contact
met de leerkracht is vaak hierdoor niet mogelijk. Veel ouders vinden dit
jammer en missen dat. Helaas het is niet anders. Toch is het mogelijk om
geregeld contact met de leerkracht te hebben door een telefoontje of een
afspraak na lestijd. Voor een aantal kinderen kan een huisbezoek door de
leerkracht belangrijk zijn. Dit huisbezoek wordt, indien gewenst, samen met
de schoolmaatschappelijk werker afgelegd. Het is een goede gewoonte dat
de leerkracht bij alle leerlingen die dit schooljaar voor het eerst de Leidse
Buitenschool bezoeken een huisbezoek af legt.
5.5.2 Het heen-en-weerschriftje
Het doel van het heen-en-weerschriftje is informatie-uitwisseling over
algemene zaken tussen school en thuis. Voor alle groepen geldt dat u
geïnformeerd wordt over wat er op school gebeurt door middel van een
weekbrief. Deze wordt geplaatst in het schriftje of verspreid via e-mail,
indien u hier de voorkeur aan geeft. Naast de informatie vanuit de weekbrief
72
DE OUDERS
geldt dat het schriftje ook gebruikt kan worden voor andere doeleinden. Met
name in de jongste groep(en) vindt in beginsel dagelijks contact plaats via
het schriftje. In de middenbouw op aanvraag van ouders.. De onderwerpen
waarover u via het schriftje geïnformeerd wordt zijn onder meer de
klassenregels en afspraken, thema’s uit de groep, bijzondere
gebeurtenissen, afwezigheid en vervanging van de leerkracht, CITO-toetsen
en wijzigingen in het schoolprogramma. Ook wordt het schriftje gebruikt om
andere brieven in het ‘vervoeren’. Hierbij kunt u denken aan informatie van
de ouderraad, uitnodiging voor de rapportavond, enz.
U als ouder hebt via het schriftje of de mail de mogelijkheid om korte
vragen/opmerkingen te noteren, waarbij telefonisch contact niet
noodzakelijk is. Tevens kan het gebruikt worden om afspraken te maken of
te bevestigen. Er zijn echter ook grenzen aan het ‘praten’ via het schrift of
de mail. Zo moeten we er rekening mee houden dat het schriftje kwijt kan
raken. Privacygevoelige onderwerpen mogen daarom niet opgeschreven
worden in het schrift. In dezelfde lijn ligt het verzoek om zo min mogelijk
namen te noemen van andere leerlingen. Dit is vooral belangrijk in
moeilijke situaties.Voor de e-mail gelden dezelfde beperkingen. In beide
gevallen willen we graag dat u rechtstreeks contact opneemt met de
groepsleerkracht.
Indien uw kind een heen-en-weerschrift heeft, is het handig dat u een
afspraak maakt over de bewaarplaats van het schrift. Handig is dat het altijd
in de schooltas blijft, zodat zowel de ouder als de leerkracht er gebruik van
kunnen maken.
5.5.3 Informatie aan ouders
De school volgt de wettelijke regels met betrekking tot de informatieplicht
jegens gescheiden ouders. Dat betekent dat de school ervan uitgaat dat
ouders die beiden het ouderlijk gezag hebben verkregen elkaar informeren
met betrekking tot zaken rondom hun zoon of dochter (artikel 1:377b
Burgerlijk Wetboek). Beide ouders zijn ook gezamenlijk welkom bij de
ouderavonden en de 10 minutengesprekken. In overleg met de directie kan
daarvan worden afgeweken. Verder informatie vindt u in het protocol dat via
de administratie van de school te verkrijgen is.
Ouders die geen gezag (meer) hebben over hun kind, hebben ook recht op
informatie over hun kind. De ouder zal daar echter wel zelf om moeten
(artikel 1:377c Burgerlijk Wetboek). Het beleid van de school hierover is als
volgt;
DE OUDERS
73
- Wij informeren beide ouders op gelijke wijze
- Het adres van de niet met het ouderlijk gezag belast zijnde ouder of ouder
waarbij het kind niet woont dient u zelf kenbaar te maken bij de
administratie en wordt vervolgens in onze administratie opgenomen
- In voorkomende gevallen wordt afgesproken hoe de informatievoorziening
wordt vormgegeven. Van deze afspraak wordt een kopie in het
leerling-dossier gedaan
- Als de informatievoorziening niet is toegestaan (bijvoorbeeld door een
gerechtelijke uitspraak) moet een schriftelijk bewijs hiervan aan de directie
worden overlegd.
5.6 Klachtenregeling
Per 1 augustus 1998 is in het basis- en voortgezet onderwijs de ‘Wet op de
Kwaliteitszorg’ van kracht. Eén van de onderdelen van deze Kwaliteitswet is
het ‘Klachtrecht’. Het klachtrecht geeft ouders en leerlingen (vanaf 12 jaar)
het recht om te klagen over maatregelen vanuit de school, gedragingen van
personeel en/of schoolleiding dan wel nalatigheid van de school.
Het bevoegd gezag van onze is de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg
(ASOJ). De klachtenregeling houdt het volgende in:
• De ASOJ gebruikt het model klachtenregeling van de landelijke
ouderorganisaties, schoolleidersorganisaties, vakorganisaties en
besturenorganisaties.
• De ASOJ heeft twee vertrouwenspersonen aangesteld.
• Binnen onze school is door de de directie één contactpersoon is
aangesteld. Jaarlijks wordt er door de ASOJ een studiedag voor
contactpersonen georganiseerd.
• De Leidse Buitenschool lid is van VOS/ABB (een besturenorganisatie voor
openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs) en derhalve lid van de
Landelijke Klachtencommissie voor openbaar en algemeen toegankelijk
onderwijs.
De afhandeling van een klacht
Iedereen die iets met de school te maken heeft kan een klacht indienen. Het
indienen van een formele klacht kan altijd rechtstreeks bij de
klachtencommissie. Voorkomen is echter beter dan genezen. Het is daarom
74
DE OUDERS
belangrijk dat binnen de school goed wordt omgegaan met klachten,
waarbij zoveel mogelijk wordt voorkomen dat onvrede uitmondt in een
formele klacht bij de klachtencommissie. Deze commissie zal ook altijd
informeren wat er op schoolniveau aan gedaan is en zo nodig
terugverwijzen naar de school.
Binnen de school geldt de volgende procedure, waarbij de ontvanger altijd
aan de directeur meldt dat er een klacht is ontvangen.
1. Ouders proberen in eerste instantie hun klacht met de (groeps)leerkracht
te bespreken en op te lossen.
2. Indien dit niet tot een bevredigende oplossing leidt, nemen ouders contact
op met een van de intern begeleiders. Zij zal eventueel samen met de
ouders de klacht met de betreffende leerkracht bespreken en oplossen.
Voor de Campus geldt dat in deze fase contact wordt opgenomen met de
locatieleider van de Campus.
3. Indien dit ook niet tot een bevredigend resultaat leidt, nemen ouders
contact op met de locatiecoördinator of de directeur.
Wanneer de bovenstaande procedure niet tot een oplossing leidt, kan de
klager contact opnemen met de contactpersoon van de school. Hij/zij gaat
na waar de klacht over gaat en met wie deze reeds besproken is. De
contactpersoon zal opnieuw pogingen doen de klacht op te lossen. Wanneer
dit niet lukt, verwijst de contactpersoon de klager door naar de
vertrouwenspersonen van de ASOJ, waarmee de formele
klachtenprocedure in werking treedt.
Namen, adressen en/of telefoonnummers van de contactpersoon, de
vertrouwenspersonen en de klachtencommissie kunt u vinden in hoofdstuk
9 van deze schoolgids.
5.7 Meldpunt vertrouwensinspecteurs
Binnen de inspectie van het onderwijs is een aantal mensen aangewezen
als vertrouwensinspecteurs. Deze inspecteurs hebben een adviserende en
ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele
intimidatie. Ieder bevoegd gezag van een school of onderwijsinstelling is
wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te
nemen met de vertrouwensinspecteur. Deze verplichting geldt voor
DE OUDERS
75
klachten over leraren, directies en anderen die aan de school contractueel
verbonden zijn. Ook als niet meteen duidelijk is of sprake is van strafbare
feiten dient de vertrouwensinspecteur ingeschakeld te worden voor overleg.
De inspecteur heeft geheimhoudingsplicht bij klachten over seksueel
misbruik. Hij of zij zal in alle gevallen in overleg met de klager komen tot
afspraken over de verdere afhandeling van de klacht en de stappen die
worden genomen.
Scholen en ook leerlingen kunnen eveneens contact opnemen met de
vertrouwensinspecteur als zich situaties van ernstig fysiek en geestelijk
geweld hebben voorgedaan. Anders dan bij seksueel misbruik zijn scholen
in dit geval niet verplicht zich tot de vertrouwensinspecteur te wenden.
Het telefoonnummer van het meldpunt kunt u vinden in hoofdstuk 9 van
deze schoolgids.
Meer informatie kunt u opvragen via de website van het Ministerie van
Onderwijs: www.minocw.nl. De brochure is ook bij de directeur op te vragen.
5.8 5010 voor ouders over onderwijs
5010 is de vraagbaak voor ouders van kinderen die naar het basis en
voortgezet onderwijs gaan. 5010, het telefonisch en digitaal loket voor
informatie en advies. Telefonisch met een gratis nummer: 0800 5010, dat
bereikbaar is op schooldagen tussen tien en drie uur. Digitaal met een
website: www.50tien.nl waar veel informatie opstaat. Bovendien is vanaf de
website de mogelijkheid om per email een vraag te stellen.
De doelstelling van 5010 is helder en simpel: antwoord geven. Antwoord, en
als het nodig is een advies, op alle vragen die ouders kunnen hebben over
het onderwijs aan hun kinderen.
5010 is een samenwerking van de organisaties voor ouders in het onderwijs
(bijvoorbeeld LOBO en NKO) en organisaties voor leer-, gedrags- en
ontwikkelingsproblemen en handicaps (bijvoorbeeld Balans). Dit brede
samenwerkingsverband geeft een groot draagvlak en bundelt de expertise
om te voorzien in de vragen van ouders.
5.9 Ouderbijdrage
De ouderbijdrage wordt vastgesteld door de Ouderraad met instemming van
76
DE OUDERS
de Medezeggenschapsraad. Van deze bijdrage worden rekeningen betaald,
die niet door het Rijk of de Gemeente worden vergoed. De ouderbijdrage is
dit jaar vastgesteld op € 30,-Het gaat om de betaling van of een bijdrage in de kosten van:
• Festiviteiten, waaron¬der Sint Nicolaas, Sportdag, Kerstmis en Pasen.¬
• Activiteiten in de consumptieve sfeer, waarvoor geen schoolbudget
aanwezig is, zoals
koken/bakken en speelgoed.
Om deze activiteiten elk jaar weer opnieuw te kunnen organiseren vragen
wij aan de ouders een bijdrage. Zoals u begrijpt moet deze bijdrage
kostendekkend zijn.
U ontvangt elk schooljaar een acceptgiro waarmee u deze bijdrage kunt
betalen. Deze ouderbijdrage bent u niet verplicht te betalen. Echter zonder
uw bijdrage zal het op den duur niet meer mogelijk zijn deze niet-schoolse
activiteiten te blijven organiseren.
Ouderbijdrage
De ouderraad heeft een eigen girorekening waarop de bijdragen van de
ouders gestort kunnen worden i.v.m. het schoolfonds:
Gironummer: 8288907
Ten naam van: Ouderraad Leidse Buitenschool
Duinoordweg 2-4 2224 CD Katwijk
Schoolreisjes en schoolkampen
Overige kosten gedurende het schooljaar:
Het schoolreisje € 30,00
Het schoolkamp € 50,00 (voor de twee oudste groepen)
De school heeft een eigen girorekening waarop de bijdrage van de ouders
gestort kunnen worden i.v.m. de schoolreisjes en de schoolkampen:
Banknummer: 3677 83 614
Ten naam van: Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg
Inzake De Leidse Buitenschool
Duinoordweg 2-4 2224 CD Katwijk
DE OUDERS
77
5.10 Financiële ondersteuning
Wij vinden het op school heel belangrijk dat alle kinderen aan al onze
activiteiten kunnen meedoen.
Soms kunnen er echter omstandigheden zijn waardoor het niet mogelijk is
voor ouders om het schoolreisje of een excursie te betalen.
We hebben op school wel een klein ‘potje’, maar u kunt ook bij uw
woongemeente vragen of zij kunnen bijdragen in de kosten (vraag om een
afspraak te maken naar de afdeling Werk en Inkomen, of naar de Sociale
Dienst)
De stichting Leergeld staat ervoor om kinderen niet in een isolement te
laten geraken doordat er gebrek aan geld is. U kunt bij hen contact
opnemen via www.leergeld.nl.
Veel informatie is ook te vinden op de website: www.grijpjekansen.nl, De
school-maatschappelijk werkende kan u ondersteunen om mogelijkheden
te vinden om toch aan de verplichtingen te kunnen voldoen.
5.11 Schoolfotograaf
Jaarlijks komt de schoolfotograaf op onze school om foto’s te maken van
uw zoon of dochter. Ook wordt er een groepsfoto gemaakt.
5.12 Schoolverzekering voor leerlingen
Voor de buitenschoolse uren waaronder ook op weg naar en van school
dienen ouders, indien zij dit wensen, zelf een ongevallenverzekering af te
sluiten. Voor evenementen in schoolverband (schoolreis; excursie, e.d.) is er
een ongevallenverzekering afgesloten.
De school is NIET verzekerd voor schade aan waardevolle materialen. Als er
op school door toedoen van derden schade ontstaat aan bijvoorbeeld een
spelcomputer of iets dergelijks dan kan een beroep gedaan worden op de
aansprakelijkheidsverzekering van de betrokkene.
Dat geldt ook voor schade die aan het gebouw of materialen van de school
ontstaat.
5.13 Aangepast vervoer
78
DE OUDERS
Leerlingen die om wat voor reden dan ook niet zelfstandig naar en van
school kunnen reizen, komen in aanmerking voor het zogenaamde
aangepaste vervoer. Ouders dienen dit vervoer aan te vragen bij de afdeling
Publiekszaken op het Gemeentehuis van hun woonplaats.
De Gemeente Katwijk hanteert bij de aanvraag de zgn. vierkilometer grens.
Bent u woonachtig binnen de afstand van vier kilometer van de school, komt
uw kind niet in aanmerking voor aangepast vervoer, tenzij u zeer grondige
redenen hebt.
Bij het vervoer aan uw kind zijn verschillende personen en organisaties
betrokken, namelijk de ouders, de chauffeur, het vervoersbedrijf, de
gemeente en de school. Iedereen heeft hierin zijn eigen taken en
verantwoordelijkheden. De school hanteert hierbij de uitgangspunten zoals
die omschreven staan in de brochure ‘vlug & veilig naar school’, een uitgave
van de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad en de landelijke
organisaties van ouders in het onderwijs. Via deze brochure kunt u zich
laten informeren over wat te doen bij problemen.
Bij de start van het nieuwe schooljaar zullen we u het protocol taxivervoer
toezenden, in dit protocol staan alle afspraken die er zijn tussen school,
leerling en ouders, vervoerbedrijf en chauffeur genoteerd. Afspraken over
verzoeken, klachten, ziek- en herstelmeldingen, waar en hoe laat uw kind
klaar moet staan en wanneer en waar het weer wordt afgezet, worden met
u gemaakt door het betreffende vervoersbedrijf.
Als een leerling zelfstandig kan reizen, komen de ouders in aanmerking
voor een vergoeding van de reiskosten van bijvoorbeeld het openbaar
vervoer. Ook hiervoor kunt u terecht op het Gemeentehuis van uw
woonplaats.
Zijn er over het vervoer zaken waarvan u uiteindelijk geen kans ziet om deze
naar behoren te regelen, willen wij u graag behulpzaam zijn. U kunt dan
contact opnemen met de intern begeleider.
5.14 Landelijke ouderverenigingen
5.14.1 Balans
Balans is de landelijke vereniging voor ouders en kinderen/jongeren met
ontwikkelings-, gedrags- en leerproblemen, waaronder ADHD en Dyslexie.
DE OUDERS
79
Balans probeert deze ouders, kinderen en jongeren te helpen door hen te
informeren en hen in contact te brengen met elkaar. Daarnaast komt
Balans, waar nodig, op voor de belangen van de kinderen, jongeren en
ouders.
De landelijke vereniging geeft een tweemaandelijkse tijdschrift Balans
Belang uit. De school is lid van de vereniging en het tijdschrift is voor
eenieder die dat wil op school in te zien.
Actuele informatie kunt u vinden op de website van Balans:
www.balansdigitaal.nl.
5.14.2 Nederlandse Vereniging voor Autisme
De Nederlandse Vereniging voor Autisme stelt zich ten doel de belangen
van mensen met een stoornis binnen het autismespectrum en die van de
ouders te behartigen in de ruimste zin van het woord. Daarnaast wil de NVA
een ontmoetingsplek zijn, waar de ouders steun vinden bij elkaar en waar
door middel van het uitwisselen van informatie en ervaringen de eigen
‘ervaringsdeskundigheid’ opgebouwd en uitgediept wordt.
De vereniging geeft een tweemaandelijks tijdschrift Engagement uit.
Hiermee informeert de vereniging iedereen over de ontwikkelingen rond het
autismespectrum. De school is lid van deze vereniging is de school lid en
heeft het tijdschrift voor eenieder ter inzage.
Actuele informatie kunt u vinden op de website van de NVA:
www.autisme-nva.nl.
80
DE OUDERS
6
::: 6 Het team
6.1 De samenstelling van het team
Op De Leidse Buitenschool zijn de volgende disciplines werkzaam:
directeur, locatiecoördinator, intern begeleiders, GZ- psycholoog,
schoolmaatschappelijk werker, orthopedagoog, remedial teacher,
schoolpsycholoog, groepsleerkrachten, vakleraar gymnastiek,
ICT-taakleerkracht, onderwijsassistent, leerkrachtondersteuners,
logopedist, fysiotherapeut, ambulant begeleiders, administratieve kracht,
medewerker huishoudelijke dienst, conciërge en schoolassistent.
6.2 Protocol vervanging bij ziekte
De afgelopen jaren is het vinden van vervanging bij ziekte van leerkrachten
in het primair onderwijs een toenemend probleem aan het worden. De
laatste maanden is het in Katwijk meerdere malen voorgekomen dat
directies geen vervanging konden vinden. Vanuit de directies van alle
scholen voor primair onderwijs in Katwijk is er daarom in januari 2000 een
gezamenlijke brief uitgegaan naar de ouders van al onze leerlingen. Inhoud
van deze brief was het signaleren van het probleem en het doen van een
oproep naar vervangers onder ouders.
In de nabije toekomst zal dit probleem alleen maar groter worden, vanwege
de krapte op de arbeidsmarkt.
Naast de kwantitatieve problemen speelt ook het kwalitatieve probleem dat
onder de schaars beschikbare vervangers geen mensen zijn voor scholen
met leerlingen met een complexe problematiek.
Het hieronder beschreven beleid wil een overzicht geven van de stappen die
genomen moeten en kunnen worden bij ziekte of verlof van een leerkracht.
Beleid bij ziektevervanging
1. Bij een ziektemelding trachten we in te schatten hoe lang vervanging
82
HET TEAM
noodzakelijk is.
2. Er wordt uitgezocht of de parttime leerkrachten/ de
leerkrachtondersteuners die verbonden zijn aan de school, mogelijkheden
hebben om in te vallen. Bij de start van het schooljaar zijn hier afspraken
over gemaakt.
3. Een leerkracht met speciale taken gaat voor de groep.
4. De groep verdelen over andere groepen (maximaal voor een dag en
alleen als het redelijkerwijs mogelijk is)
Bieden voorgaande mogelijkheden geen aanvaardbare oplossing, dan
blijven de kinderen van de betreffende groep thuis, volgens de richtlijnen
van de hoofdinspectie, met daarbij de volgende afspraken:
- in principe niet de eerste dag;
- alleen in het uiterste geval;
- ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld;
- voor leerlingen die geen opvang hebben, wordt binnen de school opvang
geregeld.
N.B.: Op opeenvolgende dagen worden verschillende groepen naar huis
gestuurd.
Toelichting protocol
Ad 2 tot en met 4
Deze mogelijkheden kunnen worden benut als dat redelijkerwijs mogelijk is.
Of het onderwijskundig enigszins verantwoord is, hangt af van vele factoren.
Dit is ter beoordeling van de directeur. De samenstelling van de groep(en)
kan aanleiding zijn hier niet voor te kiezen.
De eerste ziektedag is veelal pas diezelfde morgen bekend. Dan valt er naar
de ouders vaak weinig meer te regelen. De hoofdinspectie stelt zich op het
standpunt, dat wanneer men een groep naar huis stuurt omdat er geen
vervanging is, men moet kunnen aangeven zijn uiterste best te hebben
gedaan om een invaller te krijgen of iets anders te regelen voor de groep.
N.B.: De hierboven omschreven volgorde is een willekeurige volgorde. De
directeur bepaalt afhankelijk van de situatie de volgorde. Dit protocol
‘vervanging bij ziekte’ is zowel door het bestuur als de MR van onze school
vastgesteld.
HET TEAM
83
6.3 Deeltijdleerkrachten
Er zijn leerkrachten die niet fulltime werken. Toch is er voor elke groep een
leerkracht die de eindverantwoordelijkheid over de groep draagt. Uiteraard
krijgt u van ons te horen van welke juf en/of meester uw zoon/dochter les
krijgt.
6.4 De begeleiding en inzet van stagiaires
Wij bieden de mogelijkheid aan een aantal onderwijsinstellingen hun
studenten een stageplaats op De Leidse Buitenschool aan te bieden. Iedere
stagiaire wordt aan een leerkracht/specialist gekoppeld. Deze begeleidt de
stagiaire en is eindverantwoordelijk.
MBO stagiaires
Afhankelijk van het aantal dagen (drie of vier dagen per week) zijn deze
stagiaires een half of een heel jaar aanwezig op onze school. De overige
dagen gaan ze naar hun eigen opleidingsschool. Deze opleiding leidt op tot
beroepen als: klassenassistent, onderwijsassistent, medewerker buurthuis
of kinderdagverblijf, groepsleider, enz.. Op onze school kunnen de
stagiaires ervaringen opdoen met het aanbieden van activiteiten in kleine
groepjes, mee helpen organiseren van bijzondere activiteiten als
schoolkamp en creatieve middagen e.d.
HBO stagiaires
Afhankelijk van de soort opleiding worden HBO-stagiaires opgeleid tot
leraar basisonderwijs, sociaal- en/of orthopedagogisch hulpverlener.
Hieronder volgt een korte beschrijving van de inhoud van hun stages.
Van de leraren opleiding basisonderwijs (de PABO) ontvangen wij soms
stagiaires die vier tot zes weken een ‘snuffelstage’ in het speciaal onderwijs
willen volgen. Door bij ons op school te mogen kijken, krijgen ze een beeld
van wat het lesgeven op een school voor speciaal onderwijs inhoudt. Het
komt ook steeds meer voor dat er stagiaires Leraar In Opleiding in onze
organisatie komen. Een LIO-stagiaire zit in de afstudeerfase van de PABO
en staat gedurende zijn/haar stage voor de klas onder begeleiding van de
groepsleerkracht.
Stagiaires die leren voor orthopedagogische hulpverlener zijn een jaar lang
vier dagen per week bij ons op school. Zij assisteren bij niveaugroepen,
bieden zelfstandig activiteiten aan met betrekking tot de invulling van
84
HET TEAM
pauzes van de kinderen en geven ondersteuning bij het opzetten en
uitvoeren van handelingsplannen vooral op sociaal-emotioneel gebied. Tot
slot bieden ze ondersteuning bij taken die voortvloeien uit verschillende
activiteiten leerlingenzorg.
6.5 Scholing van teamleden
In het schooljaar 2013-2014 zullen we onze deskundigheid bevorderen op de
volgende terreinen:
- Pedagogisch klimaat/ PBS;
- Verdere invoering van het Ontwikkeling Volg Model.
- Agressie-interventie
- meldcode kindermishandeling
- Vervolgtrainingen gericht op Pedagogische Tact
- Training rond invoering Methodiek, Relationele en Sexuele ontwikkeling
HET TEAM
85
7
::: 7 De ontwikkeling van het
onderwijs
7.1 Activiteiten ter verbetering van het
onderwijs in de school
7.1.1 Enquetes
Vanaf 1999 wordt er elke vier jaar een ouderenquête, een
leerlingtevredenheidsenquete en een medewerkerstevredenheidenquete
gehouden. In 2013 zijn alle tevredenheidsonderzoeken opnieuw afgenomen.
De uitkomsten van de enquêtes worden zoveel mogelijk gepubliceerd in de
LBSnieuwsbrief. Indien u belangstelling heeft voor een verslag van een
enquête kunt u contact opnemen met de directeur. Naast de enquêtes is er
tevens ieder jaar een interne audit waar collega's van de Aloysiusstichting
de school tegen het licht houden.
7.1.2 Het schoolplan/ jaarplan
In een, door de overheid verplicht, schoolplan staan de beleidsvoornemens
voor de komende vier schooljaren beschreven. Deze voornemens worden in
overleg met het team door de directeur samengesteld en worden zowel
door de MR als het bestuur van de school goedgekeurd. In het schooljaar
2012/2013 is het nieuwe vierjarenplan 2012-2016 geschreven. Aan de hand
van de vierjaarlijkse doelen die gesteld zijn, wordt jaarlijks een jaarplan
geschreven dat loopt van januari tot januari. Half jaarlijks wordt de stand
van zaken geëvalueerd en waar noodzakelijk bijgesteld.
Het schoolplan en het jaarplan zijn ter inzage in school of te lezen op de
website. Indien u dat wenst kunt u contact opnemen met de directeur.
7.2 School Video Interactie Begeleiding
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS
87
School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is één van de
begeleidingsmethodieken, die de school incidenteel hanteert om het
onderwijs te evalueren. Dit gebeurt door middel van korte video-opnames,
die éénmalig of gedurende een bepaalde periode worden gemaakt. Door de
beelden te bekijken, wordt de groepsleerkracht in staat gesteld om
vroegtijdig negatieve sociaal-emotionele interactiepatronen in de groep te
onderkennen en te door breken, waardoor een positief
pedagogisch/didactisch klimaat gewaarborgd kan blijven.
Ten tweede heeft de leerkracht de mogelijkheid om n.a.v. de beelden te
beoordelen of aanpassingen nodig zijn met betrekking tot omgang t.o.v. een
bepaalde leerling.
Ten derde kunnen beelden gebruikt worden om nieuw ingezette
leermethodes te evalueren in teamverband. Zo levert SVIB ook een
belangrijke bijdrage aan onderwijsvernieuwing.
Een aantal medewerkers op school zijn speciaal bevoegd om te werken met
de methodiek van SVIB. De SVIB-er werkt vanuit een omschreven
beroepscode, waarin o.a. aangegeven staat dat gemaakte opnames niet
voor andere doeleinden mogen gebruikt worden dan omschreven in het
bovenstaande gedeelte. De videobeelden die in de klas gemaakt worden,
blijven te alle tijden in beheer van de SVIB-er. De beelden zijn voor intern
gebruik en mogen niet, zonder toestemming van alle andere betrokkenen
aan derden worden vertoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij
specifieke begeleidingsvragen van een leerling is goedkeuring van de
ouders middels een handtekening nodig. Ouders zullen hiervoor van te
voren op de hoogte worden gebracht.
88
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS
8
::: 8 Regeling school- en
vakantietijden
8.1 Schooltijden
Lestijden Leidse buitenschool
maandag en dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
08.30 - 15.00 uur
08.30 - 12.30 uur
08.30 - 15.00 uur
08.30 - 12.30 uur
8.2 Pauze
Alle groepen pauzeren ’s morgens een kwartier en tussen de middag 25
minuten. Deze tijd is bestemd om buiten te spelen. Hiervoor wordt een
rooster gemaakt, zodat er niet te veel kinderen tegelijk op het schoolplein
zijn en er altijd voldoende pleinwacht aanwezig is om toezicht te houden.
8.3 Regels voor aanvang en einde schooltijd
De school is geopend van 8.30 uur tot en met 15.00 uur. De leerlingen
worden om half negen op school verwacht. Vanaf 8.25 uur is er toezicht op
90
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
het plein. Het is belangrijk dat de kinderen niet te laat, maar ook zeker niet
te vroeg op school zijn. Leerlingen die met de fiets komen, lopen met de
fiets aan de hand naar het fietsenhok. Alle leerlingen gaan direct naar hun
eigen klas en worden daar ontvangen door een personeelslid.
Na schooltijd wachten de kinderen, die met een taxi vervoerd worden op een
genummerde plaats op het schoolplein, die hen door de leerkracht is
gewezen. De taxichauffeur haalt de leerlingen hier op en loopt met hen naar
de taxi. Vanuit school is de leerkracht van de groep aanwezig om de
kinderen naar buiten het hek te begeleiden.
8.4 Maatregelen preventie schoolverzuim
8.4.1 Ziekte leerling
Bij ziekte van uw kind wordt u verzocht dit telefonisch vóór schooltijd te
melden aan de school. De persoon die de telefoon opneemt, geeft de
boodschap door aan de groepsleerkracht. Indien van te voren bekend is, dat
uw kind op een bepaald moment afwezig is, kunt u de leerkracht hiervan op
de hoogte te stellen via het heen en weer schriftje of de e-mail. Wilt u de
leerkracht zelf spreken, dan kan dit buiten de lestijden.
Uw kind kan natuurlijk ook tijdens de schooluren ziek worden of gewond
raken. Als een kind op school ziek wordt, proberen we de ouders van het
kind telefonisch te bereiken. Wij vragen u dan het kind op school te komen
ophalen. Indien wij geen gehoor krijgen, blijft het kind op school, totdat wij u
hebben bereikt.
Als het kind zodanig ziek is dat verzorging onmiddellijk nodig is, schakelen
we als school medische hulp in. Wanneer uw kind meteen naar de dokter of
het ziekenhuis moet, proberen we uiteraard eerst u als ouders te bellen,
zodat u met uw kind naar uw eigen arts of naar het ziekenhuis kunt gaan.
Dat is prettiger voor uw kind. Als wij u niet kunnen bereiken, dan gaat een
teamlid mee als begeleiding. U wordt dan achteraf op de hoogte gebracht.
8.4.2 Schoolverzuim
Wanneer uw kind zonder bekendmaking van reden afwezig is aan het begin
van de dag, nemen wij telefonisch contact met u op. Bij meerdere malen
verzuim zonder duidelijke reden, is de directeur verplicht contact te zoeken
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
91
met de leerplichtambtenaar. Hiervan wordt u door ons op de hoogte
gebracht.
8.4.3 Verlof voor bezoek aan huisarts, tandarts of
ziekenhuis
Indien het niet anders te plannen is, kan het noodzakelijk zijn dat uw kind
onder lestijd naar de huisarts, tandarts of ziekenhuis moet. U hoeft hiervoor
geen verlof aan te vragen, een berichtje in het heen-en-weerschriftje, een
telefoontje of een e-mail aan de leerkracht is voldoende.
8.4.4 Verlof voor huwelijken, jubilea, begrafenissen
Indien uw kind afwezig zal zijn in verband met een huwelijk, jubileum of
begrafenis dient u hiervoor verlof aan te vragen. Dit formulier kunt u
aanvragen via de administratie van de school of via de leerkracht van uw
kind. U kunt het formulier ook vinden op de website. Na invullen en
uiteraard het inleveren van het formulier bij de directeur krijgt u via uw kind
schriftelijk bericht of uw verzoek is ingewilligd.
8.4.5 Verlof vanwege andere gewichtige omstandigheden
Indien er buiten de wil van de ouders en/of het kind externe
omstandigheden plaatsvinden is het mogelijk om hiervoor verlof aan te
vragen. Tot en met tien schooldagen per jaar beslist de directeur over het al
dan niet toekennen van het verlof. Bij meer dan tien dagen beslist de
leerplichtambtenaar, nadat hij de directeur heeft gehoofd. Het formulier
kunt u aanvragen via de administratie van de school of via de leerkracht van
uw kind. Na invullen en uiteraard het inleveren van het formulier bij de
directeur krijgt u via uw kind schriftelijk bericht of uw verzoek is ingewilligd.
8.4.6 Verlof voor vakantie
In uitzonderingsgevallen kan voor vakantie buiten de reguliere
vakantieperioden toestemming gegeven worden. Ook hier dient u verlof voor
aan te vragen. Het betreffende formulier kunt u opvragen via de
administratie van de school of via de leerkracht van uw kind. U kunt het
formulier ook vinden op de website. Belangrijk hierbij is dat u een
schriftelijke toelichting geeft. Nadat u het ingevuld heeft, kunt u of uw kind
het formulier inleveren bij de directeur. Van hem ontvangt u via uw kind
schriftelijk bericht of uw verzoek is ingewilligd.
Vakantieverlof kan alleen goedgekeurd worden indien:
92
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
- Het wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het
alleen mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan.
- Een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat geen verlof in
de officiële schoolvakanties mogelijk is.
Daarnaast gelden de volgende specifieke regels:
- Het verlof mag slechts eenmaal per schooljaar worden verleend.
- Het verlof mag (in totaal) niet langer duren dan tien schooldagen.
- Het verlof mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het
nieuwe schooljaar.
8.4.7 Plichten voortvloeiend uit godsdienst of
levensovertuiging
Het is mogelijk om verlof aan te vragen voortvloeiend uit godsdienst of
levensovertuiging. Hierbij gelden de volgende regels:
- Verlof wordt alleen voor religieuze feestdagen verleend.
- Bij verzoeken voor geregeld verlof, in verband met religieuze feestdagen,
maximaal één dag per feest, ongeacht de duur van het feest.
8.4.8 Algemene regels bij verlofaanvragen
Bij de aanvragen van alle vormen van verlof is de directeur gebonden aan
wettelijke bepalingen en aan afspraken met de leerplichtambtenaar van de
gemeente Katwijk. U dient dan ook de meeste verlofaanvragen uiterlijk een
maand voor het gevraagde verlof schriftelijk bij de directeur
in te dienen. Indien u korter dan een maand van tevoren het verlof
aanvraagt, kan een beslissing vooraf niet worden gegarandeerd. Als u een
beroep doet op vrijstelling wegens andere gewichtige omstandigheden,
dient u als u niet in staat was deze vrijstelling van tevoren aan te vragen, de
directeur binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering de
redenen daarvan schriftelijk mee te delen.
Daarnaast dient u bij de aanvraag er mee rekening te houden dat voor verlof
bij huwelijken, jubilea, begrafenissen en vakantie bij elkaar opgeteld ten
hoogste tien schooldagen verlof per schooljaar gegeven kan worden.
Indien u bezwaar hebt tegen het besluit van de directeur dan wel de
leerplichtambtenaar kunt u een bezwaarschrift indienen bij de directeur van
de school of bij de leerplichtambtenaar bij de gemeente van uw woonplaats.
Meer informatie hierover kunt u lezen in het verlofformulier ‘verzoek om
vrijstelling schoolbezoek Gemeente Katwijk’.
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
93
8.5 De leerplichtwet
In de leerplichtwet staat dat alle kinderen in Nederland naar school moeten.
De ouders, voogden of verzorgers van een leerplichtig kind zijn verplicht
hun kind in te schrijven op een school. Tevens zijn zij ervoor
verantwoordelijk dat hun kind ook daadwerkelijk de school bezoekt. Elk kind
wordt leerplichtig op de eerste schooldag van de maand, volgend op de
maand waarin het kind vijf jaar is geworden. De volledige leerplicht eindigt
aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan tenminste twaalf
volledige schooljaren één of meerdere scholen zijn bezocht, of aan het
einde van het schooljaar (31 juli) waarin de jongere de leeftijd van 16 jaar
heeft bereikt, tevens zal een jongere een kwalificatie moeten hebben
behaald.
In de leerplichtwet staan ook regels waaraan de schoolleiding zich moet
houden. De schoolleiding is verplicht het schoolverzuim zorgvuldig bij te
houden en onwettig verzuim binnen drie dagen te melden bij de
leerplichtambtenaar. Ook dienen zij in- en uitschrijvingen van leerlingen
binnen een week door te geven aan Burgemeester en Wethouders van de
woongemeente.
8.6 De leerplichtambtenaar
De taken van de leerplichtambtenaar zijn de volgende:
- Erop toezien dat ouders, leerlingen en scholen zich aan de Leerplichtwet
houden.
- Adviseren en begeleiden van de leerling (of het gezin) bij problemen met
betrekking tot de leerplicht.
- Onderhouden van contacten met scholen, onderwijsinstituten en
hulpverleningsinstanties met betrekking tot de leerplicht en schoolverzuim.
- Indien gewenst, bemiddelen bij plaatsing van een kind op een andere
school.
8.7 Vakantietijden 2014-2015
94
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
De vakantieregeling van onze school is een mix van de vakantieregeling van
de Gemeente Katwijk en de Gemeente Leiden. Houd u er dus rekening mee,
dat er enige verschillen kunnen optreden. Op 3 oktober (Leidens Ontzet)
hebben onze leerlingen gewoon school. Indien u in de Gemeente Leiden,
Leiderdorp, Voorschoten of Oegstgeest woont en van plan bent dit feest
actief mee te vieren, kunt u voor uw kind verlof aanvragen.
Herfstvakantie
Kerstvakantie
Voorjaarsvakantie
Pasen
Koningsdag
Meivakantie
Pinksteren
Zomervakantie
Studiedagen
20 t/m 24 oktober 2014
22 december 2014 t/m 2 januari 2015
23 t/m 27 februari 2015
3 t/m 6 april 2015
27 april 2015
4 mei t/m 15 mei 2015
25 mei 2015
13 juli t/m 21 augustus 2015
6 oktober 2014
8 januari 2015
7 april 2015
(Overige dagen moeten nog worden ingeroosterd. U ontvangt deze data zo
spoedig mogelijk)
8.8 Vieringen
Sinterklaas
Kerstmis
Pasen
Schoolverlatersavond
5 december 2014
19 december 2014
2 april 2015
7 juli 2015
8.9 Overige dagen
Algemene ouderavond 8 september
Informatieavond relationele en sexuele ontwikkeling 28 oktober
Contactavond bespreking Startontwikkelplan: 29 september t/m 3 oktober
2014
1e bespreking Ontwikkelplan: 2e week februari 2015
2e bespreking Ontwikkelplan: laatste week juni 2015
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
95
Informatieavond schoolverlaters 25 september 2014
Meegeven van rapporten 18 december 2014 en 9 juli 2015
Sportdag 19 en 20 februari 2015
Toetsmaand januari 2014 en juni 2014
Themaweek nader te bepalen
Schoolkamp 29 september t/m 3 oktober 2014 (groepen nader te bepalen)
Schoolreisje 2 juni 2015
96
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
9
::: 9 Belangrijke namen en
adressen
Hoofdlocatie
Arjen Karelse
Ada van Duijn
Agnes de Bruin
Ankie van Seters
Brit Slotboom
Cisca Kerkman
Conny Souisa
Geertje Zeijlmaker
Gusta de Heer
Ingeborg Middelkoop
Janna van der Plas
Karin van Maren
Krijna van de Bent
Lieke Vleugel
Lillian Versluijs
Linda Werter
Lisette Middelkoop
Marieke van den Bergh
Marije de Vries
Marlies Houdijk
Maudy van der Slot
Menno Kindt
Natascha Sluijmer
Nicoline Visscher
Nynke van der Zee
Sandra van der Lans
Wiebe van der Salm
Yolanda Verbeek
Wietske van Ittersum
Campus Katwijk en Lisse
98
BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN
Locatiedirecteur
Locatiecoördinator
Administratief medewerker
Fysiotherapeut
GZ-psycholoog
Logopedist
Onderwijsassistent
Groepsleerkracht
Groepsleerkracht
Groepsleerkracht
Groepsleerkracht
Leerkrachtondersteuner
Schoolassistent
Groepsleerkracht
Onderwijsassistent
Groepsleerkracht
Groepsleerkracht
Schoolpsycholoog
Leerkrachtondersteuner
Remedial Teacher/Groepsleerkracht
Gymleerkracht
Leerkrachtondersteuner
Groepsleerkracht
Intern Begeleider/ Coördinator didactiek
Schoolmaatschappelijk werkende
Conciërge
Schoolassistent
Groepsleerkracht
Tessa van de Griend
Nancy Hoogkamer
Lindy Corver
Marianne Otto
Groepsleerkracht /Intern Begeleider
Orthopedagoog/Coördinator Campus Katwijk en
Lisse
Groepsleerkracht
Groepsleerkracht
Dienst Ambulante Begeleiding
Alies Madera
Jeannette Peak
Jet Doornbos
Liesbeth Hersman
Marjolijn Voordijk
Paul Gerritsen
Renske Lambregts
Ambulant Begeleider
Administratief medewerker
Coördinator Ambulant Begeleiding
Ambulant Begeleider/gedragswetenschapper
Ambulant Begeleider
Ambulant Begeleider
Ambulant Begeleider
Ambulant Begeleider
Teamleden
9.1 E-mail adressen teamleden
Voor de teamleden van De Leidse Buitenschool worden de volgende
e-mailadressen gebruikt:
[email protected]
Bijvoorbeeld: [email protected]
9.1.1 Hulpverleners
EHBO: Krijna van de Bent, Lillian Versluijs, Wiebe van der Salm, Marije de
Vries, Menno Kindt
BHV : Menno Kindt, Wiebe van der Salm, Tessa van der Valk, Wietske van
Ittersum, Andy de Zeeuw, Ingeborg Middelkoop, Jet Doornbos, Jeannette
Peak, Agnes de Bruin en Ada van Duijn
Veiligheidscoördinator: Arjen Karelse
9.1.2 Contactpersoon Klachtencommissie
Sandra van der Lans/ Brit Slotboom
BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN
99
9.1.3 Contactpersoon Schoolverlaters
Brit Slotboom
9.2 Bevoegd gezag
Bestuur Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg
Leidsevaart 2
2215 RE Voorhout
0252 434000
Algemeen directeur: drs. H. Kelderman
Sector West
Postbus 98
2215 ZH VOORHOUT
Sectordirecteur sector West : Frank Zopfi.
9.3 Ouderraad
Voorzitter:
Penningmeester: Monique van de Willik
Overige leden:
Ellen Brussee
Brigitte van Beelen
Ingrid Bilardie
Joyce Devilee
Ada Groenendijk
9.4 Medezeggenschapsraad
Oudergeleding:
Andrea Varkevisser
vacature
vacature
100
BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN
Personeelsgeleding:
Lindy Corver - Voorzitter
Brit Slotboom
9.5 REC-WEST
9.5.1 Commissie voor Indicatiestelling REC-WEST
Binkhorstlaan 145
2516 BA Den Haag
070-3052065
fax: 070-3052066
Email:
[email protected]
Website: www.recwest.nl
9.5.2 Bureau Intake SO Duin- en Bollenstreek
Jet Doornbos
Liesbeth Hersman
e-mail: [email protected]
[email protected]
Duinoordweg 2-4
2224CD Katwijk
071 4010234
fax 071 4017263
9.5.3 Ambulant Educatieve Dienst Leiden
Mevrouw Mirjam Moons
Lammenschansweg 130d
2331 JX Leiden
071 5288010
BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN
101
9.6 Overige belangrijke adressen en
telefoonnummers
9.6.1 Inspecteur Expertisecentra
Dhr. E. Hoeksma
0800 8051
Email: [email protected]
website: www.onderwijsinspectie.nl
9.6.2 Vertrouwenspersonen ASOJ
Dhr. C. van Meurs
Mevr. drs. I.L.A. Wielinga
0252 434000
9.6.3 Landelijke klachtencommissie VOS/ABB
Postbus 162
3440 AD Woerden
0348 405205
Email: [email protected]
9.6.4 Meldpunt vertrouwensinspecteurs
0900 1113111 Te bereiken op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur.
9.6.5 Jeugdarts
Linda Breedeveld, jeugdarts
Marion Spierenburg, assistente JGZ
GGD Hollands midden
Schimmelpenninckstraat 10
2221 EP Katwijk
Telefoon: 088-3083204
Postadres:
102
BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN
Postbus 121
2300 AC Leiden
Email: [email protected]
Website: www.cjgkatwijk.nl
9.6.6 Landelijke ouderverenigingen
Balans
Postbus 93
3720 AB Bilthoven
030 2255050
Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA)
Prof. Bronkhorstlaan 10
3723 MB Bilthoven
030 2299800
Email: [email protected]
Website: http://www.autisme.
BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN
103
10
::: 10 afkortingen
ADHD
ASOJ
CD
CVB
Aandachtstekort Hyperactiviteitstoornis
Attention Deficit Hyperactivity Disorder
Aloysiusstichting Onderwijs Jeugdzorg
Conduct Disorder
Antisociale Gedragsstoornis
Commissie van Begeleiding
EHBO
Eerste Hulp Bij Ongelukken
ESIS A +B
Administratieprogramma
GMR
Gemeenschappelijke Medenzeggenschaps Raad
GZ psycholoog Gezondheidszorg Psycholoog
JGZ
Jeugdgezondheidszorg
LBS
LGF
LWOO
LZK
MR
OCW
ODD
OECK
Leidse BuitenSchool
LeelingGebondenFinanciering (‘rugzakje’)
Leerweg Ondersteunende Opleiding (hoort bij VMBO)
Langdurig Zieke Kinderen
Medezeggenschapsraad
Onderwijs Cultuur en Wetenschappen
Oppositional Defiant Disorder
Orthopedagogisch Educatief Centrum Katwijk
Oppositionele Opstandige Gedragstoornis
OntwikkelingsVolgModel
Preventieve Ambulante Begeleiding
Pedagogische Academie voor Basis Onderwijs
Programma Alternatieve Denk strategieën
Positive Behavior Support (Goed gedrag kun je leren)
OVM
PAB
PABO
PAD
PBS
AFKORTINGEN
105
PDD NOS
Specified
Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise
Pervasieve Ontwikkelingsstoornis Niet Anders
106
Omschreven
PI
PIQ
PO planner
REC West
SBO
SO
SVIB
TAB
TIQ
VIQ
VMBO
VSO
Pedologisch Instituur
Performaal Intelligentie Quotiënt
Primair Onderwijs planner
Regionaal Expertise Centrum
Speciaal BasisOnderwijs
Speciaal Onderwijs
School Video Interactie Begeleiding
Terugplaatsings Ambulante Begeleiding
Totaal Intelligentie Quotiënt
Verbaal Intelligentie Quotiënt
Voortgezet Middelbaar Beroeps Onderwijs
Voortgezet Speciaal Onderwijs
WMS
Wet Medezeggenschap op Scholen
ZMOK
Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen
AFKORTINGEN