Oncologische zorg: beschikbare therapieen

Oncologische zorg:
beschikbare therapieën
en diagnostische middelen
Asia Ropela, internist-oncoloog
St.Jansdal ziekenhuis
27 september 2014
Beschikbare therapieën








chirurgie
radiotherapie: inwendig of uitwendig, evt in
combinatie met hyperthermie
chemotherapie
immunotherapie, targeted therapie
nucleotidenbehandeling: prostaatcarcinoom,
schildkliercarcinoom
hormonale therapie
combinaties: intraoperatieve radiotherapie,
chemoradiatie, HIPEC
endoscopisch plaatsing stents in holle organen
Locale therapie gericht op primaire
tumor
 chirurgie
 (chemo)radiotherapie
 combinaties
Systemische therapie: gericht op
metastasen
 chemotherapie
 nucleotidenbehandeling
 hormonale
therapie: mammacarcinoom en
prostaatcarcinoom
 immunotherapie, targeted therapie
 combinaties
Chirurgie
 hoeksteen
van de behandeling van de
meeste in opzet te cureren maligniteiten
 locale behandeling: resectie primaire
tumor of metastasen

metasectomie levermetastasen
coloncarcinoom
 stadiering:
verwijderen van lymfeklieren bij
meeste tumoren
Chirurgie
 ook



in palliatieve setting
bv mastectomie bij mastitis carcinomatosa
stoma aanleggen bij ileus op basis van
coloncarcinoom
plaatsen van een pen bij dreigende fractuur
op basis van botmetastase
Complicaties van behandeling:
chirurgie
 korte





termijn:
nabloeding
infectie
seroom
open buik
necrose
Chirurgie

lange termijn



litteken
mutilatie
orgaanschade
• incontinentie en impotentie na prostaatresectie
• verminderde longfunctie na pneumectomie
• beenamputatie


verklevingen buik
lymfoedeem na lymfeklierdissecties
Radiotherapie

In curatieve setting



in combinatie met chirurgie bv na lumpectomie of voor
rectumamputatie
enige locale behandeling: brachytherapie bij prostaatcarcinoom,
definitieve behandeling evt in combinatie met chemotherapie:
anuscarcinoom, cervixcarcinoom, hoofdhalstumoren
In palliatieve setting




pijnlijke botmetastasen
hersenmetastasen
bij bloedende oppervlaktes (maagcarcinoom met
transfusiebehoefte)
bij stenosen
Complicaties van behandeling:
radiotherapie
 korte





termijn:
verbranding evt met secundaire infectie
pneumonitis
oesophagitis
enteritis met misselijkheid of diaree
moeheid
Complicaties van behandeling:
radiotherapie

lange termijn:









cardiotoxiciteit
secundaire maligniteiten : angiosarcoom na
radiotherapie voor M. Hodgkin
lymfoedeem
dementie na schedelbestraling
chronische proctitis met diaree of bloedverlies
incontinentie na radiotherapie prostaat
impotentie na radiotherapie prostaat
prostatitis na radiotherapie rectum
fibrose
Complicaties van behandeling:
radiotherapie
Nucleotidenbehandeling







Samarium-153
Strontium-89
Radium 223
Jodium-131
In curatieve of palliatieve setting
Behandeling van meerdere pijnlijke
botmetastasen tegelijkertijd
80% van de patiënten ervaart pijnvermindering
Nucleotidenbehandeling
complicaties
 Diaree
 Botpijn
 Beenmergtoxiciteit:


anemie
trombopenie
Chemotherapie
 curatief:




bij hematologische maligniteiten
testis carcinoom of immature teratoom
neoadjuvant of adjuvant bij chirurgie of
radiotherapie
in combinatie met radiotherapie
Complicaties van behandeling:
chemotherapie

korte termijn:











misselijkheid, braken, anorexie
diaree, obstipatie
hemorragische cystitis
infecties
alopecia
neuropathie
nefropathie
cardiotoxiciteit
moeheid
slechte wondgenezing
hand-voet syndroom
Complicaties van behandeling:
chemotherapie
 lange






termijn:
moeheid
cardiotoxiciteit
secundaire maligniteiten
neuropathie
nefropathie
verminderd cognitief functioneren
Hormonale therapie
 antioestrogeen
therapie bij
mammacarcinoom,
endometriumcarcinoom
 antitestosteron therapie bij
prostaatcarcinoom
Complicaties van behandeling:
hormonale therapie










opvliegers
secundaire maligniteiten
emotionele labiliteit/depressie
hirsutisme
spierpijn
verhoogde cholesterol
osteoporose
impotentie
moeheid
afname spiermassa
Immunotherapie= targeted therapy
Immunotherapie= targeted therapy

Antistoffen, die
intraveneus
toegediend moeten
worden:




Bevacizumab
Cetuximab
Panitumumab
Trastuzumab
Immunotherapie= targeted therapy
 Proteïnekinaseremmers
(kleine
moleculen) kunnen meestal toegediend
worden in tabletvorm




Everolimus
Temsirolimus
Sorafenib
Sunitinib
Immunotherapie= targeted therapy
Complicaties van behandeling:
immunotherapie










darmperforatie
cardiotoxiciteit
misselijkheid, braken, anorexie
diaree, obstipatie
infecties
alopecia
nefropathie
moeheid
slechte wondgenezing
hand-voet syndroom
Diagnostiek: tumor specifiek
 laboratoriumonderzoek
 beeldvormenonderzoek
 pathologisch
onderzoek:
Diagnostiek:
laboratoriumonderzoek
 diagnose





stellen:
BSE: M. Kahler, niercelcarcinoom,
longcarcinoom
-penieen: anemie, trombopenie, leucopenie,
differentiatie leucocyten, blasten
beenmerg onderzoek: morfologie en
immunofenotypering
tumor markers bij gonadale maligniteiten
geen ruimte voor tumor markers bij diagnose
stellen bij andere maligniteiten
Diagnostiek:
laboratoriumonderzoek
 follow



up
-penieen: anemie, trombopenie, leucopenie,
differentiatie leucocyten, blasten
tumor markers: Ca125 ovariumcarcinoom,
CEA coloncarcinoom
beenmerg onderzoek: morfologie en
immunofenotypering
Diagnostiek: beeldvorming
 foto’s
(x-thorax, X-mammografie)
 CT scan
 MRI scan
 PET scan
 echo
 endoecho
 botscintigrafie
Diagnostiek: beeldvorming







foto’s (x-thorax, X-mammografie)
CT scan: meeste maligniteiten thorax,
hoofd/hals, buik
MRI scan: afbeelding rectum, prostaat,
mammae, centrale zenuwstelsel
PET scan: aantonen metastasen op afstand
echo: aantonen metastasen lever
endo-echo: T en N-stadiering
botscintigrafie: botmetastasen:
mammacarcinoom, prostaatcarcinoom
Computed tomography (CT scan)
Magnetic Resonance imaging
Positron emission tomography
Botscintigrafie
 Aantonen
osteoblastische botmetastasen
 Niet geschikt voor osteolytische
metastasen
 Laat activiteit van osteoblasten zien
Osteoblastic metastases after 540 MBq (15 mCi) Tc-99m HDP: metastases (Tc-99m HDP) are
localised in spine, pelvic bone, ribs, left shoulder blade, superior limb, femur and possibly left
tibia and skull.
Skalli S et al. Nephrol. Dial. Transplant. 2009;24:2598-2600
© The Author [2009]. Published by Oxford University Press on behalf of ERA-EDTA. All rights
reserved. For Permissions, please e-mail: [email protected]
Diagnostiek: pathologisch
onderzoek
 Geen
diagnose zonder pathologisch
onderzoek mogelijk


cytologie: losse cellen door punctie
histologie: weefselstukje door biopsie of
operatie
Cytologie
 vocht:
ascites, pleuravocht, urine, sputum
 uitstrijkje
 dunnenaaldpunctie
 beenmergaspiraat
Histologie
 endoscopische


biopt
maag-darmkanaal
luchtwegen
 laparoscopische
biopten
 huidbiopten
 open
biopten: incisiebiopten
 dikkenaaldbiopten
 operatiepreparaten
Histologie
 morfologie:
architectuur van cellen en
weefsels
 immunohistologie: met monoklonale
antistoffen voor aantonen bepaalde
receptoren op de celoppervlakte
Morfologie
Immunohistologie
Casus 1
 Man
van 17 jaar, blanco VG wordt
opgenomen met verwardheid en algehele
malaise
 Op CT scan uitgebreide tumor lokalisaties
buik, long en hersenen.
 Grote zwelling bij li. testis
Casus 1
 Wat
is de snelste manier om diagnose
testiscarcinoom te bevestigen?
 Wat
is de behandeling van keus?
 Infertiliteit:
kun je er nog iets aan doen?
Casus 1
 Er
volgt hemicastratie
 Na starten BEP (dag 1) krijgt patiënt een
forse maagbloeding
 Bij endoscopie: uitgebreide tumor
lokalisaties maag en duodenum
 Hij wordt hemodynamisch instabiel, hoge
transfusie behoefte
 Chemotherapie lukt niet
 Hersenmetastasen nemen toe, is
Casus 1
 Gaat
dit nog goed komen?
 Welke behandeling kun je toepassen?
Casus 1
 Er
volgt uitgebreide behandeling met
coagulatie in maag en duodenum
 Er volgt radiotherapie hersenen
 Na 2 dagen radiotherapie wordt patiënt
aanspreekbaar, hersenoedeem neemt af
 Radiotherapie wordt onderbroken, VIP
volgt
Casus 1
 Na
4 VIP is er sprake van complete
respons
 2 jaar later krijg ik een kaartje van de
patiënt, hij is afgestudeerd
Casus 2
 Dhr
B 78 jr met gemetastaseerde
prostaatcarcinoom
 behandeld met meerdere lijnen hormonale
therapie en chemotherapie
 pijn in de rug tussen de schouderbladen,
in linkerbeen en bekken
Vervolg casus 2
 Welke
diagnostiek moet verricht worden?
 Hoe moet hij behandeld worden?



indien meerdere metastasen worden
gevonden
meerder metastasen, maar een met druk op
het myelum t.h.v. thoracale wervel 7
drie metastasen worden gevonden op
verschillende plekken