BV en u als directeur-grootaandeelhouder.

BV EN U ALS DIRECTEUR-GROOTAANDEELHOUDER
Met schriftelijke besluiten loopt u als DGA geen risico
Indien u als directeur-grootaandeelhouder (DGA) handelt met uw eigen BV, bijvoorbeeld
bij de koop van een bedrijfspand, wat moet er dan zwart-op-wit worden vastgelegd? Hoe
kunt u privéaansprakelijkheid voorkomen?
Zie: Burgerlijk Wetboek Boek 2, Titel 5. Besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
Tegenstrijdig. Een DGA die handelt met zijn BV heeft een belang dat ‘tegenstrijdig’ is aan dat van de BV.
Als de DGA privé een bedrijfspand koopt van de BV, heeft hij er als koper belang bij dat de koopprijs zo
laag mogelijk is. Maar de BV zal willen dat de koopprijs wordt opgeschroefd.
Besluit aandeelhoudersvergadering
BV-statuten. Om ervoor te zorgen dat de directeur ondanks het tegenstrijdig belang toch namens de BV de
akte van overdracht mag tekenen, bepalen de statuten vaak dat een directeur altijd de BV mag
‘vertegenwoordigen’, óók in geval van tegenstrijdig belang. Maar de wet zegt dat de algemene vergadering
van aandeelhouders (AVA) altijd bevoegd is om daarvoor iemand anders aan te wijzen. Het is dan ook
raadzaam om steeds een schriftelijk besluit van de AVA te tekenen, waarin wordt besloten dat de DGA
bevoegd is om namens de BV te tekenen, ondanks het geconstateerde tegenstrijdig belang.
Mondeling. Anders dan bij de aankoop van een woonhuis hoeft de aankoop van een bedrijfspand niet
schriftelijk te worden vastgelegd. Dat mag ook mondeling worden overeengekomen, als het bestaan van
het contract maar kan worden aangetoond. Bij onenigheid daarover tussen koper en verkoper kan dat
onder meer via getuigen of door het overleggen van (e-mail)correspondentie.
Wat zegt de wet? Dat wordt echter anders als een DGA een bedrijfspand (of andere zaken) koopt van zijn
BV. In de wet staat namelijk dat ‘rechtshandelingen van de BV tegen de houder van alle aandelen in het
kapitaal van de BV en waarbij de BV wordt vertegenwoordigd door deze aandeelhouder, schriftelijk worden
vastgelegd’. Dat geldt dus ook voor de aankoop van een bedrijfspand!
Bescherming van schuldeisers. Deze bepaling staat in de wet om schuldeisers van de BV te
beschermen. Het moet ervoor zorgen dat de DGA niet in staat is om door middel van schimmige transacties
waar niemand zicht op heeft, het vermogen van de BV te verminderen. Dat zou ten koste gaan van de
belangen van de schuldeisers, die zich voor de voldoening van hun schulden op het vermogen van de BV
kunnen verhalen.
Overeenkomst terugdraaien
Vernietigd. Is een overeenkomst tussen de DGA en zijn BV niet schriftelijk vastgelegd, dan kan de
overeenkomst worden vernietigd. Vernietiging moet geschieden binnen een termijn van drie jaar na de
datum waarop de overeenkomst tot stand is gekomen. De gehele koop moet dan worden teruggedraaid.
Het bedrijfspand wordt weer eigendom van de BV en de DGA verkrijgt de koopprijs die hij voor het pand
heeft betaald.
Failliet. Vernietiging van een overeenkomst kan alleen ten behoeve van de BV. Zolang de DGA de enige
directeur is, zal dat natuurlijk niet snel gebeuren, want dan snijdt hij zichzelf in de vingers. Maar anders
wordt het als de BV binnen drie jaar na dato failliet gaat. Want dan heeft de curator de touwtjes in handen.
Als de koop van het bedrijfspand niet schriftelijk is vastgelegd, zal de DGA het bedrijfspand weer terug
moeten overdragen aan de (failliete!) BV. Is dat om welke reden dan ook niet meer mogelijk (door verkoop)
of lijdt de BV anderszins schade, dan is de DGA verplicht om privé de schade te vergoeden!
Het is raadzaam steeds een schriftelijk besluit van de AVA te tekenen, waarin wordt
besloten dat de DGA bevoegd is om namens de BV te tekenen, ondanks het
geconstateerde tegenstrijdig belang. Regel ook dat het contract tussen u en de BV
schriftelijk is vastgelegd. Zo bent u ingedekt tegen privéaansprakelijkheid!