Wat wel/niet doen als uw kind betrokken is bij zedenzaak Aanwijzingen voor ouders Als u hoort dat uw kind mogelijk betrokken is bij een zedenzaak. NIET DOEN • Veranderingen in het gedrag en de emoties van uw kind direct toeschrijven aan een mogelijke betasting. • In paniek raken als uw kind iets vertelt over dat hij betast is. • Het kind in de rede vallen als het aan het vertellen is. • Het kind gaan bevragen als het iets WEL DOEN • De veranderingen in de gaten houden, opschrijven en indien ze u zorgen blijven geven, daarover praten met uw huisarts. • Aandachtig luisteren en proberen na afloop op te schrijven wat het kind verteld heeft. • Als het verhaal van het kind even stokt uw belangstelling laten blijken door vriendelijk te knikken of “mm” te zeggen. • Zeggen: “Kun je daar meer over vertellen?” verteld heeft. (“En deed hij/zij ook….?”) • Over dat wat uw kind verteld heeft praten met anderen als het kind daar bij aanwezig is. • U realiseren dat kleine potjes grote oren hebben (denk ook aan telefoongesprekken!). • Anders met uw kind omgaan. • Blijven vasthouden aan uw normale routine. • Het kind blootstellen aan medisch of • U afvragen of kleine veranderingen niet gewoon te maken hebben met het mooie weer (extra vermoeidheid), vakantie, veranderingen in de thuissituatie. ander onderzoek zonder dat de noodzaak daarvan is aangetoond. • Met iedereen over het mogelijke misbruik praten. • Boos worden als uw kind niets vertelt, er kan immers ook niets met uw kind gebeurd zijn. • Als zou blijken dat uw kind mogelijk ook betrokken is geweest, uzelf verwijten maken dat u niets gemerkt hebt. • Steeds piekeren of uw kind soms betrokken is. • Met diegene die u en het kind het meest na staan praten over uw zorgen en verdriet. • Als u toch het vermoeden heeft dat uw kind betrokken zou kunnen zijn, rustig afwachten tot het kind zover is. Kinderen vertellen meestal pas als ze er zelf aan toe zijn. • Hulp en begeleiding zoeken voor uzelf en uw kind als u meent dat het niet goed gaat. • Begeleiding vragen om uw zorgen te kunnen delen. Informatie en telefoonnummers bestemd voor ouders Contactinformatie Als u zich zorgen maakt over uw kind, neemt u dan contact op met uw huisarts of met één van de jeugdartsen van GGD Kennemerland. Zij zijn op werkdagen van 9.00-17.00 uur bereikbaar via 0900 0400 682. Indien nodig verwijzen zij naar specialistische hulpverlening. Heeft u geen behoefte aan hulpverlening of therapie, maar wilt u graag willen praten over alles wat er is gebeurd, dan kunt u terecht bij Slachtofferhulp: 0900-0101, maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. www.slachtofferhulp.nl. Een medewerker van Slachtofferhulp Nederland kan onder andere: • praktische en emotionele ondersteuning geven informeren over rechten tijdens het strafproces helpen bij het verhalen van de geleden schade • tips geven over omgaan met eventueel aandacht van de media • Naast de samenwerking met de politie en het Openbaar Ministerie heeft Slachtofferhulp Nederland een uitgebreid netwerk van dienstverleningsorganisaties, advocatuur, Algemeen Maatschappelijk Werk, Centra voor Seksueel Geweld, GGD, Psychotraumacentra en lotgenotengroepen.
© Copyright 2024 ExpyDoc