Spreekwoorden 1

Spreekwoorden 1
Daar komt de aap uit de mouw
Door de zure appel heen bijten
De appel valt niet ver van de boom
Met het verkeerde been uit bed
stappen
Voor iemand in de bres springen
Met de deur in huis vallen
- het wordt nu duidelijk wat er is
bedoeld
- aan iets vervelends beginnen
- kinderen lijken in veel opzichten
op hun ouders
- een slecht humeur hebben
- het voor iemand opnemen
- onmiddellijk zeggen wat je bedoelt
Eieren voor zijn geld kiezen
- de wijste partij kiezen
Zich op glad ijs wagen
- over iets beginnen,waar je niet
zoveel vanaf weet
- van het ene onderwerp van gesprek
op het andere overgaan
- het maar net halen;op het
nippertje
- iemand in bescherming nemen
Van de hak op de tak springen
Met de hakken over de sloot
Iemand de hand boven het hoofd
houden
Hoge bomen vangen veel wind
Onder één hoedje spelen
- wie een belangrijke baan
heeft,krijgt vaak veel kritiek
- samen iets oneerlijks doen
Als 2 honden vechten om een been,dan - als 2 mensen het met elkaar oneens
loopt de derde er mee heen
zijn,doet een derde er zijn voordeel
mee.
Men moet het ijzer smeden als het
- gebruik maken van een goede
heet is
gelegenheid
De kaas niet van het brood laten
- voor jezelf opkomen
eten
Als het kalf verdronken is dempt men - maatregelen treffen nadat iets
de put
ergs gebeurd is
Iemand van het kastje naar de muur
- iemand voor niets laten lopen
sturen
De kat uit de boom kijken
- geduldig afwachten,voordat jezelf
iets onderneemt
Men kan nooit weten hoe een koe een - iets onwaarschijnlijks kan toch
haas vangt
lukken
Men moet geen oude koeien uit de
-men moet niet weer praten over iets
sloot halen
dat lang geleden gebeurd is
Hij heeft de klok horen luiden,maar - iets gehoord hebben,maar er het
weet niet waar de klepel hangt
fijne er niet vanaf weten
Iemand de les lezen
- iemand eens flink de waarheid
vertellen
Met lood in de schoenen lopen
- ergens tegenop zien
Met de mond vol tanden staan
- niets weten te zeggen