Beste ouders, Wij zijn begonnen aan thema 6 van taal. Het

Beste ouders,
Wij zijn begonnen aan thema 6 van taal. Het verwoorden van de spellingsregel is
belangrijk (bewustwording waarom je iets op een bepaalde manier schrijft).
De volgende categorieën komen aanbod:
 Woorden met cht (nacht)
 Woorden met ch (lach)
Na een korte klank schrijf je cht: icht, echt, acht, ocht, ucht. Behalve bij de
werkwoorden liggen, leggen en zeggen: hij ligt, hij legt en hij zegt.
Versje: de kip ligt in het hok, ze legt een ei en zegt tok-tok
Bij het inoefenen zegt u afwisselend een woord met een korte en met een lange
klank (zocht, zoogt, pech, leeg, dicht, liegt, wacht, waagt, spuug, kuch, zacht, zaagt,
vecht, veegt). Herhaal de regel: na een korte klank schrijf je ch (t). Na een lange
klank schrijf je g(t). Het is belangrijk dat kinderen het verschil tussen korte en lange
klanken kunnen horen om de regel toe te passen.
Er zijn maar een paar woorden met ch op het einde. Die leer je uit je hoofd: ach,
och, toch, pech, zich, kuch, lach.
verkleinwoorden met
 -je (huisje)
 -pje (boompje)
 -tje (paaltje)
Regelwoorden: Je gaat uit van het grote woord. Een kleine pet is een pet-je. Een
kleine hoek is een hoek-je.
Een kleine droom is een droom-pje. Een klein duw is een duw-tje. Een kleine vriend
is een vriend-je
De meeste fouten worden gemaakt bij de volgende woorden: feest-je, nest-je, nichtje. De letter t wordt vaak vergeten, omdat je die letter niet hoort.
Woorden met eind-d of midden-d die klinkt als t (regelwoorden).
Eind-d:
 Het woord is……
 Dat eindigt op een t-klank.
 Ik maak het woord langer….
 Ik schrijf…..
Oefen bijvoorbeeld met vreemd, pet, staart enz.
Zelfstandige naamwoorden kun je langer maken door het woord in het meervoud te
zetten: één hond, twee honden.
De meeste bijvoeglijke naamwoorden kun je langer maken door er een e achter te
zetten.
De hond is goed. De goede honden.
De hoed is zwart. De zwarte hoeden.
-acht
acht
gracht
jacht
klacht
kracht
lacht
macht
nacht
vacht
vracht
wacht
zacht
pech
ach
lach
pech
toch
zich
huisje
boekje
bootje
briefje
dorpje
drankje
grapje
huisje
ijsje
kaarsje
kaartje
kruisje
neefje
pakje
poosje
potje
zusje
-echt
echt
knecht
recht
rechts
slecht
vecht
vlecht
-icht
dicht
licht
nicht
plicht
-ocht
bocht
tocht
vocht
liggen
Hij ligt
Hij legt
Hij zegt
boompje
armpje
boompje
bloempje
duimpje
filmpje
kraampje
raampje
riempje
rijmpje
wormpje
broertje
beertje
broertje
diertje
kleurtje
kooitje
kroontje
muurtje
schuurtje
vrouwtje
zoontje
hond
jeugd
afstand
armband
avond
duizend
geduld
gewond
gezond
glad
wild
koud
rood
-ucht
lucht
vlucht
vrucht