Alfabetische volgorde Schrijf het woordpakket over. Schrijf het dan

Alfabetische volgorde
Schrijf het woordpakket over. Schrijf het dan nog eens over in alfabetische volgorde.
Van lang naar kort
Schrijf het woordpakket over. Schrijf het dan nog eens over, maar dan van lang naar kort. Het langste
woord komt dan bovenaan en het kortste woord onderaan.
Hoofdletters
Schrijf het woordpakket een keer over met alleen hoofdletters. Schrijf het daarna nog eens over,
maar dan alleen met kleine letters.
Woordtrapjes
Maak trapjes van de woorden. Dat doe je door op de bovenste regel alleen de eerste letter van het
woord te schrijven. Op de tweede regel schrijf je de eerste en tweede letter. Op de derde regel de
eerste drie. En zo verder.
Klinkers en medeklinkers
Schrijf de woorden van het woordpakket over. Markeer daarna alle klinkers. Of schrijf de woorden
over met twee kleurtjes. Een voor de klinkers en een voor de medeklinkers.
Horizontaal en verticaal
Schrijf de woorden een keer horizontaal over. Schrijf ze daarna verticaal over. Je zet de letters dan
dus niet van links naar rechts naast elkaar, maar van boven naar beneden.
Achterstevoren
Schrijf het woordpakket een keer normaal over. Schrijf ze daarna nog een keer over, maar dan
achterstevoren. Dan begin je dus met de laatste letter.
Krulletters
Schrijf het woordpakket een keer over zoals normaal. Schrijf het daarna nog een keer over, maar met
de mooiste krulletters.
Regenboog
Schrijf het woordpakket een keer over met pen. Schrijf het daarna nog een keer over met viltstiften.
Maak dan elke letter een andere kleur.
Krantenletters
Schrijf het woordpakket een keer over. Maak de woorden daarna nog een keer, maar dan door
letters uit tijdschriften knippen en die op te plakken.
Klei
Schrijf de woorden eerst een keer over. Maak de woorden daarna nog eens, maar door letters te
vormen uit klei.
Andere hand
Schrijf de woorden eerst een keer gewoon over. Schrijf ze daarna nog eens over, maar gebruik dan je
andere hand. Ben je rechtshandig, schrijf dan de tweede keer met je linkerhand
Woorden zoeken
Schrijf het woordpakket over. Zoek daarna per woord of je er andere woorden in kunt ontdekken. In
het woord 'blijdschap' vind je bijvoorbeeld de woorden 'lijd' en 'hap' en nog veel meer. Schrijf deze
woorden op.