Ik zag het helemaal voor me: romantisch samen onder een

Iets met muren Eigenlijk ben ik er eentje van tent, gaslamp en klapstoeltje. Nergens kom ik in de zomer sneller tot rust dan tussen de bomen aan een of ander Frans riviertje. Lege dagen in het vooruitzicht waarin je je leven reduceert tot de basale keuzes: waar leg ik vandaag mijn handdoek neer? Wil ik een pistoletje of een croissantje? Krijg ik dat mini sokje nu wel over dat vervloekte gaslampje of moeten we weer met kaarsjes lezen? Dat soort problemen. Nou leek me kamperen met Meisje nog even niet zo goed idee. Ik zou me gruwelijk opgelaten voelen als er tussen een nachtelijke huilbui en de buren maar een millimeter tentzeil zit. Ons eerste familiereisje ging daarom naar iets met muren. En dan liever niet op zo’n vakantiepark in bungalow nummer honderdvierentwintig met tropisch herriebad maar een lief huisje met een fijne tuin, een barbecue, Ik zag het
een goed bed en liefst vlakbij het strand. Ik zag het helemaal voor me: romantisch met z’n drietjes onder helemaal voor
een parasolletje, Meisje in een UV-­‐pakje met zoetig zonnehoedje en dan met de voetjes in de zee. me: romantisch
Realiteit: 35 graden, volle bak zon en je kont niet samen onder
kunnen keren van de hitte. Er is ook werkelijk waar geen peil op te trekken in Nederland. Uren en uren een parasolletje
zoeken we het web af naar een huisje aan zee, zijn we maar één keer goed en wel op het strand geweest. De schaduw bij het huisje bleek veel fijner. We sleurden het matras van de bovenverdieping (veel te warm) naar beneden en bivakkeerden de hele week in de woonkamer met z’n drietjes. De hele kamer was een groot zomerbed. Meisje speelde er op, wij deden er af en toe een dutje en volgden liggend de Tour de France. De hele week lieten we ons afwisselend vallen op het bed, een ligstoel of in het opblaasbadje. En opeens was ie er: midden in de nacht, een enorme huilbui. Paniek. Met het volume op honderd ging het minutenlang door totdat het godzijdank gewoon honger bleek te zijn. Met korte lontjes (’s nachts zijn die nou eenmaal niet lang) maakten we op hoog tempo een flesje wat ze in no-­‐time leeg slurpte. Ik dacht nog even aan die tent en de buren die nu gewoon ergens heerlijk lagen te slapen. Zij wel. Omdat wij zo lief waren om een huisje te boeken. Het zal wel een sprongetje zijn: het lijkt of ze in één week tien centimeter is gegroeid. Ze wil zitten, eet groentehapjes, sabbelt aan een banaan en brabbelt de hele dag in haar babytaaltje. Thuis past ze opeens niet meer in de wieg en sta ik alsnog onverwachts voor een kampeerprobleem: ik krijg het mini sokje er weer niet omheen. Alleen gaat het deze keer niet om een lampje maar om voetjes. Meisje wordt groot. De vakantie duurt gelukkig nog even. Morgen ons matras maar eens naar beneden slepen. En nieuwe sokjes kopen.