Artikel - Vogelwerkgroep Arnhem

Bosuilentaal: who is woehoe?
Vrijdag de dertiende was op voorhand de
perfecte decemberavond om op zoek te gaan
naar het spookachtige geluid van de Bosuil.
Om de entourage compleet te maken startte
de excursie bij de stikdonkere begraafplaats
van Rozendaal, waar sommigen geheimzinnige lichtjes zagen dansen boven de
grafzerken.
Om niets aan het toeval over te laten
hadden onze excursieleiders Koos Dansen
en Michaela Povel onderweg Hans Bugter
opgepikt. Zijn kunstige Bosuilenimitatie
bleek niet van echt te onderscheiden.
Binnen enkele seconden nadat Hans een
prachtig ‘woe … hoe hoehoehoehoeee’ had
laten rondschallen, kwam het antwoord
al aangevlogen. Het klonk eerst rechts
van ons en onmiddellijk daarna ook links,
maar dan een halve octaaf hoger. Twee
Bosuilenmannen die hun territorium komen
verdedigen, zo was al snel de diagnose. Een
paar minuten later klonk ook een scherp
‘kuwieeeh’ uit de boomtop. Ook nog een
Bosuilenvrouw, was de eerste reactie. Maar
toen sloeg de twijfel toe: was het misschien
de alarmroep van een van de mannen? Het
woehoe en het kuwieeeh gingen nog enige
tijd door, aangemoedigd door Hans. Totdat
het twee- of drietal zich langzaam van ons
verwijderde en zich ten slotte in stilte hulde.
Boezemde Hans te veel ontzag in of was hij
als nepuil ontmaskerd?
Echte man
Geduldig wachtten we op meer uilengenot.
Dat was geen straf, want de kraakheldere
hemel bood met tientallen vallende sterren
Vlerk 31/1 | maart 2014 | Bosuilentaal: who is woehoe?
een prachtig spektakel: de Geminiden
suisden langs. Ik liet geen kans onbenut om
een wens te doen. Meer Bosuilen graag! Het
mocht niet baten en na een uurtje besloten
we ons geluk op een andere plaats te
beproeven. Ook bij Beekhuizen liet Hans het
blokfluitachtige geluid klinken door tussen
zijn duimen door te blazen. Opnieuw succes.
Het woehoe kwam boom voor boom dichter
bij. Uiteindelijk vatte de Bosuil post in een
hoge top. Hoewel zijn triller minder perfect
klonk dan bij Rozendaal, vonden we ook deze
uil een echte man. Zien deden we de uilen
die avond niet, maar de excursie was beslist
geslaagd.
Wie is wie
Thuisgekomen begon er toch iets te knagen.
Hoeveel uilen had ik nu gehoord, hoeveel
mannen en hoeveel vrouwen? De kwestie liet
me niet los. Rond ons huis aan de rand van
Park Angerenstein in Arnhem laat de Bosuil
zich bijna het hele jaar door horen. Iedere
keer weer vind ik het een prachtig geluid, je
mag me ervoor wakker maken. Maar ik wil
wel graag weten wie ik hoor.
Het was me al eerder opgevallen dat het
bekende ‘woe … hoe hoehoehoehoeee’
heel verschillend kan klinken. Vaak als
het schoolvoorbeeld, maar soms ronduit
klungelig met een vrijwel mislukte triller.
Heeft de Bosuilenman van Angerenstein
dan een slechte dag, wordt ‘ons’ territorium
belaagd door een minder goedgebekte
buurman of is het zoonlief die het woehoe
nog niet onder de knie heeft? En waar las
ik toch ooit dat ook een Bosuilenvrouw dat
- 21 -
typische mannengeluid wel eens laat horen?
Nu blijkt bovendien de man een alarmroep
te hebben die niet van vrouwengekrijs te
onderscheiden is. Als mannen én vrouwen
zowel woehoe als kuwieeeh kunnen
produceren, hoe weet ik dan wie er aan het
woord is?!
Les in uilentaal
Moegegoogeld een enigszins teleurgesteld
in het resultaat nam ik mijn toevlucht tot een
ouderwets-degelijk boek. Boven op de stapel
lag de ANWB Vogelgids van Europa. Deze
gids omschrijft de meest gehoorde roep
als een schril kewICK, met snelle variaties
Foto: Koos Dansen
Ik besloot op onderzoek uit te gaan om me
te bekwamen in de Bosuilentaal. Op advies
van Jan Schoppers ging ik eerst te raden bij
twee doorgewinterde uilenonderzoekers.
De een reageerde verbaasd. De man zegt
woehoe, de vrouw kuwieeeh. Daar was geen
twijfel over mogelijk. De ander hield enige
slagen om de arm: “het vrouwtje maakt geen
oehoe-geluid, maar het mannetje kan wel
het kuwiet-geluid maken, zo maak ik de
mensen wijs en ik denk ook dat dat zo is”.
Daarna begon ik – leek op het terrein
van vogelonderzoek - in het wilde weg te
googelen op ‘Bosuil’. De ene naar de andere
YouTube-opname kwam voorbij, waarbij
over het algemeen de man het woehoe en
de vrouw het kuwieeeh krijgt toegedicht. De
Dierenbibliotheek van WNF suggereert dat
het kuwieeeh in het broedseizoen te horen is
en het woehoe in de rest van het jaar, zonder
onderscheid te maken tussen mannen en
vrouwen. Dat leek me niet te kloppen, ik
hoor beide geluiden het hele jaar door.
SoortenBank.nl beschrijft het woehoe als de
zang van het mannetje en voegt daaraan toe
‘ook scherp kewik en geluid als van krakende
deur’, maar laat in het midden wie deze
laatste geluiden produceert.
Bosuil, Duno, Doorwerth
- 22 -
Vlerk 31/1 | maart 2014 | Bosuilentaal: who is woehoe?
als alarmroep. Aha, het kuwieeeh heeft dus
meerdere vormen en betekenissen! De zang
is volgens de gids een klagelijk woehoe met
een klank die doet denken aan een houten
blaasinstrument. De vrouw, en “mogelijk
ook soms de man”, maakt een rauwe,
klaaglijke variant van de zang, zo vermeldt
de gids. Opnieuw ontglipte mij een aha:
dus ook de vrouw kan woehoe’en, zij het
minder mooi. Onder de ANWB-gids trof ik
Roofvogels en uilen. Alle soorten van Europa
aan. Dit boek geeft in fraaie bewoordingen
een vergelijkbare duiding: “De baltsroep
is een luid, huilend maar toch welluidend
hoe-hoeoeoejoe-oeoeoeoe, vanaf januari te
horen. Vrouwtjes zingen net zo, maar heser
en klaaglijker. Allerlei individuele variaties.
Alarmroep is kort blaffend oewett of luid
wick.”
Finale
Na deze boeken noteerde ik de volgende
tussenstand:
1. Mannen én vrouwen zingen woehoe,
maar de man zingt mooier dan de vrouw.
2. Mannen én vrouwen roepen kuwieeeh,
met een snelle variant als alarmroep.
Met deze kennis sloeg ik opnieuw aan het
googelen, nu ook op Strix aluco en Tawny
Owl, om na een avondje klikken te eindigen
op een site met de merkwaardige naam
www.godsownclay.com.
De afzender van deze site is de Brit Romilly
Hambling. Als uit de hand gelopen hobby
heeft hij geluiden van Bosuilen in zijn
woonomgeving opgenomen, in de Weald
of Kent. Hoewel ik de wetenschappelijke
betrouwbaarheid van deze bron niet goed
kon inschatten, stemden de eerste zinnen mij
onmiddellijk blij en hoopvol: “Remarkably for
such a familiar bird, there is a lack of certainty
Vlerk 31/1 | maart 2014 | Bosuilentaal: who is woehoe?
about the calls Tawny Owls make, especially
perhaps which sex makes which call. After
many hours spent listening to them, both
out in the wild and in captivity, I believe
it is possible to come up with some more
definite conclusions. And in fact the situation
seems fairly straightforward.” Blij omdat mijn
zoektocht ten volle herkend werd. Hoopvol
omdat de ontknoping leek te naderen.
De site ontpopte zich tot een ware Steen
van Rosetta: meer dan dertig opnamen van
woehoe’s en kuwieeeh’s in allerlei variaties
en toonaarden, steeds met een glasheldere
vertaling in gewonemensentaal over het
wie, wat en waarom. Dat Hambling even
helder verwoordt waar hij niet zeker van is
of wat hij gewoonweg niet weet, deed mijn
vertrouwen alleen maar groeien. Avond
na avond luisterde ik naar de opnamen en
uiteindelijk besloot ik ze voor de waarheid
aan te nemen. De negen meest herkenbare
geluiden zette ik op een rijtje. En zo kwam
ik, dankzij god’s own clay, tot een ‘eenvoudig
woordenboek der Bosuilentaal’:
1. Woe …. hoe hoeoeoeoeeee (‘full hoot’)
Klank: geluid van houten blaasinstrument,
verdragend, met varianten in de laatste triller
per individu.
Wie: man.
Betekenis: territorium afbakenen, partner
zoeken, contact houden met vrouw.
2. Woe … (‘single hoot’)
Klank: als full hoot.
Wie: man.
Betekenis: onzeker, mogelijk territorium
afbakenen.
- 23 -
3. Woe .. hoehoehoeoeoe (‘female hoot’)
Klank: rauw, hees geluid, met kortere pauzes
dan in full hoot van man en minder verdragend, lijkt op jonge uil die voor het eerst de
full hoot probeert (maar dat is het niet).
Wie: vrouw.
Betekenis: onzeker, mogelijk ongepaard
vrouwtje dat een partner zoekt.
4. Kuwíeeeeeh … (‘female kewick’)
Klank: scherpe, langgerekte kreet, klemtoon
op tweede lettergreep.
Wie: vrouw.
Betekenis: communicatie met man, buiten
broedseizoen om hem te zoeken, op nest om
hem aan te sporen tijdens de jacht. Bij snelle
opeenvolging ook alarmroep.
5. Kuwiep … (‘yelp’)
Klank: korte variant van female kewick.
Wie: man en vrouw.
Betekenis: intensieve interactie tussen
man en vrouw, bij snelle opeenvolging ook
alarmroep.
6. Oeoeoeoeoeoeoe … (‘warble’)
Klank: langgerekte, zachte triller, ook wel
tremolo genoemd.
Wie: man en vrouw.
Betekenis: onzeker, lijkt uiting van angst,
ongemak of opwinding.
7. Puwieeeeew … (‘wail’)
Klank: miauwend geluid, als piepende
deur, tweede lettergreep eerst stijgend dan
dalend.
Wie: man en vrouw.
Betekenis: onbekend.
8. Schhhhhh … (‘hissing call’)
Klank: sissend geluid.
Wie: uilenjong op het nest.
Betekenis: honger, protest.
9. Puwíep … (‘fledging food call’)
Klank: nasale piep met klemtoon op de
tweede lettergreep.
Wie: takkeling.
Betekenis: honger.
Een taalstudie is nooit af. Als iemand me
aan professionelere bronnen en inzichten
kan helpen: graag! Het laatste dat ik wil is
tenslotte een Babylonische spraakverwarring
met de Bosuil voor mijn deur.
Renske Postma
[email protected]
Met dank aan Jan Schoppers voor het
doorlezen.
Oproep
Fraaie natuurtijdschriften voor liefhebber(s):
Koos Dansen, [email protected], tel. 026.3831148, zoekt enthousiaste privéliefhebber(s)
voor 24 complete jaargangen Grasduinen (1980 - 2003), kosteloos af te halen in Gorinchem
en voor 9 jaargangen National Geographic, 1998 - 2002 Engelstalig, 2003 - 2006 Nederlands, waarvan 4 jaargangen in cassette, idem af te halen in Arnhem.
- 24 -
Vlerk 31/1 | maart 2014 | Bosuilentaal: who is woehoe?