schooljaar 2015-2016

Tijdpad, procedure en adressen
Leerwegondersteunend Onderwijs (lwoo) en Praktijkonderwijs (pro)
schooljaar 2015-2016
(ook vermeld op www.swvslingeberkel.nl )
Tijdpad
 Vóór 1 december 2014: aanmelden (potentiële) lwoo-/pro-leerlingen d.m.v.
(bij voorkeur) het mailen van een “Aanmeldingsformulier lwoo-/pro-onderzoek” naar de VOschool waar de leerling vermoedelijk naartoe gaat + het klaarzetten van het OSOoverstapdossier; of
(dit jaar voor het laatst) het mailen van een onderwijskundig rapport (“oude stijl”).
 Woensdag 7 januari 2015: aanvullend testonderzoek op Het Assink Lyceum.
 Woensdag 14 januari 2015: aanvullend testonderzoek op MaxX Onderwijs, AOC Oost Borculo
en het Staring College.
Voor leerlingen die op de testdag ziek zijn, verhuisgevallen en leerlingen waarbij onverwacht uit de
Cito LOVS-toetsen van januari/februari 2015 alsnog een leerachterstand conform pro of lwoo blijkt,
is woensdag 15 april 2015 als reservetestdatum gepland. Deze leerlingen moeten vóór 15
maart bij de VO-school worden gemeld door een Cito LOVS Leerlingrapport te mailen naar de
zorgcoördinator van de school(locatie) waar de leerling naartoe wil. Van te laat gemelde leerlingen
zijn de onderzoekskosten voor de basisschool.
De toelating tot lwoo (binnen het vmbo) en pro is gebonden aan wettelijke voorschriften.
Een leerling dient te worden aangemeld als er (bijna) sprake is van een relatieve leerachterstand. Dit
is zo als een leerling op twee van de vier gebieden (technisch lezen, begrijpend lezen, spellen en
inzichtelijk rekenen, niet zijnde de combinatie technisch lezen en spellen) een achterstand heeft van
0,25 of meer, berekend met de formule 1 – (dle/dl). Ga daarbij uit van een recente meting (eind
groep 7 of bij voorkeur later). Is er twijfel, kies dan voor aanmelden of overleg met de VO-school!
Kijk niet alleen naar V-scores, maar ook naar beneden gemiddelde IV-scores!
Daarnaast kunnen beperkte cognitieve capaciteiten (IQ) en/of andere belemmeringen van bijv.
motivationele of sociaal-emotionele aard aan de orde zijn.
Uitgebreide informatie over de criteria is te vinden op www.rvc-vo.nl .
Om voor lwoo of pro in aanmerking te komen, dient de basisschool de leerling aan te melden bij de
VO-school waar de leerling vermoedelijk naartoe gaat. In een aantal gevallen zal de keuze van ouders
en leerling nog niet bekend zijn. Wanneer een leerling achteraf toch naar een andere school gaat dan
waar het onderzoek heeft plaats gevonden, zullen de gegevens na instemming van de ouders worden
overgedragen.
Alle benodigde stukken, bestanden c.q. formulieren rond de lwoo en pro zijn te downloaden vanaf
www.swvslingeberkel.nl (onder “Aanmelden”).
1
Digitale en schriftelijke informatie kan worden verzonden naar de volgende (mail)adressen:
School
Contactpersoon
Telefoon en email
MaxX (Praktijkonderwijs)
Wheemerstraat 15A
7161 AN NEEDE
mevrouw L. Bergsma
0545 29 41 45
[email protected]
mevrouw B. Sijbolts
[email protected]
0545 25 99 10
[email protected]
mevrouw M. Nijkrake
053 57 30 606
[email protected]
mevrouw M. van Roosmalen
0545 29 10 01
[email protected]
de heer H. Hilderink
0545 47 71 80
[email protected]
AOC Oost
locatie Borculo
Ruurloseweg 35
7271 RS BORCULO
Het Assink Lyceum
locatie Haaksbergen
Van Brakelstraat 1
7482 VV HAAKSBERGEN
Het Assink Lyceum
locatie Neede
Julianastraat 12
7161 CR NEEDE
Het Assink Lyceum
locatie Eibergen
Rekkenseweg 1
7152 AA EIBERGEN
Staring College
locatie Lochem
Postbus 200
7240 AE LOCHEM
mevrouw M. Hol
0573 29 72 97
[email protected]
de heer L. ten Have
0545 27 35 35
[email protected]
Staring College
Locatie Beukenlaan Borculo
Postbus 200
7240 AE LOCHEM
Aangemelde leerlingen worden vervolgens door de school waar zij zijn aangemeld opgeroepen voor een
aanvullend testonderzoek dat wordt betaald door de VO-school. Dit wordt uitgevoerd door een extern
testbureau (A-Vision).
Op de testdag wordt onderzoek gedaan naar de criteria intelligentie (NIO1), relatieve leerachterstand
(Drempelonderzoek 678, 20105) en sociaal-emotioneel functioneren (NPV-J-22).
Als de resultaten van het onderzoek vallen in het zgn. “grijze” gebied tussen pro en lwoo wordt de PCL
van Samenwerkingsverband Slinge-Berkel gevraagd om advies. Vaak wordt in dergelijke gevallen ook
aanvullende informatie gevraagd aan de basisschool. Bijv. de resultaten van de Cito LOVS-meting in
januari 2015. Vervolgens worden de testrapporten opgestuurd naar ouders en basisschool.
Het OSO-overstapdossier (dan wel het onderwijskundig rapport “oude stijl”) en het verslag van het
aanvullende testonderzoek worden – als de leerling aan de criteria voldoet – opgestuurd naar de
Regionale Verwijzingscommissie VO (RVC-VO). Zij bepaalt uiteindelijk of de leerling in aanmerking komt
voor lwoo of pro.
1
2
Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau (2004)
Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst – Junior-2 (2011)
2
Toelichting
Met betrekking tot de geldigheidsduur van psychologische onderzoeken geldt:
 intelligentieonderzoeken zijn 2 jaar geldig, gerekend vanaf de datum aanmelding RVC-VO;
 sociaal-emotioneel onderzoek is 1 jaar geldig, eveneens gerekend vanaf de datum aanmelding
RVC-VO;
 het didactisch onderzoek (dus schoolvorderingen/leerachterstanden) moet eind groep 7 of
(liefst) later zijn afgenomen.
De leerachterstanden dienen per se in DLE’s te worden uitgedrukt; het mag dus niet in leerjaren en ook
niet m.b.v. de letters A t/m E of de Romeinse cijfers I t/m V.
Tabel van de relatieve leerachterstand
Bij de berekening van de leerachterstand voor de indicatie lwoo of pro wordt uitgegaan van de
didactische leeftijd (DL) die een leerling op het moment van toetsen heeft bereikt. Van groep 3 tot en
met groep 8 volgt een leerling jaarlijks 10 onderwijsmaanden: van september tot en met juni. Als een
leerling bijvoorbeeld wordt getoetst in de maand november van groep 8, dan heeft deze leerling een DL
van 53, mits deze leerling geen zittenblijver is.
Voor een zittenblijver in groep 8 geldt de regel dat deze leerling de gehele periode dat hij in groep 8 zit
een DL heeft van 60, ongeacht de maand waarin hij of zij wordt getoetst.
Van de mogelijkheid om gedoubleerde leerlingen al vanuit groep 7 aan te melden bij een Regionale
Verwijzingscommissie dient alleen gebruik gemaakt te worden als de school van herkomst (primair
onderwijs) van mening is dat de betreffende leerling niet gebaat is met een extra jaar primair
onderwijs. Voor deze leerling geldt bij wijze van uitzondering een andere regel:
 als de leerling in groep 3 t/m 7 eenmaal gedoubleerd is, worden aan zijn DL op het moment van
toetsing 10 onderwijsmaanden toegevoegd.
Voorbeeld: als de leerling in februari wordt getoetst, dan heeft deze een DL van 40 + 6 = 46.
Daarbij worden 10 onderwijsmaanden geteld, wat zijn DL op 56 brengt;
 als de leerling in groep 3 t/m 7 echter al tweemaal gedoubleerd is, dan wordt uitgegaan van een
DL van 60, ongeacht de maand waarin hij of zij wordt getoetst.
Als een vreemdeling c.q. nieuwkomer korter dan 2 jaar in Nederland verblijft, dient uitgegaan te
worden van een leerachterstand van 2 jaar (= leerachterstand van 0,33). Omdat daarmee de vraag
lwoo of pro nog niet is beantwoord, is nader onderzoek nodig. De leerachterstand kan immers ook 0,54
zijn.
DL
DL
DLE 3
DLE 3
leerling groep 8
(geen zittenblijver)
zittenblijver groep 7
(1 x gedoubleerd)
bovengrens voor
LWOO
bovengrens voor
PrO
60
60
45
30
59
59
44
29
58
58
43
29
57
57
43
28
56
56
42
28
55
55
41
27
54
54
40
27
53 (=november 2014)
53 (=november 2014)
40
26
52
52
39
26
51
51
38
25
leerling groep 8 (zittenblijver)
60
3
Als een toetsafname leidt tot een DLE dat lager is dan het laagst mogelijke DLE bij die toets, dan dient te worden doorgetoetst met een
lagere toetsversie totdat het geven van een DLE volgens de bijbehorende schaal mogelijk is. Er kan dus niet worden volstaan met een
vermelding als DLE < 31. Dit geldt uiteraard ook als de ruwe score hoger is dan het hoogst mogelijke DLE bij de toets.
3