Het M-decreet: historiek en argumentatie 1 Deze namiddag keurt de Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen van het Vlaams Parlement wellicht ‘het ontwerp van decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften’ goed. De christelijke onderwijsvakbonden COC en COV vrezen dat de scholen de doelstellingen van dit decreet niet waar zullen kunnen maken. Dit ontwerp van decreet zou er moeten toe leiden dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ten volle, effectief en op voet van gelijkheid met anderen kunnen participeren aan het school- en klasgebeuren. Dit ontwerp heeft een zeer lange voorgeschiedenis en beroert nog steeds heel wat onderwijsmensen. Niet omdat het onderwijspersoneel geen inspanningen wil leveren voor het onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, maar wel omdat het Vlaams Parlement zijn verantwoordelijkheid niet helemaal opneemt. VN-verdrag Op 30 april 2009 stemde het Vlaams Parlement unaniem in met het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap. Het ontwerp van decreet dat de Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen vandaag zal goedkeuren, is een gevolg van de instemming van het Vlaams Parlement met dat VN-verdrag. De Vlaamse Regering ziet dit decreet als een eerste stap in de richting van inclusief onderwijs. Op 8 november 2013, de dag dat de Vlaamse Regering het ontwerp van decreet doorstuurde naar het Vlaams Parlement, zei minister Smet in een persmededeling ‘Het akkoord van vandaag is een grote stap voorwaarts in een dossier dat al meer dan vijftien jaar lang onderwerp vormt van hevige discussies.’ Dat dat dossier al zo lang aansleept omwille van het ontbreken van een degelijk budgettair kader, vertelde hij er niet bij. Net zo min als dat er ook nu geen budgettair kader is! Een budgettair kader dat zou moeten toelaten dat leerlingen individueel ondersteund worden, dat redelijke aanpassingen aan de schoolgebouwen mogelijk maakt, dat leraren toelaat de noodzakelijke competenties te ontwikkelen, dat het risico op overbevraging uitsluit, dat toelaat dat de scholen kwaliteitsvol onderwijs kunnen verstrekken, … Het VN-verdrag voorziet de verplichting voor de overheid om de scholen van die middelen te voorzien. Hier blijft het Vlaams Parlement in gebreke. Het legt - in uitvoering van het VN-verdrag verplichtingen op aan de scholen, maar vergeet zijn eigen verplichtingen. Omdat de doelstellingen van dit decreet zullen moeten gerealiseerd worden met de huidige middelen, vrezen COC en het COV ervoor dat de doelstellingen van dit decreet niet waar zullen gemaakt worden. Uitstel decreet Vorige week nog riepen de onderwijsvakbonden de parlementsleden van de Commissie Onderwijs op om dit decreet niet te laten ingaan op 1 september 2014 maar dit uit te stellen tot op de datum dat Vlaanderen zelf aan haar verplichtingen aan de scholen heeft voldaan. Vandaag zal de Commissie Onderwijs de ingangsdatum van dit decreet - om politieke redenen - maar uitstellen tot 1 september 2015. Voor COC en het COV is dat een eerste stap in de goede richting. Maar er is nog een tweede klip te nemen. 1 bijlage bij de persmededeling van 6 februari Competentieontwikkeling Het VN-verdrag bevat ook de verplichting van de overheid om te voorzien in de opleiding van leraren. En er is ook nog de Salamancaverklaring van 1994 die stelt dat de overheid opleidingsprogramma’s voor leerkrachten moet verzekeren om tegemoet te komen aan speciale onderwijsbehoeften van kinderen in reguliere scholen. Het is dus de verantwoordelijkheid van het Vlaams Parlement om het kader te voorzien dat deze opleidingsprogramma’s mogelijk maakt. Het ziet er naar uit dat dit kader om financiële redenen kleiner zal worden dan oorspronkelijk voorzien. Daardoor zal het onmogelijke aan de scholen en hun personeelsleden gevraagd worden. Met nefaste gevolgen voor de betrokken kinderen en jongeren. Het Vlaams Parlement heeft door in te stemmen met het VN-verdrag een groot engagement op zich genomen. Niet alleen naar de leerlingen toe, maar ook naar de competentieontwikkeling van de leraren. Dit engagement wordt op dit ogenblik niet waargemaakt. Aan de uitbouw van een globaal professionaliseringstraject en een globale professionaliseringsstructuur voor de leraren van het gewoon basis- en secundair onderwijs wordt vandaag nog gewerkt. Zelfs het uittekenen van het competentieprofiel van de competentiebegeleider of het competentieprofiel voor de pedagogische begeleiders die de leraren moeten ondersteunen, is nog niet klaar. Met dit alles geloven wij er niet in dat de uitrol van dat professionaliseringstraject naar het onderwijsveld van start zal gaan op 1 september 2014. Laat staan dat de leraren op 1 september 2015 voldoende bijgeschoold zullen zijn! Oproep naar het Vlaams Parlement Op 15 juli 2011 besliste de Vlaamse Regering om, in afwachting van een invoering van leerzorg op langere termijn, een aantal beleidsmaatregelen te nemen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Ze nam deze beslissing omdat er een onvoldoende draagvlak was. Onvoldoende vertrouwen, budgettaire implicaties, het risico op overbevraging van scholen en CLB’s, het gebrek aan middelen voor competentieontwikkeling en het niet verlenen van de waarborgen die het VNverdrag voorziet, waren de belangrijkste punten voor dit gebrek aan draagvlak. Aan deze punten van kritiek wordt door dit ontwerp decreet niet tegemoet gekomen. Al deze argumenten maken duidelijk dat dit decreet maar in werking kan treden op de datum waarop Vlaanderen ook aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Dat geeft de meeste waarborgen op goed kwaliteitsvol onderwijs voor het kind. In het belang van dat kind moet Vlaanderen hier werk van maken. Niet langer met holle woorden en mooie volzinnen, maar met daden. Als blijkt dat het Vlaams Parlement zijn verantwoordelijkheid niet opneemt, dan garanderen COC en COV niet langer de sociale vrede. Jos Van Der Hoeven Secretaris-generaal COC Marianne Coopman Algemeen secretaris COV
© Copyright 2024 ExpyDoc