Motie tot besluit van de in commissie besproken beleidsnota Welzijn

ingediend op
125 (2014-2015) – Nr. 4
11 februari 2015 (2014-2015)
Motie
van Freya Van den Bossche, Bart Van Malderen en Jan Bertels
tot besluit van de in commissie besproken
beleidsnota Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
2014-2019
Documenten in het dossier:
125 (2014-2015)–Nr. 1: Beleidsnota
–Nr. 2: Verslag van de gedachtewisseling
–Nr. 3: Motie
verzendcode: WEL
2
125 (2014-2015) – Nr. 4
Het Vlaams Parlement,
–gehoord:
1° de bespreking van de beleidsnota Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 20142019;
2° het antwoord van Vlaams minister Jo Vandeurzen;
– vraagt de Vlaamse Regering:
1° om, zoals de SAR WGG (Strategische Adviesraad voor het Welzijns-,
Gezondheids- en Gezinsbeleid) ook vraagt, van het terugdringen van het
verschil in gezonde levensjaren tussen verschillende socio-economische
klassen een Vlaamse gezondheidsdoelstelling te maken;
2° de strijd tegen armoede structureel aan te pakken en, specifiek voor het
beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, van de automatische
toekenning van rechten een prioriteit te maken en bij elke beleidsbeslissing
een armoedetoets uit te voeren en met de resultaten hiervan ook rekening
te houden;
3° het decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en
peuters, goedgekeurd op 28 maart 2012, te respecteren, en een duidelijk
groeipad uit te tekenen zodat tegen ten laatste 2020 voor elk kind dat er
behoefte aan heeft kwaliteitsvolle kinderopvang voorhanden is, en hierbij
prioritair in te zetten op inkomensafhankelijke kinderopvang, om zo recht
te doen aan de decretale bepaling dat deze kinderopvang betaalbaar moet
zijn voor iedereen; en duidelijkheid te verschaffen over de berekeningswijze van de ouderbijdrage;
4° een decreet Kinderbijslag uit te werken, niet los van maar samen met het
parlement, en in dit decreet rekening te houden met de werkelijke kosten
van de opvoeding van een kind, en de kinderbijslag dus te moduleren naar
leeftijd; een sociale toeslag te voorzien in functie van inkomen en/of zorgnood van het gezin, en hierbij rekening te houden met de gezinsgrootte;
ervoor te zorgen dat geen gezin bij het uitrollen van het decreet erop achteruitgaat; en de rol van het parlement te respecteren en de simulaties die
doorgevoerd zullen worden om de verschillende scenario’s die voorliggen in
te schatten, te delen met en te laten bespreken door het parlement;
5° de opvoedingsondersteunende rol van de Huizen van het Kind blijvend te
valoriseren;
6° de bijdrage aan de zorgverzekering inkomensafhankelijk te maken en de
sociale rechtvaardigheid van het systeem blijvend te garanderen;
7° erover te waken dat de principes van vermaatschappelijking van de zorg
en van zorg in eigen regie niet leiden tot het vergroten van de welzijns- en
gezondheidskloof tussen verschillende sociaal-economische groepen in de
samenleving;
8° de centra voor geestelijke gezondheidszorg (cgg’s) de middelen te geven
om de wachtlijsten bij de cgg’s weg te werken, en bij de Federale Regering
aan te dringen op een snelle en goede regeling om consultaties bij erkende
psychologen terugbetaalbaar te maken;
9° zo snel mogelijk werk te maken van een grondige evaluatie van het decreet
Integrale Jeugdhulp, de reeds gesignaleerde pijnpunten prioritair weg te
werken en hiertoe ook een duidelijk meerjarenplan uit te tekenen, indien de
lokale actoren dit wenselijk achten, werk te maken van trajectbegeleiding
doorheen de jeugdhulp en bijzondere aandacht te schenken aan de soms
moeilijke overgang tussen een traject van een jongere in de jeugdhulp en
de volwassenheid;
10°het overkomen van de bevoegdheid jeugd(sanctie)recht aan te grijpen
om een grondig maatschappelijk debat te voeren over het doel van
jeugd(sanctie)recht en hoe dit best te bereiken, de uithandengeving van
minderjarigen te schrappen, het jongerendetentiecentrum in Tongeren te
sluiten en duidelijke rechtswaarborgen voor minderjarigen te garanderen;
Vlaams Parlement – 1011 Brussel – 02/552.11.11 – www.vlaamsparlement.be
125 (2014-2015) – Nr. 4
3
11°de justitionele bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap te gebruiken
als instrument om mensen te versterken om hun plaats in de samenleving
(weer) te kunnen innemen;
12° blijvend te investeren in de ouderenzorg;
13°de dagprijzen van de rust- en verzorgingstehuizen te bewaken, opdat elke
oudere zich verzekerd weet van een goede zorg;
14°de toenemende armoede bij ouderen te bestrijden en ouderenparticipatie
blijvend te stimuleren;
15°bij hoogdringendheid een werkbaar alternatief systeem uit te werken
voor de bestaande VIPA-stelsels (VIPA: Vlaams Infrastructuurfonds voor
Persoonsgebonden Aangelegenheden) om investeringen in welzijnsinfrastructuur op een noodzakelijk, continue hoog peil te houden;
16°zorggarantie en vraaggestuurde hulp op maat voor personen met een
handicap te realiseren op het terrein tegen uiterlijk 2020. Dit veronderstelt
de nodige budgettaire middelen, ook in deze legislatuur;
17°de decretaal verplichte meerjarenbegroting bij hoogdringendheid in te
dienen bij het Vlaams Parlement en zodoende duidelijkheid te scheppen over
de ingeschatte zorgnoden en de beleidsmatige en financiële antwoorden
dienaangaande van de Vlaamse Regering;
18° duidelijkheid te verschaffen over het netto-uitbreidingsbeleid in de sector
van personen met een handicap, rekening houdend met het afgesproken
besparingspad en de verdeling tussen VAPH-middelen en de middelen
toegewezen aan de zorgverzekering en de doelstellingen van Perspectief
2020;
19°onverkort werk te maken van de garantie van vraaggestuurde en kwalitatieve zorg en maatschappelijke integratie voor mensen met een handicap;
20°bij het uitwerken van het regelgevend kader in het beleidsdomein en bij
het uitrollen van acties om zorgberoepen aantrekkelijker te maken steeds
rekening te houden met het zogenaamde superdiverse karakter van de
samenleving;
21° bij het realiseren van het decreet Gegevensdeling het prioritaire belang van
de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de burger niet uit het
oog te verliezen en er alles aan doen opdat deze gegevens nooit geraadpleegd kunnen worden door onbevoegden.
Freya VAN DEN BOSSCHE
Bart VAN MALDEREN
Jan BERTELS
V l a a m s Par l e m e nt