PERSMEDEDELING GVF-Onderwijs 11 maart 2014 De Vlaamse parlementsleden hebben de afgelopen dagen meer dan 10 000 brieven ontvangen van personeelsleden waarin die hun ongerustheid uitten over de nakende goedkeuring van het ontwerp van decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (het zogenaamde M-decreet). Die personeelsleden ontvingen ook een antwoord van de diverse politieke partijen waarin zij hun zienswijze ten aanzien van dit ontwerp verdedigden. Die antwoorden nemen de ongerustheid in het onderwijsveld niet weg. Uit de antwoorden blijkt dat er geen twijfel over bestaat dat het Vlaams Parlement morgen meerderheid tegen minderheid - het ontwerp van decreet zal goedkeuren. Dat houdt de onderwijsvakbonden niet tegen om morgen toch met een delegatie aanwezig te zijn in het Vlaams Parlement om op deze manier de ongerustheid van hun leden zichtbaar te maken. Meerderheidspartijen versus minderheidspartijen De meerderheidspartijen gaan ervan uit dat dit decreet geen grote leerlingenverschuivingen met zich zal meebrengen, dat er een gefaseerde invoering is, dat dit decreet geen besparingsoperatie is, dat er werk zal worden gemaakt van de competentieontwikkeling van leraren, dat het volgen van het gemeenschappelijk curriculum een waarborg is voor de kwaliteit van het onderwijs… . De minderheidspartijen stellen dat dit decreet geen hefbomen bevat voor de ondersteuning van leraren, dat het onaanvaardbaar is dat er maar middelen worden vrijgemaakt naarmate er minder leerlingen in het buitengewoon onderwijs terecht zullen komen, dat de timing volkomen onrealistisch is, dat inclusief onderwijs maar kan afgedwongen worden als dat effectief voor het kind een meerwaarde is… De meerderheidspartijen gaan er echter opnieuw aan voorbij dat het in het belang van de leerlingen is om zaken in de juiste volgorde af te werken. Eerst competentieontwikkeling van de leraren, dan de gepaste financiering zoeken voor de noodzakelijke ondersteuning en dan pas de invoering van dit decreet. Uitstel van dit decreet Voor de onderwijsvakbonden blijft goed onderwijs voor al onze kinderen de essentie en is het de verantwoordelijkheid van het Vlaams Parlement om de voorwaarden te creëren die noodzakelijk zijn om die doelstelling te kunnen bereiken. De inwerkingtreding van dit decreet moet uitgesteld worden tot op het ogenblik waarop Vlaanderen zijn verantwoordelijkheid heeft opgenomen. Die verantwoordelijkheid omvat het voldoen aan volgende verplichtingen: Het voorzien van een stevig kader voor de nodige opleidingsprogramma’s voor leraren en personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding. Het inzetten van de nodige middelen om de leerlingen in de klas individueel te kunnen ondersteunen. Het zorgen voor de nodige financiële ruimte om schoolgebouwen en de omgeving onmiddellijk te kunnen aanpassen als dat nodig blijkt. Het aantrekken van voldoende leraren en het voorzien in een ondersteunende omkadering zodat leraren zich met hun kerntaak kunnen bezighouden, namelijk onderwijs verstrekken. Het uittekenen van het competentieprofiel van de begeleiders van de leraren en het vooraf opleiden van die begeleiders. Het uitwerken van een professionaliseringstraject en -structuur voor de leraren van het gewoon basis- en secundair onderwijs. Het voorzien van bijkomend personeel in de centra voor leerlingenbegeleiding voor de bijkomende taken die opgelegd worden. De discussies over inclusief onderwijs slepen al meer dan vijftien jaar aan. Vlaanderen grijpt nu het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap aan om dit ontwerp van decreet te verdedigen. Maar Vlaanderen heeft nagelaten hiervoor de nodige middelen te voorzien en voorziet die nog altijd niet. Inclusief onderwijs wil leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften op voet van gelijkheid met anderen laten participeren aan het school- en klasgebeuren. Op zich kan dat een nobele doelstelling zijn, maar dan moet het onderwijs daarvoor ook uitgerust zijn, op alle vlakken. Hoewel de inzet van het onderwijspersoneel heel groot is, is het vandaag onmogelijk de ambities van het zogenaamde M-decreet waar te maken. Als het Vlaams Parlement instemt met dit decreet, legt het verplichtingen op aan de scholen maar komt het zijn eigen verplichtingen niet na. Scholen willen goed onderwijs aanbieden aan alle leerlingen, maar het is de plicht van het Vlaams Parlement om de voorwaarden daartoe te creëren. Jos Van Der Hoeven secretaris-generaal COC Trierstraat 31-33 1040 Brussel Marianne Coopman Algemeen secretaris COV Koningsstraat 203 1210 Brussel Raf De Weerdt Algemeen secretaris ACOD Onderwijs Fontainasplein 9-11 1000 Brussel Marnix Heyndrickx Secretaris-coördinator VSOA Onderwijs Boudewijnlaan 20-21 1000 Brussel
© Copyright 2024 ExpyDoc