Bijlage bij Raadsvoorstel Herinrichting begroting 2015 Q&A Nieuwe begrotingsindeling 1. Waarom is een nieuwe begrotingsindeling nodig? De huidige indeling van de begroting is niet evenwichtig verdeeld over de aandachtsgebieden van de gemeente – zowel als het gaat om bestuurlijke aandacht als om inzet van gemeentelijke middelen. Zo is er voor het grootste deel van het ruimtelijk één programma en voor het sociaal domein zijn er drie. De indeling sluit bovendien niet aan bij de transities die gaande zijn in het sociaal en ruimtelijk domein. Er wordt voorgesteld de nieuwe Raadsperiode meteen te beginnen met een indeling die wel in balans is en aansluit op de nieuwe ontwikkelingen. 2. Vanuit welke oogpunt is de nieuwe begrotingsindeling opgesteld? Voor de indeling van de begroting in raadsprogramma’s en collegeproducten is de programmatische samenhang leidend. Voor politiek en bestuur staat de inhoud immers voorop. De organisatorische indeling in sectoren of domeinen is niet leidend voor de indeling. Het is dus mogelijk dat producten waarvoor het ene domein verantwoordelijk is terug te vinden zijn in een programma met andere invalshoek als leidraad. Bijv. zijn de budgetten voor sportaccommodaties ondergebracht bij het programma Economie, cultuur, sport, terwijl de afdeling vastgoed deze accommodaties verzorgt. 3. Kan ook op andere wijzes inzicht worden geboden in de begroting? De hoofdkeuze voor deze indeling neemt niet weg dat er ook nog dwarsdoorsnedes van de begroting of van de besteding van de begroting te maken zijn, die een ander perspectief bieden. Onder de collegeproducten hangen sectorproducten, die de koppeling naar de organisatie mogelijk maken. Ieder sectorproduct wordt toegewezen aan een sector binnen de organisatie die als kostenplaats in de begroting wordt opgenomen. Daarnaast wordt er een territoriale dwarsdoorsnede gemaakt van de besteding van de begroting. Daartoe wordt een over de beleidsterreinen heen eenduidige indeling van de stad in wijken voorgesteld. Zoveel mogelijk wordt bij de besteding van middelen een code opgenomen ten behoeve van welke wijk de inzet plaatsvindt, zodat een wijkgerichte dwarsdoorsnede is te maken van de besteding van de begroting. Deze dwarsdoorsnede heeft dus een monitorende functie – budgetten worden niet vooraf geoormerkt voor een specifieke wijk. Dat zou de uitvoering van de begroting te veel versnipperen en nodeloos star maken. 4. Er verandert niet zoveel in de indeling. Waarom is dat dan nodig? Hoewel de indeling op het eerste gezicht niet heel nieuw lijkt, worden er nieuwe logische verbanden gelegd, die aansluiten bij het denken in het kader van de lopende transities in de domeinen. In onze programma’s denken we vanuit de integrale leefgebieden van de mensen in de stad en de integrale ontwikkelingsvelden van onze stad. De begroting komt zo beter in evenwicht. Het aantal programma’s met een sociaal karakter wordt samengebracht van 3 naar 2. Het aantal raadsprogramma’s met een typisch ruimtelijk karakter neemt toe van 1 naar 2. Tot slot is er een programma waarin de gemeente centraal staat. In programma 6 Bestuur, dienstverlening en veiligheid staat het optreden van de gemeente naar de burger als kiezer en klant centraal. 5. Hoe zit de transitie in het sociaal domein en de WIJEindhoven filosofie in de indeling verwerkt? Er is begonnen vanuit het sociaal domein. De filosofie van WIJEindhoven biedt hier een leidraad voor het denken over de indeling van de begroting. Uitgangspunt is zoveel mogelijk mensen zelf en met elkaar hun leven te laten inrichten en eventuele problemen op te vangen. Indien problemen hun toch boven het hoofd dreigen te groeien, worden die door de generalisten aan de keukentafel samen met hen opgepakt uitgaande van eigen kracht en samenkracht. Pas daarna komen de arrangementen aan de orde. Uitgangspunt in deze benadering is de mens en de integraliteit van zijn leefwereld – uitgedrukt in boven beschreven levenssferen. e Deze benadering betekent dat een onderscheid wordt gemaakt tussen de sociale basis in de 0 lijn, de wijkteams e e in de 1 lijn en de arrangementen die worden aangeboden in de 2 lijn. Het perspectief van WIJEindhoven houdt e in dat in de 0 lijn voor de gemeente vaak een bescheiden rol is weggelegd. Wanneer dat wel het geval is, is dat vanuit een gemeentebreed perspectief – soms vanuit door de gemeente ondersteunde basisvoorzieningen in het sociaal domein, soms in de andere domeinen. In het programma ‘Sociale basis’ zitten de basisvoorzieningen van het sociaal domein en worden dwarsverbanden gelegd naar de producten in andere programma’s, die in integrale samenhang de sociale basis in de stad vormen. We ‘investeren’ in de sociale basis om sociale problemen en daarmee een zwaarder zorgberoep waar mogelijk te voorkomen. In het programma ‘Sociale ondersteuning’ vinden we de wijkteams en eventuele vervolgarrangementen en - voorzieningen. 6. De sociale basis is toch veel breder dan de genoemde collegeproducten? Voor mensen speelt hun leven in de stad zich af in vele uiteenlopende levenssferen: wonen, leren, werken, verkeer, vrije tijd, zorg, welzijn, veiligheid. Deze levenssferen overstijgen het niveau van individuele programma's en lopen als een rode draad door héél de begroting. In het programma 1. Sociale basis worden wel de dwarsverbanden getoond tussen deze levenssferen en zijn de sociale producten opgenomen die het dagelijks leven van burgers ondersteunen - de 0e lijn. 7. Wat zijn de collegeproducten in de sociale basis? Waar zit het product participatie? In de sociale basis zitten alle gemeentelijke producten met een sociaal perspectief, waarmee Eindhovenaren te maken onafhankelijk van de vraag of zij sociale problemen hebben of niet: • Samenkracht: alle activiteiten in de wijk of via internet gericht op contact tussen burgers in Eindhoven. • Wijkvoorzieningen: alle concrete voorzieningen op wijkniveau die voor alle Eindhovenaren toegankelijk zijn • Onderwijs: alle inzet van de gemeente voor het onderwijs – zoals onderwijshuisvesting • Gezondheid: alle basisvoorzieningen van de GGD 8. Wat zijn de collegeproducten in de sociale voorzieningen? In het programma ‘Sociale ondersteuning’ vinden we de wijkteams en eventuele vervolgarrangementen en voorzieningen. Indien problemen burgers toch boven het hoofd dreigen te groeien, worden die door de generalisten aan de keukentafel samen met hen opgepakt uitgaande van eigen kracht en samenkracht. Pas daarna komen de arrangementen aan de orde. De daaraan verbonden producten zijn: • Wijkteams: de integrale wijkteams van WIJEindhoven • Voorzieningen: voorzieningen gericht op zelfredzaamheid • Maatwerkarrangementen: trajecten gericht op het oplossen van complexe sociale problemen • Participatie: activiteiten gericht op re-integratie op de arbeidsmarkt • Inkomen: uitkeringen in het kader van de WWB en bijzondere bijstand 9. Hoe zit de transitie in het ruimtelijk domein in de indeling verwerkt? In programma 4 en 5 zit het domein van de stad, dat ruimtelijk van karakter is. Hier denken we vanuit een keten, waarbij ruimtelijke interventies worden geprogrammeerd, de ruimte wordt vormgegeven, ontwikkeld en gerealiseerd en wordt beheerd en onderhouden. Daarbij wordt als hoofdonderscheid voor de indeling van de raadsprogramma’s gezien 'Openbare ruimte’ en ‘Ruimtelijke inrichting’. Openbare ruimte gaat over aanleg, onderhoud en beheer van de elementen in de openbare ruimte. Hier verzorgt de gemeente het fysieke basisareaal in de stad, dat behoort tot het publieke domein van de stad. Ruimtelijke inrichting gaat over de integrale vormgeving en ontwikkeling van de stad. De nadruk ligt op de gebiedssamenhang, de gebouwde omgeving en haar functionaliteiten. De rol van de gemeente is hier bescheidener, vaak vooral faciliterend voor initiatieven van particulieren en private partijen. 10. Hoe zit vastgoed in de begrotingsindeling verwerkt Vastgoed wordt budgettair ondergebracht bij de inhoudelijke collegeproducten waar het vastgoed dienstbaar aan is, zoals scholen voor onderwijs. Centrale gedachte is dat dit vastgoed inhoudelijk dienstbaar is aan het betreffende Collegeproduct. Zo zit vastgoed budgettair opgenomen in de producten onderwijs, kunst en cultuur, sport, bedrijfsvoering en ruimtelijke ontwikkeling. Dit staat los van de interne organisatie van de vastgoedfunctie, dis is geconcentreerd in één organisatie-eenheid binnen het ruimtelijk domein. In die eenheid is de expertise op het gebied van vastgoedontwikkeling en beheer geconcentreerd en is het beheer van de daarvoor bestemde budgetten neergelegd. 11. Hoe zit vergunningverlening in de begrotingsindeling verwerkt Analoog daaraan wordt vergunningverlening ondergebracht in de collegeproducten, waarop de vergunningen betrekking hebben: wonen, milieu, verkeer, veiligheid en leefbaarheid. De vergunningverlening wordt binnen de gemeentelijke organisatie echter georganiseerd binnen één afdeling in het ruimtelijk domein. Op die manier kunnen werkprocessen op dit vlak worden gestroomlijnd en expertise worden gebundeld. Het toezicht op de vergunningen wordt hieraan gekoppeld. Het algemeen toezicht in de openbare ruimte maakt onderdeel uit van het collegeproduct veiligheid en leefbaarheid. 12. Wat is de samenhang tussen economie, cultuur en sport? In programma 3 zitten economie en de stedelijke voorzieningen. Het is het domein van de activiteiten in de stad die sterk bepalend zijn voor de kwaliteit van het vestigings- en verblijfsklimaat van de stad. De Brainport-ambitie vormt daarbij een verbindende schakel voor de beleidsagenda. In deze agenda komt de economische ontwikkeling van de stad samen met het beleid ten aanzien van de voorzieningen die een belangrijke factor zijn voor het vestigings- en verblijfklimaat. Cultuur en sport zijn van die belangrijke factoren. Cultuur vooral als publieksaanbod op niveau – sport vooral als vrije tijdsbesteding van vele Eindhovenaren. 13. Wat is de samenhang in het programma Bestuur, dienstverlening en veiligheid? Programma 6 omvat het domein van de gemeente, waar het gaat om bestuur en dienstverlening. Het gaat in dit domein over de directe relatie tussen de gemeente en de burger – enerzijds via het democratisch verkozen bestuur dat namens de burger richting geeft en anderzijds via de diensten die de burger direct als individuele klant van de gemeente afneemt. Veiligheid is een wat vreemde eend in de bijt, maar is hier opgenomen door de koppeling van de openbare orde-portefeuille aan de rol van de burgemeester en de hoge mate van intergemeentelijke samenwerking voor dit product. 14. Waarom is het programma Bedrijfsvoering opgeheven? Het programma Bedrijfsvoering komt in dit voorstel te vervallen, en wordt opgenomen in het programma Bestuur, dienstverlening en veiligheid. Op Raadsniveau worden hier nauwelijks middelen voor vrij gemaakt, omdat de bedrijfsvoeringkosten worden toegerekend aan de andere programma’s en producten. Inhoudelijk doubleerde het programma in hoge mate met de paragraaf bedrijfsvoering. Mocht landelijk in het verlengde van het advies over de aanpassing van het BBV van de commissie Depla, worden besloten tot het bundelen van de bedrijfsvoeringkosten in een apart raadsprogramma, dan kan het collegeproduct Bedrijfsvoering eenvoudig worden afgezonderd. De staf-activiteiten die niet meer in de doorberekening van de overhead worden opgenomen omdat ze niet ondersteunend zijn aan het primair proces maar aan de sturing op concernniveau, zoals de DR, Strategie en Communicatie, zullen worden ondergebracht bij het product Bestuur. 15. Is er inzicht te geven in de invulling van de collegeproducten De indeling in programma’s en producten is op dit globale niveau gemaakt. Op dit moment wordt hard gewerkt aan de nadere definities en invulling van de producten, zodat de begroting 2015 volgens deze indeling kan worden voorbereid. Deze nadere invulling is eind april ambtelijk gereed.
© Copyright 2024 ExpyDoc