Nota Universiteitsraad UR nummer 14/016 Aan : Universiteitsraad Van : College van Bestuur Onderwerp : Reactie op advies inzake UU begroting 2014 Status : Ter kennisname Behandeling in : Kern van de inhoud Reactie op uw advies inzake de UU begroting 2014 (uw brief kenmerk UR 13.146 d.d. 19-12-2013) ~~.~ ~ ~ Universiteit Utrecht ~A~. FCA, Postbus 80125, 3508 TC Utrecht Universiteitsraad Universiteit Bestuursgebouw Kamer 510 Heidelberglaan 8 3584 CS UTRECHT Uw kenmerk Ons kenmerk Telefoon E-mail Website Datum Onderwerp College van Bestuur Utrecht Bezoekadres Heidelberglaan 8, Utrecht UR 13.146 FCA 14.20118 0302539476 [email protected] www.uu.nl 29 januari 2014 reactie op uw advies inzake de UU Begroting 2014 (uw brief kenmerk UR 13.146 d.d. 19-12-2013). Geachte leden van de U Raad, Dank voor uw advies inzake de UU Begroting 2014, zoals dat tot stand is gekomen na onze gezamenlijke bespreking op 16 december jl .. In uw advies geeft u suggesties voor structurele en incidentele maatregelen ten aanzien van de allocatie van de rijksbijdrage (de 1e geldstroom) binnen de universiteit. Tijdens de vergadering van 16 december hebben wij hierover reeds van gedachten gewisseld, waarbij van de zijde van het College van Bestuur ook al is aangegeven welke van die voorstellen wij graag overnemen en welke niet. Hieronder lichten wij dat nader toe en volgen daarbij de volgorde van uw brief. Voor wat betreft de structurele maatregelen vraagt u om met ingang van het jaar 2015 de risicomarge van de universiteit met structureel 5 miljoen euro te verlagen ten gunste van de huisvestingsbudgetten van de faculteiten, met name voor die faculteiten waarbij een grote stijging van huisvestingslasten is te verwachten. Wij nemen dit voorstel over en zullen bij de kaderbrief 2015 een concrete uitwerking opnemen voor de allocatie van deze 5 miljoen euro. Ten tweede vraagt u beleid te ontwikkelen om financiële meevallers die ontstaan in de periode tussen het uitbrengen van de kaderbrief en de opstelling van de begroting via het reguliere universitair verdeelmodel te verdelen over faculteiten en diensten. Wij wijzen u erop dat er geen enkele zekerheid bestaat dat jaarlijks sprake is van meevallers in de genoemde periode. Ook tegenvallers behoren tot de mogelijkheden. Juist om het begrotingsproces binnen faculteiten en diensten in deze periode niet te verstoren met onverwachte ingrepen (plus of min) zijn wij van mening dat (begrotings- )rust en duidelijkheid prioriteit heeft. De vastgestelde kaderbrief is daarvoor het uitgangspunt. Uiteraard hebben wij vervolgens bij de begrotingsbesprekingen met faculteiten en diensten oog voor eventuele financiële problemen en financiële mogelijkheden en zoeken wij daar waar nodig naar maatwerkoplossingen, die wij zichtbaar maken bij de begrotingsopstelling. Ook bij de begroting 2014 is dat aan de orde. Als derde adviseert u de eerder vastgestelde spelregels voor het UU-reservebeleid bij gelegenheid van de eerstvolgende kaderbrief 2015 te heroverwegen, met name voor wat betreft de regel dat onttrekkingen uit reserves elders binnen de begroting moeten worden gecompenseerd zodat sprake blijft van een sluitende exploitatiebegroting. Het College van Bestuur vindt het uit het oogpunt van goed bestuur onwenselijk het uitgangspunt om te College van Bestuur werken met een sluitende exploitatiebegroting los te laten. De door u aangehaalde regel van het reserve beleid is juist om die reden toegevoegd, waarover u toen ook positief hebt geadviseerd. Dit neemt niet weg dat er een specifieke situatie kan zijn, waarbij eenmalig hiervan wordt afgeweken mits dat met voldoende waarborgen is omkleed. Dat vraagt dan om een expliciet besluit. Voor wat betreft de incidentele maatregelen vraagt u om reeds met ingang van 2014 een bedrag van 5 miljoen euro ten laste van de risicomarge vrij te maken en toe te voegen aan de beleidsruimte van de faculteiten. Dit voorstel is in tegenspraak met de door u aangehaalde spelregels van het reservebeleid. Immers de door de faculteiten voor 2014 begrote onttrekkingen uit de bestemmingsreserves van in totaal ruim 4 miljoen euro moeten volgens de spelregels worden gecompenseerd door eenzelfde tegenwaarde in de risicomarge. Dat betekent de facto dat reeds ruim 4 miljoen euro in de risicomarge hiervoor is bestemd. Wij vinden het niet verantwoord daarnaast nog eens 5 miljoen euro uit de resterende risicomarge te onttrekken. Voorts en wellicht ten overvloede wijzen wij erop dat de faculteiten op dit moment overschotten realiseren op de eerder toegekende beleidsmiddelen. Tenslotte vraagt u het College een nadere bestemming te geven aan een deel van het exploitatieoverschot uit het jaar 2013. Het College van Bestuur zal dit in overweging nemen, met de kanttekening dat deze middelen een incidenteel karakter hebben. Ik zal een kleine delegatie van de Uraad uitnodigen om samen met de directeur FCAdeze brief nader toe te lichten. Hoogachtend, het ollege van-Bestuur, --- arjan J. Oudeman voorzitter Blad 2 van 2 Ons kenmerk FCA 14.20027
© Copyright 2024 ExpyDoc