Lees verder (pdf)

Thema Elektronische postverwerking
Het berichtenverkeer betreffende
de patiëntenzorg bij Promedico
Eugène van Diepen ([email protected])
'Wat je niet hoeft te weten, hoef je niet te zien.' Productmanager Herman van Klaveren en softwareontwikkelaar Onno Minderaa noemen dat het uitgangspunt bij Promedico-ASP en Promedico-VDF. Zij geven
een toelichting op het elektronische berichtenverkeer rondom de patiëntenzorg in de huisartsenpraktijk. Communicatie met andere zorgverleners gebeurt door middel van gestructureerde berichten via
een beveiligd en afgeschermd netwerk. Inkomende elektronische post wordt realtime binnengehaald en
zo veel mogelijk 'onder water' verwerkt. Daar heeft de huisarts zo min mogelijk omkijken naar.
Ongeveer de helft van de inkomende post op de praktijk betreft het receptenverkeer, de Medrec-berichten.
Promedico verwerkt de retourberichten en de afleverinformatie vanuit de apotheken automatisch in het
patiëntendossier, wat een groot voordeel genoemd
wordt omdat het de werklast sterk vermindert. Alleen
Medrec-berichten waar iets mis mee is, die bijvoorbeeld verkeerd zijn bezorgd of onduidelijk zijn, worden getoond, terwijl berichten zonder inhoudelijke
informatie worden weggefilterd en weggehouden van
de arts. Door zo veel mogelijk berichten weg te filteren of automatisch te verwerken komen alleen die
berichten in de bak ‘Berichten ontvangen’ die echt
gelezen moeten worden en aandacht nodig hebben.
Berichten kunnen automatisch worden verwerkt
omdat ze volgens een afgesproken standaard, met een
vaste structuur en vaste veldbeschrijvingen zijn opgebouwd. Dat kan de Edifact-standaard zijn uit de jaren
tachtig van de vorige eeuw of de moderne HL-7standaard. Berichten die eigenlijk automatisch verwerkt moeten worden, maar wel problemen opleveren, zijn berichten met niet meer dan ‘Medicatie
gestopt’ als vrije tekst. De arts wil weten welke medicatie gestopt is en moet dat gaan uitzoeken. Om dit
te vermijden en de gewenste informatie toch geautomatiseerd te kunnen verwerken overlegt Promedico
22
SynthesHis oktober 2014; 3 (13)
met AIS-bouwers om berichten met ongerichte informatie aan te passen en specifiek te maken. De overige
berichten, zoals de Medlab-, Medspe-, Medvri- en
vrije berichten, komen in de in-map ‘Berichten ontvangen’ terecht.
Berichten die gelezen of afgehandeld zijn, worden
getoond in de map ‘Gelezen berichten’ of de map
‘Afgehandeld’. Berichten die door de behandelaar in
de map ‘Verwijderd’ geplaatst worden, worden niet
elektronisch verwijderd maar blijven gewoon in het
systeem staan.
STRUBBELING Bij het (automatisch) verwerken
van post komt het soms voor dat informatie aan de
verkeerde patiënt gekoppeld wordt, zoals in een
situatie dat het BSN (nog) niet bekend is, bij
samenwonende tweelingen die alle overige kenmerken inclusief hun voorletters gelijk hebben of als de
afzender een verkeerd BSN aan de informatie
koppelt. ‘Dat is het wisselgeld dat je betaalt voor
automatische gegevensverwerking,’ merkt Onno
Minderaa op, ‘maar bij gebruik van het juiste BSN
moet het voor 100 procent goed gaan.’ Omdat
VECOZO geen persoonlijke gegevens meer terugmeldt, kan dat niet meer als controle op de juistheid
van gegevens gebruikt worden.
Thema Elektronische postverwerking
Herman van Klaveren (l) en Onno Minderaa in hun kantoor bij Promedico: Het berichtenverkeer in de huisartsenpraktijk
handelt het HIS zoveel mogelijk automatisch af zodat de huisarts er zo min mogelijk omkijken naar heeft.
HOEVEELHEID VERKEER Om een indruk te
krijgen van de hoeveelheid inkomende mail heeft
Promedico een telling gemaakt over het eerste
halfjaar. Het aantal berichten varieert van minimaal 15
tot maximaal 285 berichten per dag, met een
gemiddelde van 157 berichten voor een groot
gezondheidscentrum in de stad. Per 1000 patiënten
worden die aantallen geschat op minimaal 1 tot
maximaal 55 per dag, met een gemiddelde van 23. Een
praktijk met 5500 patiënten kan dagelijks gemiddeld
126 berichten verwachten.
PUSH OF PULL Herman van Klaveren is eigenlijk
niet gelukkig met de huidige push-manier van
berichtenverkeer, waarbij de afzender de initiator van
de mail is. Berichten worden verzonden en figuurlijk
'over de schutting' gegooid, zonder dat de afzender
weet wat de ontvanger ermee doet. Liever ziet Van
Klaveren dat de communicatie in de toekomst over
het LSP-netwerk gaat lopen, waarbij de huisarts zich
'abonneert' op informatie die voor hem relevant is,
zoals de receptberichten van zijn patiënten. Als er
een nieuw receptbericht van een van zijn patiënten is,
krijgt de huisarts een signaal. De receptberichten
moet hij dan actief, met gebruik van zijn UZI-pas,
beveiligd ophalen. Zijn HIS kan daarna een signaal
naar de apotheek sturen zodra de berichten verwerkt
zijn.
DE BEVEILIGDE OMGEVING De huisartsenpraktijk is via een browser, zoals Google Chrome of
Internet Explorer, via eHealth door middel van een
beveiligde versleutelde SSL-verbinding over het
openbare internet verbonden met de centrale
Promedico-ASP-server waar de HIS-applicatie draait.
Via deze verbinding werkt de arts in een patiëntendossier en kan hij een recept aanmaken dat naar de
apotheek gestuurd moet worden. De Promedico-ASPserver is via E-Zorg, Zorgring, ENOVATION of een
ander platform over een afgeschermd niet-openbaar
netwerk verbonden met het AIS van de apotheek.
Promedico maakt van de receptaanvraag een
gestructureerd (Edifact- of HL-7-)bericht aan en stuurt
dat via het AIS naar de apotheek. De apotheek stuurt
SynthesHis oktober 2014; 3 (13)
23
Thema Elektronische postverwerking
een (Edifact- of HL-7-)retourbericht via het HIS naar
de huisarts, ook via het afgeschermde netwerk.
Voor de mailuitwisseling op het afgeschermde netwerk heeft de huisartsenpraktijk een communicatieadres, dat precies zo werkt als een e-mailadres op het
openbare netwerk, maar alleen bereikbaar is binnen
het beveiligde zorgnetwerk. Dat is voor 100 procent
gescheiden van het openbare netwerk en is uitsluitend bedoeld voor gestructureerde berichten die
geschikt zijn voor automatische verwerking. Door de
scheiding van het zorgnetwerk van het openbare
internet kan er geen spam of mail binnenkomen die
vanaf het openbare net naar het communicatieadres
wordt gestuurd.
Bij een overstap van een verzender, bijvoorbeeld een
apotheek die op ander AIS overgaat, hoeft bij
Promedico alleen het communicatieadres dat die apotheek gebruikt gewijzigd te worden. Dat kunnen huisartsen niet zelf doen, dat regelen de HIS-leveranciers
voor hen.
EDIFACT-STANDAARD IS ACHTERHAALD
Edifact-berichten die nu verstuurd worden, zijn
gestructureerd volgens een standaard die in de jaren
tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld is en sindsdien
al ruim twintig jaar nauwelijks is aangepast. Een
vernieuwde standaard is gewenst, want een Edifactbericht is te makkelijk voor meer dan één uitleg
vatbaar. De elementen van Edifact-berichten kunnen
willekeurig door verschillende partijen, de softwareontwikkelaars, gebruikt en misbruikt worden,
waardoor de betekenis van bepaalde velden niet
helder is. Het komt zelfs voor dat afleverberichten
gestuurd worden waarin geen medicijn is opgenomen. De standaard van Edifact laat dat toe, maar het
komt de duidelijkheid en de automatische verwerking
niet ten goede.
De nieuwe, moderne techniek voor de berichtgeving
is XML. Die is zo gestructureerd, met betere veld- en
inhoudsbeschrijvingen, dat het op technisch vlak niet
fout kan gaan. De moderne XML-berichten zijn veel
groter en bevatten veel meer informatie, ook over de
structuur van het bericht zelf en over de betekenis
van de velden. Dat kan ook omdat het verzenden van
data vele malen goedkoper is geworden en veel sneller gaat dan dertig jaar geleden. De bekende standaard HL-7, die op het LSP wordt gebruikt, is een vorm
24
SynthesHis oktober 2014; 3 (13)
Edifact-bericht
Een Edifact-bericht is een gestructureerd bericht waarbij de volgorde
en de betekenis van de velden in het bericht, duidelijk beschreven zijn
en aan standaarden moeten voldoen. De standaard is voor het eerst
gepubliceerd in 1987 en had als doel de gegevensuitwisseling tussen
partijen tot het minimum te beperken in een tijd dat het versturen van
bytes nog heel erg duur was. Dat legde beperkingen op aan de lengte
van de velden en de veldbeschrijvingen.
van XML waarin de velden nog specifieker en met
strengere eisen aan de datastructuur zijn gedefinieerd.
Doordat er steeds nieuwe behoeften met betrekking
tot geautomatiseerde gegevensuitwisseling ontstaan,
die niet meer passen binnen Edifact, is het onontkoombaar dat de branche overstapt op HL-7. Dat zal
nog wel even duren, denkt Herman van Klaveren. Het
uitwisselen van labberichten met de nieuwe standaard kan al.
PROMEDICO-VDF Promedico-VDF is gebouwd
volgens dezelfde principes als Promedico-ASP, maar
nu staat de server in de eigen praktijk van de
apotheekhoudende huisarts. De postbus kan zo
worden ingesteld dat berichten automatisch worden
opgehaald en in de werklijst worden geplaatst. Na
lezen of verwerken komen ze in de gelezen of
verwerkte berichtenbak terecht en kunnen ze
verwijderd worden via de map ‘Verwijderd’. Daar
blijven ze in staan, net als bij ASP.
Bij Promedico-ASP en VDF heeft de gebruiker geen
lifeline- of zorgmail-postbus nodig. Gebruikers zijn via
de lifeline-postbus van Promedico op dat netwerk
aangesloten. 3